BUITENLAND.
Belüie.
Frankrijk.
Spanje.
Portugal.
Duitschland.
Italië.
BINNENLAND."
ook niet te donker of reeds zwart zijndit
is een teeken dat het erg gesmeerd is om
het malsch te maken, wat het door het looien
niet geworden wasdaarbij komt nog dat
het vele vet het gewicht der huid verhoogt.
Als zich op de vleeschzijde eener ruudsch-
heid of van andere dikke ledersoorten gele
vlekken vertoonen, kan men daaruit gerust
besluiten dat de looiing onvoldoende is ge
weest, daar deze vlekken voor den dag komen
door het blancheeren, doordat de niet geheel
doorlooide gele kern doorschijnt.
't Is zeer aan te raden bij het bezichtigen
en uitkiezen van ruDdschleder de huid open
te slaanomdat op den rug de meeste
gaten voorkomen van insectendie veel
schade doen. Verder moet men goed onder
zoeken of er geen dunne plaatsen aan zijn.
't Gebeurt dikwijls dat de sneden er uit
geschaafd zijn, maar ook menigmaal worden
ze eenvoudig toegesmeerd, wat bij overleder
nog al gemakkelijk gaat.
Ook aan de nerfzijde moet men goed de
aandacht wijden om te zien of ze soms be
schadigd is; hierop moet voornamelijk gelet
worden als de nerf naar buiten komt. De
kleinste nerffouten, die men bij grauw leder
niet telt, worden goed zichtbaar, zoodra het
leder gezwart is. Als de nerf hier of daar
los of als afgeschaafd er uitziet, is 't moge
lijk dat de huid afkomstig is van een ge
storven beest; dat zulk leder van heel minne
qualiteit is, spreekt van zelfs. Wil men
zich nog verder van goede looiing overtuigen
dan make men een insnijding op den rug
de snede moet dan glanzend en van don
kerbruine kleur zijn zonder gele streep in
het midden.
Eene hoofdzaak bij den inkoop is het
verder op goede gesteldheid te letten; bij
onpassende, lomp zware huiden zoowel als
bij platte, vindt men geen rekening. De.
huid mag niet te veel afval hebben en op het
plat niet te dik zijn; de hals moet zoo straf
zijn, dat hij kan gebruikt worden voor ach
terstukken kaplaarzen. Eeu mooie huid mag
geen te lange klauwen hebben 't voordee-
ligst is huiden te koopen, waarvan de koppen
zijn afgesneden.
Het meest gevraagd zijn raoederhuiden
daar stierehuiden niet zoo glad en mooi en
meer poreus zijn. Groote oude koehuiden zijn
voordeelig in het verwerken als zij niet te
slap zijn, maar "'tis niet goed mogelijk er
gezette laarzen van te maken omdat het
leder te taai is, terwijl het schoeisel er van
ook harder wordt dan dat van jonge huiden.
Omtrent rundschlederdat ter vervanging
van kalfsleder met de vleeschzijde naar buiten
verwerkt wordt, en in Duitschland algemeen
bekend is onder den ïaam van „Raupen'',
valt het volgende op te merken: stierehuiden
of huiden van oude beesten zijn voor dit
doel niet geschiktomdat zij te grof zijn
op de vleeschzijde.
Behalve inlandsche runderhuiden gebruikt
men daarvoor ook Java's, Dacca's, Calcutta's
enz. enzwild, in één woord.
Inlandsch overleder is zachter dan wild
maar over 't geheel niet zoo fijn en daarom
ook in het dragen beter. Voor den schoen
maker hebben de verschillende benamingen
van wildleder geen belanghoofdzaak voor
hem blijft, dat het voor zijn doel geschikt
is. Wil men deze soorten gebruiken voor
hielen enz., omdat misschien het te verwer-
kene kalfsleder te veel voorstukken oplevert,
dan doet men het best 2e qualiteit te nemen.
Moeten er heele laarzen, bottienen of kransen
uit gemaakt worden, dan is le qualiteit het
voordeeligst, De wichten van 5-6 Ya kilo's
zullen altijd het best zijn voor ieutynd, die
zwaar werk fabriceert, van 37g-4 Ys kilo's
voor hem, die licht, fijn werk vervaardigt.
