Nummer 12, Zondag 8 Februari 1891. 14e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Bekendmaking. ANTOON TIELBN, FEUILLETON. Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. Yj 5^ scle en Langstraatsche Oonrant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Franco per posi door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Burgemeester en wethouders van Waal wijk Gelet op art. 28 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad 72) en op het besluit van den Heer commissaris des konings in de provincie Noordbrabant van den 8sten Jan. 1891, A. no. 7, (prov. bijblad no. 1 Brengen ter openbare kennis, dat de loting der Nationale Militie voor de lichting van dit jaar zal plaats hebben te Waalwijk, den 26 Februari a.s., des voormiddags ten 11 urezullende de trekking voor de militieplichtigen, welke niet opkomen of wier vader moeder of voogd mede niet tegenwoordig zijn, door den bur gemeester of het lid van den raad, dat bij de loting tegenwoordig is, geschieden. Waalwijk 1 Febr. 1891. Burgemeester en Wethou ders voornoemd. HERZIENING DER KIEZERSLIJSTEN. De voorzitter van den gemeenteraad v.Waalwijk; Gezien art. 7 al. 2 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad no 37), zooals dat is gewijzigd bij art. VII der additioneele artikelen van de grond wet, Noodigt de mannelijke inwoners der gemeente uit om 1. Zoo zij in eene andere gemeente over het laatstverloopen dienstjaar (derhalve over 1889-90 in de personeele belasting, ter zake van hunne woning naar eene hoogere huurwaarde dan die, welke volgens art I litt. a en b. van de wet van 24 April 1843 (Stbl. no 24) aanspraak geelt op vermindering tot een derde gedeelte der belasting naar de drie eerste grondslagen, ot' zoo zij in de grondbelasting in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zaraen over het dienstjaar 1890 tot een bedrag van ten minste tien gulden zijn aangeslagen daarvan door overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór den lön Febr. e.k., ter secretarie te doen blijken; 2. Zoo zij, hoofden van gezinnen of alleen wo nende personen zijnde, van den inwonenden eige naar of eersten huurder van een woonhuis of afgezonderd gedeelte van een woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de personeele belasting ten DE GEBROKEN KETEN. Dan dwaalt gij zeer, fluisterde Eleonora met een uitdrukking van gewicht en geheimzinnig heid op het gelaat, ik zal u iets in vertrouwen zaggen wat niemand mag weten, ik heb het zeer toevallig uit een gesprek van mijn vader met graaf Waldstein, den bevelhebber van de helle baardiers bij de lijfwacht, vernomen. Dell. Vader te Rome heelt een prijs van tien duizend thaler gesteld op het hoofd van den Chevalier Frans Borri uit Milaan, omdat deze boeken zou geschre ven hebben, waarin zelfs het bestaan van God wordt geloochend. Borri is ook zylk een hek senmeester; men heeft hem in Moravie gegrepen toen hij uit Denemarken naar Constantinopel wilde, en in boeien geslagen. De keizer heeft echter heimelijk bevel gegeven hem naar Wee- nen te brengen, hij wil hem zien en spreken. Maria kruiste zich. Om Jezus wil, riep zij, wat wil hij van dien mensch De keizer heeft een sterke neiging voor bo vennatuurlijke wetenschappen, maar ik vermoed, dat hij hier nog iets bijzonders op het oog heeft Men verhaalt dat deze goudmakers ook uit de sterren de toekomst lezen, en door geestbezwe ringen geheimen ontdekken kunnen. De keizer vertrouwt de Hongaren niet, zij hebben iets ver dachts in den zin mijn vader wilde daarom eerst niet toestaan, dat ik u zou bezoeken, toen hij hoorde, dat de magnaten hier waren, en toen hij eindelijk toegaf, beval hij dat ik mij van hen op een afstand moest houden. Kunt gij nu raden welke gedachte mij is ingevallen, toen ik de ke ten aan den hals van den vreemdeling zag Neen, stotterde Maria en in hare trekken spiegelde zich ontsteltenis bij de onverwachte wenaing, die de mededeelingen van Eleor.ora hadden genomen. Gij gelooft toch niet, dat het met dien Borri iets te maken heeft? Neen, maar wel met een ander. De gevan- minste op het dubbele is (en dus tenminste op f56) gesteld van het laagste in deze gemeente voor oen vollen aanslag vereischte bedrag, sedert den 15 Mei jl. een gedeelte in huur hebben en bewonenwaarvoor geen afzonderlijke aanslag in de personeele belasting geschiedt, waarvan de belastbare huurwaarde van het woonhuis of af gezonderd gedeelte van het woonhuis geschat het sub a van art. der gewijzigde kieswet bedoelde bedrag van den vollen aanslag (alzoo voor Waal wijk f28) bereikt, en zoo zij alzoo krachtens al. c. van art. I der gewijzigde kieswet aanspraak meener. te mogen maken om op de kiezerslijsten te worden geplaatst, daarvan aangifte te doen ter secretarie vóór den *15n Febr. e. k. 3. Zoo zij als medeeigenaars van onroerend goed, krachtens art. 7 al. 4 der gewijzigde kieswet bovengenoemd aanspraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijsten daarvan eveneens vóór den lön Febr. e. k. ter secretarie aangifte te doen. De aangiften bedoeld onder 2 en 3 moeten ge daan worden volgens het bij kon. besluit van 23 November 