Nummer 61, Zondag 3 Augustus 1890. 13e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Staatkundig overzicht. FE UILLETOIS. ANTOON TIELEN BUITENLAND. Belgie. 2. Naar het Hoogduitsch. UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, en Lufslrulstkr Conrnnt, Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per posr door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. De revolutie te Buenos-Ayres is geëindigd. Een dépêche van 30 Juli aan de Times, zegt dienaangaande het volgende: „Het blijkt dat gebrek aan ammunitie de hoofden van den opstand, ofschoon zegepra lend, dwong tot capituleeren. Zij rekenden op een millioen patronen en vonden er slechts honderdduizend. Hunne manschappen, bur gers, wilden met blanke wapenen den strijd voortzetten, hetgeen de aanvoerders weiger den. Zij bevalen dus aan de marine, het beschieten van de stad te staken en aan de manschappen vreedzaam uiteen te gaan. Groote verontwaardiging heerscht daarover in de gelederen der revolutie. Volgens de laatste berichten is het twijfelachtig, of der aanvoerders bevelen zullen worden opgevolgd. Dezen loopen lijisgevaar Gisteren reed de staatspresident uit, doodsbleek, zonder eeni- gerlei geestdrift bij het volk. Slechts Indi- aansche huurtroepen beproefden een besteld vivatgeroep. De burgerij vreest de uitspat tingen dezer Gauchos, alsook van de dooi den staatspresident losgelaten tuchthuisboeven, zoodra de opstand volkomen bedwongen zal zijn. De correspondent verklaart het herstel der iust onmogelijk, zoolang Celman aanblijft. Een telegram aan hetzelfde blad, gedag- teekend 31 Juli, zegt: „Alle winkels en ook de beurs zijn gesloten. Het goud-agio is nominaal 480. De liquidatie ter beurze is tot 9 Augustus en de betaling der alsdan verrekende schulden eene maand uitgesteld. Omtrent de houding der vloot was het ware nog niet bekend, maar het heet dat zij heeft gecapituleerd. Het heeft zich bevestigd dat de opstandelingen door gebrek aan patronen genoodzaakt zijn geworden, de wapenen neder te leggen. Zij hadden de patronenkisten, die volgens de officieele op gaven vol moesten zijn, ledig gevonden. Dc staatspresident neemt eene cynische snoevende houding aan en vertelt zelf aan deopstande- „Deze enkele overwinning was juist uwonder- Sanë> graat. Gij waart toen zoo overmoedig ge worden, rtat gij al uw geld waagdet. Toen werden uwe verliezen bij de wedrennen en de speeltafel zoo groot, dat gij genoodzaakt waart een aan zienlijke hypotheek op uwe goederen te nemen; daarna leendet ge geld op uw schilderijen, uw zilver en zelfs op de meubelen van Frankenstein. Kortom, graat, uw tegenwoordige toestand is zoo: gij zijt hopeloos, hulpeloos geruïneerd. Gij hebt een half millioen hypotheek-schulden, bovendien 300,00U thaler schuld en bezit niets. Zes maan den geleden hebt gij van mij eene waar schuwing ontvangen; nu is het zoo ver gevorderd dat, wanneer uw schulden binnen zes weken niet betaald zijn, Frankenstein met alles wat er is op een anderen bezitter overgaat.-* //En gij zijt er zeker van, dat ik niets meer borgen kan vroeg de graaf. //Ik ben er zeker van, graaf. Gij hebt al het hout verkocht, dat te verkoopen was, 't eenige dat u anders nog een tijd lang helpen kon." //Wanneer ik dus het halve millioen niet in zes weken afbetaal, gaat Frankenstein over op den man, die het geld leende." //JuistZoo is net geval," antwoordde de ad vocaat. „Nu, dan wensch ik hem een lang leven toe, om zich in zijn bezittingen te verheugen, want ik ben zelfs geen half millioen penningen rijk. Neem mij niet kwalijk, waarde heer," ging hij voort, toen hij bemerkte dat de advocaat spreken wilde; „ik ben, zooals gij zegt, een geruïneerd man, maar toch wil ik mij r.iet aan de kritiek onderwerpen. Ik moet bekennen, dat ik een on verstandig leven geleid heb en dat, als ik opnieuw kon beginnen, ik geheel anders handelen zou. Ik was nog iets erger dan een dwaas, namelijk een bedrogenemaar nu is alles voorbij en moet ik den prijs voor mijn dwaasheden betalen, rsc'uJnfc dus dat mij maar een ding over