Bij wild zie men nog toe, dat de huiden
goed beleerd zijn in den hals't gebeurt
heel dikwijls dat de fijnste wildhuiden in
den nek zoo dun zijn als papier; ze kunnen
dan wel dienen voor zadelmakers- maar niet
voor schoenmakers werk.
Verder is bij de fijne wildhuiden de nerf
over 't algemeen nogal veel beschadigd
huiden, waarbij dit het geval is, zuilen nooit
deugdzaam in het dragen blijkendaar het
leder op de beschadigde plekken spoedig
zal breken. Moeten gezette laarzen of bot
tienen uit wild gemaakt worden, dan mag
de nerf niet te fijn zijn, want wild leder
met fijnen nerf laat zich moeilijk zetten, en
gebeurt dit machinaal, dan lijdt het te veel.
Nu hebben wij nog het vetleder. Die
vetleder moet koopen zie toe dat de nerf
niet beschadigd zij, wat nog al gemakkelijk
door den looier kan bedekt worden. Dikwijls
komt het voor dat vetleder bovenmatig met
traan gesmeerd is. Goed vetleder moet
eene fijnen goed opgekrispelden natuurlijken
nerf hebben, goed doorlooid en matig met
traan gesmeerd zijn.
Den 2 7en November zond een bankier te
Londen aan een zijner correspondenten te
Amsterdam 408 schuldbrieven der Egypti
sche „Daira Sanieh" leening, te zamen ver
tegenwoordigende eene waarde van 22,000
of 550,000 trs. De verzending geschiedde
over DoverOstendeAntwerpen, en te Ant
werpen bij het overbrengen der post in den
naar Nederland bestemden trein was het
pakket met zijn kostbaren inhoud verdwenen.
De diefstal moet uitgevoerd zijn tusschen
Ostende en Antwerpen, want de geleibrieven
en het aantal paketten (18) stemde bij de
overdracht te Ostende nog overeen, terwijl
bij de aankomst te Antwerpen nog slechts
17 pakketten zich bevonden in de met een
hangslot gesloten bewaarplaats voor stukken
met aangegeven waarde.
Te Antwerpen was het hangslot ongeschon
den, maar dit bewijst niets; voor de interna
tionale kunstenaars in het vak, die postdief-
stallen als deze plegen, levert een hangslot
geen bezwaren op. Dit bleek o. a. ook drie
jaar geleden, toen tusschen Ostende en Brussel
eene soortgelijke poging tot diefstal onder
nomen werd en slechts door een toeval
grootendeels mislukte. Onderweg waren de
dieven, niemand weet hoe, in den
waggon geklommen, voorzien van eene dieven
lantaarn, welke echter door een toeval ge
broken scheen te zijn, zoodat zij zich met
achtereen aansteken van lucifers moesten
behelpen. Inmiddels was er veel kostbare tijd
verloren gegaan en duidde het fluiten der
locomotief aan, dat de trein een belangrijk
station naderde. In de halve duisternis en in
der haast namen de dieven den zak weg, die
voor de hand lag, gelukkig dien voor Rus
land bestemd, welke juist zeer weinig waarde
inhield, en de gauwdieven verlieten den trein.
Bij de aankomst was het hangslot volkomen
ongeschonden, en toch was de aanwezigheid
der gauwdieven in den waggon onwederl eg-
baar bewezen door het verdwijnen van den
voor Rusland bestemden zak, maar vooral
door de tallooze afgebrande lucifers op den
vloer van den waggon.
Het lijdt geen twijfel of ook de diefstal
van den 28 November is wederom door leden
van de internationale gauwdievenbende ge
pleegd, welke in spoorwegdiefstallen reeds
herhaaldelijk zulke treffende blijken van vaar
digheid heeft getoond. Zijn ^ij Engelschen,
en met hun buit, wat waarschijnlijk is, weder
op Engelsch grondgebied, dan zal den afzen
der weinig anders overblijven dan om met
de gauwdieven te onderhandelen over den
billijksten prijs, waarvoor hij weder in het
bezit van zijn vroeger eigendom zal kunnen
komen.
Volgens berichten uit Zanzibar is de in
vloed der Arabieren in Oeganda geheel ver
nietigd. De Fransche zendelingen domineeren
M wan ga, die de Engelsche protestanten fel
bestrijdt. De laatstgemelden steunden eenen
machtigen inlandschen stam tegen Mwanga.
