Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Frankrijk. Engeland. BALANS. 6. 7. 8. 9. 10. Hoofdst. V. Art. 1. 3. 4. 25.— f 75.- - 40.— - 75.— - 25.— - 150.— - 30.— Ko9ten van onderhoud van ponten en schuiten van gemeente-gebouwen, eigendommen en werken in het openbaar aanbesteed a. van liet post- en telegraafgebouw memorie. bn u teekenschoolgebouw. Onderhoudskosten van a. de brandspuithuisjes Onderhoud der gemeentebeplantingen Kosten van ontginning van woeste gronden en van verbetering van an dere gemeentegronden. Grondbelasting wegens a. gebouwde en ongebouwde eigendommen. Polaerlasten. Totaal van het IVe Hoofdstuk. f 895.— HOOFDSTUK V. Renten en aflossingen van geldleeningen én andere uitkeeringen. Renten van door de gemeente aangegane geldleeningen, als van: a. f 5350,a 5 pCt. aangegaan in (onbekend) 1 267,50 b. - 78000,— a 31/, pCt. 1889 - £730,— c. -13000,— a 4 pCt. 1883 - 500,— N3. De geldleening van 1883 is aangegaan tot aankoop der gasfabriek. Graan- en geldrenten Aflossing van schulden, als: a. van de geldleening van 1889 f 1500, b. van de geldleening van 1883 1000, - 3497,50 1,25 - 2500,— Afd. I. Art. 1. 0 5. 0 6. 0 7. 0 8. 0 9. 0 10. 11. 0 15. 0 16. Totaal van het Ve Hoofdstuk Hoofdst. VI. HOOFDSTUK VI. Kosten van Onderwijs en Armwezen. AFDEILING I. Onderwijs. Jaarwedden der onderwijzers Kosten van het stichten van onderwijzerswoning Kosten van het instandhouden van schoollokalen en onderwijzerswoningen Huur van schoollokalen en onderwijzerswoningen Kosten van het aanschaffen en onderhouden van schoolmeubelen Kosten van het aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbelioelten Kosten van verlichting en verwarming en van het schoonhouden der school lokalen Kosten van het plaatselijk schooltoezicht Storting van de pensioensbijdrage der onderwijzers bij den Arrondissements- Betaalmeester Kosten van het teekenonderwijs a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers f 450, b. Kosten van schoolboeken en schoolbehoeften, teekenmodellen - 150, c. Kosten van vuur en licht - 10, d. Kosten van schoonhouden der gebouwen en schoolmeubelen - 75, Totaal der Ie Afdeeling Afd. II. AFDEELING II. Armwezen en gezondheidspolitie. Art. 1. Subsidien aan instellingen van weldadigheid, als a. ten behoeve van het burgerlijk of algemeen armbestuur. 0 2. Kosten van verpleging van arme krankzinnigen 8 a f200. 3. Jaarwedden van genees- heel- en verloskundigen met de armenpraktijk belast a 4. kosten van geneesmiddelen. 6. Kosten van het begraven van lijken van onvermogenden. t 8. Kosten van het nemen van maatregelen tot voorkoming der verspreiding van besmettelijke ziekten en van andere sanitaire voorzorgen. r 9. Kosten van oude en gebrekkige arme lieden en weezen, die uit een policiair oogpunt rechtstreeks door de gemeente besteed worden. 10. Verplegingskosten van onvermogende zieken in het gasthuis: Totaal der lie Afdeeling. u y Ie M Totaal van het Vie Hoofdstuk. Hoofdst. VII. HOOFDSTUK VII. Uitgaven niet onder de vorige Hoofdstukken behoorende of door bijzondere wetten aan de gemeente opgelegd. Art. 3. Kosten van verlichting der straten: geschiedt door de gem.-gasfabriek. u 4. Kosten der schutterij als tractement van den auditeur. t gn officier van gezondheid. 0 0 a secretaris van den schuttersraad. h 0 h bode van den schuttersraad, h 0 2 tamboers a f15.ieder, 0 a 2 hoornblazers a f5. Presentie-geld van den schuttersraad. Aankoop van kleedingstukken, reparatie enz. Onderhoud van wapenen. 0 n ledergoed, trommen enz. Gerechtskosten. Kosten van schijfschieten en onderhoud der schietbaan Kosten van provoost arrest. Administratie-kosten Onvoorziene uitgaven. 5998,75 f 4200,— - 6000,— - 75,— - 300,— - 100,— - 475,— - 200,— - 10,- - 84- 685,— f12129, f 1725.— - 1600.— - 800.— - 300.— - 20.— f 100.— - 500.— - 500.— f 5545.— -12129. -17674.— f 30.— 15.— 10.— 10.— 30.— 10.— 12.50 -150.— - 25.— - 10.— - 12.— - 20.— - 10.— - 15. - 10.