Nummer 38.
Zondag 11 Mei 1890.
13e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Socialistische Theorieën,
De kamer waar tiet spookte,
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Uit het Engelsch.
De Echo van het Zuiden,
Waalwpscbe en Langstraalsche Courant,
"È5
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regeJ,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, -worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het is geen onbekende zaak, dat het hu
welijk bij de sociaal-democratie geenszins in
hoog aanzien staat. Herhaaldelijk beeft men
zich hiervan in redevoeringen en geschriften
van socialistische woordvoerders en schrijvers
kunnen overtuigen. Wat er van het huwelijk
en de opvoeding der kinderen in een socia-
listischen staat zou terecht komen, kan men
opmaken uit hetgeen een Duitsch socialis
tisch blad, de //Siichsische Arbeiter Zeitung/'
over deze beide groote zaken schrijft. Omtrent
de eerste heet het:
//In de burgerklasse zien wij aan het
kroost een overdreven zorg gewijd. De
proletariër is tegenover zijn kinderen on
verschilliger (kalter); de groote sterfte onder
de arbeiderskinderen verklaart zich hierdoor,
dat deze kinderen niet zoozeer verafgood
worden; een zeer gelukkige omstandigheid
want daardoor worden zwakke indivi.luën
spoedig uit de wereld geholpen en niet met
alle moeite en zorg op de been gehouden
om naderhand te huwen, eveneens zwakke
nakomelingen te krijgen en aldus het ras
slechter te maken
Is cynischer taal denkbaar? Wij voir ons
gelooven, dat de arbeiders bevolking en vooral
de moeders in deze klasse hier op schandelijke
wij worden belasterd. De vrouw van den
arbeider verzorgt hare kinderen met niet
minder liefde en toewijding, dan de huis
moeder in an'lere klassen. En juist de arme,
sukkelende schepseltjes genieten in de eerste
plaats haar ijverigste zorg. In het heiden-
sche Sparta was het weleer gewoonte de
misvormde, zwakke kinderen zonder omslag
als vee te dooden. Men lette daar slechts
op het lichaam. Het schijnt dat een der
gelijke onmenschelijke wijze van handelen
in onzen tijd nog bewonderaars vindt en
men het in socialistische kringen volstrekt niet
„Capricieus vol kuren!" Kan liet meisje, dat
hij zoo innig Iiefheelt, deze fouten in haar ka
rakter hebben Sir Adrian kan het niet geloo
ven, als hij denkt aan haren zonningen glimlach
aan hare beminnelijkheid en vriendelijkheid. Maar
aan den anderen kantwordt het niet van haar
gezegd door hare beste vriendin de fijnge-
fevoelige, kleine Dora Talbot, die van ieder het
este schijnt te denken, en die zelfs zoo allerliefst
veel goeds zegt van Arthur, iemand die, om
de waarheid te zeggen, in de oogen van Sir Adrian
alles behalve „liet" is.
«Dus u zoudt denken dat er een engagement
beslaat, ol bestond, tusschen Arthur en miss Del
maine?" begint hij, terwijl hij naar den grond
staart.
„Ochdwaze man, ik denk niets," zegt het
weeuwlje vroolijk, //totdat het mij voor vast ver
teld wordt. Maar ik ben blij dat Florence weer
goed is op dien armen Arthur; hij is bepaald
smoorlijk op haar verliefd. „Nu, heeft dat inte
ressante schilderijtje, dat wij zooeven zagen, u den
smaak voor alle andere schilderijen benomen
Zullen wij de kleine galerij nog eens doorgaan?"
vZooals gij verkiest!"
„Natuurlijk," zegt zij met een kinderlijk lachje:
vliet zou heel onvoorzichtig zijn om weer terug
te gaan. Ongetwiifeld zijn zij op het oogenblik
geheel verzoend en en
„Ja ja," valt sir Adrian haar haastig in de
rede, terwijl hij te vergeefs tracht zich het tafe
reel uit het hoofd te zetten, dat zij hem voor
oogen roeptFlorence in de armen van haren
minnaar. „Wat gij mij daar verteld hebt, was eene
verrassing voor mij," vervolgt hij zenuwachtig,
„ik zou aat uit het gedrag van miss Delmaine,
nooit hebben opgemaakt. Dat heeft mij heel-en-al
van de wijs gebracht."
„Numaar dit blijft tusschen ons," zegt Dora,
afkeurt het zwakke kroost te verwaarloozeu,
/teneinde het ras niet slechter te maken.
