Is het kleinbedrijf in
staat om te concurreeren
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
Duitschland.
nomen in midden—Europa, moet noodwen
dig den uitvoer van Europa met nagenoeg
een derde verminderen en langzamerhand
den invoer van gefabriceerde artikelen doen
toenemen. Deze gevolgen zijn even gemak- I
kelijk te voorzien als het opgaan der zon.
De 8uurs werkdag is een kwaaddat
men met geweld tracht in te voeren. Men
is begonnen met de handelsbeweging te be
moeilijken. De staten, die veel geld noodig
hadden, hebben dit gedaan.
Thans tracht het werklieden-element de
ramp te volmaken, door de vrijheid van den
arbeid aan banden te leggen.
Hierna Bebel heeft het gezegd zal
men de machines zien afschaffen, 'tls eene
volkomene reactie op economisch gebied
En nog eensevenals met het protectio
nisme, speelt men dubbel spel. Het doel
waarvoor men uitkomt, is de productie te
beperken, maar dit belet niet dat men ver
telt, dat de werkman evenveel zal werken
in acht uur als in elf ot twaalf.
Alsof de ondervinding van eeuwen niet
daar was om het tegendeel te bewijzen.
Die hervorming is een ongelukshervor-
ming. Zij zal voor Europa de concurrentie
onmogelijk maken het kapitaal zal elders
laten werken in Indie, in Japan, in Rusland,
in ChiDa. 't Is er reeds mede begonnen en
over tien jaar zal men zien hoe die veraf
zijnde industrieën zich ontwikkeld hebben.
Dat men trachte den arbeid te verlich
ten, hom minder lastig te maken, maar niet
hem te beperken in zijn productie.
De slotsom is de werkdag van 8 uur is
eene socialistische vinding, 't Is een staatkun
dig werktuig, een machtig middel om pro
paganda te maken, een van die trouwlooze
argumenten, waardoor zich de massa's laten
beetnemen, die zei e er het eerst de slacht
offers van zijn.
(Uit de Deutsche Schumacher-Zeitung).
Deze vraag is reeds meermalen behandeld
geworden en bijzonder den laatsten tijd we
der opgeworpen.
Ook heeft men ze bevestigend beantwoord
en als feitelijke bewijzen solide, prijswaar
dige en tot concurrentie bekwame monsters
aan de redactie ingezonden.
Naar mijne opvatting dient men echter
onderscheid te maken tusschen handwerk,
eveneens fabriekmatig, dus in groote bedrij
ven daargesteld, en maatwerk, dat in klein
bedrijf, door den baas in zijn werkwinkel
wordt vervaardigd.
In 't algemeen vindt wel de meening in
gang, dat de handenarbeid als kleinbedrijf
niet in staat is om tegen machinaal werk te
concurreeren. Intusschen kan deze vraag
evengoed bevestigend als ontkennend worden
beantwoord.
Zoo jawaarom verliest dan het klem-
bedrijf immer meer terrein P Zoo neen,
welke zijn daarvan de oorzaken. Over die
oorzaken veroorloof ik mij mijne niet toon
gevende meening te zeggen.
Naar mijn oordeel is in vele gevallen de
oorzaak van den teruggang van 't kleinbe
drijf daarin gelegen, dat men daar nog dik
wijls met de van ouds gewone gemoedelijk
heid werkt, terwijl de machinale vervaardi
ging steeds eene koortsachtige bedrijvigheid in
het benuttigen van tijd en werkkrachten tot
in het uiterste ontwikkelt. Menigeen, die in
zijn tijd wellicht een tamelijk goede eigen zaak
heeft gehad, maar er van heeft moeten af
zien, omdat het toch niet ging zooals het
behoordeen toen zijn heil op eene fabriek
gezocht heeft, zal heden moeten zeggen
„Hadt ge toen gewerkt, met evenveel
volharding en nauwgezetheid als ge dat
thans op de fabriek doen moet, dan hadt ge
even goed, zoo niet beter, kunnen leven als
nu en waart gij uw eigen baas gebleven."
„Dat is waar/' zal weder menigeen zeggen,
„maar men moet maar altijd werk hebben."
