Nummer 64, Donderdag 14 Augustus 1890. 13e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
UITGEVER:
Waalwijk.
5. Naar het Hoogduitsch.
in.
Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door liet gelieele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,G0 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
A.dolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
„Nimmer is de aanblik der wereld zoo wei
nig belangwekkend geweest als juist nu, wijl
hij namelijk zoo beslist vreedzaam is", heeft
Engelands premier voor een paar dagen ge
zegd en de man heeft gelijk gehad. Alle
redevoeringen loopen van geruststellende ver
zekeringen overniets wekt agitatie, zelfs
de verdeeling van Afrika vindt men de
moeite tot ingaande beschouwingen niet
waard, ieder krijgt zijn deel en is er tevre
den mede 't is oogenschijnlijk als ware na
ijver tusschen de volkeren een onbekend iets.
Aan beschouwingen over de definitieve resul
taten van keizer Wilhelms reis naar Groot-
Brittannie waagt zich wonder genoeg
bijna niemand en evenmin aan dergelijke
overwegingen naar aanleiding van zijn reis
naar Rusland. Dit feit moet worden toege
schreven deels aan het intieme karakter der
bezoeken, deels aan het weinige nieuws, dat
er van te zeggen valt.
In Engeland heerscht eenige opgewonden
heid over hetgeen uitgelekt is van de nieuwe
militaire muiterij. Men heeft door een on
bescheidenheid vernomen dat een gedeelte
van het garnizoen van Chatham zich verzet
heeft tegen de buitengewone corveeën, waar
mede de sergeants-majoor hen des Zondags
hebben willen belasten, en waarvan men in
de andere garnizoenen is vrijgesteld. Om aan
hun verzet kracht bij te zetten, hebben de
muiters zich van de munitie-magazijnen mees
ter gemaakt, hebben de deuren en vensters
gebarricadeerd en hebben geweigerd op de
parade te verschijnen. Een twintigtal belha
mels bevindt zich thans in het cachot. Wan
neer dit geval op zich zelf stond, zou men
er geen gewicht aan hechten, maar nu het
zoo spoedig volgt op de muiterij der garde
grenadiers, die daarvoor met verbanning naar
de Bermuden-eilanden gestraft zijn en op
de insubordinatie der artillerie van Exeter en
verschillende pogingen tot verzet van de ma-
rine-infanterie op Jamaica en Halifax, begint
Scharff besloot met zijn dochter te spreken over
de toekomst die haar wachtte. Hij was echter
nog niet geheel zeker van hare toestemming.
Het is waar, hij kende alle paden en bijwegen
van de wet en de kunst om geld te vei dienen
verstond hij in den grond, maar het mensclielijk
karakter, het karakter zijner eigen dochter, was
hem onbekend. Daar zijn vrouw gestorven was,
toen Elfriede nog zeer jong was, had hij de zorg
voor haar opvoeding aan vreemde handen over
gelaten, teneinde zich geheel aan zijn zaken te
kunnen, wijden. Het toeval was hem hier
bij gunstig geweest. Elfriede was in uitste
kende handen gevallen. Toen zij den leeftijd van
zeventien jaar bereikt had, schonk hij haar eenige
opmerkzaamheid. Hij bevond dat zij goed onder
richt en wel opgevoed was. Haar schoonheid was
wel niet klassiek maar toch aantrekkelijk; het
was een vriendelijke verschijning. Bij al hare
ontwikkeling was zij echter nog bijna een kind
in hare opvatting van het leven.
Nog dienzelfden avond wilde Scharff haar zijn
{)lan voor de toekomst meedeelen. Denken en
ïandelen was bij hem één.
Elfriede bevond zich in den tuin, toen hij
thuis kwam; zij zat aan den oever der rivier en
staarde droomend op de stroomende golven.
„Lieve Elfriede/ zei hij, /ik heb een zeer ge
wichtig iets met u te bespreken 1"
Elfriede hield veel van haar vader; maar het
was niet de liefde van een kind voor zijn ouders.
Zij was te lang van hem gescheiden geweest en
begreep hem niet recht. Zij kon hem soms met
haar oprechte oogen zoo uitvorschend aankijken,
dat de advocaat gedwongen was zijn oogen neer
te slaan.
Ook nu zag zij met nieuwsgierigheid naar hem op
wat kon hij haar voor gewichtigs mee tedeelen heb
ben? Van -waar die onrustige uitdrukking in zijn
gelaat
men dit verzet van meer beteekenis te ach
ten. Dientengevolge houdt men zich met den
algemeenen toestand bezig. De algemeene
opinie is, dat bij alle wapenen de onderoffi
cieren te dikwijls van hun macht misbruik
maken en een druk op de troepen uitoefenen,
welke de oorzaak zijn van de pogingen tot
rebellie.