//Bij het proletariaat is de vrouw aan den
man gelijk/' gaat de socialistische schrijver
voort, //zij verdient haar kost en maakt der
halve aanspraak op dezelfde rechten. Wanneer
de man haar niet aanstaat, kan zij hem
verlaten; want zij kan met haren arbeid
overal rondkomen. Daar de wetten naar de
toestander: in de heerschende klasse berekend
zijn, is deze vrijheid wel niet zedelijk ge-
sanctionneerdmaar feitelijk maakt zij (de
vrouw) reeds gebruik van hare vrijheid.
Daarbij komt, dat zij zich niet aan een man
behoeft te //verkoopen." De jonge arbeid
ster kan wachten; zij kan betrekkingen met
etn jongen man aanknoopen; wanneer hij haar
niet bevalt, laat zij hem loopen en zoekt een
ander, met wien zij beter harmonieert. Het
is een, helaas, niet te verwezenlijken idee
der burgerklasse //op proef" te trouwen; het
denkbeeld is echter niet geheel onuitvoerbaar.
Door deze vrijheid wordt op eenmaal alle
leugen en huichelarij uit het echtelijk leven
weggenomen. Ongelukkige huwelijken zijn
uitgesloten"enz.
Het is niet noodig, dit weerzinwekkend
citaat verder te vervolgen; de regelen, welke
wij hier hebben aangehaald, zeggen reeds
genoegzaam, hoe in socialistische kringen
over de opvoeding en het huwelijk, die
beide tunflamenten der maatschappij, alzoo
wordt gedacht. Maar hoe stuitend verkla
ringen als de bovenstaande ook zijn mogen,
zeer zeker hebben zij ook hare goede zijde;
de oogen van het volk zullen hierdoor open
gaan voor het ware streven der sociaal
democratie hetwelk de rechten van den
mensch op de schromelijkste wijze miskent
en hem aantast in zijne waardigheid. Men
zal wèl doen het niet te vergeten, opdat
men het niet later tot zijn scha en schande
ondervinde!
terwijl zij op hare teenen gaat staan alsof zij
hem iets in het oor wil fluisteren: „ik ben bang
dat mijne lieve Florence een beetje schuw is
Ja, werkelijk dat zoudt ge niet denken, niet
waar? Het lieve kind heeft zoo'n zncht, onschul
dig gezichtje ik zou haast zeggen liet mooiste
gezichtje van de wereld, hoewel sommigen bewe
ren dat het wat koud is. Maar zij is zeer terug
houdend, en van daag dat hebt gij gezien
heeft zij u zonder hetzelve te willen die fout in
haar karakter laten ontdekken. Het heeft immers
altijd den indruk op u gemaakt, dat zij met op
zet Arthur trachtte te ontwijken
„Zeker", stemt sir Adrian toe. Het is hem alsof
er hem een brok in de keel zit.
Precies," zegt zij triomfankelijk, „en nu ont
dekken wij hier dat zij hem een gesprek onder
vier oogen toestond, toen zij meende dat wij geen
van allen in de buurt waren, en dat nog wel in
de noordergalerij, waar in den regel niemand
komt."
„Zij wist niet, dat wij er over dachten een ritje
naar de bergen te maken," zegt Adrian, die eene
zwakke poging wil maken om eene fout in het
betoog zijner vriendin te vinden.
„Zeker zij wist het wèlverklaart de we
duwe op stelligen toon: „ik heb haar zelve, een
paar uren geleden, verteld, dat ik van plan was
u te vragen of wij daar niet eens heen konden
gaan, omdat ik zooveel van een mooi landschap
houd, en ik mag zeggen"vervolgt zij meteen
koket lachje „zij wist, ik bedoel zij dacht, dat
gij mij dit kleine verzoek niet zoudt weigeren.
Als Lady Fitz Almont niet zoo'n hoofdpijn had
gekregen, dan zouden wij er nu geweest zijn."
.Gij hebt gelijk," geeft sir Adrian toe Het
laatste stroohalmpje, waaraan hij zich vastklemde,
is hem ontnomen.
„Eu nu ik er goed over nadenk," gaat het
weeuwtje op nog levendiger toon voort, „moet
de reden, die zij opgaf waarom zij niet met ons
mee wilde gaan, een voorwendseltje geweest zijn.
O, zoo'n slimmerd I" zegt mrs. Talbot, hartelijk
lachend. „Natuurlijk, de baan moest schoon zijn
eer zij eene verklaring met Arthur kon hebben
Dat is wel te begrijpen. Maar zij had mij toch
wel in vertrouwen kunnen nemen, ik ben toch
hare beste vriendin
Vol kuren vol grillen sluw? En al die
De samenkomst van het Fransche parle
ment heeft zich gekenmerkt door een treffende
kalmte, met 413 tegen 58 stemmen is een
dagorde van vertrouwen in minister Constans
aangenomen, met betrekking tot de aanwe
zigheid van den Seine-prefect op het stadhuis
op 1 Mei.
