Nummer 13. Donderdag 13 Februari 1890. 13e Jaargang.
15 Februari—!
De blinde Gravin
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Emilie Heinrich's.
21.
Langstraalsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door liet gelieele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1 7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2inaal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De tijd der herziening van de kiezers
lijsten is weer aangebroken. Met den mees
ten aandrang brengen wij daarom onzen
lezers-kiezers, die in de desbetreffende ter
men vallen, nogmaals in herinnering, dat zij
vóór 15 Febr. a. s. een duren plicht te ver
vullen hebben.
Gelijk men weetworden sommige per
sonen ambtshalve, door B. en Weth., op
de vóór den 15n Maart van elk jaar op te
maken kiezerslijsten geplaatst, terwijl 4 ca
tegorieën van adspirant-kiezers, om in dat
zelfde voorrecht te deelen, „dit telken jare
uitdrukkelijk, d. h. schriftelijk, aan het ge
meentebestuur moeten vragen." Leveren zij
zulk een verzoekschrift niet voor 15 Febr.
in, dan zijn zij onherroepelijk een jaar lang
van het kiesrecht verstoken „ook al komen
hunne namen voor op de lijsten van het vo
rige jaar."
De vier bedoelde categorieën nu van ad-
spirant-kiezers zijn de volgende
a. Zij, die sedert 15 Mei 1889 onafge
broken hetzelfde „gedeelte van een huis"
bewoond hebben, mits dat huis hoog genoeg
in de huurwaarde aangeslagen zij en het
bewoonde gedeelte daarvan ook hoog genoeg
door beëedigde schatters worde geschat. Deze
personen moeten ter secretarie hunner ge
meenten een desbetreffend formulier gaan
halen en dit voor 15 Febr. behoorlijk in-
gevuli aldaar terugbezorgen. Dat formulier
kost geen centde terugbezorging niet en
de schatting ook niet. De herschatting kost,
zooals men weet, wel geld, doch die is eene
quaestie van latere zorg, want men is na
tuurlijk niet verplicht die herschatting te
vragen.
b. Zij die onroerend goed in gemeen
schappelijk bezit hebben, wanneer zij voor
zich,of voor vrouw en kinderen als „aandeel
daarin aan grondbelasting" betalen minstens
f 10 (hoofdsom en rijksopcenten), al hebben
zij zelfs geen aanslagbiljet ten hunnen name.
DOOR
»Ha," riep de assessor verrast, daaruit kan
men zonder twijfel eene bekendheid tusschen den
graal' en de gravin opmaken."
//Kent gij den vreemdeling, die sedert gisteren
op het kasteel verblijf houdt?" zeide hij plotse-
ling.
"Naar ik vernomen heb is hij uit Amerika ge
komen, een graaf Weilburg, als ik goed gehoord
heb
Mathilde beefde zichtbaar; er ontstond een
vreeselijke strijd in haar binnenste; de overtui
ging, dat deze Amerikaan en haar voormalige
verloofde Theodoor Wieprecht een en dezelfde
persoon zijn moest, was bij het zien van den ver
lovingsring een onomstootelijke zekerheid bij
haar geworden, en hoe onuitsprekelijk zij ook
eens dezen man beiuii.d en hem als een doode
betreurd had, moest deze vreeselijke zekerheid
toch een lielde dooden, die in het tegenwoordig
oogenblik een strafbare misdaad kon genoemd
worden.
Het gold hier niet alleen hare eer, ha r leven,
maar ook het geluk van een onschuldig wezen'
dat door zijne verraderlijke hand voor immer
vernietigd zou zijn geworden. Een zeldzame
kalmte had zich eensklaps van haar meester ge
maaktde strijd was geëindigd; de man, aan
wien zij zich verplicht geacht had getrouw te
blijven tot over het graf, was harer niet waardig
geweest, hij mocht haar niet nog ongelukkiger
maken, haar niet thans nog met lichaam en ziel
i6ri st°r'en- Troisch hief zij het nog
altijd schoone hoofd op en zag den rechter met
een vrijmoedig, kalm gelaat aan.