De Daily Chronicle meent te weten, dat
het Nederlandsche gouvernement niet onge
neigd zou zijn de algemeene acten der Brus-
selsche conferentie te teekenen. Het zou wil
len berusten in eene verhooging der invoer
rechten op alcohol en de invoering van uit
voerrechten, voldoende om de kosten van
bestuur van den Congostaat te dekken; maar
het zou weigeren de afschaffing van art. 4
der Berlijnsche overeenkomst toe te staan.
De minister Bötticher, de korvet-kapitein
Geissler, de geheimraden Wermuth, Lindau,
enz. zijn Zaterdag te 31/.* uur op Helgoland
geland en hebben zich onder saluutschoten
naar de gouverneurswoning begeven, waar
eene Engelsche eerewacht het geweer pre
senteerde. De gouverneur las de overeen
komst betreffende de overdracht van het eiland
aan Duitschland voorwaarna de minister
Bötticher het te 3V2 llur overnam, onder het
hijschen van de Duitsche vlag, hetgeen be
groet werd met hoerageroep en het zingen
van „Deutschland, Deutschland tlber alles."
Bötticher riep leve de koningin van Enge
land hetgeen door den voormaligen gouver
neur beantwoord werd met een „Hoch" voor
den keizer.
En hiermede was Helgoland Duitsch ge
worden.
Betreffende het voorloopig bestuur over het
eiland is door den keizer een rescript gepu
bliceerd.
Het eigenlijke feest, of liever de eigenlijke
plechtigheid, heeft eerst Zondag plaats ge
vonden, toen heeft namelijk keizer Wilhelm
den voet gezet op het rotseiland, dat voor
taan aan Duitschland zal toebehooren
naar menschelijke voorzieningen althans.
„Heden, lief kind, heeft de schoomste droom
mijns levens zich verwezenlijkt/ ging hij zoo
onbevangen mogelijk voort, „en ik gevoel mij
daarover trotsch en verheugd."
Hij zag dut haar belangstelling opgewekt was.
Zij keek hem vragend aan.
„Heden," ging hij voort, „heeft graaf Erich von
Frankenstein mij om uw hand verzocht."
„Graaf Frankenstein Is dat de heer, die heden
morgen hier was antwoordde zij zonder eenige
verwondering te doen blijken.
„Juist, dat was graaf Frankenstein, en hij ver
langt u te huwen."
„Maar hoe is dat mogelijk papa? Hij heeft mij
van daag voor de eerstemaal gezien hoe zou hij
dadelijk met mij zoo ingenomen kunnen zijn
„Ja dat weet ik niet, ik ben beter thuis in de
staatswetten dan in het mensclielijk hart en kan
niets verder zeggen dan een herhaling van zooeven.
Hij heeft mij om uwe hand verzocht."
De donkere oogen keken hem weer met de
'welbekende uitdrukking aan.
„En is het de hoogste wensch uws levens papa,
dat ik de vrouw wordt van dien man
„Dat gij de vrouw wordt van een man, die u
een schitterende positie kan verschaffen ja, dat
is mijn hoogste wenschdat r.oem ik den weg
tot het geluk, tot de vervulling van mijn eer
zucht."
„Hij beviel mij best/ zei Elfriede peinzend,
„hij schijnt een aangenaam mensch, maar ik ken
hem bijna niet."
„Ik kan u verzekeren kinddat de meeste
dames der residentie zich gestreeld zouden ge
voelen door deze onderscheiding."
„Waarom trouwt hij dan niet met een van die
dames?" vroeg zij rustig.
„Omdat hij u wil trouwen, Elfriede."
Zij dacht eenige oogenblikken na, en zei toen
terwijl een zachte blos haar wangen kleurde: "Zei
graaf von Frankenstein u, dat hij mij liefhad."
„Zulke adellijke heeren spreken tegen een ad
vocaat niet van liefde," antwoordde hij ongeduldig.
