Nummer 8, Zondag 25 Januari 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. antoon tielen, Be Goudsmid im Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. UITGEVER: "Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Wiiiilwijksflit' en LangsMsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00. Franco per post door het gekeele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Zoo heeft de berg dan waarlijk weer een muisje gebaard De betooging ten gunste van algemeen stemrecht, die Dinsdag in Belgie's hoofdstad moest plaats vinden en dan ook heelt plaats gevonden en die de regeering had beschouwd als een voorlooper van de revolutie zelve misschien, getuigen de om vangrijke voorzorgsmaatregelen, is kalm en rustig verloopen. „Trop de bruit pour une omelette" hebben tal van bladen geschreven toen de regeering al wat wapenen droeg, te hulp riep en genoemde organen gelukkig gelijk gehad. Om vier uur begon de stoet zich te for- meeren, ruim vijf uur ging men op weg en om tien minuten vóór half zeven was men aar. het stadhuis, waar de burgemeester Buis, omringd door een aantal liberale afgevaar digden, de petitie in ontvangst nam, bedoe lend de herziening te verhaasten van die artikelen in de grondwet, welke op de ver kiezing slaan. Aangedrongen wordt op uit breiding van het kiesrecht, dat bij de nu vigeerende wet slechts aan 133,000 van de 1,700,000 meerderjarige mannelijke burgers recht tot stemming toekent. Om half zeven was alles afgeloopen, nadat den betoogers of liever hun gedelegeerden nog een hart onder den riem was gestoken door den bur gemeester in zijn hoedanigheid van lid der kamer en door Janson, den bekenden liberalen afgevaardigde. „Leve de herzieningriep de menigte en de manifestatie, die de regeeringsmannen had doen beven en sidderen op hun zetels, behoorde tot de geschiedenis; de kalme rust van een guren winteravond keerde weer in Brussel, dat geen bloedbaden, geen moord en doodslag heelt te zien ge kregen op dezen gedenkwaardigen 20e van Louwmand. 't Mooiste van de zaak is, dat beide par tijen zich de overwinning of liever de eer geven als zoo'r. betooging ordelijk afloopt. Zoo kunnen dan nu ook de regeeringsbladen schrijven de manifestatie is op niets uitge- loopen, dank zij den krachtigen voorzorgs maatregelen, terwijl de bladen der oppositie met even gerust geweten neerschrijven de manifestatie is voortreffelijk geslaagd en in geen geweldplegingen ontaard, ondanks de overdreven maatregelen der regeering. 't Is maar hoe men de zaken neemt. Of het machtsvertoon van grenadiers en karabaniers moest dienen om den goeden luiden schrik aan te jagen, dan wel of de règeering eens wilde toonen welke gevaarlijke elementen zij die herzieningsmannen nu wel acht Wij zouden geen afdoend antwoord kunnen geven, maar wel heeft minister Beer- naert over de oproeping onder de wapenen van 25000 man geintergelleerd gezegd, dat dit diende om de waardigheid en de vrijheid der kamer te beschermen. Een quaestie, een echt „oude quaestie" heeft veel kans om spoedig opgelost te wor den en wel die betreffende de zoogenaamde „Sperrgelder," de fondsen indertijd van de priesters ingehouden. Die 16 millioen wil de Duitsche regeering nu ter beschikking stellen van de betreffende diocesen, die er naar gelieve cn naar recht mee kunnen handelen en Windthorst en zijn vrienden zijn danig in hun schik, dat is nu eens een douceurtje, waarop zij naar hun zeggen wel alle recht hadden, n:aar waarop zij toch niet al te vast hadden durven rekenen. „Voor wat, hoort wat," denken de centrummannen en daarom wil de kleine Exellenlievan Meppen, zooals men Windthorst wel eens noemt, nu alles doenwat in zijn vermogen is om de regeering ter wille te zijn bij het sluiten van een handels verdrag met Oostenrijk-Hongarije. Dat is nu eens de ware dankbaarheid en beide parijen varen er we) bij Parnell zit nu weer goed en wel ïn Lon den om bij de hervatting der werkzaamheden door het parlement aanwezig te zijn en hij heeft ook aan zijn partij een oproeping gestuurd, de aandacht der heeren vragend I. 2 Bij den //Stock im Eisen.' Zoover ik mij kan