Nummer 56. Zondag 13 Juli 1890. 13e Jaargang Bfl dit nummer be hoort een Bijvoegsel. De kamer waar tiet spookte, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Bekendmaking. Staatkundig overzicht. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. Uithoofde van de kermis zal deze cou rant de volgende week slechts eenmaal verschijnen en wel Dinsdag—namiddag. Advertentiën voor dat nummer worden dien dag ingewacht tot uiterlijk 12 uur 's middags. 24- Uit het Engelsch. Langstraat,sclie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ./1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentie!) 3 maal ter plaatsing' opgegeven, morden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de herijk van maten, gewichten enz. te Waalwijk, zal plaats hebben op 28, 29, 30 en 31 Juli a. s., das voormiddags van 10l/s tot's namiddags 3 uur, in het lokaal der botermijn aldaar. Waalwijk, 11 Juli 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester a./i., J. TIMMERMANS Wz. De Secretaris, F. W. VAN LIE MPT. De houding van Nederland op de Brussel sche conierentie wordt geprezen door de Investors Guardian. „Wat ons betreft," zegt dit blad, na verdediging van het Nederland- sche standpunt niet het oog op de Congo-akte, „wij achten de moedige houding door Neder land aangenomen, verstandig en rechtvaardig, en voorzeker moest Engelandmet zijn enormen uitvoerhandel, er uiterst zorgvuldig Hij heeft Dora en Florence zoo dringend ver zocht hem niet alleen te laten, dat zij niet den moed hebben geh;:d hern te weigeren en daar ook Ringwood niet is vertrokken en Ethel Villiers toestemming van haren vader heeft gekregen om te blijven nu mrs. Talbot er loch is om een oogje in het zeil te houden, is het werkelijk zoo onge zellig niet. Van daag voor het eerst na eene maand gaat Florence naar haren ezel, neemt den doek, die er tot bedekking over hing, er al' en bekijkt peinzend haar werk. Wat lijkt het haar lang geleden, dat zij ook zoo zat, in zalige gedachten, blij in het geloof dat de man, dien zij lief had, haar ook bemindeen toch al dién tijd be hoorde zijn hart aan hare nicht! En hoewel zij zich nu bijwijlen gedrongen voelt te gelooven dat uit zijnen blik, uit zijne woerden innige liefde voor h ar. en niet voor Dora spreekt toch is het juist dit denkbeeld, dat haar nog meer verhardt en haar in zijne tegenwoordigheid koel en ongenaakbaar duet worden. Neen, zij wil geer, wispelturigen minnaar. En toch wat is hij vriendelijk, wat is zijn blik oprecht en ernslig O, kon zi j slechts gelooven dat het verleden een nare droom waskon zij maar weer aan hem denken zooals in dagen lang geleden, toen hij volkomen de hare scheen te zijn. En terwijl zij zoo peinst, sla-.t zij onwillekeurig een boek open, dat op een tafeltje naast haar ligt tusschen verschillende penseel, n en busjes verf. Een papier valt uit de bladen en dwarrelt r.aur den grond. Zij raapt het op en ziet dat het de brief is, dien hij aan Dura schreef en dien deze haar had gebracht, hier in deze kamer, toen zij ruad kwam vragen of zij hem zou op zoeken, ja of neen. Zij werpt den brief haastig weg, het is alsof het naar reeds hindert dat papier aan te raken en terwijl zij zichzelve wakker schudt uit hare overpeinzingen met bittere minachting voor hare sentiinenteele gedachten, werkt zij vol ijver een uur aan haar schilderijtje. Als zij dan moe is, werpt zij hare penseelen weg en gaat naar be- voor waken, dat niet de scherpe wigge der protectie gezet worde in eene landstreek, die een zoo onwaardeerbare gelegenheid aanbiedt voor de ontwikkeling van den Engelschen handel." In de zitting der Belgische kamer van Woensdag, die zeer druk bezocht was en ook door het geheele corps diplomatique werd bijgewoond, is door den minister-president Beernaertte midden eener diepe stilte mededeeling gedaan van het ontwerp tot regeling van den financiëelen