Baron de Courcel, gewezen Fransch
gezant te Berlijn, is dezer dagen op zijn villa
te Athis Mons (Seine), door een bende zeer
brutale dieven bestolen.
De dieven kwamen 's nachts over een terras
in zijn tuin, druklen verscheidene ruiten der
benedenvensters in en drongen zoo het huis
binnen waar zij een aantal zilveren voor
werpen, kunstig bewerkte wapenen en andere
kostbaarheden stalen. Toen de baron, door
het gedruisch opmerkzaam gemaakt, naar
beneden wilde gaan, bevond hij dat de dieven
veiligheidshalve zijn slaapkamerdeur van buiten
gesloten hadden. Eerst na verloop van eenigen
tijd werd hij door bedienden, die op zijn
roepen en bellen kwamen toeschieten, bevrijd.
Het bleek toen, dat de dieven behalve de
genoemde kostbaarheden ook een aanzienlijke
som gelds, welke baron de Courcel den vori-
gen dag uit Parijs had medegebracht, gestolen
hadden.
De politie heeft eene groep werklieden,
die voor het koninklijk paleis was bijeenge
komen om werk te vragen aan de koningin
regentes, uiteengedreven. Verder is er niets
bijzonders voorgevallen.
In officieele tijdingen worden de van En
gelsche zijde medegedeelde berichten tegen
gesproken, dat de Portugeezen de agenten
der Engelsche maatschappij in Moshanaland
aangevallen hebben. Het zijn integendeel de
Engelschen, die de Portugeesche etablissemen
ten aangevallen en verscheidene Portugeezen
gevangen genomen hebben. Er worden po
gingen aangewend om aan de Zuidafrikaan-
sche maatschappij weerstand te bieden.
Het Reichsgericht bevestigde onlangs dit
vonnis in hoogste ressort.
Acht jaren geleden werd, bij het behandelen
van een dergelijk proces, het zitten blijven
bij het Hoch roepen van den keizer wel hoogst
ongepast, maar niet strafbaar verklaard. Maar
in Duitschland schijnen de begrippen in dit
opzicht steeds strenger te worden. Wie weet
of het niet weldra majesteitsschennis zal we
zen, als men bij het Hoch roepen niet verrukt
genoeg gekeken heeft. In Oostenrijk is al
eens iemand om iets dergelijks hij had
den keizer te strak aangekeken veroordeeld.
Een schoenmaker te Breslau is wegens
majesteitsschennis tot twee maanden gevan
genis veroordeeld, omdat hij, bij een gele
genheid toen er Hoch! geroepen werd voor
den keizer, niet van zijn stoel was opgestaan.
De radicale afgevaardigde Cavalottide
ontembare tegenstander van Crispi, heeft
dezer dagen, om den minister zoo scherp
mogelijk tegen het koninklijk huis over te
stellen, bekend gemaakt, dat hij in het bezit
is van een vóór eenige jaren door Crispi aan
hem geschreven brief, waarin hij zeide dat
hij sedert twintig jaren het dwangbuis van
het huis van Savooie gedragen heeft. Cavalotti
voegde er bij, dat hij, zoo noodig, dien brief
zal openbaar maken en voor een ieder ter
inzage stellen.
Het blad Capitan Fracassa heeft hierop
met Cavalotti aangebonden. Het verklaarde
daf zoodanige brief nooit door Ciispi ge
schreven is en het noemde Cavalotti herhaal
delijk een leugenaar. Deze heeft nu den
hoofdreducteur van het blad, tot een twee
gevecht uitgedaagd.
Opgemerkt moet hierbij worden, dat Cava
lotti, hoe ook aangemaand om den brief te
toonen, tot nu toe daaraan niet heeft voldaan.
Op het eiland Sicilië heeft in den afge*
loopen zomer een vreeselijke misdaad plaats
gehad. Den 27en Juli werd in de provincie
Palermo, bij het dorpje Monte-Maggiore, het
verminkte lijk van een zesjarigen knaap ge
vonden. Men verdacht een Zigeunertroep
welke aldaar gezworven had, van het kind
vermoord te hebben.Een nauwkeurig onderzoek
heeft thans op ontzettende wijze dat ver
moeden bevestigd. De Zigeuners hebben
thans bekend, het kind als een offer aan de
geesten, waaraan zij gelooven, een langzamen
marteldood te hebben doen sterven, teneinde
de openbaring te verkrijgen van de plaats
van een verborgen schat. Acht leden van
den troep, waaronder vier vrouwen, woonden
met hunne kinderen den moord bij.