„Het geldt hier geen onzinnige, sentimenteele
liefdeshistorie, maar een aangelegenheid van het
grootste gewicht. Laat el dien romantischen onzin
voor het oogenblik maar rusten, Elfriede." Haar
oogen blikten onrustig in het rond, naar den
blauwen hemel, naar de toppen der boom en aan
den oever, naar de slapende bloemen, als lazen
Op den middag is Duitschlands heerscher,
vergezeld van zijn broeder, prins Hendrik
en gevolg aangekomen op de landingsbrug
werd hem door een eerewacht in Oud-Hel-
golandsch kostuum een af beelding van het
eiland aangeboden. Een eerecompagnie zee
soldaten nam de honneurs waar (Zaterdag
was de manoeuvre-vloot aangekomen en spoe
dig daarna had er voor een in de open lucht
opgericht altaar een godsdienstoefening plaats
door den predikant Langheid.) De oorkonde
der inbezitneming werd nu door minister
Von Bötticher voorgelezen, de Duitsche vlag
en de keizerlijke standaard werden geheschen
en met gejuich begroet. Met enkele woorden
zeide de keizer, dat 't zijn voornemen was
voor Helgoland te zorgen en daarna had de
défilé plaats van de matrozen en mariniers,
ten getale van 3000 man, met twee muziek
korpsen hetwelk een uitnemenden indruk
maakte. Het déjeuner werd gebruikt in het
gouvernementsgebouw. In den namiddag
overhandigde de vorst den autoriteiten zijn
proclamatie aan de bewoners, die hem aller
wegen met gejuich begroetten en op wie de
mededeeling, dat hun gewoonten en gebruiken
geëerbiedigd zullen worden terwijl het tot
nu toe vigeerende belastingstelsel voorloopig
onveranderd zal blijven, een verblijdenden
indruk maakte.
Dinsdag reisde de keizer naar Rusland ter
bijwoning van de manoeuvres van Krasnoje-
Selo en vóór zijn vertrek uit Engeland heeft
hij nog beloofd het volgend jaar te zullen
terugkeeren en dan ook Londen te zullen
bezoeken. De Post spreekt van «een over
eenkomst tusschen den keizer, de koningin,
den prins van Wales en lord Salisbury, over
welker resultaten men wellicht niet minder
verrast zal zijn dan over de Duilsch-Engel-
sche overeenkomst.»
't Is geheimzinnig genoeg, maar wat er van
waar is
't Schijnt dat er over de ontbinding der
Pro Patria-vereeniging tusschen Rome en Wee-
nen wel geen nota's zijn gewisseld, maar dat
zij daar iets wat niet in overeenstemming was
met haar vaders woorden. Toen zei zij, en nog
jaren daarna herinnerde zij zich deze woox*den:
„Het is dus uw lievelingswensch papa, dat ik
gravin von Frankenstein word Ik ken de wereld
nog zoo weinig, ik ben altijd op de school ge
weest en het schijnt mij toe alsof ik nooit iets
anders heb gedaan dan geleerd en gestudeerd.
Ik heb wel eenige boeken gelezen, waarin van
liefde sprake was, maar in de werkelijkheid ken
ik haar niet. Van u, papa, mag ik de volle waar
heid verwachten. Zeg mij, is liefde een noodza
kelijk iets bij het huwelijk? Kan men trouwen
en gelukkig zijn zonder liefde?"
Hij antwoordde niet en keek haar niet aan,
ofschoon hij in zijn beroep menigmaal tegen
beter weten in, een leugen gezegd had op dit
oogenblik was het hem onmogelijk.
„In de romans, die ik las," ging zij voort,„was
liefde de oorzaak van alles wat gebeurdezij,
die een huwelijk uit liefde sloten, overwonnen
alle moeilijkheden des levens. Zij echter, die
zonder liefde in het huwelijk traden, gevoelden
zich hun leven lang ongelukkig. Is dat alles niet
waar papa
„Romans zijn slechts dichterlijke en onwaar
schijnlijke verzinsels. Elfriede. Ge moet geen
geloof slaan aan al de fantastische begrippen, die
daarin voorkomen en die reeds menig meisje
ongelukkig hebben gemaakt."
„Is dan de liefae, waarvan men leest, een
dwaasheid
Een oogenblik kwam de herinnering bij hem
op aan een schoon en jeugdig meisjes gelaat, met
donkere, peinzende oogen, met frissche roode
lippen, die hij met een kloppend hart op zekeren
gewichtigen avond gekust had; maar hij streed
tegen deze zwakheid. Elfriede keek hem met
gespannen verwachting aan.
„Gij zijt mijn vader en tegelijkertijd de eenige
vriend of vertrouwde, aan wien ik raad kan
vragen.
„Lief kind" zei hij met een uitdrukking van de
innigste overtuiging, „gij schijnt er veel van te
houden u op een bijzondere wijze uit te drukken.
Ik geloof dat het grootste deel van wat gij over
liefde gelezen of gehoord hebt, onzin is. Het hu
welijk is eene overeenkomst tusschen twee personen
die samen door de wereld trachten te komen,
b. v. een jonge boer trouwt een meisje, wier
toch deze zaak het onderwerp heeft uitge
maakt van een gesprek tusschen den Itali—
aanschen diplomiat graaf Nigra en Kalnocky.