— 5. Kosten van verzekering tegen brandschade 6. Aandeel der gemeente in verevende uitgaven van kwade posten der per- soneele belasting 7. Kosten van toezicht en invordering der plaatselijke middelen buiten de jaarwedden der beambten 8. Vergoeding aan het Rijk ingevolge de wet van 31 December 1852, (Stsbl. no. 226) van 2V3 ten honderd van het onzuiver bedrag der opcenten ten behoeve der gemeente geheven op de grondbelasting over het dienstj. 1890 en op de personeele belasting over het dienstj. 1888/9. 9. Kosten van verkoopingen en verhuringen, daaronder begrepen het salaris van notarissen, griffiers en deurwaarders 10. Voorschotten voor het Rijk wegens reisgelden, huisvesting, voeding enz. van manschappen der nationale militie en andere militairen 14. Onverhaalbare kosten van vervolging en andere proceskosten. 17. Premien voor markten. 18. Kosten van inkasseering van renten op het grootboek enz. 19. Bijdrage in de bezoldiging van den veeart9 20. Toelage aan de Kamer van Koophandel 21. Opneming der patenten 22. Kosten der openbare boterveilingen 23. Uitkeering aan de gemeente Besoyen voor Va in de opbrengst van 't gras gewas op den Zomerdijk 24. Huur van een strookje grond achter de school 25. Huur van een lokaal voor opneming van lijders aan besmettelijke ziekten 26. Kosten van ververschingen voor 't stembureau 27. Kosten voortvloeiende uit politie maatregelen 28. Teruggaaf van te veel betaalde belasting 29. Kosten van den gemeente-reinigings dienst 30. Tegemoetkoming, zoo noodig, in de kosten eener landbouwtentoonstelling memorie. Totaal van het Vile Hoofdstuk 1897,55 Hoofdst. VIII. Art. 1. 369.50 70.— 250.— 10.— 150.— 60.— 10.— 15.— 50.— 120.— 100,— 5,— 10,- 15,— 16,40 181,65 15,- 75,— 25,— 350,— HOOFDSTUK VIII. Onvoorziene Uitgaven. a. Voor onvoorziene uitgaven ingevolge art. 205 litt. 10 der Gemeentewet met goedkeuring van Gedeputeerde Staten te doen f 800, b. wanneer voor een der posten van uitgaaf ook die voor memorie zijn vermeld, begrepen in de volgende artikelen: Art. 12 van Hoofdst. I. 2, 3, 4, 5 en 16 II. 1, 2 en 3 00 III. 1, 2, 8 en 10 0 IV. 6, 8, 9, 10, Afd. Iart. 4 en 8 Afd. II. VI. 7 6, 8, 14, 28 en 29 00 VII. geene genoegzame som mocht zijn uitgetrokken, kan het ontbrekende be drag, met toestemming van den Raad, volgens art. 215 der Gemeentewet en indien hoogere goedkeuring is verkregen ingeval zulks vereischt wordt, aangevuld worden door af- en overschrijving uit den post alhier gebracht ten bedrage van - 600, Totaal van het VUIe Hoofdstuk f 1400, Totaal der Uitgaven 1' 43918,80 Inkomsten der gemeente f44413,40* Uitgaven der gemeente - 43918,80 Waarschijnlijk batig slot f 494,60* Het is in Frankrijk op het oogenblik alles couleur de rose. De algemeene beraadslaging over de begrooting voor 1891 is onder de beste vooruitzichten aangevangen en men hoopt Vrijdag a. s. reeds met de algemeene beraadslaging gereed te komen om dan de artikelsgewijze discussie aan te vangen. Wel licht komt en vóór laatstgenoemde discussie nog een klein intermezzo, doordien Rouvier met zijn leeningsvoorstel wil komen, maar overigens is er weinig bizonders te wachten. Belangwekkender dan deze debatten was de verdeeling van het ontwerp van het al gemeen douanetarief, dat 165 bladz. beslaat. De regeering noemt de invoering van een nieuw tarief noodzakelijk en beloott alle handelsverdragen op te zeggen, opdat de republiek van 1 Februari 1892 af, weder meester van de tarieven zij. Als grondslag zijn genomen twee tarieveneen algemeen tarief, gelijkstaand met het nu van kracht zijnde, en een minimum-tarief, dat de grens der concessien aangeeft voor eiken tak van industrie om met het buitenland te kunnen concurreeren en dit laatste tarief zou alleen op voortbrengselen van toepassing zijn uit landen, die ook Frankrijks industrie begun stigen. De regeering kan de invoei rechten verhoogen voor producten uit landen, die het ook Frankrijks voortbrengselen lastig maken. Deze laatste bepaling is de quintessens van het gansche beginsel. De commissie voor de Spaansche tarieven besloot met 22 tegen 2 stemmen de regeering geheel vrij