//Als mij niet alles bedriegt," begon zij op vas
ten toon, „en de natuur niet een wonderbaar
tweelingsbeeld heeft voortgebracht, dan heb ik
mijn verloofde, Theodoor Wieprecht, in dezen
Amerikaan, die zich graaf Weilburg noemt, op
Ook deze personen moeten een formulier
aanvragen en terugbezorgen evenals die sub a.
c' Zij die wel op aanslagbiljetten ten
eigen name f 10 (hoofdsom en rijksopcenten)
aan grondbelasting betalen, maar verdeeld
over verschillende gemeenten. Deze adspi-
rant kiezers moeten zich met de voor voldaan
geteekende aanslagbiljetten voor 15 Febr. ter
secretarie vervoegen.
d Zij, die in eene andere gemeente het
vereischte bedrag aan personeele belasting
betalen. Om tot deze categorie te kun
nen behooren, moet men alzoo minstens in
eene gemeente tot het vereischte bedrag zijn
aangeslagen. Samenvoeging der aanslagen
in onderscheidene gemeenten komt hierb:i
dus niet te pas. Ook deze personen moeten
voor 15 Febr. het voor voldaan geteekende
aanslagbiljet van hun aanslag in die andere
gemeente ter secretarie hunner woonplaats
overleggen.
Al de personen die tot bovengenoemde
vier klassen behooren, kunnen derhalve, het
zij nog eens herhaald, het kiesrecht voorliet
volgende kiesjaar alleen dan deelachtig wor
den, als zij voor 15 Febr. e. k. het verlangen
daartoe schriftelijk aan het bestuur hunner
resp. gemeenten hebben te kennen gegeven.
Doen zij dit niet, dan hebben zij alle moge
lijke aanspraken op de uitoefening van het
kiesrecht onhei-roepelijk een jaar lang ver
beurd.
De arrestatie van den 21 jarigen herto"-
Louis Phillippe van Orleans, oudsten zoon
van den graaf van Parijs, Vrijdagavond in
Frankrijks hoofdstad, op grond van de wet
van 11 Juni 1886, waarbij alle Fiansche
troon-pretendenten en hun oudste zonen uit
Frankrijk werden verbannen en de regeering
tevens volmacht kreeg ook de andere prinsen
te verbannen van welke laatste bepalin
gen een ruim gebruik is gemaakt heeft
heel wat sensatie gewekt, niet alleen door
de arrestatie zelve, maar ook door de om
standigheden, waarmede zij gepaard ging.
den avond vóór mijne vlucht uit het kasteel Lö-
rach herkend."
De assessor kon een Hauwen uitroep van ver
rassing niet onderdrukken en sprong verschrikt
overeind.
Vergist gij u niet, juffrouw Tomsdorf? De
graaf is toch, als ik mij niet bedrieg, een kennis
van de gravin.'
Mathilde vertelde, wat zij uit den brief van
baron von Könnering zelve vernomen had, waarin
duidelijk doorstraalde, dat de blinde gravin dezen
graaf Weilburg nooit gekend en hem in hare
herinnering ook niet met zijn vader vergelijken
konde. „Vergis ik mij niet," voegde zij er' bij,
„dan heeft de gravin eene vei bindtenis op liét
oog tusschen hem en de gravin Wildenfels, die
graaf Wnldstein, den laatsten wettigen neef van
graaf Lürach, bemint...."
„Ah, dat verspreidt plotseling veel licht," riep
de assessor in zeer begrijpelijke opgewondenheid,
//Waarom hebt gij mij zoo lang in 't onzekere
laten rondtasten, waarde juffrouw Wij hebben
hier dus de oorzaak van den zeer verklaarbaren
moord ijverzuchtWat had echter de vreem
delinge er mede te maken, die daarbij op zoo'n
moorddadige wijze om 't leven gekomen is.'
Mathilde haalde de schouders op en dacht een
oogenblik na.
„Zou men mij geen onderhoud met mijn kleine
doofstomme willen toestaan," sprak zij na een
oogenblik. „Zij had mij nog iets te zeggen, waarop
ik in den angst, waarin de vlucht mij bracht
niet gelet heb."
„D t kunnen wij oogenblikkelijk gedaan krij
gen," knikte de assessor, terwijl hij haastig eenige
woorden op een stuk papier schreef en toen
belde
//Breng dit terstond aan den predikant van
Rothensee," beval hij den binnentredenden ge-
rechtsdieuaar.
,.*De predikant bevindt zich reeds een geruimen
tijd met het doofstomme meisje in de wachtka
mer," antwoordde deze. „Beiden, zoowel de pre
dikant als het kind, zullen dadelijk binnenge
bracht worden."
Na eenige oogenblikken trad Ehrhardt met
Netje aan de hand de gerechtszaal binnen.
Mathilde's bleek gelaat werd purperrood bij
het zien van den predikant, die haar weemoedig
Donderdag was de hertog meerderjarig
geworden en Vrijdagavond meldde hij zich
aan bij het recruteerings-bureau in de rue
St. Dominique om voor het leger ingeschre
ven te worden. Men scheen hoogst verrast
te zijn, want eerst enkele uren later werd
hij ten huize van den hertog De Luynes gear
resteerd.