herinneren, heb ik nooit andere liefde ondervondendan die welke de welwillendheid van vreeraden mij bewees; ik heb geen te huis, en heb mijn ouders nooit gekend ik weet zelfs niet waar ik geboren ben. Ik moet u dit zeggen, want niet ieder neemt gaarne een vondeling op, maar ik duld van niemand, dat hij mij om mijn ongeluk met spot en verachting bejegent. Bedenk daarom, meester, of het voor u en voor mij goed is, dat gij mij een onderko men aanbiedt, ik kan ook naar de herberg gaan. Wie den jongen man te voren had gezien, hoe de kunstenaarstrots hem had bezield, die zou hem in dezen oogenblik nauwelijks hebben herkend en toch was het een dergelijke trots, die hem deze woorden ingaf. Gundacker wist wel, dat in vele streken het toenmaals nog zoo ruwe volks bijgeloof meende, dat het ongeluk aanbracht een vondeling bij zich op te nemen, zoowel aan dezen als aan zijne weldoeners; gelijk men ook aan vele oevers geloofdedat men zich in acht nemen moest voor iemand, dien men uit het water had gered. Max Gundacker had bovendien goudgele, blinkende haren, en daar hij tot dusverre steeds in zuidelijke landen had vertoefd, waar deze kleur van haar slechts zelden wordt aangetroffen, had hij moeten ondervinden dat velen hem aldaar evenzeer als een *van God geteekende" hadden beschouwd, gelijk in de Noordelijke streken nog tegenwoordig dikwijls het geval is met rood- harigen. Dit zijne woorden kon men derhalve opmaken, dat hij harde en bittere ondervindingen had op gedaan, dat hij zich aan niemands welwillendheid wilde opdringen, maar ook te trotsch was om welwillendheid aan te nemen van de zoodanigen, die hem daarmee misschien een aalmoes dachten te geven, dat eigenlijk tegen hunne gevoelens streed en hun zelfoverwinning kostte. Indien ik mij in mijn oordeel over u niet bedrieg, hernam Èockel met warmte, en indien voor de hoogst belangrijke onderwerpen, die aan de orde komen. De meeste heeren zullen de Parnell-zaak wel de belangrijkste aangelegenheid van het oogenblik noemen en Parnell zelf wellicht ook wel Als opgejaagd wild worden de nihilisten door de Russische regeering vervolgd, door dik en door dun zit men hen op de hielen kan men er niet in slagen hen op het grond gebied der bevriende mogendheden te pak ken te nemen, dan wacht men zijn, kansen maar at in niet bevriende landstreken. Men spant er dan de andere mogendheden of lie ver haar vertegenwoordigers maar voor. Zoo nu in Bulgarije, waar de gezanten van Oos tenrijk en Duitschland door Rusland belast zijn nota's van gelijken zin te overhandigen aan de regeering van het vorstendom, de aandacht dier regeering vestigend op de aan wezigheid in Bulgarije van vele Russische vluchtelingen, die in Rusland wegens deel neming aan misdadige ondernemingen en aanslagen veroordeeld zijn. Bulgarije schijnt te denken „Ruslands vijanden zijn mijn vrienden," want de regee ring van het czarenrijk legt den Bulgaren ten laste, dat zij veel te vriendelijk zijn te genover die boosdoeners, zij krijgen goede betrekkingen en zijn daardoor in de gele genheid hun tegen de orde en het gezag ge richte aanslagen voort te zetten 15 dergelijke begunstigden noemt de regeering bij name. Die arme Bulgaren Zou 't ook een stok zijn, door Rusland voor den dag gehaald, om den hond te slaan, dien men een flink pak ransel zoo van harte zou gunnen Zwitserland heett 't vroeger reeds meer malen te kwaad gehad met de hooge oomes van Europa, omdat 't zijn gastvrijheid uit strekte tot dezulken, die 't hooge ongenoe gen van bedoelde oomes hadden opgewekt en die, op Zwitserschen bodem gearriveerd, een langen neus maakten tegen hunne ver volgers; daar waren zij schotvrij. Bij dergelijke agitaties komen doorgaans rare dingetjes te berde, getuige de indertijd zoo opzienba rende zaak-Wohlgemut, waarbij Bismarck, die dan al heel aardig met agents-provecateurs wist te werken, de rol vervulde van den rid der van de droevige figuur. Rusland schijnt er in Bulgarije ook van die betaalde ophit sers op na te houden en de Buigaarsche re geering heeft zich haar definitief antwoord nog voorbehouden „nimmer zal in Bulgarije het smeden van complotten tegen