De eerste moet er op gewezen hebben dat
Crispi, de premier, zeer geschokt wordt in
zijn positie door dergelijke maatregelen, als
Oostenrijks regeering heeft genomen,voorna
melijk zoo kort voor de verkiezingen. Kal-
noky moet geantwoord hebben, dat de maat
regel tot ontbinding buiten de buitenlandsche
politiek staat en geboden werd door de be
langen des lands, terwijl hij in geenen deele
tegen de Italiaansche regeering of Crispi ge
richt is.
De sultan van Turkije heeft uit eigen be
weging zijn grootvizier eene circulaire doen
richten aan alle gewestelijke gouverneurs,
waarbij deze autoriteiten gelast worden met
de uiterste gestrengheid op te treden tegen
over ambtenaren, die nalatig zijn in de nako
ming hunner plichten of op redelijken grond
van omkoopbaarheid worden verdacht.
De circulaire zet uiteen, dat op vele plaat
sen de openbare dienst in verachting is ge
komen en ook de rechtsbedeeling alle vertrou
wen heeft verloren, wegens de vermoedelijke
veilheid der rechters. Aan de landvoogden
wordt daarom de bevoegdheid verleend, alle
van omkoopbaarheid verdachte rechters te
schorsen, totdat de beschuldigingen, tegen
hen ingebracht, te Constantinopel zullen on
derzocht zijn.
Het is te hopen, dat deze welmeenende
circulaire iets meer zal worden dan een pronk
stuk in het archief der Turksche staatsstuk
ken.
In de Argentijnsche republiek gaat nu alles
voor 't lapjede burgerwacht is naar huis
gegaan maar over een buitenlandsche lee
ning schijnt men 't nog niet goed eens te
kunnen worden.
Omtrent de scheidsrechterlijke oplossing
van de Delagoa-quaestie is nu te Bern een
samenkomst gehouden door de diplomatieke
vertegenwoordigers van Engeland Portugal
en de Vercenigde Staten met den Bondsprresi-
bruidschat hem in staat stelt ,een kleine hofstede
te lcoopen of de zijne uit te~T>reiden; of een edel
man, wiens goederen met schulden beladen zijn,
maar die tot een oud adellijk geslacht behoort,
huwt een rijke erfdochter, wier grootvader koop
man geweest is."
„Ik had een heel ander begrip van het huwe
lijk," zei Elfriede verbaasd.
„Ik hoop toch niet, dat ge uw hoofd vermoeit
met romantische dweperij, Elfriede," zei de ad
vocaat onrustig.
„Gij gelooft dus, dat wanneer ik den graaf
huw, de liefde later van zelf zal komen
vJa zeker, geloof ik dat," antwoordde hij met
nadruk. „Ge hebt, helaas, door het lezen van al
die romans te veel sentimenteele begrippen in u
opgenomen. Ik zal u iets zeggen dat degelijker
is dan dergelijke droomerijen. Als gravin von
Frankenstein zult ge een der voornaamste dames
van het land worden. Ge zult voortaan twee
buizen hebbenhet prachtige slot Frankenstein
en deze woning hier. Ge kunt u met de familie-
diamanten tooien en zult aan het hef gepresen
teerd worden. Ge zult een voorname plaats in
nemen onder den adel van het land. Ge kunt
alles krijgen wat ge begeert, rijkdom, genoegen,
weelde en invloed iedereen zal u huldigen en
cefen. Ge kunt anderen gelukkig maken door uw
rijkdom; geloof mij, Elfriede, ge zult een leven
hebben dat duizenden u zullen benijden."
Ontroerd blikte zij over de rivier heen. Een
zachte wind bracht de takken en bladereu der
acacia's in beweging en voerde haar de heerlijke
geuren te gemoet. De vogels zongen en tjilpten
vol lust en leven hun avondlied. Hoe vurig ver
langde zij naar de verwezenlijking harer droomen,
hoe gaarne zou zij willen weten of het huwelijks
leven dan zoo geheel anders was als zij zich had
voorgesteld. Zij bleef zoolang zwijgen dat haar
vader nogmaals vroeg
„Welnu
„Ik zal den graaf huwen," zeide zij eindelijk.
Zij bleef echter bewegingloos voor zich uitstaren.
Ilaar vader was verrukt. Hij kuste haar teeder
op het voorhoofd.
„Morgen zal ik den graaf uw besluit meedeelen.
Ik dank u nogmaals lief kind. Gij maakt mij
werkelijk zeer gelukkig."
Hij stond op en ging in huis.
(Wordt vervolgd).