Deze arrestatie van den jongen man baart
natuurlijk enorm opzien, maar op zichzelve
heeft zij geen politieke beteekenis, hoewel
zij die kin krijgen door de moeilijkheid,
waarin minister Constans is gebracht. Deze
moet namelijk den prins vrijlaten en dus
buiten de wet gaan, die een terugkomst op
hranschen bodem van een der verbannenen
bestraft met 2 tot 5 jaar gevangenisstraf, of
wel hij moet de wet in al hare gestrengheid
toepassen en tien tegen één, dat zijn han
delwijze dan gelaakt wordt, want Parijs vindt
den stap van den jongeling koen en stout
moedig zelfs, ja, men noemt de daad er eene,
getuigende van warme vaderlandsliefde.
De geruchten, dat de prins bij zijn arres
tatie twee manifesten bij zich had, een
afdankings-manifest van den graaf van Parijs
ten gunste van zijn meerderjarigen zoon en
een proclamatie van hemzelven, den nieuwen
pretendent, worden niet nader bevestigd,
maar zouden, indien juist, hem hoogst scha
delijk kunnen zijn.
De tribunes der Fransche kamer waren
Zaterdag propvol, omdat men meende, dat
de rechterzijde de regeering wilde inlerpel-
leeren over de arrestatie. Daarvan is evenwel
niets gekomen, omdat de orleanisten een
heftig optreden niet alleen van de republikei
nen, maar ook van de bonapartisten duchtten.
De hertog is Zaterdag voor,de correctio-
neele rechtbank verschenen, waarbij hij de
verklaring herhaalde, alleen gekomen te zijn
om zijn plicht te vervullen als Fransch bur
ger. Om hem gelegenheid te geven een
advocaat te kiezen, is de zaak drie dagen
verdaagd, tot Woensdag.
De Portugeezen blijven nog immer door
gaan met manifesteeren en protesteeren tegen
Engeland en de Engelschen, door de Britten
de hand toestak.
//Het schijnt, dat wij elkander alleen aan af
gronden moeten wederzien," sprak zij zacht, ter
wijl zij hare hand in de zijne legde.
„Gods hand geleidt de onschuldigen ook over
den duizclingwekkenden afgrond,* antwoordde
de predikant plechtig.
„Ik kom, mijnheer de assessor," wendde de
predikant zich daarop tot dezen, „om u te ver
zoeken, het doofstomme kind bij hare weldoenster
te laten. Ik ben tegenover dit arme schepsel ten
eencnmale radeloos, daar ik haar geen troost kan
schenken."
„Ik wilde juist iemand naar u toezenden, mijn
heer de predikant, om de doofstomme te laten
halen," sprak de rechter vriendelijk; „gaarnezal
ik daarom uw verzoek inwilligen, dat ik voor
zeer billijk houd."
Netje uitte onwillekeur:g een vreugdekreet, toen
Mathilde de armen naar haar uitstrekte, en wierp
zich onstuimig aan haar borst. Toen hare harts
tochtelijkheid een weinig bedaard was, onder
vroeg M thilde haar door levendige teelcens, die
bet kind even levendig beantwoordde.
//Netje verzekert," zeide Mathilde, „bij haar
vlucht uit het kasteel een langen man met een
vreeslijk gezicht te hebben gezien. Zij had zich
vol angst achter een boom verscholen, om hem
te laten voorbijgaan, daar zij vrees voor hem ge
voelde, toen hem plotseling een masker van het
gelaat viel en zij bij het heldere maanlicht,
slechts weinige schreden van haar verwijderd,
een geheel ander gelaat met een zwaren donke
ren baard heikena had. Later, toen zij herhaal
delijk om het kasteel geloopen was, had zij den
man met den zwaren baard weder ontmoet, een
maal met een jonge schoone dame, later met de
blinde gravin aan zijn arm."
„Hij heeft dus in dien moordnacht een masker
gedragen," knikte de assessor in nadenken ver
zonken „liet is goed, juffrouw Gij moet echter
thans helaas! in uwe gevangenschap terug; 't is
te hopen, indien God het wil, dat zij niet al te
lang duren zal. De kleine mag u vergezellen; zij
is b.j u het besie verzorgd. Met u, mijnheer de
predikant, wensch ik nog eenige woorden onder
vier oogen te spreken."