Hier is de grootindustrie ons weder ten
voorbeeld. Ieder fabrikant, die vooruit wil
komenmoet klanten werven moet altijd
er op bedacht zijn steeds goed, steeds beter
werk te maken en zijn fabrikaat op de hoogte
des tijds te houden. Nooit mag hij tevre
den zijn en stilstaan, want dit beteckent
achteruitgaan j evenzoo is 'tmet den kleinen
baas gesteld.
Verder heet hetJa, de fabrikant koopt
in 't groot in en dus goedkooper. Hiertegen
is aan te voeren dat die ook meer materiaal
noodig heeft. Want, eene schoenenfabriek
kan de schaften nooit vervaardigen tegen
den prijs, waarvoor men ze van de schaf—
tenfabriek kan betrekken en welke schaften
meest voor handenarbeid zijn ingericht.
Men zal hier op antwoorden, dat dit niet
zooveel uitmaakt. Dat is juist, maar er
komen ook nog andere factoren in rekening,
b. v.Wat in de fabrieken menigmaal ver
sneden verscheurd en op eene of andere
wijze bedorven wordt, vertegenwoordigt dik
wijls zooveeldat menige kleine baas er
minstens half van zou kunnen bestaan.
,.Ja maar," hoort men ook nog//de
goedkoope vervaardiging door middel van
machinen." Maar dit is de vraag. Inte
gendeel, de fabrikanten, die van handen
arbeid zijn overgegaan tot rationeel machi
naal bedrijf, hebben de ondeivinding opge
daan dat de kosten van vervaardiging niet
lager zijn dan bij handenarbeid.
En wat de degelijkheid aangaat heeft de
grootindustrie, in weerwil van alle vervol
making der machinen, het nog niet zoover
gebracht als- degelijke handenarbeid. Uit
dien hoofde hebben wij ook nog gunstig
bekende fabriekendie slechts fijn werk
leveren en andere die gewoon werk leve
ren en er wèl bij varen.
In zooverre kan men dus niet ontkennen
dat de handenarbeid in staat is om te con
curreeren en ook de kleine baas, die zijne
klanten goed bedient en zijn vak verstaat,
(waartoe echter tegenwoordig meer hoort dan
voor 20-30 jaren) die zal nog een goede
rekening maken. Wat echter het bestaan
van zulke bedrijven bemoeilijkt is het ge
brek aan werkelijk goede werkkrachten.
Nog meer lijden door deze ramp de ba
zen die het kleinbedrijf vertegenwoordigen.
Want de nog voorhandene goede krachten
worden meer en meer naar de groote fabrie
ken getrokken, alleen op grond dat zij daar
geregelder en gelijkmatiger werk vinden en
daardoor hun bestaan en hunne levenswijze
geregelder kunnen inrichten.
Wat echter de grootindustrie sterk maakt
tegenover het kleinbedrijf en het handwerk
in 't algemeen en alle concurrentie in dit
opzicht belet, dat is de fabricage bij massa's.
(Wordt vervolgd.)
De algemeene werkstaking der mijnwer
kers, in Engeland met tot nu ongekende he
vigheid uitgebroken, verleent aan de Zater
dag te Berlijn, onder leiding des keizers ge
opende internatioale conferentie eene nog
grootere belangrijkheid.
Welke ook de bekwaamheid zij van hen,
die gaan beraadslagen over de hun onder
worpen vraagstukken en hun wensch om tot
een practische oplossing te komen, toch kan
men van hen geen overeenstemming ver
wachten omtrent de instelling van een ge
meen, gedetailleerd en verplichtend wetboek,
over de regeling van den arbeid in alle lan
den. De betrokken belangen staan zoo lijn
recht tegenover elkander, de gestelde vraag
stukken zijn zoo moeilijk op te lossen, dat
men zich dienaangaande geen illusie kan
maken. Ongetwijfeld zal men zich houden
aan algemeene trekken, aan philantropische
verklaringen, die iedere natie naar verkie
zing zal toepassen.