WAALWIJK, 10 Dec. 1890.
Openbare vergadering van den gemeente
raad, Donderdag 11 dezer, namiddags 6 uur,
belegd tot
1. Benoemingen.
Voorstel van B. en W. omtrent de
verpachting van hetmarktgeld in 1891.
Omtrent de drukwerken der kamer v.
koophandel.
Ontwerp besluit tot aankoop van een
perceeltje land.
Ingekomen stukken.
Politieverordening.
Het ijsvermaak is hier in vollen gang.
Nadat Zondag en Maandag de Galgewiel
nog het hoofd vereenigingspunt der liefheb
bers was, waren gisteren door de goede zor
gen van het bestuur der Waalwijksche IJs
club in den Buitenpolder banen afgebakend
waarop zich den ganschen dag eene groote
menigte volks in het heerlijke winterweder
met schaatsenrijden verlustigde.
Voortdurend heerschte de beste orde en
van ongelukken hebben wij niet het minste
vernomen.
Wij herinneren bij deze heeren leden der
IJsclub, dat het lidmaatschap loopt van
November tot November, en niet tot I Ja
nuari, zooals sommigen schijnen te meenen.
Het nieuwe jaar is dus ingegaan 1 Nov.
j.I. en sinds dien datum is de contributie
verschuldigd.
De directeur van het kabinet des ko-
nings heeft volgenden brief ontvangen van
hare majesteit de koningin-weduwe, regentes
van het koninkrijk
's Gravenhage, den 6den December 1890.
Ik verzoek U hoog WelGeboren aan allen,
die in de laatste dagen zulke hartelijke blij
ken gaven van deelneming en rouw, bij den
harden slag, die mijne beminde dochter en mij
heeft getroffen, daarvoor mijn oprechten dank
te betuigen.
Het is mij ondoenlijk, zooals ik zoude
wenschen, aan een ieder afzonderlijk, de ver
zekering te doen geven hoezeer ik erken
telijk ben voor de hulde, van alle zijden aan
de nagedachtenis van mijn betreurden ge
maal gebracht.
Toch heb ik behoefte het uit te spreken
bij de groote droefheid over mijn geleden
verlies, hoe een gevoel van innige dank
baarheid mij vervult, bij de herinnering aan
de bewijzen van liefde en eerbied door het
Nederlandsche volk gebracht aan de lijkbaar
van den ontslapen koning.
De overtuiging, dat hel geheele Vaderland
deelt in den rouw van mijne dochter en
mijgeeft mij troost en steun voor het te
genwoordige hoop en vertrouwen voor de
toekomst.
EMMA."
Tegen de verwachting waren de kalf-
2.
3.
4.
5.
6.
koeien sedert de vorige noteering in de
Langstraat weder zeer willig, en werd voor
prima qualiteit weder 275 en 300 besteed.
Ook het slachtvee is williger en geldt thans
70 a 72 ct. Zoowel Hollandsche als Belgi
sche kooplieden komen weder druk af.
De aanbesteding van het maken van
de grondwerken, de kunstwerken, het leggen
en verschuiven van sporen en wissels en het
verrichten van eenige andere werkenten
behoeve van het stations emplacement te
's Hertogenbosch, door de maatschappij tot
exploitatie van Staatsspoorwegen, voor reke
ning van den staat, is bepaald op 30 Dec.
as. Het werk is geraamd op 6ü5,000.
Te Willemstad is een 22jarig jongeling
uit Dinteloord onder het ijs van de rivier de
Mark verdronken.
Uit Andel wordt van 7 December
gemeld
Gisterenavond is, door de duisternis mis
leid, in de nabijheid van de watermachine in
het water geraakt en verdronken de heer H.
herkomstig uit Rotterdam.
In den Onstwedder-Mussel bij TerApel
zijn bij het herdelven op een meter diepte
onder de veenlaag een paar horens gevonden,
die te oordeelen naar de ontzaglijke grootte,
zeker eenmaal den kop van een kolossus
onder de gehoornde dieren versierd hebben.