toestand van den Congo staat en overneming daarvan door Belgie. De regeering stelt voor den Congo staat een voorschot te verleenen van 25,(>00,000 francs. Hiervan zullen 5,000,000 onmiddellijk ter beschikking gesteld worden, en daarna zullen gedurende tien jaren elk jaar 2000000 francs worden gegeven. Gedurende deze tien jaren zal van deze leening geen rente worden betaald, maar zes maanden na het verstrijken van den termijn van tien jaren, verkrijgt de regeering het recht den Congo-staat over te nemen, met alle rechten, welke den staat zijn toegestaan bij de Congo-akte van 26 Febr. 1885 en bij het protocol der Brussels :he conferentie van 2 Juli 1890. De regeering zal dan ook alle verplichtingen van den Congo- staat jegens derden overnemen. Koning Leopold doet afstand van zijn aan spraken op schadevergoeding voor de uitgaven, welke hij voor den Congo-staat heelt gedaan. Voortaan zal de legeering van den Congo-staat alle noodige inlichtingen over den staat van zaken ontvangen, vooral wat betreft het bedrag van de uitgaven en de opbrengst der invoer rechten. Overigens zal de regeering zich niet met het bestuur van der. Congo-staat inlaten. De regeering van den Congo staat verbindt zich, dat zij voortaan geen nieuwe leening zal sluiten, zonder toestemming van de Belgische regeering. lndie.i deze, na het verstrijken neden, waar zij de anderen denkt te vinden. In de kamer is op dit oogenblik niemand dan sir Adrian, die er zeer vermoeid en lusteloos uiiziet, en Ethel Villiers. De laatste is blij als zij Florence ziet, bergt haastig haar werk op en vliegt heen om met kapitein Ringwood een wan deltochtje in den tuin te gaan maken. Zoo is Florence dan met hem alleen. Hoewel Florence dit gedwongen samenzijn zeer onaangenaam vindt, gaat zij toch vrij kalm zitten, neemt een boek op en maakt zich gereed om sir Adrian voor te lezen. Doch zij begint niet. Want hij strekt zijne hand uit, neemt haar het boek af, doet het kalm maar beslist dicht en zegt „Van daag niet, Florence Ik wilde liever eens met u pralen." „Zooals gij verkiest"antwoordt Florence op vasten toon hoewel haar liart ietwat gejaagd klopt. „Spijt het u, dat mijn ongelukkige neef zich zoo onwaardig gedragen heeft?" vraagt hij na eenige oogenblikken van stilte. Die vraag maakt hem zenuwachtig. Hij kan niet vergeten, dat zij dien ellendeling heeft liefgehad. //Iedereen moet het natuurlijk spijten, dat een medemensch zich schuldig kou maken aan zulk eene afschuwelijke daad antwoordt zij zacht. Zij begrijpt niet waarom hij die vraag doet. Verwonderd ziet Sir Adrian op. Had hij zich dan vergist lleeft zij nooit om den man gegeven, ol' is dat nu weer een staaltje van die achterhoudendheid, waarvan Mrs. Talbot hem sprak? Neen het is hem onmogelijk, te gelooven dat dit reine, zachte, eerlijke gelaat, dat hem zoo flink aanziet, zich schuldig zou kunnen maken aan eenige sliuksche ól lage handeling. „Is het dan niet waar, dat gij hem liefhadt?" vi aagt hij, terwijl hij meer den draad zijner eigen gedachten volgt, dan de beteekenis liarer laatste woorden. „Dat ik uwen neef liefhad?" klinkt het vol verwondering uit haren mond, terwijl er een diepe blos op haar gelaat komt. .,Hoe komt gij op dat zonderlinge denkbeeld Neen, als ik iets voor uwen ncci voelde, moet ik bekennen dat dit niets anders was dan verachting en afkeer.'