„Ik ben tot uwen dienst, mijnheer de assessor,*
antwoordde Ehrhardt I „Gij veroorlooft mij toch,
te verbannen uit clubs en vereenigingen, te
weigeren hun schepen te lossen enz. Senhor
cl Andrade zond Zaterdag aan den Engelschen
consul te Oporto een uitdaging.
De nota, die aan de mogendheden in
zake het conflict gezonden zou worden, is
op het laatste oogenblik weder ingetrokken,
zoodat het wel weder eenige dagen duren
zal, voordat zij in den gewijzigden tekst
verzonden zal worden.
Alle geruchten over eene aanstaande con
ferentie der Europeesche mogendheden zijn
dan ook voorbarig.
De Engelsche consul-generaal te Oporto
heeft niet geantwoord op den brief van
d'Andrade, gouverneur^ der provincie; de
bladen zeggen dat de consul afwezig is.
Er loopen te Berlijn geruchten dat de
publicatie van een nieuw keizerlijk rescript
te wachten is, waarin de keizer de verklaring
aflegt, dat hij 't met zijn ministers volkomen
eens is en omgekeerd en waarin de vorige
rescripten nider worden verklaard.
Of er werkelijk een nieuw rescript te
wachten is, weten wij niet, maar een weelde
zou het zeker niet zijn met het oog op de
vele en velerlei geruchten van verdeeldheid
tusschen den keizer en zijn kanselier, en
die aangaande 's kanseliers plannen om er
't bijltje bij neer te leggen geruchten, die
met de werkelijkheid niet of maar bitter
weinig van doen hebben en die slechts een
uitvloeisel zijn van veler wensch, dus voor
alsnog geen waarde hebben.
Een interpellatie van den irredentist Im-
briani in de Italiaansche kamer heeft den
premier Crispi aanleiding gegeven tot de
verklaring, dat Italië in goede betrekkingen
staat tot Frankrijk er. dat daarom (er was
sprake van het verbod den gedenkdag der
Romeinsche republiek van 1849 te vieren)
alles moet worden vermeden, wat Frankrijk
onaangenaam kan treffen.
De ministers van binnenlandsche zaken en
onderwijs van Oostenrijk zijn druk bezig de
verschillende hervormingen ten uitvoer te
dat ik eerst juffrouw Tomsdorf naar haargevan-
genis terugbreng."
De rccluer knikte en met een eerbiedige bui
ging reikte de predikant de arme gevangene de
hand en geleidde haar buiten de zaal. Een hel
dere straal van het reinste geluk vloog over haar
bleek gelaat; rlke vernedering, die raer. haar
had aangedaan, de vreeselijke schande beroofd van
hare vrijheid te zijn, alles loste zich op in het
verheffend gevoel, dat zij door hem, dien zij als
een heilige vereerde, niet miskend werd hij'toch
wilde door dit bewijs zijner lioogachting getui
genis harer onschuld afleggen en haar hiermede
tevens hare tegenwoordigheid van geest terug
geven.
Toen hij weer bij den assessor kwam, maakte
deze zich reeds gereed om heen te gaan. „Ik zal
u even paar Rothensee vergezellen, mijnheer,"
sprak hij, zijn lioed opnemende, „ik voel mij ge
drongen veel met u over de gevangene te spre
ken."
Zij verlieten de gerechtszaal en wandelden het
stadje uit, langs wijngaarden en lachende tuinen.
Zijt gij reeds op het kasteel Lörach geweest?*
vroeg de assessor, terwijl hij den predikant in
den arm nam,
„Neen, de gravin heeft mij wel is waar niet
den toegang tot het kasteel verboden, doch mij
toch eens voor altijd belet mijn ongelukkigen
vriend tc bezoeken."
„Daar kan men haar aan kennen, knikte de
assessor. „Gelooft gij, dat graaf YValdstein zich
ingoede handen bevindt, mijnheer de predikant?"
Deze trok cle schouders op en zweeg een ge
ruime poos.
„De gravin, hoe eerbiedwaardig zij anders ook
zijn moge, heeft den graaf altijd een doodelijken
haat loegedragen," zeide. hij eindelijk, doch mijne
verdenking gaat niet zoo ver, om'haar nog van
iets ergers te betichten."
„De gravin Wildenfels is op het oogenblik op
het kastelzij bemint den graaf en zou zeker
volgaarne lure uiterste zorgen aan den gekwetste
willen wijden, indien niet nog andere vijandelijke
factoren met de gravin in verbond waren."
„Wie bedoelt gij?"
„Ik bedoel den Amerikaan, dien zoogenaamden
graal Weilburg, die zoo plotseling uit de lucht
is komen vallen." (Wordt vervolgd.)