BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Spanje. Duitschland. Zwitserland. Italië. Rusland. sm& mag niet verder zoeken,'' zeide zij „Ik ver acht de zegeteekenen uwer liefde, zooals gij ze belieft te noemen en wil mijn handen niet door hunne aanraking bezoedelen.' Men maakt er hem namelijk een verwijt van, dat hij met een ledige schatkist niets wist uit te voeren, of liever, dat hij pogingen in het werk stelde, die leegte aan te vullen uit de zakken der belastingschuldigen. De minister was bovendien geen groote vriend van de triple-alliantie. Dé zitting van het zevende congres der Belgische werklieden is Zondag te Brussel onder voorzitterschap van Léon Defuisseaux, oud-afgevaardigde uit Mons, gehouden. Na een langdurig debat werd besloten, dat den tweeden Dinsdag in November, den dag, waarop de kamers weder vergaderen, in de voornaamste plaatsen manifestaties, ten gunste van het algemeen stemrecht, gehouden zul len worden. Ten slotte werd besloten, dat binnen den kortst mogelijken tijd een alge meene werkstaking zal voorbereid worden, terwijl het comité der werklieden-vereeniging opgedragen werd, zich met alle mogelijke syndicaten, enz. in contact te stellen, ten einde de werkstaking zoo algemeen mogelijk te doen zijn. De afgevaardigden uit Gent en Antwerpen keurden de algemeene werksta king onder voorbehoud goed. Een opzienbarend schandaal is dezer dagen te Brussel ontdekt. Het is namelijk gebleken, dat de voor eenigen tijd overleden rechter Leopold Ketels, een algemeen geacht magistraatspersoon, die zeer betreurd en met groote plechtigheid begraven werd, niets an ders is geweest dan een lage dief en op lichter. Hij heeft gelden, welke hem waren toe vertrouwd om te bewaren of voordeelig te beleggen, verduisterd, o. a. een nalatenschap van 100,000 tr. waarvan hij beheerder was, en het geheele vermogen van een bemid delde weduwe, die door haar zoon bestolen was en daarna op zijn aandringen, hem haar geld in bewaring had gegeven, „om de men- schen in hare omgeving niet in verzoeking te brengen." Te Parijs viel voor een paar dagen een ongeluk met een luchtballon voor, dat wel is waar vrij gelukkig afliep, doch angstig om aan te zien was. Des namiddags om vier uur steeg de luchtballon „La Patrie" op van het terrein der gasfabriek in de voorstad Courbevoie. In de mand hadden twee jon gelieden van omstreeks 20jarigen leertijd, Le Prince en Dumnid plaats genomen. Bij het opstijgen haakte de ballon in de takken van een boom, waardoor eene kleine opening in het bekleedsel ontstond. Niettegenstaande dat steeg de ballon met groote snelheid, mede gevoerd door een feilen wind, doch toen hij op de hoogte van duizend meters over het Bosch van Boulogne dreef, hoorde men eene sterke ontploffing en begon hij, met eene vreeselijke scheur in het bekleedsel, op be angstigend snelle wijze te dalen, terwijl de menigte, op de renbaan van Auteuil verga derd, met onzetting wachtte op hetgeen ko men moest. Gelukkig was het bekleedsel op zulk eene wijze gescheurd, dat het een valscherm vormde; de jeugdige luchtreizigers, die hunne bedaardheid behielden, wierpen den ballast uit en manouvreerden zoo han dig, dat het hun gelukte, te Issy, bij Parijs, zonder ongelukken den grond te bereiken. Slechts één der beide schippers bekwam daarbij lichte kneuzingen. De menigte juichte hen met geestdrift toe. Door de Spaansche autoriteiten zijn 4 Span jaarden, die medeplichtig zijn aan de aan randing van Engelsche officieren, in arrest ge steld. Algemeen wordt het er voor gehouden, dat in de aanstaande zitting van den land dag de hervorming der mijnwerkerswetgeving niet in behandeling genomen zal worden. Als motief voor dit uitstel wordt o.a. aan gevoerd, dat het misschien wenschelijker ware een algemeene Duitsche rijksmijnwerkerswet te vervaardigen. Vooral daarom zou de in voering van zulk een algemeene wet wen- schelijk zijn, wijl de verschillende thans be staande wetten herhaaldelijk tot misnoegd heid onder de mijnmerkers aanleiding geven. Naar men uit Ratibor bericht, is de veerknecht