Nummer 76. Donderdag 25 September 1890. 13e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. TT. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. 14. Naar het Hoogduitsch. IViialwijiisclit- en Lanptraalscfte (oiiranl, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1 7 regel» 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De Times heeft zich met haar opzienba rende mededeelingen betreffende den slaven handel in Bagamoyo onder Duitsch toezicht en met Duitsche medewerking, leelijk in de vingers gesnedental van bladen in Enge land laken de lichtzinnigheid van het groote cityblad, dat nu dezelfde houding aanneemt als een schooljongen, die onder den eersten indruk van een lichamelijke bestraffing ver keert. Balfour's optreden tegen O'Brien c. s. mid den in den parlementairen vacantie-tijd, heeft niet weinig agitatie gewekt en zelfs van de zijde der conservatieven twijfelt men er aan of 't wel politiek gehandeld is in dien zin op te treden, juist nu uit Ierland berichten ko men, die den staat der bevolking allesbehalve rooskleurig afschilderen. Misschien heeft Bal four een grooten slag willen slaan door vijf parlementsleden tegelijk te treffen, maar 't kan best zijn, dat hij zich misrekend heeft, want moeielijk valt een afneming der agitatie te wachtenwaar Balfour de "ongelukkige Ieren bij wijze van hulp in hun ellende, berooft van de mannen, die algemeen als de eenige helpers worden beschouwd. Met de vorming van een nieuw kabinet in Portugal is nu belast de gezant te Rome, Martens Ferrea, die Ribeiro tot minister van binnenlandsche en zichzelven tot minister van buitenlandsche zaken zou willen benoemd zien. De agitatie tegen de conventie met Engeland duurt voort, tal van gemeenteraden en andere corporatien dienen protesten in bij de cortes. De vorming van een nieuw kabinet is ook geen kinderwerk in de ge geven omstandigheden, want al verklaart de regeering, dat er van een republikeinsche agitatie geen spoor te vinden is, de repu blikeinen zeiven roepen 't luide uit, dat de republiek elk oogenblik geproclameerd kan Voor de dag ten einde was, steeg Reinhold's verbazing ten toppunt. Hoe was het mogelijk, dat de graaf zijn schoone vrouw niet liefhad Wel dra had hij gelegenheid om te zien, dat haar hart even edel was als haar gelaat. Dien morgen keerde zijn oude vijand, de pijn op zijn borst, voor de eerste maal in alle hevigheid terug. Toen leerde hij de hulp kennen, die de hand eener vrouw kan aanbrengen. Zij toonde noch angst noch ontsteltenis. In een oogwenk had zij op de canapé een rustplaats voor hem bereid. «-Ge zult het minder benauwd hebben wanneer ge ligt/- sprak zij overredend. Zij hielp hem onvermoeid. Zij hielp hem naar de canapé brengen, lei zijn vermoeid hootd op de zachte kussens en wiesch zijne slapen met koud water. Zij vermoeide hem niet met noode- looze vragen. Nadat de hevigste aanval voorbij was, opende hij de oogen en sprak zacht „Ge ziet hier, wat de oorlog van mij gemaakt heeft. Hoe goed zijt ge. Daar komt het weder, ik voel het." En weder hielp zij hem zonder haar tegen woordigheid van geest ook maar een oogenblik te verliezen. „Is het voorbij P" vroeg zij bezorgd toen zijn trekken zich langzamerhand ontspanden. „Ja, dank u, ik had gelijk, toen ik steeds ver langde naar de helpende hand eener vrouw. Ge kunt niet begrijpen, wat ik, eens een krachtig man, met hart en ziel soldaat, gevoel wanneer ik aan mijn stoel vastgekluisterd ben Alles wat in mij is komt daartegen in opstand. Ik droom steeds, wat ik doen zouindien ik maar eerst gezond en krachtig was. Soms verbeeld ik mij den vijand voor mij te zien. Ik wil hem volgen. Doch dan komt de koude werkelijkheid en het blijkt een droom te zijn. Ik voel de pijnlijke wor.de, die mij tegenhoudt. Dan vraag ik mij zelf af, waarom dat zoo heeft moeten zijn!" Zij keek hem vertrouwelijk aan en zeide peinzend „Heeft dan iedefeen kommer en zorgen Zou er den waarlijk niemand gelukkig zijn worden. Natuurlijk