te laten tegenover de koloniën. In principe is men voor de vrije scheepvaart tusschen Spanje, Cuba en Porto Rico. De bestraffing van den sultan van Witu, op wiens grondgebied en door wiens onder danen Kunzel en diens geleiders allen Duitschers gedood zijn, schijnt nog niet zoo gemakkelijk te zijn. De sultan laat zijn tauden zien aan den Engelschen vertegen woordiger en weigert genoegdoening en schadevergoeding. Hij rust zich ten strijde en de inboorlingen der aangrenzende stam men willen hem steunen. Het vergelijk, dat men tusschen Engeland en Italië over Kassala hoopt te treffen, berust op den volgenden grondslag Italië beschouwt Kassala als behoorend tot Soedan, waarop Egypte alle rechten heeft, echter wordt het aan Italië veroorloofd van Kassala de basis van operatien te maken, zoo een krijg tegen de Derwichen dat noodig maakt en dus de stad tijdelijk te bezetten en als veroverd grondgebied te beschouwen. Men meent te Berlijn, dat het met de samenkomst van den rijksdag wel December zal worden en wie weet of er geen verdaging tot Januari volgtde landdag komt reeds zoo vroeg saam en de commissie voor de beraadslaging over de arbeidersbescherming is ook nog lang niet gereed. Zondag heeft gansch Duitschland, met den jeugdigen heerscher aan het hoofd, den ge boortedag gevierd van Hellmuth Karl Bern- hard von Moltke, generaal - veldmaarschalk van het Duitsche leger, oud chef van den grooten generalen staf, president van het comité der nationale verdediging. Deze feestviering gold een eenig feit in de geschiedenis van alle volkeren en alle tijden; wel telde von Wrangel 93 levens- en 81 dienstjaren (von Moltke telt er 70 van deze laatste) maar hij had een geschokte gezond heid, en von Moltke geniet een niet te ver woesten gezondheid. Geboren 26 October 1800 in het stadje Parchim in Mecklenburg, was von Moltke, dien men eerst voor den geleerden stand had willen bestemmen, reeds op zijn 18 jaar officier, maar vóór zijn in diensttreding in het Deensche leger moest hij eerst gedurende een jaar als page aan het hof dienst doen en 19 Januari 1819 werd hij ingedeeld als officier bij het in Rendsburg in garnizoen liggende Oldenburg- sche infanterie regiment. 12 Maart 1822 nam hij als tweede luitenant na afgelegd examen, dienst bij het Pruisische leger, wijl dit meer kans op promotie bood en Frankfort am Oder werd zijn garnizoensplaats. 1832 reeds, was hij eerste luitenant bij den grooten gene ralen staf en 1835 reeds kapitein. 4 jaar lang verbleef hij in Turkije en hij had daar alle gelegenheid den krijgsdienst in de praktijk te beoeienen. In 1839 keerde hij naar Berlijn terug en 1842 huwde von Moltke met Mary van Burt, welke echtverbintenis in 1868 door den dood van zijn vrouw werd ontbonden. Von Moltke had na zijn terugkeer uit het Oosten zijn oude positie bij den generalen staf weder ingenomen en in 1840 werd hij naar Maagdenburg verplaatst, in den rang van majoor; in 1845 werd hij persoonlijk adjudant van prins Hendrik van Pruisen, broeder des konings; in 1846 zien wij von Moltke te Breslau tot 1848, waarna hij als chef van den generalen staf van het 4e leger corps optrad, van 1850 af als luitenant-kolonel en van 1851 af als kolonel. In 1856 werd hij adjudant van prins Frederik Wilhelm, later keizer Frederik III en reisde met dezen naar Rusland en Engeland. In 1858 werd von Moltke benoemd tot chef van den grooten generalen staf en wat hij als zoodanig en ook in de oorlogen van 1864, 1866 en 1870- 71 voor zijn vaderland is geweest, dat ver- meldt de geschiedenis en weet elk rechtgeaard Duitscher te vertellen. Door gansch de Duitsche natie wordt von Moltke geëerd en gevierd als de groote veldheer en als de bekwame krijgsman; vorsten en grooten beijveren zich hem hulde te brengenzelden, zoo niet nimmer, is eenig veldheer zoozeer gevierd en nimmer ook is de hulde met meer recht gebracht. De natie in burgerkleeding wedijvert met het volk in wapenen, in von Moltke den man eerend, die tot Duitschlands roem en aan zien, tot Germanie's eenheid