Czogalla, die den 15en Juni het ongeluk van Thurzn veroorzaakte, waarbij 43 menschen verdronken, tot 5 jaren gevange- nistraf veroordeeld. BELLINZONA, 15 Sept. Tusschen de ver tegenwoordigers der radicalen en der con servatieven is een vergelijk tot stand geko men. De bondscommissaris heeft bepaald, dat den 5 October a. s. de volksstemming over de consiitutie plaats zal hebben. Bij de aanstaande Italiaansche verkiezin gen zal, voor zooveel de financien betreft, vermindering van het altijd grooter wor dende deficit en noodzakelijke bezuiniging op de overdreven wapeningen het wachtwoord zijn der oppositie. Het tekort over de laatste vier jaren wordt in Italië geschat op een milliard. Het is niet mogelijk nieuwe belas tingen op te leggen, daar de uitvoeren van wijn, granen, vee, olie en zijde naar Frank rijk in de laatste jaren verminderd zijn tot een derde van vroeger. De datum der ka merontbinding is nog onbekend. Crispi wil de oppositie daarmede overvallen om alle voorbereiding onmogelijk te maken. Het groot aantal'branden in Italië, het welk aan kwaad opzet moet worden toege schreven, heeft den minister van binnenland- sche zaken aanleiding gegeven tot een schrijven aan de prefecten, om hen tot groote waak zaamheid en strenge toepassing der wetten aan te manen. De omtrek van Turijn wordt onveilig ge maakt door een bende misdadigers, allen veroordeelden, welke krachtens de over-hu- mane overgangsbepalingen van het nieuwe strafwetboek in vrijheid zijn gesteld. Reeds werden verscheidene diefstallen door hen in de omliggende dorpen gepleegd; eene afdee- Üng karabiniers is op last van den prefect daarheen vertrokken om jacht op hen te maken. Een groot nihilistisch proces zal in de maand October voor den senaat van St. Petersburg, die daarvoor speciaal zal zitting houden, ge voerd worden. Een groot aantal socialisten zijn beschuldigd van voor het socialisme pro paganda te hebben gemaakt, enz. De zitting zal met gesloten deuren plaats hebben. vruchteloos te maken, die zich in massa ver wijdert, ten einde de kamer niet in genoeg zaam getal te doen zijn om te kunnen be raadslagen, laat hij alle republikeinsche ver tegenwoordigers bijeentrommen, die over de vier hoeken van het Amerikaansch vasteland verspreid zijn. Hij denkt het ontwerp er met vlag en wimpel door te halen en 't is inderdaad waarschijnlijk, dat de vertegenwoordigers van het Amerikaansche volk vóór de vacantie de laatste hand zullen gelegd hebben aan hun economisch werk. Reeds nu doen zich de uitwerkselen van het nieuwe tarief in de financieele en handelswereld gevoelen. Wallstreet, de beurs van New-York, ver keert in een toestand van zware beroering men houdt daar reeds rekening met de uit werking op de markt van de geldopvragen, die zullen plaats hebben om de rechten te betalen op de in massa ingevoerde of voor de toepassing van het nieuwe tarief uit de entrepots der douane gehaalde koopwaren. De ontvanger der inkomende rechten te New-York schat op 45 millioen francs de sommen, noodig alleen tot kwijting der rech ten op de goederen tot I September in en trepot opgeslagen. De banken, welker specievoorraadjuist zeer gering is, zitten in verlegenheid. Het dis conto is reeds gestegen tot 6 pet. met 1/2 pet. meer commissie. Ongedekte leeningen geschieden tegen het woekertarief van 25 30 pet. per jaar. Ook ziet men de koersen buitengewoon snel omlaag tuimelen, daar de titels in massa op de markt geworpen worden. De secretaris der schatkist is bezorgd over dien stand van zaken. Men spreekt er van den overgang te vergemakkelijken door hetzij 250 millioen francs in de banken van New- York te deponeeren, hetzij toe te laten dat de vóór de afkondiging van het tarief ge- entreposeerde goederen slechts de oude rech ten betalen bij het verlaten van het entre pot, wanneer dit ook geschiede. Dit zijn de eerste financieele gevolgen van Mac Kinley's meesterstuk. Als ratten die, op buit belust en te samen in de val geloopen, nu elkander onderling trachten te verdelgen, dus plukharen onder elkander de boulangisten. Gelijk