De beenderen die de beide horens aan el
kander verbonden, zijn minder goed gecon
serveerd. De horens hebben de lengte van
8i centimeter, terwijl de grootste omtrek 50
centimer bedraagt, zoodat men mag beslui
ten dat de geheele breedte van den gehoorn-
den kruin meer dan een vadem zal geweest
zijn.
Zaterdag nacht is in eene beruchte
buurt te Breda een moordaanslag op de pu
blieke straat gepleegd. Het slachtoffer, ze
kere v. V., hoewel nog levende, verkeert
nochtans in hopeloozen toestand. De dader,
zekere v. D., werd in hechtenis genomen.
Beiden zijn ongehuwd en minnenijd
schijnt de aanleiding tot de misdaad te zijn
geweest.
Maandagochtend kon de trein van 6.41
niet van Eindhoven vertrekkendaar door
ontsporing van een goederentrein nabij het
station de weg versperd was. Vele ochtend
reizigers (handelaars) werden daardoor zeer
teleurgesteld.
Op eene hofstede in het Halstersch-
Laag, nabij Bergeuopzoom, hadden de ge
broeders Kooien, teneinde hunne slaapka
mers te verwarmen, bij het naar bed gaan
een pot met brandende houtskool daarin ge
plaatst. De beide mannen zijn ingeslapen om
niet meer te ontwaken. Den volgenden mor
gen werd de jongste dood in bed gevonden,
terwijl de oudste in bedenkelijken toestand
verkeerde en kort daarop insgelijks is over
leden.
Uit Oude Tonge wordt gemeld
Maandag 11. ;s hier een drama afgespeeld,
dat hoogst waarschijnlijk een menschenleven
zal kosten.
Een jongeling zat in een koffiehuis gemoe
delijk te redeneeren. Terwijl hij daar zat,
kwam er een beruchte voorvechter binnen
maakte vertering en weigerde te betalen.
Dit ging zoover, dat hij eerst den zoon en
daarna de vrouw des huizes mishandelde.
Hierop riep de vrouw de hulp van genoemden
jongeling in, om haar te ontzetten en tevens
den geweldenaar uit de deur te zetten, wat
ook geschiedde.
Deze laatste wekte zijn broeder, die thuis
reeds te bed lag, en wapende zich met stee-
nen in een doek, om daarmede te kunnen
slaan, terwijl de ander een mes nam. Zoo
gingen zij te zamen de herberg binnen en
wierpen zich op genoemden persoon. De een
sloeg den jongeling met de steenen op het
hoofd en de ander bracht hem met zijn mes
een steek in den onderbuik toe, zoodat de
jongeling bewusteloos op den grond viel en
de getuigen niet anders dachten, dan dat de
dood onmiddellijk zou volgen. Hierop ver
trokken de geweldenaars zonder een woord
te spreken, even alsof er niets was gebeurd.
Volgens de verklaring van den dokter ver
keert de gekwetste in levensgevaar.
De daders zijn nog niet in hechtenis ge
nomen.
In den trein, die te vijf uur uit Rot
terdam naar Arnhem vertrekt, had Zaterdag
avond een jonge dame, zekere A. F., uit
Arnhem, plaats genomen, die te Gorinchem
den conducteur verzocht, bij haar in den
coupé plaats te nemen, wijl zij zich zeer on
wel gevoelde, aan welk verzoek door den
conducteur werd voldaan.
Reeds eenige malen had zij het hoofd bui
ten net portierraampje gestoken, daar zij nei
ging tot braken gevoelde, toen dit even voor
bij Hemmen-Doodewaard weer willende doen
plotseling het portier opensprong, en de dame
uit den waggon stortte. Na eerst het sein
tot stoppen gegeven te hebben, sprong de
moedige conducteur uit den nog in volle
vaart zijnden trein, aan welk heldhaftig ge
drag de dame haar leven te danken heeft,
daar juist uit de richting Arnhem een trein
op de rails aankwam, waartusschen de dame
gevallen was. De conducteur, het gevaar in
zijn geheelen omvang overziende, riep een
wissel wachter van wachtpost 12 nog toe rood
licht te maken, om zoodoende den trein uit
Arnhem te doen stoppen, waaraan deze ech-
I
I I-
ÏV