Men spreekt van een interpellatie, betref
fende de conversie der Egyptische leening
en van een verklaring, door Naquet af te
leggen over de houding van het boulangisme
in te toekomst.
Het oordeel van de pers over keizer
Wilhelm's troonrede, Dinsdag bij gelegenheid
van de opening van Duitschland's rijksdag
uitgesproken, maakt nu de hoofdschotel uit
van de politieke besprekingen en reeds da
delijk dient vermeld, dat de redevoering een
zeer gunstigen indruk heeft gemaakt zoo
binnen Duitschland's grenzen als daarbuiten
en nu over den inhoud geen diepzinnige
beschouwingen zijn te houden, gaat men
onmiddellijk eens onderzoeken ot er niet
iets is, dat er in had moeten staan en er
in ontbreekt.
En jawel, zoo iets is spoedig gevonden
keizer Wilhelm heeft de gelegenheid om prins
Bismarck nog eens in het openbaar te ver
heerlijken, ongebruikt laten voorbijgaan, geen
woord van nagedachtenis aan den man, die
Duitschland heeft opgevoerd of ten minste
krachtig heeft helpen opvoeren tot de hoogte,
waarop dit rijk zich nu bevindt; geen woord
van dank of lot voor 's eersten kanseliers
streven.
De nieuw gekozen president van den
rijksdag v. Levetzow, die zich, evenals zijn
collega's Ballestrem (centrum) en Baumbach
(vrijzinnig) die benoeming liet welgevallen,
wijdde Woensdag een kort, doch warm woord
aan v. Bismarck, wiens onsterfelijke verdien
sten, naar hij zeide, ten aanzien van de
macht en uitbreiding des rijks, nimmer zullen
vergeten worden in het Duitsche rijk.
In het heerenhuis was het de rapporteur
fouten worden Florence toegeschreven door „hare
beste vriendin sir Adrian moet onophoudelijk
denken aan het woord„bewaar mij voor mijne
vrienden;" maar dan kijkt hij Dora Talbot aan
en staart met doordringenden blik in hare hel
dere blauwe oogen, die schijnbaar zoo onschuldig
er. rein zijn, en dringt zich zeiven dan weer op
dat hij haar onrecht aandoet. Ja, het is jammer
dat Florence niet meer vertrouwen in dit lieve
kleine vrouwtje heeft gesteld, het is jammer voor
hen allen, want dan zouden er heel wat teleur
stellingen zijn voorkomen.
Het is de avond van de opvoering. In eene der
groote zaken van het slot, waar het tooneel is
opgeslagen, en in een ander vertrek, dat van die
zaal door vleugeldeuren gescheiden is, zijn al de
deftige lieden uit den omtrek reeds bijeen. Men
hoort het geritsel en geklapper der waaiers en
het gegons van de stemmen der gasten.
Dan gaat het seherm omhoog. De waaiers
worden ritselend dichtgeslagen, de gesprekken
worden gestaakt en ieder kijkt vol nieuwsgierig
heid naar het kleine maar keurige tooneel, dat
werklieden uit Londen hebben opgeslagen.
leder toeschouwer is in spanning hoe zijn of
haar buurman uf buurvrouw zich wel zal houden
voor zulk een critisch publiek. Niemand natuur
lijk, die de hoop uit dat het stuk in de war zal loo
pen, maar er zijn toch sommigen, die zich in stilte
er op spitsen Jat deze of gene der spelers een
beetje fiasco zal maken
Niets van dien aard echter geschiedt. De malle
Tony zegt zijne rol uitmuntend, al schijnt het
hem niet duidelijk dat een beetje meer acteeren
niet kwaad zou zijn. Miss Villiers geeft eene
allerliefste nicht Constance; Gertrude Viningeene
deftige oude dame alleen spreekt zij wat al te
theatraal. Maar Florence Delmaine, als Kate
Hardcastle, laat niets te wenschen overen
de toeschouwers zijn vol bewondering voor
haar. Ook Arthur Dynecourt heeft niet te veel
van zichzelven gezegd. Men kan duidelijk be
speuren, dat hij meer op de planken is geweest,
en de gloed, dien hij in zijn spel legt, doet ieder
versteld staan. Is het werkelijk slechts comedie
in het slottooneel als hij miss Hardcastle het hof
maakt, of zijn het zijne werkelijke gevoelens, die
hier spreken?
v. Pfuel die in beantwoording van een korte
introductie-speech van den nieuwen kanselier,
vorst Bismarck's „heerlijke" verdiensten be
zong en de bewondering en dankbaarheid
van het huis ten aanzien van v. Bismarck
kond deed, welke lofzang graaf Hohenthal
zeer naar den zin was, hij gaf ten
minste zijn genoegen er over te kennen, dat
het heerenhuis het huis van afgevaardigden
in de erkenning van vorst Bismarck's ver
diensten is voor geweest.