Door de quaestie te stellen zooals Wilhelm
II. dit gedaan heeft, heeft hij, om zoo te zeg
gen, de verbintenis op zich genomen om ten
minste eenige voldoening te geven aan de
eischen der arbeidende klasse, en die, welke
hij verkrijgen zal, zal zonder eenigen twijfel
niet geschikt zijn om de werklieden tevreden
te stellen. En hoever zal dan de beroering
gaan, die op nieuw zal beginnen, en welke
uieuwe eischen zullen geboren worden uit de
opgewekte hoop Zij zullen te grooter zijn
naar gelang zij, die er het genot van moe
ten hebben, hunne macht voelen aangroeien,
zonder zich rekenschap te geven of zij be
staanbaar zijn met de maatschappelijke orde.
Dit vooral is het bedenkelijke van deu tegen-
woordigen toestand.
De groote werkstaking der mijnwerkers in
Engeland, die op treurige wijze met den aan
vang van het Arbeids-Congres samenvalt, is
Maandag begonnen in de uitgestrekte mijnen
van Lancashire en Yorkshire. In Notting
hamshire en West-Yorkshire is zij reeds se
dert Donderdag aan den gang. Als de werk
staking doorgaat, zal de toestand in de Mid
land Counties van Engeland zeer kritiek wor
den. Londen kan desnoods voorzien worden
door Durham en Northumberland, en moge
lijk door Belgie en Duitschland, maar de
voorraad van steenkolen is daar gering en
de prijzen zullen derhalve spoedig rijzen.
Lancashire, Derbyshise, Nottinghamshire, Lei
cestershire, Warwickshire en Noord Walis zul
len echter geheel worden afgesneden en de
invloed hiervan kan voor de industrie nood
lottig worden.
De mijnwerkers zijn even vast besloten
om tot het uiterste te vechten als de eige
naars der mijnen. De mannen kunnen het 3
weken zonder toelage en 3 weken met een
toelage uithouden, maar de eigenaars zeggen
dat zij ook na zes weken met geen moge
lijkheid meer zullen kunnen geven.
Evenwel maken cle laatste berichten we
der eenig toegeven der patroons waarschijn
lijk, ja in enkele kleine werken in Notting
hamshire en elders is de arbeid onder die
omstandigheden hervat.
Het nieuwe Fransche ministerie 't zes
entwintigste sedert het nog geen 20jarig be
staan van het gemeentebest is gereed ge
komen. 't Bestaat meest uit oudgedienden,
namelijkDe Freycinet als president met de
portefeuille van oorlog Constans binnen-
landsche zaken; Fallières, justitie en eere-
dienstRibot, buitenlandsche zaken; Rouvier
financienBarbey, marineBourgeois (die
een paar dagen binnenland had), onderwijs;
Develle, landbouw Roche, koophandel, en
Yves Guyot, openbare werken.
Verscheiden ministers uit het vorig kabi
net, ziet men, hebben hunne portefeuille be
houden en het andere is meest opschuitwerk.
De herbenoeming van Constans tot minis
ter van binnenlanclsche zaken is zeker het
belangrijkst moment in deze kabinetsformatie,
en tevens een eigenaardig stialtjé van de
instabiliteit der toestanden. In een goede
week tijds minister aan, af en weder aan
wezenkan slechts in het tegenwoordige
Frankrijk.
Ook in Hongarije is de crisis tot een op
lossing gekomen. Het officieele blad deelt
het ontslag van het ministerie mede en een
eigenhandigen briet van den keizer aan T isza,
waarin hij hem dank zegt voor het doorzicht
en de vaderlandsliefde, waarvan hij de be
wijzen heeft gegeven- De keizer spreekt de
hoop uit, dat hij zich aan de openbare za
ken zal blijven wijden en draagt aan Sza-
pary de vorming van een nieuw kabinet op.
Het is samengesteld als volgt: Ozaki
eeredienst en onderwijs; Szilappi, justitie;
Josepovitch, voor Slavonie en Croatie; Bethlen,
landbouw. De president van den minister
raad neemt de portefeuille van binnenlandshe
zaken.
Wat zoolang, maanden reeds, in de lucht
hing, is eindelijk naar 't schijnt werkelijkheid
geworden, nl. een kanseliers-crisis in Duitsch
land. Vorst Bismarck heeft den keizer ver
zocht ontheven te worden van zijn functiën
als rijkskanselier de Maandagmiddag gehou
den ministerraad heeft zich met dezen zoo
gewichtigen stap bezig gehouden en de keizer
heeft 's kanseliers verzoek ingewilligd en hem
ontheven van zijn functiën, terwijl hij (de kei
zer) besloten heeft dat 's vorsten zoon, graat
Herbert von Bismarck, die gemeend had-het
voorbeeld zijns vaders te moeten volgen, als
staatssecretaris zal aanblijven..