is de wensch de vader van beider gedachten geweest, zoodat de mid delweg in deze ook weer de meest vertrouw bare is en dan moet erkend worden, dat de toestand lang zoo rooskleurig niet is als 't wel wenschelijk zou zijn. De Daily Telegraph zegt dat Engeland bij het verwerpen van de Engelsch-Portugeesche overeenkomst niets verliezen zou. Indien Portugal den oorlog verklaarde, zou deze na eene korte worsteling eindigen met de in lijving van de Delagoabaai, waardoor de in vloed van Engeland over de Transvaal nog weder versterkt zoz worden. De verschillende partijen in Spanje be merken thans reeds de schaduwzijde van de verkiezingen, waarbij het algemeen stemrecht den vuurdoop zal ondergaan. Behalve zijn overige erfenis heeft Sagasta den minister president Canovas ook het algemeen stem recht nagelaten. De conservatieve regeering, die thans den schepter zwaait, steunt op de hervormingen der liberalen, en in zijn laatste redevoering te Vitoria heeft Canovas nog ondubbelzinnig verklaard, dat hij vast beslo ten is, op datgene, wat de liberalen destijds tot stand brachten, voort te bouwen. Het schijnt dat aan den eigenlijken verkie zingsstrijd een hervorming der partijgroepee- ring zal voorafgaan. De republikeinen der oude school onder Castelar, Pi y Margall, Salmeron en Figueras blijven wat zij altijd waren, Sagasta zal Canovas en de liberalen zullen de conservatieven bestrijden, evenals altijd, maar twee politici zullen met een an der bijltje gaan hakken. Martos, de ex-kamer president, schijnt met het offer, dat Sagasta hem destijds in zijn portefeuille bracht, nog niet tevreden te zijn, hij schijnt den ouden krijgsmakker ook bij de verkiezingen tege moet te willen treden en met de conserva tieven een soort van democratisch-reactionnair Kartell te willen vormen. Een onmogelijkheid zou zulk een ongerijmde bond niet zijn, hij „Ik geloof het niet. Jong en oud, arm en rijk, iedereen heeft zorgen." De morgen ging voor den overste verder zoo snel en aangenaam voorbij, dat zijn nieuwe leven hem een droom toescheen. Nadat de aanval van benauwdheid geweken was en hij weer in staat was zich op te richten, bracht zij hem boeken en photographieën en wist liem door haar gepraat den tija snel te ver drijven. „Gij hebt u den geheelen dag bijna met mij beziggehouden. Ik ben wel egoïst en heb uw man van uw gezelschap beroofd." „Neen, stel u gerust, wij zien elkander nooit vóór het diner," zeide zij met iets bitters in hare stem. „Zal ik die twee ooit nader tot elkander kunnen brengen?" dacht Reinhold, terwijl hij Elfriede nakeek. „Hoe gelukkig zou ik mij ge voelen." Dit zou zijn levensdoel zijn op Frankenstein, maar hij besloot, als een voorzichtig krijgsman eerst het terrein te verkennen om daarnaar te' handelen. Het was reeds etenstijd, toen de graaf terug keerde. Elfriede kwam voor hem in de woon kamer, waar Reinhold haar reeds wachtte. Haar oogen straalden toen zij hem zag. Hoe goed deed het haar, in deze koude zalen meteen vriendelijk lachje begroet te worden „Het is mij zoo nieuw, hier een vriendelijk ge zicht te zien sprak zij. Hierop kwam de graaf binnen. Hij ging zijn vrouw met een lichte buiging voorbij, zonder haar zelfs aan te zien, terwijl zij den sleep van haar kleed tot zich trok om hem voorbij te laten gaan. Het was alsof zij zelfs de aanraking van haar japon met hem scheen te vermijden. Hier viel niet te denken aan lielde en harmonie. De graaf trad dadelijk op Reinhold toe, schudde hem hartelijk de hand en vroeg hem hoe hij den dag had doorgebracht. „Dank zij de zorgen uwer vrouw zeer aange naam," antwoordde hij. „Ge ziet er al beter uit, Reinhold. We zullen u nog geheel gezond maken." „Dat gave de Hemel," zei de overste. „Ben ik eerst weer gezond, dan keei ik oogenblikkelijk in dienst terug." Hij bood Elfriede den arm en geleidde haar naar de eetzaal. Wanneer Erich iets tot zijn vrouw zeide, ant woordde zij hem meteenkuele, trotsche houding; heeft zijn voorgangers