men zich misschien herinnert, had de hertogin d'Uzès eenige dagen geleden gezegd, dat zij generaal Boulanger geld ge geven had om iemand om te koopen, die goede diensten daarvoor bewezen had. Blijk baar werd daarmede Rochefort bedoeld. Thans heeft Rochefort geantwoord, dat hij nooit iets gevraagd, noch gekregen heeft, zoodat, als de hertogin geld gegeven heeft, de tusschenpersoon dat is dus Boulanger het gestolen heeft. Boulanger zelf heeft, in antwoord op de verklaring der hertogin dat hij haar schrif telijk verzekerd zou hebben de monarchie te zullen herstellen, eene allergemeenste, zijner waardige nota aan een paar dagbladen ge zonden, waarin de aarts leugenaar natuurlijk weer alles ontkent en vervolgens aan de her togin voor de voeten werpt, dat zij, toen ze zijne partij koos, zich minder heeft laten leiden door staatkundige dan door mensche- lijke gevoelens. Hij heeft brieven van haar, zegt hij, waaruit duidelijk blijkt, dat ze op dat tijdstip aan heel wat anders dacht dan aan monarchie en prinsen en alleen droomde van hem, dien zij groot wilde maken. Dit laatste optreden van Boulanger tegen over eene vrouw, zijne weldoenster, dat on ridderlijk zinspelen op dingen, die zelfs de ergste viveur voor zich pleegt te houden en „wat een verzameling, genoeg om er een geheel album mee te vullen. Actrices, blauwkousen, vervelend of niet vervelend, van allen vroeg ik een portret.' „Om terzijde "te worden gelegd, zoodra gij het ontvangen hadt. Voor niets ter wereld zou ik ooit te bewegen zijn u een portret van mij te geven/ zeide zij toornig. Graaf Erich lachte. „Zoudt ge dat nooit doen? Hoe trotsch zijt ge toch, Elfriede „En gij ge hebt geen hart.' antwoordde zij. Zij sloot de secretaire met een trotsche bewe- De graaf lachte haar vrouwelijke fijngevoe ligheid vermaakte hem, die toornige uitdrukking stond zoo goed. „Gij vat de zaak te ernstig op, Elfriedeneem aan, dat ik op een bal ben. Ik ontmoet daar een meisje, zoo lieftallig dat men een koningrijk zou wegschenken, indien zij u daarvoor met een harer lachjes wilde beloonen. Ik word verliefd op haar, ik smeek haar om een bloem, die zij in het haar draagt. Wij dansen en lachen samen en zijn het eens, dat wij nog nooit zoo een vroolijken avond hebben doorgebracht. Mijne liefde is hopeloos en zij is vriendelijk. Drie dagen later ben ik haar naam zelfs vergeten en misschien herinnert zij zich den mijnen evenmin. Dat is de tegenwoor dige liefde een luchtig, lachend, vroolijk blij spel. Gij maakt er een drama vol tranen en zuchten van.' Zij hield haar blik onafgewend op hem gericht, hare donkere oogen teekenden verontwaardiging. „Ik ben zeer verheugd, graaf Erich, dat gij mij niet lief hebt." Hij lachte wederom, ofschoon eenigszins ge dwongen. Zij verliet de kamer met haar gewone vorste lijke houding. Hij keek haar na. „Elfriede I' riep hij, doch zij keerde zich niet naar hem om. „Een zonderlinge vrouw," dacht hij, maar het was hem daarbij niet aangenaam te moede. „Zij schijnt mij vreeselijk ernstig toe. De meeste don- Jcere vrouwen zijn toch maar niet in staat het dat den ploertigen parvenu zoo in al zijn naaktheid laat zien, zal, waarschijnlijk den bluffer thans ook den doodsteek geven tegen over het eenige publiek dat hem nog dc eer deed aandacht aan hem te wijden de badauds in de koffiehuizen. 't Schijnt in het Zwitsersche kanton Tessino naar omstandigheden vrij wel te gaan, maar toch toonen zij, die zich voorloopig maar tot leden der regeering hadden verheven, zich niets in hun schik; die heeren schijnen ge meend te hebben dat hun voorloopig bestuur wel permanent zou worden en nu Kfichle, de bondscommissaris, die namens de bondsre- geering met het voorloopig bestuur is belast met volkomen vrijheid van handelen, gebruik maakt van zijne volmacht door alle gevan genen te bevrijden en zonder aanzien des persoons alle handelingen, in strijd met de wet, te keer gaat, kijken de omverwerpers leelijk op hun neus. Die heeren van het voor loopig bewind hebben tegen hun afzetting protest aangeteekend en de verdeeling van den administratieven dienst en de uitvoerende macht onder vertegenwoordigers van beide partijen zet ook al kwaad bloed, elk der partijen zou de macht alleen in handen willen hebben. De clericalen laten 't niet aan pogingen ontbreken om hun vervallen grootheid te herwinnen. De bondsraad heeft met al de verzoeken, protesten en bedreigingen werk te over. Kuchli is nog niet volkomen zeker of de rust zal bewaard blijven, zijn krachtig optreden in zake de overneming der regee ring van het voorloopig bewind, maakt even wel een goeden indruk. 