blijft." Advertentiën 1—7 regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naarplaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch" land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. lingen, dat zij hem en den minister van oorlog gemakkelijk hadden kunnen gevangen nemen. Zijne vrienden verzekeren ook, dat hij er volstrekt niet aan denkt, heen te gaan. De minister van oorlog heeft een bombastisch manifest uitgevaardigd, waarin hij zegt, dat er 200000 man nationale garde gereed staan om de Argentijnsche republiek te verdedigen, en dat de roem der slagvelden thans hem en den staatspresident omstraalt. Het volk drijft met die taal den spot en vertrapt het mani fest. De verbittering tegen Celman is onbe schrijfelijk; wanneer hij niet aftreedt, volgt er zeker een aanslag op zijn leven.» De groote moeilijkheid, waarvoor het gou vernement nu staat, is de gebiedende eisch, den financiêelen toestand te verbeteren, doch wie leert den minister van financiën hoe hij de inkomsten kan verdubbelen? De eischen van schadevergoeding, door de vreemdelingen in te stellen, zullen cle schatkist nog een zwaar offer kosten. Wat Midden-Amerika aangaat, blijkt het toch meer en meer, dat San Salvador de oorlog is aangedaan, wegens het vermoorden van den president. Honduras, Costa Rica en Nicaragua hebben zich niet Guatemala verbon den, den inwendigen toestand in San Salvador naar hun geest te wijzigen en den president Ezeta af te zetten. Het plan kost nu echter Barrillas zijne positie, daar het kleine leger van San Salvador, na elf kleine gevechten het leger van Guatemala in wanorde voor zich uitdrijft. De oostelijke provinciën hebben president Barillas de gehoorzaamheid opge zegd en worden nu bestuurd door de generaals der daar gelegerde troepen. Wat de Europeesche aangelegenheden be treft, zoo trekt het de aandacht, dat Von Caprivi Bismarck's voorbeeld navolgt om van tijd tot tijd eene openhartige mededeeling te doen over de buitenlandsche daden tier re geering. De nota over de o -ereenkomst met Engeland, betreffende Helgoland, dezer dagen gepubliceerd, bewijst dit. De voordeelen van het bezit van Helgoland worden daarin over De advocaat kee^bezorgd op. „Eu dat ia?" vroeg hij. „Ik zal liet weinige, dat mij nog overblijft, besteden tot aankoop van een revolver. Ik heb vorstelijk geleefd en vorstelijk verteerd; ik heb ook vorstelijk gegeven, maar dat verandeit niets aan de zaak. Ik heb gedacht een goed werk te verrichten wanneer ik duizenden weg gaf; ik heb gewed en gespeeld en hiermede mijn vermogen opgemaakt. Nu is liet voorbij; het was een kort maar vroolijk leven. Het zou mij onmogelijk zijn in armoede te leven of mijn geld om en om te keeren voordat ik liet uitgaf. Zelfs de gedachte aan armoede en behelpen doet mij huiveren; zooals ik geleefd heb, wil ik ook sterven. Ik verdien geen ander lot." De advocaat keek den jongen man vorschend in het kalme gelaat. „Gij spreekt toch," zei hij op vragenden toon, „niet in ernst van een zelfmoord „Het is, geloof ik, het eenige middel dat mij overblijft. Al het overige heb ik reeds verloren." „Wilt gij mij eenige oogenblikken rustig aan- liooren, graaf? Ik heb een voorstel te doen." De gra.f liet zijn sigaar rusten, want de advo caat sp>-ak zoo ernstig en langzaam, dat het ziin opmerkzaamheid wekte. „Ik heb," ging de advocaat voort, „mijn leven lang hard gewerkt, meer gewerkt dan de meeste menschen, gansche dagen en zelfs nachten door gewerkt. Ik werk niet alleen uit liefde tot liet geldmaar ook uit eerzucht. Het is u bekend, graaf, dat ik buiten mijn prak tijk als advocaat mij ook nog onledig hield met liet leenen van £eld aan de aristocra tie; evenmin is het u nieuw, dat ik het was die u gelden op Frankenstein voorschoot en dat, wan- neer gij niet betalen kunt, uwe goederen in mijn handen zullen overgaan." Den graaf was het bij deze woorden onaange naam te moede. Het was hard voor hem te weten, dat de eeuwenlange bezitting van zijn oud ad el ijk geslacht in handen zou komen van den plebeischen woekeraar. „Zooals