De indruk, door de troonrede van Duitsch-
lands heersc'ner, zakelijk en eenvoudig van
inhoud, in het buitenland gemaakt, is zeer
gunstig.
't Schijnt zoowaar dat Crispi zich Maandag
de vingers een weinig heeft gebrand, want
Dinsdag in den senaat was hij heel wat
minder driftig gebakerd. Na voorlezing van
een schrijven, waarin den senaat werd ver
zocht met de discussier, over de wet betref
fende de liefdadigheids-instellingen voort te
gaan de senaat heeft de wet later in
haar geheel bij geheime stemming aange
nomen zeide Crispi, dat hij de kamer
zou steunen indien deze opnieuw in de wet
zou willen brengen wat de senaat er heeft
uitgelicht, maar tevens gaf hij de hoop te
kennen dat de kamers het eens zouden wor
den.
Van de kamerontbinding dus geen woord
en van oproeping der kiezers evenmin, blijk
baar heeft Crispi daar nog maar weinig lust
in en hoopt hij op de onderworpenheid van
den senaat, zoodat deze hem dan eigenlijk
uit den doolhof moet helpen, waarin hij door
eigen schuld verdwaald is.
Groote verbetering is er in de werksta-
kingsbeweging nog immer niet te constatee-
ren: wel verliezen de stakers te Tourcoing
meer en meer terrein en wordt allerwege
de arbeid hervat, wel blijft de toestand te
Rijsel stationair, maar in het zuiden des
land, in Nimes en Bessèges duurt de staking
voort en tracht men haar zelfs uit te breiden.
In Spanje (Valencia en Madrid) blijft de
houding der stakers dreigend, te Valencia
zijn drie bommen ontploft.
1 gaeaa
Deze vraag rijst bij menigeen op. Men bespeurt
hoe hij van kleur verschiet, hoe zijne stem trilt.
Men bespeurt ook hoe zijtrots haar verlangen
om hare rol tot het eind goed vol te houden, de»
te koeler wordt, naarmate hij hartstochtelijker
wordt, en hoe natuurlijk zij voor zijne aanraking
terugdeinst.
En dan is alles voorbij, en onder luide toejui
chingen valt het scherm. Florence komt tot ant
woord op het herhaalde handgeklap nogmaals
voor het voetlicht, allerliefst in hare verlegenheid,
met eenen z ach ten blos op de wangen en eenen
glans in de oogen, die hare lieftalligheid nog des
te meer doet uitkomen. Sir Adrian die, vol ja
loezie en teleurstelling haar als met de oogen
verslindt, moet zichzelven met eenen stillen zucht
bekennen, dat hij haar nog nooit zoo schoon heeft
gezien als heden avond. Zij buigt voor de toe
schouwers, en dreigt slechts een oogenblik hare
zelfbeheersching te verliezen, als een ruiker, dien
een opgewonden jonkman aan hare voeten wil
werpen, op haren schouder terecht komt.
Arthur Dynecourt, die met haar voor het voet
licht is gekomen en in haren triomf deelt, raapt
den ruiker op en biedt haar dien aan.
Als hij dit doet, bespeuren de toeschouwers
duidelijk, dat er uit de wijze, waarop zij den
ruiker aanneemt, een innige afkeer spreekt voor
Dynecourt, dat de glimlach op haar gelaat ver
dwijnt en dat hare groote oogen niet meer van
vreugde stralen.
Sir Adrian ziet dit ook, doch tracht zichzelven
te overreden, dat zij nu weer die andere rol speelt,
waarvan mrs. Talbot hem sprak. Zijne oogen
zijn verblind door jaloezie, hij kan de reinheid
en de oprtchtheid, die eruit de hare spreken, niet
zien. Hij geeft eene verkeerde uitlegging aan de
pijnlijke uitdrukking, die in het laatste oogenblik
op haar gelaat verscheen.
De laatste dagen, na dat korte onderhoud met
Arthur Dynecourt in de galerij, is zij beschroomd
en teruggetrokken geweest tegenover Sir Adriaan
en heeft zij zooveel mogelijk getracht hem te
vermijden. Zij wordt bezwaard uoor de gedachte,
dat hij hare stille Helde voor hem geraüen heeft,
en zoekt nu, door koelheid en stelselmatig ont
wijken, hem in den waan te brengen dat hij zich
vergist.
(Wordt vervolgd.)