* „Welnu, Florenc, wat heeft ons dan van elkan der vervreemd?" vraagt hij, terwijl hij-hare hand grijpt. „Gij moet de overtuiging gehad hebben iccds weken lang, dat ik u liefheb. En ik dacht toen ook, vergeef het mij, dat mijne lief de beantwoord werd." van den gestelden termijn van 10 jaren, niet geneigd is den Congo-staat over te nemen, wordt de rente, welke in het vervolg voor de 25.000.000 francs verschuldigd is, bepaald op 3^2 pet. Het geheele bedrag der schuld is dan opeischbaar na een nieuwen termijn van 10 jaren, en zelfs binnen dien termijn. De Congo staat moet zich dan verbinden tot afbetaling der schuld in termijnen, en daar voor moet dan de opbrengst van den verkoop van land of mijnen besteed worden. Op voorstel van den voorzitter is de voor dracht naar de afdeelingen verzonden. Aan de memorie van toelichting is toege voegd een extract uit het testament van ko ning Leopold, waarbij deze na zijn dood al zijn souvereine rechten over den Congo-staat vermaakt aan den Belgischen staat, behoudens de nauwere betrekkingen, welke Belgie nog tijdens zijn leven met den Congo-staat mocht willen sluiten. Herhaaldelijk gaf, bij de voorlezing dezer stukken, de vergadering, vooral de rechterzijde, blijken van ingenomenheid, ja geestdrift. Wel is er in Spanje tot nog toe niets ernstigs voorgevallen, maar gerust zijn de autoriteiten toch niet. Zondag worden verschillende anti- conservatieve betoogingen verwacht. De Madridsche Epoca verklaart, dat het nieuwe kabinet, wat de buitenlandsche staat kunde betreft, alle quaesties zal vermijden die de gemoederen in beweging zouden kun nen brengen. Te Berlijn is men niet in zijn schik dat het Engelsche parlement reeds met den woordelijken inhoud van de overeenkomst betreffende Afrika bekend is terwijl de Reichsanzeiger niets van zich doet hooren. Tusschen Frankrijk en Engeland schijnt men 't nog niet eens te zijn over Zanzibar; wel heeft het Foreign Office reeds opgegeven, dat Frankrijk op een schadevergoeding recht heeft; te Parijs toont men zich vrij ge tgiteerd „Gij hebt u niet vergist", antwoordt zij kalm, doch de tranen springen haar in de oogen. „Maar gij zelf hebt door uwe eigen handelingen ons gescheiden." „Ik?" „Ja. O, wees toch tegenover mij even op recht als ik het tegenover u benen beken de waarheid „Ik begrijp werkelijk niet wat gij bedoelt," verklaart Adrian, hevig ontsteld; „gij wilt zeggen dat eene handeling van mijnen kant voor mij alle hoop op uwe liefde deed verloren gaan P" „Gij weet dat ze«r goed" klinkt het ver wijtend. „Ik ben mij niets bewustHij wordt warm. „Ik weet alleen dat ik u en niemand anders heb liefgehad en dat ik nooit eene andere zal lief hebben." „Gij vergeet Dora Talbotzegt Florence zachtjes. „Mij dunkt dat uwe koelheid van de laatste dagen tegenover haar even onheusch als onbillijk is." „Ik ben tegenover Dora Talbot niet vriende lijker of koeler geweest, dan ik het ben tegen over ieder mijner gewone kennissen"antwoordt Sir Adrian vrij opgewonden. „Er heerscht hier zeker het een of ander groot misverstand.' „Wilt gij beweren", zegt Florence terwijl zij zenuwachtig van haren stoel oprijst, „dat gij Dora nooit van liefde gesproken liebt „Ik heb haar wel degelijk van liefde gesproken van mijne liefde voor u", verklaart hij driftig. „Ik kan lua.r niet begrijpen, hoe gij kunt onder stellen dat, wat ik. ooit voor mrs. Talbot heb ge voeld, iets meer is dan gewone vriendschap. Mijn hart behoorde reeds lang aan u, aan u alleen. Zelfs niet het geringste zweempje van liefde voor eene andere vrouw heeft uw beeld uit mijne gedachten verdreven sinds wij elkaar voor 'het eerst zagen". „Toch had zij eenen minnebrief van u ik heb hem met eigen oogen gelezenverklaart Florence flauwtjes. „Ik heb mrs. Talbot nooit in mijn leven eenen enkelen regel geschreven", zegt sir Adrian die steeds minder begrijpt wat hij er van denken moet. „Gij zult mij nu zeker ook willen vertellen dat ik u in September in de kastanjelaan niet hare hand heb zien kussen", vervolgtHorence, terwijl een diepe blos van schaamte en verontwaardiging hare wangen kleurt. „Dat is onmogelijkverklaart hij. „Ik zweer het u. Waarvan wilt gij mij nog meer beschul- over de artikelen van het verdrag, welke be trekking hebben op Engelands protectoraat over Zanzibar. De Servische ministerraad heeft van ge dachten gewisseld over de diplomatieke ver tegenwoordiging van Bulgarije in Servie