de veilig heid van andere staten geduld worden, een onderzoek zal worden ingesteld en dan zal naar recht en billijkheid worden gehandeld." Men ziet dat de Bulgaren ook weten, dat zij menschen zijn en als zoodanig voor den machtigen Rus niet in hun schelp behoeven te kruipen, 't Schijnt dat Rusland zelf veel Buigaarsche nihilisten in dienst heeft en dus eigenlijk maar beter deed zich koest te hou den in plaats van namen en toestanden open baar te maken, die eenvoudig niet in die mate bestaan. t-irn De regeering wil dns naar recht en billijk heid handelen, maar uit het veld slaan laat zij zich niethet recht van den sterkste laat zij in deze niet gelden 't Is in de nieuwe republiek Brazilië ook geen couleur de rose, de constituante voor de grondwetsherziening heeft 't te kwaad met de voorloopige regeering en deze, die weinig schijnt te kunnen velen trekt zich dat aan twee ministers willen er van door gaan, maar de president der republiek wil van hun heen gaan niets weten. het u bij mij even goed bevalt als gij mij thans bevalt, dan zult gij bij mij een te huis vinden, en ik zal een zoon aangewonnen hebben. De Weener ziet alleen op liet hart, en zit dat bij u op de rechte plaats, dan zal niemand u vragen, waar uwe wieg heeft gestaan. Daarop reikte de meester aan Gundacker de hand, en de jongeling sloeg met blijdschap toe. Ik zocht werk zie hijen ik vind, zoo God wileen te huis. Silviani heeft altijd gezegd dat hij het er voor hield dat ik een Duitscher was. Ik beloof u te zullen eeren en gehoorzamen. Mijn werk zult gij beoordeelen als gij het gezien hebt,. Dit antwoord beviel Bockel zeer. Had luj ook aanvankelijk den jongen man voor geen rechten werkman gehouden, nad hem ook diens opstui vende drift aanstoot gegeven, en eerst de aanbe veling van Silviani hem overtuigd, dat hij een zeldzame werkkracht voor zijne zaak had gevon den thans begon hij te gevoelen, dat het ook een rechtschapen mensch was, dien hij in zijn huis bracht, een mensch, wien tot dusverre een huise lijke haard had ontbroken, en die hem daarom voor de hartelijke ontvangt dubbel dankbaar zou zijn. Het was'hem alsof hij een goed werk deed en alsof hij er trotsch op mocht zijn, dat zulk een werkman liera had gezocht. Hij verheugde zich reeds over de verrassing, die hij zijne vrouw en zijn zonen bereidde. Zijne vrouw liad altijd geklaagd over de ruwheid of aanmatiging van werklieden, die werkelijk eenig talent bezaten en daarom meende dat zij meev waren dan an deren. De jonge man dacht Bockel zou haar zeker bevallen, en welke oogen zouden zij niet openzetten als zij hoorden, dat dit de vervaar diger was van den leeuw van San Marco op de wapenrusting van Cornaro. Meester Bockel had zich dan ook niet bedrogen. Hij had Gundacker eerst een kamer aangewezen, waar deze zich wasschen en van kleederen ver wisselen kon, eer hij hem naar liet woonvertrek bracht. Allen meenden dat vader schertste: het was veeleer een voorname gast uit den vreemde, dien hij hun als zijn nieuw aangekomen helper voorstelde. Max zag er ook in zijn Venetiaansche kleeding zoo deftig en keurig uit, als de zoon van een edelman ct van een patriciër; in houding en manieren geleek hij een volmaakt cavalier. Vrouw Emerentia Bockel kon er daarom eerst Minister Constans heeft den prefecten een instructie gezonden, hoe zij met de gelden moeten handelen, welke door de kamer zijn toegestaan ter voorziening in de behoeften der armen. Alle prefects zullen een zekere som gelds ontvangen, evenredig aan de grootte der bevolking, welke gelden onmiddellijk aan maar volstrekt niet toe komen hem als een knecht te beschouwen, want haar man sprak Max immers niet aan met jij" zooals anders tusschen meester en knechts gebruikelijk was. De bruinoogige Louise, de vijftien jarige dochter van het echtpaar schudde het hoofd evenals hare eenige jaren oudere broeders Leopold en Jozef, en toen men na het avondmaal Max uitnoodigde van zijn reizen en lotgevallen te verhalen, toen kwam luj allen eerst recht als de held uit een sprookje voor, zoo won derbaar was hetgeen hij beleefd had. Van de geheele familie Bockel was niemand verder