Dat is een mededeeling, ernstiger en ge
wichtiger dan er in zeer langen tijd een tot
ons is gekomen en toch zij was te wachten
maar juist doordien reeds zoo vaak geruch
ten in dien zin hebben geloopen, zijn wij
voorzichtiger geworden en het gevolg is, dat
het bericht nu nog meer opzien baart.
Bismarck's woorden, door hem onlangs
uitgesproken „de keizer zal zijn eigen kan
selier zijn" kunnen dus nu verwezenlijkt wor
den of eigenlijk waren zij het reeds sinds
eenigen tijd en juist in dat feit moet de oor
zaak worden gezocht van Bismark's aftreding.
De keizer was zijn eigen kanselier waar 't
gold de sociale quaestien en Bismarck was
te zeer de man van overtuiging, de vertegen
woordiger van een vorig geslachtdat geen
rekening houdt en bijna niet kan houden met
de veranderde toestanden, om met zijn jon
gen gebieder in dezen te kunnen medegaan.
De publicatie van 's keizers rescripten was de
onderteekening van het doodvonnis van een
van Europa's grootste staatslieden, die zijn
gedragslijn niet kon veranderen, al eischten
de omstandigheden het ook nog zoo dringend.
Dc beschouwingen van den 31 jarigen man
en den 75-jarigen grijsaard kunnen niet over
eenstemmen 't moest tot een conflict komen
en 't is er toe gekomen een groote figuur
zal van het wereldtooneel verdwijnen, maar
vergeten worden nooit. De chronische kanse
liers crisis was een rechtstreeksch gevolg van
de uiteenloopende meeningen tusschen vorst
en kanselier: De een bezield met vrijzinnige
beginselen staande boven alle partijen en
juist daardoor in staat aller meening te be-
oordeelen, de ander de bureaucraat, de man
van ervaring, van vasthouding aan het oude
en in zijn oog alleen goedede een op
portunist en idealistde ander pessimist en
realist.
De Porte moet in het haar, door de Bul-
gaarsche regeering toegeworpen lokaas tot
erkenning van prins Ferdinand tot vorst van
Bulgarije, weder niet gebeten hebber.; zij
moet het verzoek van de hand gewezen heb
ben en de regeering van het vorstendom
moet besloten zijn zich rustig bij deze be
slissing neer te leggen tot haar dag ge
komen is.
De ministerieele verklaring, van 't nieuwe
kabinet houdt in dat de regeering haar
zwaartepunt zal zoeken bij de republikeinsche
meerderheid. Zij zal trachten rekening te
houden met de algemeene belangen des
lands zoowel uit ëen moreel als uit een
commercieel, economisch en industrieel oog
punt. De onderwijswetten zullen in vooruit-
strevenden geest toegepast worden, zonder
de godsdienstige gevoelens der bevolking te
kwetsen. De door den heer Rouvier inge
diende begrooting wordt in hoofdtrekken
gehandhaafd door het kabinet, inzonderheid
wat de voorgestelde leening en de belasting
op den alcohol aangaat. Ten opzichte van
het handelstractaat met Turkije verklaart
het kabinet, dat het bij het verstrijken
der tracts ten in 1892 vrijheid van handelen
zal behouden. Bij de toepassing der legerwet
zullen voor hen, die zich aan den geestelijken
stand wijden, maatregelen worden getroffen
om eene schorsing der studiën te voorkomen.
Te Parijs loopen bedenkelijke geruch
ten omtrent den staat van zaken in Dahomey.
De Fransche troepen te Kotonu zouden door
30,000 gewapende inboorlingen zijn omsin
geld. De Fransche krijgsmacht in die streken
zal aanmerkelijk moeten worden versterkt.
De vermaarde Eiffeltoren te Parijs,
welke den geheelen winter gesloten is ge
weest, wordt den 30 dezer weder geopend
voor het publiek.
De verschillende restaurants en uitspan-
nings-lokalen zijn vernieuwd en veranderd.