en heeft besloten den Bulgaarschen agent te Belgrado uiet een onbepaald verlof terug te roepen, wanneer de Servische regeering niet een bepaalden vertegenwoordiger te Sofia benoemt. Da benoeming van den agent is reeds herhaalde malen aangehouden, zonder dat het regentschap er definitief toe overge gaan is. Ook heeft de ministerraad gesproken over de schorsing van de betaling der schat ting aan de Portr-, voor het geval men geen voldoening zou geven aan de nota der Bul- gaarsche regeering. Welk besluit de minister raad in deze genomen heeft is nog niet bekend. De officieren, die gevangen genomen waren, omdat zij de doodstraf, op Panitza toege past, afgekeurJ hadden, zijn in vrijheid gesteld. De regeering heelt beskxen de toelagen, welke aan de Muselmaosche priesters, die geen Bulgaarsche burgers zijn, betaald worden, op te heffen. Minister Stambouloff heeft den gezant van Bulgarije bij de Porte gemachtigd de Turk- sche regeering kennis te geven, dat de nota van 16 Juni alleen diende om den tegen- woordigen toestand bloot te leggen en den steun van het suzereinehof te vragen, om aan dien toestand een eind te maken, bedreiging lag er niet in. Van een andere zijde wordt gemeld, dat de Porte door Nelidoff, den Russischen gezant, gewaarschuwd is namens zijn regeering, om niet opnieuw inbreuk te doen op het Berlijnsch tractaat, want dat zou voor Turkije ernstige gevolgen hebben. In diplomatieke kringen wordt gesproken over een nota, die de Porte in Londen moet hebben laten overreiken en waarin, in ver band met de tusschen den gezant Rustem digen? Ik heb nooit aan haar geschreven, en ik heb nooit hare hand gekust." „Ik geloof dat het beter voor ons is, maar niet langer over deze zaak te spreken," zegt Florence. „En in het vervolg kan ik wil ik u lner 's morgens niet meer voorlezen. Laten wij nu en voor altijd, een eind maken aan die valsche ver houding." Terwijl zij dit zegt, gaat zij naar de deur, doch hij volgt haar up den voet, haalt haar in, gaat met zijnen rug tegen de deur staan en verspert haar zoo den weg. Men heeft hem elke inspanning, van welken aard ook, verboden en deze ongewone opwinding heeft kleur gebracht op zijne holle wangen en doet zijne ougen glinsteren. Doch juist deze ver schijnselen toonen hoe zwak hij is. Florence is ten einde raad. Zij tracht kalm met hem te redeneeren en verzoekt hem dringend weer rustig te gaan zitten, maar hij valt haar al terstond in de rede. „Florence, ga zoo niet heen," smeekt hij op hartstoehteiijken toon. „Er moet hier een mis verstand zijn. Lieveling, wie kan u dat alles toch hebben wijsgemaakt - üp ditzelfde oogenblik gaat eene andere deur open cn Dora Talbot treedt binnen, men zou zeggen als antwoord op zijne vraag. „O, daar is mrs. Talbot," roept sir Adrian ver heugd uit: „Zij kan mijne onschuld bewijzen!" Ilij zegt dit met zulk eene overtuiging, dat Florence voor de ecrstemaal er sterk aan begint te twijfelen of hij werkelijk dat monster van wispelturigheid is, dat zij in hem meent te moe ten zien. „Wat kan ik voor u doen vraagt Dora ietwat onthutst Den laatsten tijd vermeed zij zorgvul dig met hem of Florence alleen te zijn. „Gij moet mi-s Delmaine verzekeren," herneemt Adrian haastig, „dat ik u nooit eenen brief ge schreven en dat ik zeer zeker gij zult mij, hoop ik, niet kwalijk nemen dat ik nog van zulk eene zonderlinge onderstelling durf reppen, mrs. Talbot dat ik zeer zeker eenen middag in September in de kastanjelaan uwe hand niet gekust heb.' Een diepe blos vertoont zich op Dora's gelaat en dan wordt zij eensklaps doodsbleek. AlLszai dus nu uitkomen! Nu zal zij haar verhoor onder gaan. Z il zij alles kortaf ontkennen, ofneen' Zij heeft nu genoeg van al dat bedrog -en die intriges. Wat het haar ook moge kosti n zij zal nu dapper en eerlijk zijn en alles bekennm. Slot volgt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1