in de wereld geweest dan tot Presburg of Muncben; alleen de vader had gereisd. Het merk waardigste wat deze had gezien, was zooals hij dikwijls had verteld de prachtige dogen- stad, Venetie geweest; daar had hij Turken, Ar meniërs, Grieken, ook menschen uit Albionja zelfs zwarte menschen ontmoet, Maar deze jonge man, die toch zeer goed Duitsch sprak, verhaalde thans hoe hij onder de Turken geleefd, te btam- boul de pracht van den grooten heer gezien, in Azie de kunst geleerd had Damascener klingen te smeden, kunstige sloten en sieraden te vervaar digen en edelgesteenten te zetten hoe hij daarna op een Genueesch schip een lange zeereis gedaan had, en door den storm op de Zuid-Italiaansche kust geworpen, dit land was doorgetrokken en te Rome, Florence en Milaan had gewerkt, tot hij aan Venetie was gekomen, llax verhaalde verder hoe hij als goudsmidsgezel roet Florentijnen tegen roofzieke edelen had gevochten, vertelde dat te Venetie handwerkslieden en kooplieden krijgs oefeningen hielden, en nog voor weinige jaren een langen, moeilijken strijd tegen de lurken gevoerd hadden om Candia, en dat overal in Italië de kunstleerling even goed het zwaard leerde handteeren als de edelman en de soldaat. Bockel had aan de zijnen een wenk gegeven, zoodat niemand naar de afkomst van den jonge ling vroeg, hoe nieuwsgierig ieder ook was om te vernemen waarom nij, of als Duitscher reeds zoo jong naar verre landen was gegaan, of waar hij anders de Duitsche taal zoo goed had geleerd. Mb ar hij moest uit zijn ransel voorwerpen halen, die hij vervaardigd had; hij had gezegd, dat luj het goud- en zilverdraad werk van een Genuees had geleerd en dat men thans ir. Italië een nieuwe methode om goud met ijzer te verwerken, waar door men zelis da fijnste teekeningen in ciseleer werk op stalen pantsers en wapenrustingen kon aanbrengen. De Venetiaansche en Milaneesche voortbreng selen waren sedert lang de modellen geweest voor de wapensmeden. Wat versieringen en hardheid van staal betrof, niemand verstond het zoo goed als de Italianen, de lichtst mogelijke en toch ste vige en buigzame geschubde pantsers en stalen harnassen, kunstig ingelegde versiersels te ver vaardigen, alsook kleinoodiën aan ridderketens, sieraden en helmen en in het algemeen alle kunst- werk sierlijk en smaakvol te bewerken. In Italië bloeide dan ook de hoogeschool der kunst, daar hadden de grootste meesters der wereld in schil der- en beeldhouwkunst geleefd, gewerkt en ge leerd- daar had de beroemde kunstenaar Benve- nuto' Cellini niet alleen standbeelden iu brons gegoten- niet alleen de bevalligste, verrukkelijkste voorwerpen in goud, zilver en edelgesteenten tot versiering van vorstelijke tafelsvorstelijke per sonen geleverd, maar ook kunstvolle wapenen en prachtige wapenrustingen. De kunstzin en het schoonheidsgevoel waren daar meer ontwikkeld en meer algemeen verspreid dan zelfs in Frankrijk, waar prachtlievende en verkwistende vorsten een rijke markt voor het debiet van kunstvportbreng- sêlen hadden in het leven geroepen. De beide zonen van Bockel arbeidden in de werkplaats huns vaders; meester Bockel was in Weenen de wapensmid, die de klandizie der rijkste en aanzienlijkste cavaliers bezat, en die wellicht de eenige was, die ook de kunst van het goud- smidswerk grondig geleerd had, maarzulk als Gundacker hun thans voorlegde, hadden de zonen nog nimmer gezien. Zelfs Bockel moest bekennen, dat men in zijn tijd in Italië het ciseleeren nog niet tot zulk een volkomenheid had gebracht. De meeste bewon dering verwekte een dolk, op welks lemmer in gouden lijnen de strijd van Theseus met den Minotaurus was afgebeeld; vervolgens een klein ki9tje hetzelfde waarin Gundacker zijn aanbe velingsbrief had bewaard. Dit was op kunstige wijze van goud en zilver draad gewevendat in zijne kronkelingen een krans van bloemen vertoonde, een weefsel zoo fijn en natuurlijk, alsof de natuur het had voort gebracht; daarenboven was in een der bloemen het slot dat door een veer werd geopend, zoo kunstig verborgen, dat men er uitwendig niets van kon zien (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1