reeds in de Spaansche geschiedenisiets nieuws zou het echter zijn wanneer ook, zooals men mompelt. Zorrilla, de revolutionnair a outrance, als derde man tot dien bond toetrad. In elk geval schijnt Zorrilla reeds eenigszins gematigd te zijn, want in een redevoering, die hij onlangs op een verbroederingsdiner der Latijiische rassen, te Parijs hield, heeft hij voor het eerst sinds 15 jaar de noodzakelijkheid van een vreed zame propaganda en de democratie als de onvermijdelijke overgangstoestand bij de ver andering van de monarchie in een republiek erkend. Voor een man als Zorilla beteekent zulk een bekentenis haast zooveel als de ver loochening van zijn verleden. De herfstmanoeuvres in Pruisisch-Silezie zijn afgeloopen en keizer Wilhelm heeft zijn rondreizen weder hervat, terwijl keizer Franz Jozef naar Weenen is teruggekeerd om al daar de komst af te wachten van Duitsch- lands vorst, die echter den tusschentijd nut tig gebruikt, uit vrees anders tijd te kort te zullen komen. De samenkomst op Rhonstock is geëindigd zooals zij was aangevangen met omhelzin gen tusschen beide vorsten met gejuich en gejubel van de menigte en met de be kroning van beider gevolg. Von Caprivi kreeg van keizer Frans Josef het grootkruis der Stephanus-orde met briljanten. Na afloop der manoeuvres Zaterdag, sprak keizer Wilhelm tegenover keizer Frans Josef en koning Albert van Saksen zijn dank uit en hij gaf de hoop te kennendat zij de overtuiging hadden opgedaandat het prui- sische leger even flink is gebleven als onder keizer Wilhelm waardoor een borgstelling is verkregen voor de sterkte en de vertrouw baarheid van de bestaande wapenbroeder schap. Keizer Frans Jozef sprak, ook namens koning Albert, zijn dank uit en verklaarde er trotsch op te zijn een bondgenoot te hebben die over zulke troepen beschikt; hij achtte indien de overste echter-met haar sprak, kreeg haar gelaat de gewone schoonheid terug. Zij was de beminnelijkste gastvrouw, die hij ooit gezien had. Hij zag, dat zij bij al haar kennis van litteratuur ook als vrouw des huizes een goed figuur maakte; de bedienden gehoorzaamden op haar wenken. „Ik weet niet wat Erich nog meer verlangen kan," dacht hij. Hij kon geen fout in haar ontdekken. Hoe zou het diner wel ziin, als zij geheel alleen waren? De graaf moet deze gedachte geraden hebben want hij zeide plotseling „Wij hadden eenige vrienden uitgenoodigd, maar ik heb ze geschreven, of zij hun bezoek liever wilden uitstellen, want ik dacht, dat ge wel moei zoudt zijn, Reinhold. Wij dineeren nooit alleen.' De jonge gravin zweeg. Reinhold zag hoe zij zich wist te beheerschen; hoe sarkastisch haar man ook jegens haar was, het mocht hem niet geluk ken haar een scherp antwoord te ontlokken. „Zij bezit zelf'oeheersching in een hoog mate," dacht Reinhold, „dat is eene vaste grondslag voor alle andere deugden. XX. Op zekeren morgen trad de graaf de eetkamer binnen met de woorden„Bijna iedereen heeft onze uitnoodiging aangenomenwij zullen de schoonste vrouw der provincie bij ons te zien krijgen.' „Wie is die gelukkige vroeg Reinhold. „Kent ge mevrouw von Heiberg niet, die prach tige jonge weduwe, met haar gouden haren, zoo als de dichters zeggen „Mevrouw von Heiberg? Ik heb zelfs haar naam nooit gehoord en ik geloof," vervolgde hij met een buiging tegen de gravin, „dat wij de liefste en schoonste vrouw uit de provincie reeds op Frankenstein hebben." „Ge zijt een ecl^e/vleier, Reinhold," lachte de graaf. „Chacun son goüt. Maar oordeel niet voor dat ge de persoon in quaestie gezien hebt.' „Mijn meeDing daaromtrent, is reeds sinds lan gen tijd gevestigd antwoorddReinhold. Wan neer hij de zaak van Elfriede op zich nam, deed hij dit met zooveel tact, dat de graaf het hem onmogelijk kwalijk kon nemen. „Mevrouw von Heiberg heeft meer bewonde raars dan eenige andere vrouw.' „Dan geloof ik, dat zij een gevaarlijke co quette is." de trouwe vriendschap voor immer onwrik baar en gaf als zijn meening te kennen, dat, als