ik u zeide, komt alles aan mij slot, Ép-ond, meubels, zilverwerk, schilderijen," ging Scharff voort. „Nu komt mijn voorstel, graaf .Ik ben langzamerhand in het bezit gekomen van een -root vermogen. Gij verteerdet het uwe, ik vei lende het mijne." wogen en de betrekkelijke waarde der afge stane rechten in Afrika getoetst. De Duitsche dagbladpers houdt zich bijna uitsluitend bezig met de bespreking van dit memorandum. De vrijzinnige bladen, die meest alle antikoloniaal zijn, toonen zich daarmede tamelijk ingenomenmaar aan nationaal-liberalen en conservatieven kant is men van oordeel, dat men in het believen van Engeland wel wat heel ver is gegaan en eigen belang te weinig in het oog heeft ge houden Dat men er ten slotte in Engeland niet anders over denkt, kan weer blijken uit de jongste plaat in Punch, waar Duitschland wordt voorgesteld als een straatmuzikant, die tevreden de buitenplaats verlaat, welks eige naar hem met een kleinigheid heeft afge scheept Het is maar te hopen, dat de keizer, die zich wonder wat op het tractaat liet voor staan, deze plaat niet onder de oogen krijgt, Terwijl in Belgie eenigen hoogelijk zijn ingenomen met het keizerbezoek, vinden an deren het minder gepast, dat dit gebracht wordt in Ostendeen niet officieel in de hoofdstad des rijks. Het feit, dat de keizer van Duitschland komt zonder eenig staatsman, slechts met een eeregevolg, wordt gebezigd om den ministers een hatelijkheid te zeggen. De koning der Belgen heeft daarentegen vier ministers ge ïnviteerd om tegenwoordig te zijn, wel een bewijs, zegt de Gazette, dat onze tegenwoor dige ministers in de politiek niets beteekenen. Daar het bekend is, dat de Duitsche keizer veel van verrassingen en militair vertoon houdt, wordt voorgesteld Ostende 's nachts plotseling te laten alarmeeren en de schutterij dan in het geweer te laten komen. De XIX Siecle brengt een4résumé van het onderhouddat Alexander van Battenberg met graaf Kalnoky gehad zou hebben, en waarbij hem de mogelijkheid werd voorge spiegeld, andermaal den troon van Bulgarije „Dat 19 geen wonder, wanneer men zijn geld tegen 100 pCt. leent,lachte de graaf. „Onverschillig, hoe ik het verkreeg ik heb het en dat is genoeg," antwoordde de advocaat rustig. „Mijn vermogen bedraagt ongeveer twee millioen thaler en ik heb eene dochter." Zijn stem klonk bij deze mededeeling zachter als schaamde hij zich over zijn eigen woorden; toen ging hij voort: ,Geld, geld en altijd geld was mijn doel, omdat ik dc macht en beteekenis er van ken en met behulp daarvan trachtte ik een invloedrijke po sitie in de wereld te verkrijgen. De hemel gave dat ik een zoon had, die mijn droomen en wen- schen ten uitvoer kon brengen. Gij zijt een ge ruïneerd man gij zelf zegt mij, dat gij hopeloos zijt en u niets overblijft dan de dooa. Ik wil u leven, vrijheid en verinogen schenken; ik wil u machtiger maken dan een uwer voorzaten ooit geweest is. Wanneer gij namelijk mijne dochter wilt huwen, zal ik haar een bruidschat meegeven, waardoor gij in staat zult zijn al uwe oude schul den af te doen en meer dan dat." De graaf verloor een oogenblik zijn zelf be- heersching; hij was geheel verward. „Ik begrijp •i niet," zei hij langzaam „Niet? dan zal ik duidelijker spreken. Maak mijn dochter tot gravin van Frankenstein en in ruil daarvoor maak ik u tot een rijk man." De graaf lachte ongeloovig en zelfs een weinig spottend, hetgeen de advocaat veinsde niet op te merken. „Hoor mij eerst verder aan, graaf, voordat gij mij antwoordt. Ik ben eergierig voor mijn dochter. Maak haar gravin van Frankenstein en hoor wat ik voor u doen zal. Ik zal beginnen met uw hypotheek - schulden te betalen, of liever voor betaald te houden. Dan zal ik uwe goederen geheel vrij en onbelast maken en gij zult de in komsten er va,n genieten. Tevens wil ik uwe schulden betalen en aan mijn dochter nog het noodige geven tot hanr eigen gebruik. Denk hier eens over na, voor gij een vast besluit neemt." „Ik ben geen slavenhandelaar," gaf de graaf kalm ten antwoord. „Ik evenmin, graaf. Ik