't Was in Tessino al lang aan het gisten tusschen liberalen en clericalen; sinds een jaar reeds was de regeering in de noodza kelijkheid het regeeringsgebouw te doen be waken; de houding der regeering tegenover de eischen van grondwets-herziening, door 10,000 liberalen kenbaar gemaakt, gal den doorslag, 't was als de lont in het buskruit. Frankrijks kamer komt 21 October bijeen en de begrootingscommissie reeds 7 October dus twee weken vroeger. Over de samenkomst van Duitschlands rijksdag begint men ook weer druk te praten. Wonder genoeg schijnt men besloten het programma voor de nieuwe of liever voort gezette zitting, niet al te uitgebreid te doen zijn. Tegenover de mededeelingen, dat geen aanzienlijke kredietaanvragen te wachten zijn, wordt er op gewezen, dat de invoering van het rookvrije buskruit, dat in Sleeswijk-Hoi- stein zoo goed heeft voldaan bij manoeuvres, toch ook zijn verandering met zich brengt en niet alleen zijn veranderingen niet immer verbeteringen, maar veranderingen in unifor men als anderzins kosten ook geld. De regeering zal met een nieuw koloniaal programma optreden in verband met den nieuwen staat van zaken. 1 )e werkstaking van de dokwerkers te Southampton is ten einde en wel ten ongunste van de stakers. Zij kunnen hieruit leeren hoe grillig Fortuna isvóór een jaar ongeveer behaalden hun Londensche collega's zulk een schitterende overwinning en nu zij met veel bescheidener eischen komen, stooten zij het hoofd. De Italiaansche minister van financien Seismit-Dodo schijnt er zijn post aan gegeven te hebben en als het loopende gerucht waar heid bevat, zou Crispi blijde zijn, dat hij den man kwijt is, die zeer onpopulair begon begon te worden. leven als eene kleinigheid op te vatten." Den volgenden dag wendde Elfriede zich tot haar echtgenoot „Graaf Brich, wie is die man die heer moet ik misschien zeggen, die zoo dikwijls bij u komt?" „Meent ge mijnheer Diiring, mijn trouwen vriend en rentmeester?" vroeg hij vroolijk. „Die komt ten minste dikwijls genoeg bij mij „Zool Is dat zijn naam? Zijn gezicht bevalt mij niet." „Waarom niet „Het is niet dat van een eerlijk man." „Aangenaam is zijn gezicht nu juist niet; inte gendeel," antwoordde de graaf. „Ik bedoel niet de physieke onregelmatigheden in zijn gezicht; misschien is mijn oordeel veel te hard. Maar, zooals ik zeide, ik geloot niet, dat hij een eerlijk man is. Ik zou hem niets toevertrou wen. Stelt gij veel vertrouwen in hem „Ja, een or bepaald vertrouwen. Ik geloof niet dat ik zijn rekeningen of boeken nog ooit heb nagezien." „Nooit zijn rekeningen nagezien riep zij ver baasd. -.Wat zijt gij toch zorgeloos!" „Ja, dat ben ik van nature," zeide hij lachend. „Maar zulk een zorgloosheid is bijna een mis daad. Gij stelt den man aan een zware verzoeking bloot, door hem nooit te controleeren." „Ik laat mij liever een weinig bestelen dan mij met mijne zaken te bemoeien," zei hij on verschillig. „Maar wat voert ge dan met uw leven uit?" vroeg Elfriede. „Gij schijnt u weinig aan uwe plichten gelegen te laten liggen." „Juist zoo. Wat ik met mijn leven uitvoer, weet ik ik vermaak er mij mede." „Dan heb ik er niets meer bij te voegen. Wan neer ik echter in uw plaats was, graaf Erich, dan zou ik mijn boeken en rekeningen eens na gaan.' Na dit onderhoud werd Elfriede nadenkender dan ooit; zij begon nu eenig begrip te krijgen van het karakter van haar echtgenoot. XII. Elfriede kende bijna geen familieleden van den jraaf, en zelfs tijdens hun vei blijf in de residentie