zooveel heeft bijgedragen. In Zwitserland hebben Zondag de verkie zingen plaats gevonden van afgevaardigden voor den nationalen raad voor den tijd van drie jaar. De verwachtingen zijn, dat deze verkiezingen geen aanmerkelijke wijziging zullen brengen in de partijverhouding; twee derden radicalen en een derde conservatieven en liberalen. Het nieuw ontworpen tolverbond met Oos tenrijk maakt een ernstig punt van onderzoek uit, daar vele moeielijkheden rijzen ten op zichte van andere staten. Eene geheele han delsunie zal niet gesloten kunnen worden, daar art. 11 van den Frankforter vrede aan Frankrijk in verschillende artikelen als hout, graan en varkens het recht der meestbe- gunstigde natie toekent. De Italiaansche Staatscourant van Vrijdag avond bevatte het ontbindings-decreet der kamer van afgevaardigden. Op 23 November moeten de verkiezingen plaats hebben, 30 November de herstemmingen en 10 December komt het nieuwe parlement bijeen. Uit Rusland wordt een nieuw staaltje van onverdraagzaamheid gemeld. Het beheer der lagere scholen in het district Tchernigoff heeft besloten, dat voortaan geen joden meer van deze scholen mogen gebruik maken. Het feit is van beteekenis, dat bijna alle lagere scholen onlangs onder controle der geeste lijkheid geplaatst zijn, zoodat de administratie geheel onder toezicht staat der hoogere geestelijkheid. Kerk en staat gaan dus in deze maatregelen samen. Van de 25000 bij de commissie voor de regeling van den arbeid ingekomen ant woorden verklaren zich 5500 voor een ar beidsdag van 8 uur, 5000 zijn tegen elke rijksinmenging en 10,000 blijken een ar beidsdag van 9, 10, 11 of 12 uren wensche- lijk te achten. Volgens het „Journal de Mons" zal nog in den aanstaanden winter tusschen Brus sel en Parijs een echte „bliksemtrein" loopen, welke den weg tusschen die steden in uur aflegt. Die trein zal nergens ophouden ook niet aan douanekantoren. De bagage zal on derzocht worden in het station van aankomst of onderweg, als de trein uit gangwaggons en evenzoo ingerichte goederenwagens kan be staan. Zaterdagmorgen werd Londen weder op geschrikt door het bericht van een gruwelijken moord die aan de heldendaden van „Jack the Ripper" deed denken. Alleen was het tooneel niet weder Whitechapel en was het slachtoffer niet weder een dier ongelukkige wezens, die „Jack" steeds koos. De moord had plaats in Crossfield-Road Hampstead, eene niet onaanzienlijke wijk van Noordwestelijk Londen. Vrijdagavond von den twee dienstmeisjes hier het lijk van eene vrij goed gekleede vrouw, wier hoofd bijna van den romp gescheiden was. Op een hoop steenen zag men veel bloed. De politie was spoedig bij de handmaar vond geen spoor van den moordenaar. Een koetsier vertelde, dat hij tegen ongeveer halfacht was toege roepen door een welgekleed man die hem een extra-fooi beloofde, als hij snel naar het station „Chalk farm" reed. De man kreeg zijn geld. Het slachtoffer is eene jonge vrouw van ongeveer 32 jaren en zag er uit als eene dienstbode in een goed huis of als gouver nante voor kinderen, en zij was nog niet lang dood, toen haar lijk gevonden werd. Vroeg in den volgenden morgen werd in Hamilton Terrace, St. John's Wood onge veer 1/2 mijl van het tooneel van den moor-'l, een kinderwagentje geheel met bloed bevlekt gevonden en dit wordt met den moord in verband gebracht. Men verdiept zich in allerlei gissingen sommigen zeggen, dat het wagentje gediend heeft om het lijk te ver voeren, anderen, dat de vrouw een kinder meid was en dat er ook nog een zuigeling vermist wordt. Intusschen is er nog niets zeker bekend. De graanlossers aan de dokken hebben het werk gestaakt, omdat eenige geschillen die zij aan het oordeel van een scheidsge recht hadden onderworpen, volgens hun mee ning niet rechtvaardig waren beslecht. De secretaris van de nationale unie der zeelie den verwachtdat de volgende week een hevige strijd zal uitbreken met den bond der scheepsreeders. Hij klaagt er overdat de

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 2