spreek van mijne dochter en denk er niet aan haar met een slavin te ver- gelijken." „Maar gij waart toch van plan haar te verkoo pen, evenals een planter 't zijne kleui-lingen doet", merkte de graaf aan. te aanvaarden bijaldien prins Ferdinand daarvan afzag. Alles hing echter af van de onderhandelingen, die keizer Wilhelm II met den czaar hebben zou. Zijn huwelijk met de actrice Loisinger was volstrekt geen bezwaar; in Bulgarije, waar geen oude adel is, zou men eene lieftallige schoone vorstin zeker boven een oud adellijke voortrekken. Met de uitrusting van het Belgische leger schijnt het zonderling gesteld te zijn. Volgens het blad Belgique Militaire zijn de magazij nen zoo slecht voorzien, dat in geval van mobilisatie 33,000 man niet gekleed en uit gerust kunnen worden. De Etoile Beige, welke een nader onder zoek instelde, bevestigt niet alleen de ge noemde verklaring, maar voegt er bij, dat sommige regimenten zelfs niet de manschap pen der eerstvolgende lichting van de militie kunnen kleeden. Men verwacht, dat de regeering, die een paar jaar geleden i.i de kamer verklaarde, dat de legermagazijnen ruim voorzien waren, wel over deze zaak geïnterpelleerd zal wor den. In elk geval lijkt dit niet erg naar het „sterke" Belgiedat koning Leopold zich droomt. Het wetsvoorstel betrekkelijk het Congo- tractaat is door den senaat met 53 stem men aangenomen. Drie leden onthielden zich van stemming. Een schermutseling tusschen Franschen en Belgen heeft te Sartou plaats gehad. Eenige Fransche werklieden bevonden zich daar op straat, toen een van hen op onbeschofte wijze door een Belg werd aangesproken. De Franschman diende den Belg eenige slagen toewaarop de landgenooten van dezen laatste zich in grooten getalle op de Franschen wierpen, die slechts vier man sterk „Volstrekt niet," antwooi-dde de advocaat leven dig. „Ik begeer een rang gij hebt geld noodig. Geef gij mij dien rang en ik zal u het geld geven. Dat is toch een eerlijke ruilhandel." „Hoor eens, mijnheer Schart!, het is waar, ik ben een vex-kwister en lichtzinnig geweest, maar zoo diep ben ik nog niet gezonken. Ik ben niet van plan mijn leven, mijn vrijheid en mijn geluk met het geld eener vrouw te koopen. Er is een tijd geweest, dat ik hem, die mij zoo iets zou durven voorstellen, met mijn rijzweep zou af straffen. Het schijnt mij nu toe, dat alle fijn ge voel in mij is uitgedoofd. Kunt gij dat alles, wat gij mij nu voorslaat, niet doen, zonder dat ik uwe dochter huw „Neen," antwoordde de advocaat kalm. „Zooals ik u daareven zeideIndien ik een zoon had, moe=t hij heer van Frankenstein wordenbij gebrek aan dezen moet mijne dochter meesteres der goederen zijn. Het hangt geheel van u af, ot gij ondergang, schande en dood verkiest boven een huwelijk met een deugdzaam meisje, wier vermogen u in de oogen der wereld weer geheel op het standpunt zal plaatsen, waarop gij stondt voor ge dwaas genoeg waart een verkwister te worden. Bovendien, al wijst gij het voorstel, om ïxiijne dochter gravin van Frankenstein te maken, van de hand, dan is zij toch binnen twee maanden de dochter van den eigenaar van Frankenstein; gij wint dus in dit opzicht niets door eene af wijzing." Voor de eersteraaal bij dit onderhoud scheen de onverstoorbare kalmte den graaf te verlaten. „Ik heb het meisje nooit gezien," zei hij, „en ik weet niet of ik haar zal kunnen liefhebben. Dat ,moet ik u bekennen, Schart!, dat ge met deze'affaire de aanbiedingen op de slavenmarkt nog overtreft." „Onzin, louter onzin, graaf! Al die romantische denkbeelden over liefde zijn slechts overblijfselen uit vroegere tijden. Welk mensch, die iets in de wereld betqekent, spreekt tegenwoordig nog van liefde bij het huwelijk? Dat is uit de mode. Bij het sluiten van een iiuwelijk is liefde overbodig, in de meeste gevallen komt dat later wel van zelf, ten minste voor zooverre dat voorde samen leving noodzakelijk is. Gij hebt geld noodig ik bied u een flinke som aan benevens een schoone jonge vrouw." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1