iwam zij slechts zelden met hen in aanraking. De indruk, dien lij er van ontving, was ook niet aangenaam genoeg om den wensch naar nauwere aansluiting te bevorderen. Slechts van één lid dier familie hoorde zij altijd met iiooge achting en sympathie spreken. Het was de overste Rein hold Von Borck, een betrek kelijk jong man, die zich in den oorlog tegen Frankrijk bijzonder verdienstelijk had gemaakt, maar ten koste van zijn gezondheid. Zwaar gewond, vertoefde hij tot herstel van gezondheid reeds geruimen tijd in Italië of in Zwitserland. Met een opgeruimd gelaat kwam de graaf op zekeren morgen bij Elfriede; hij hield een brief in de hand en zeiae: „Wij krijgen een huisge noot, indien gij er althans niets togen hebt. Overste von Borck schrijft mij, dat hij voornemens is in het vaderland terug te keeren en vraagt of hij vooreerst althans op Frankenstein mag ver toeven. Mijn neef von Borck heeft zich in mijn jongensjaren veel met mij bemoeid, wij hielden veel van elkander, het is alleen maar jammer dat ik niet meer naar hem geluisterd heb. Indien gij hem met de hartelijkheid wilt ontvangen, die hij verdient, dan zal ik terstond schrijven." Elfriedes gelaat helderde op. Al wat zij van dien neef gehoord had was ridderlijk en goed, daarenboven was hij een zeer ontwikkeld man, dat zou een verandering brengen in haar eenzaam leven. Zij gaf dus de verzekering, dat hij haar welkom zou wezen. Eenigen tijd later kwam de overste op Fran kenstein aan. Hartelijk was de ontmoeting tusschen de beide neven; de graaf keek hem bezorgd aan. „Gij hebt veel geleden, Reinhold," zei hij be langstellend. „Ja, ik had de hoop reeds opgegeven u ooit weer te zullen zien. Gij zijt ook veranderd. Erich, wat is er van den frisschen, oprechten knaap, dien ik zoo liefhad, geworden Graaf Erich lachte bitter. „Niet veel goedsAls jongen was ik misschien goed, als man ben ik het niet meer." „Een fout bekennen is reeds een goed eind op den weg tot verbetering." „Ja," gaf de graaf onverschillig ten antwoord, „maar ik heb geen bijzonder grooten lust om mij te verbeteren en toch wenschte ik, dat ik anders was." „Ericli, men vertelde mij in de residentie won derlijke dingen omtrent uw huwelijk. Uwe vrouw moet zeer rijk zijn." Als gewoonlijk, wanneer men hem over zijn vrouw sprak, verduisterde zijn gelaat. Hij ant woordde somber: „Dat is zij ook. Heeft men u nog meer over haar gezegd „Neen, alleen dat zij een juffrouw Scharff, de dochter van een advocaat is." „Van den grootsten woekeraar en speculant, wilt ge zeggen," verbeterde de graaf, terwijl een licht samentrekken zijner lippen verried, hoe hij tegen een opkomende 'drift streed. „Maar zij is toch niet verantwoordelijk voor de gebreken haars vaders? Vertel mij iets van uw jonge vrouw, Erich Ge weet, ik 'heb nooit een moeder ot zuster gekend, het is mij dus iets geheel nieuws, een dame onder mijn familie te hebben." „Al wat nieuw is, is niet altijd aangenaam/ gaf Erich verdrietig ten antwoord. „Dezen keer echter wel. Ik ben er trotsch op te kunnen zeggen: Mijn nicht, gravin von Fran kenstein." „Ge zijt een preux chevalier, Reinholl, ge zijt met de vrouwen ingenomen." „Gij dan niet, Erich?" „Neen, en ik ben vrij zeker, dat mijne vrouw u ook niet bevallen zal." „Niet bevallen herhaalde de overste. Hoe zonderling kunt ge spreken." De graaf stapte de kamer eenige malen stil zwijgend op en neer. Plotseling bleef hij voor zijn neef staan. „Reinhold, voor u wil ik geen geheimen hebben. Ik heb mijn vrouw niet lief." „Gij hebt haar niet lief, ErichIs het u ernst?" „Gave God dat het niet zoo ware Ik weet dat ik een verkwister geweest ben, maar toch denk ik menigmaal, dat ik veel beter mensch geweest zou zijn, als ik gelukkig getrouwd was." „Wanneer ge haar echter niet lief hebt, waarom hebt ge haar dan gehuwd vroeg de overste ten hoogste verbaasd. „Ja, dat is iuist de quaestie. Het antwoord daarop is: ornaat haar vader wilde, dat zij gravin zou worden." „Maar wat had zijn wil daariuee te maken. Erich Word vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 2