het eenmaal noodig mocht zijn, het Duit sche en Oostenrijksche leger ook trouwe wa penbroederschap zouden bewaren. Te Weenen is men zeer in zijn schik over de samenkomst, die evenwel naar luid ver trouwbare berichten niets nieuws heeft gebrachtbeide leidende staatslieden schij nen 't op alle punten eens te zijn geweest. In regeringskringen te Weenen schijnt men overtuigd, dat samenkomst van Rohnstock geenerlei invloed hebben zal op de handels betrekkingen tusschen Oostenrijk en Duitsch- land daar de moeilijkheden, welke aan een vergelijk op oeconomisch gebied in den weg staan, van te ernstigen aard zijn. Het staat kundig-militaire verbond blijft wat het tot dusver geweest is en in officieele kringen maakt men zich geen illusisiesdat Duitsch- land thans beslister dan in het verledene de Oostersche politiek van zijn bondgenoot on dersteunen zal. Het blad „La Paix" vertelt intusschen,dat er bij de samenkomst ernstige sprake is ge weest van de opneming van Frankrijk in de triple alliantie een lievelings-ideetje van keizer Frans Jozetterwijl keizer Wilhelm czaar Alexander liever als bondgenoot zou hebben. Keizer Wilhelm zou ten slotte het ideetje van een quadruple-alliantie (Duitsch- land, Oostenrijk Italië en Frankrijk) nog zoo verwerpelijk niet hebben gevonden Men wendt nu pogingen aan om 't tusschen reactionairen en radicalen in Tessino op een accoordje te gooien. De leiders van beide partijen zijn te Bern ontboden, evenals de bondscommissaris Kuenzli, die versterking van bezetting, ook met het oog op de aan staande verkiezingen, wenschelijk acht, hoe wel 't op het oogenblik alles rustig is en zelfs een gunstige schikking wordt verwacht. De kiezers, die zooals men weet, tegen 5 October zijn samengeroepen, moeten beslis - Graaf Erich lachte. „Dat is zij inderdaad, maar haar coquetterie is zoo aantrekkelijk, dat geen man het een schande vindt éénmaal in haar netten gevangen te zijn geweest." „Smaken verschillen, mij zou een coquette nooit bevallen." Reinhold vreesde het ergste van dit aangekon digde bezoekwat kon hij er tegen doen als de graaf het hof maakte aan deze beroemde schoonheid. Trots, koude, onverschilligheid, tegenzin, ja zelfs verachting, dit alles stond de verzoening van Erich en Elfriede in den weg. Hoe was dat te overwinnen. Ik stond liever aan het hoofd van mijn regiment, tegenover den vijandde overwinning zou mij dan zoo moeilijk niet voor komen sprak hij bij zich zelf. Ter wille van de jonge vrouw moest hij echter volhouden. Hij hield innig veel van haarware ZÜ ziJn jongere zuster geweest, hij had niet meer van haar kunnen houden, haar niet met meer liefde hebben beschermd. Hij bewonderde haar karakter zoowel als hare schoonheid. Hij zag wat haar echtgenoot niet tien wilde dat onder dien kouden trots een wereld van lijden en teedere gevoelens begiaven lag. Zij was meer voor hem dan iemand anders en hij zou alles gegeven hebben, indien hij haar had kunnen ge ven wat haar toekwam, de liefde van Erich. XXI. Het kan zijn dat het medelijden, hetwelk hij voor de jonge verlaten vrouw koesterde, te veel was voor zijn zwakke gezondheid, of dat de lucht in Frankenstein niet gunstig op hem werkte, in de laatste dagen bevoelde hij zich minder wel. De graaf, die in alles, wat zijn neef betrof, even hartelijk en zorgvuldig was, had twee der grootste en vroolijkste kamers uit het huis voor hem laten gereed maken cn de gravin was met allen ijver bezig ze op de gezelligste wijze in te richten. Men vond er de schoonste en geurigste bloemen, de mooiste boek- en plaatwerken. De jonge vrouw zelve bracht daar menig uur door. De dag, die haar vroeger dikwerf zoo lang toescheen, viel haar nu kort; zij bracht dan haar teekenge reedschappen mee, of had zij een nieuw boek ontvangen, dan was zij niet tevreden voordat zij het hem had voorgelezen. Zij beschouwde hem als haar ouderen broeder en had hem ook als zoodanig lief. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1