De Brasserie d'Alsace-Lorraine, op de eerste
verdieping o. a., is nu een groot lokaal voor
partijen, concerten en voordrachten gewor
den. Het Figaro-paviljoen, „twee hoog," is
veranderd in een „bar" en op de derde
verdieping is een keurig salon ingericht.
De toegangsprijzen tot de hoogere sferen
zijn ook verminderd. Een bezoek aan den
toren tot boven toe kost nu 4 francs en op
Zon- en feestdagen slechts 2 francs.
Bij gelegenheid der behandeling van de
begrooting van justitie heeft de regeering
in de kamer eene nederlaag geleden met 62
tegen 47 stemmen, ofschoon de kabinets-
quaestie niet gesteld was. Over deze stem
ming wordt veel gesproken.
Het aantal werkstakende mijnwerkers in
de verschillende kolendistricten wordt op
250,000 geschat.
Op eene bijeenkomst van kolenmijn-
bezitters is beslist dat het niet mogelijk is
eene loonsverhooging met 5 pet. thans en
weder 5 pet. in Juli a. s. toe te staan, maar
dat een overleg met afgevaardigden van de
mijnwerkers gewenscht wordt.
LONDEN, 18 Maart. De groote verga
dering van werkstakers, te Liverpool, heeft tot
ernstige ongeregeldheden aanleiding gegeven.
15,000 dokwerkers waren bijeen, verstoord
wijl de reeders weigerden toe te geven. Na
dat verschillende redevoeringen gehouden wa
ren, verklaarde een cargadoor, Houston, dat
hij de houding der werklieden niet begreep,
men klaagde en hij had alle gevraagde loons
verhooging toegestaan en nog weigerden de
dokwerkers op zijne schepen te werken.
Mac Hugh, de secretaris van het werklie
denverbond, steunde den heer Houston en
eischte, dat men daar het werk zou hervat
ten. De menigte viel hem aanhoudend in
de rede en riep, dat niemand mocht werken,
indien er nog werklieden waren, die stierven
van honger. Mac Hugh nam daarop zijn
ontslag.
Hij trachtte zich onder het geschreeuw der
menigte te verwijderen en bereikte met moeite
een vrachtwagen met graan op de straat. De
menigte wierp zich op de vracht en ver
spreidde het koren op straat. De vrachtrijder
die zijn goed wilde beschermen, kreeg een
dolksteek en een algemeen gedrang ontstond,
waarbij verschillende personen min of meer
ernstig gekwetst werden.
De politie verzamelde zich en 6 inspec
ted s met 50 agenten voerden eene charge
uit en hielden vol, hoewel de menigte een
hagelbui van steenen op hen deed neerko
men. De menigte ging opgewonden uiteen.
De mayor der stad, met de raadsleden ver
gaderd, seinde om eene versterking van 500
man naar Preston.
De 15 Maart dezes jaars mag een voor
name plaats innemen onder de gedenkwaar
dige data der weieldgeschiedenis. Het was
toch op dien dag; dat te Berlijn de opening
plaats vond van de internationale arbeids-
conferentie, het persoonlijke werk der keizers,
de conferentie, die minstens gedurende twee
weken aller oogen op Berlijn zal doen ge
vestigd houden.
De minister van handel sprak de openings
speech uitwaarin hij den gedelegeerden
het welkom toeriep, hun den dank van den
keizer overbracht en wees op Zwitserlands
welwillendheid. De arbeids quaestie zelve
werd vervolgens in 't kort door hem behan
deld en hij eindigde met het uitspreken van
de beste verwachtingen ten aanzien van het
welslagen der conferentie.
Het verslag van het behandelde op het
congres te Berlijn zal in het Fransch en in
het Duitsch verschijnen. De besprekingen
zullen in het Fransch geschieden. De punten
van het programma zullen in het algemeen
besproken worden. De zaken van onderge
schikt belang zullen, zoo noodig, naar eene
commissie verwezen worden om daarna van
de besluiten der conferentie afhankelijk te
worden gesteld.
Voorstellen der commissies of van enkele
leden zullen, alvorens behandeld te worden,
moeten worden gedrukt. De stemming ge
schiedt in alphabetische volgorde der aan
wezige staten. De discussies zullen, zoolang