1887 (Staatsblad no 211) daarvoor vast gestelde modelde modellen A en B zijn van lieden af ter secretarie der gemeente kosteloos verkrijgbaar. Waalwijk, 4 Februari 1891. De voorzitter voornoemd. De burgemeester der gemeente Waalwijk brengt ter algemeene kennis, (lat overeenkomstig art. '15 der wet op de grondbelasting van 26 Mei 1870 (Staatsblad no 82) ter secretarie der gemeente van af heden gedurende dertig dagen ter inzage liggen opgaven bedoeld bij artt. 15, 23 en 43 der aan gehaalde wet. Waalwijk, 5 Februari '91. De burgemeester voornoemd. De berichten in de Belgische bladen over de gebeurtenissen met het garnizoen te Brus sel, zijn wel in staat om den meest verstokten lezer kippenvel op het lijf te jagen. Een opstandzou in de grenadierskazerne zijn uitgebroken en veertig manschappen zouden de deur van hun chacot ingetrapt en brand in de onderofficieren chambrée gesticht heb ben, waarop de gendarmen waren komen opdagen en vijf der grootste belhamels in de gevangenis hadden gestopt. Dit was ongeveer genneming van Borri is immers een geheim. Maar de buitengewone bekwaamheid, die de vreemde ling toonde, zijn geheele voorkomen, dat geen gewoon handwerksman verraadt, doen mij ver moeden dat hij een kweekeling van een goud maker is, die slechts verkleed binnensluipt om de geheimen van de gasten uws vaders uit te vorschen. Dan zou hij een gemeen spion zijn. Foei, Eleonora, uw argwaan steekt mij aan, en dat is leelijk van u. Nu heb ik het vertrouwen verlo ren, en het is uw schuld als onze verdenkiug hem onrecht (loet. Voorzichtigheid is nooit kwaad, en wij be hoeven onzen argwaan immers aan niemand mede te deelen, Waarmee zoudt ge hem onrecht doen? Hij behoeft toch nooit te vernemen wat gij van hem denkt, en dit zal hem ook wel onverschil lig zijn. Het gelaat van Maria werd rood. Neen, riep zij, met een hartstochtelijkheid, die plotseling scheen te ontwaken, gij vergeet dat er sprake is van gasten m'.jns vaders. Indien zij heimelijk iets kwaads tegen den keizer in hun schild voe ren, dan schenden zij de gastvrijheid, en die mijn vader daaivoor de oogen opende, zou hem een waren dienst bewijzen, hij behoeft het verachte lijke ambt van spion niet uit te oefenen. Wie vertrouwt een spion? Wie verzekert, dat een spion dengene eerlijk dient, door wien hij betaald wordt? Indien ik van den vreemdeling kon ver moeden, dat hij een spion was, liet ik hem van het slot jagen eer hij mijn vader gezien heeft. Spion is een leelijk woord, hernam Eleonora, blijkbaar geërgerd. Indien ik bij voorbeeld hier iets verbodens zag of merkte, zou ik het mijn vader raeedeelen, maar ik was daarom nog geen spion Gij houdt niet van de Hongaren, daarom koestert gij argwaan. Onder hen zijn misschien edeler en ridderlijker mannen, dan onder de gunstelingen van den keizer. Eleonora had een scherp antwoord op de lippen, en de beide vriendinnen waren op het punt in een ernstigen woordenstrijd te geraken, toen het geluid van naderende voetstappen en stemmen het gesprek stoorde. Nabij de plaats, waar zij zich bevonden, liep achter dicht struikgewas een de quintessens van de roerende verhalen, die thans blijken niet weinig overdreven te zijn geweest. Om te beginnen waren er hoogstens maar tien manschappen in de cachotten opgesloten. In een daarvan bevonden zich drie grena diers, die zich nogal wanordelijk aanstelden, de ruiten van hun tijdelijke verblijfplaats in sloegen en trachtten hun stroozakken in brand te steken. Om verdere onheilen te voorkomen werden deze lastige heeren naar de ge/an- genis overgebracht. Men ziet dus, dat het evenveel of liever evenweinig van een militair oproer heeft als een zomerkoeltje van een najaarsstorm. Vier van de zes afdeelingen der Belgische kamer hebben, wijl de leden der rechter- en linkerzijde het niet over eene schikking kon den eens worden, Janson's voorstel tot invoering van het algemeen stemrecht ver worpen. Wat is waarheid moeten wij alweer vragen. Vrede en kalmte heerschen alomme, zeggen de officieuse mededeelingen uit de hoofdstad van Portugal en voegen de heeren, die voor de verbreiding van dat heugelijke nieuws over gansch den aardbodem zorg dragen, er bij als wij enkele voor name gebouwen met soldaatjes bezet houden, dan is dat maar voor de leus, een soort machtsvertoon. Over het verschil tusschen zuivere en of- ficieele of officieuse waarheden, hebben wij vroeger reeds meermalen gesproken. Ook nu springt er een aanmerkelijk verschil in het oog tusschen de lezing, die de regeering geeft en die, welke uit particuliere bron komt. Zoo zou b.v. het aantal dooden en gekwet sten niet 9 en 48 maar respectievelijk 50 en 200 bedragen en ook zou de positie van de regeering alles behalve benijdenswaardig zijn, zoo door bedreiging van buiten door de republikeinsche stroomingen als door ver deeldheid in de kamer tusschen de liberalen en de conservatieven Onder de opstandelingen moeten 20 sergeants zijn geweest en de troepen moeten 24000 schoten op de insur- genten gelost hebben. nader pad naar het slot over een steenachtigen grond, waardoor de meisjes de voetstappen konden hooren van hendie op dat pad liepen, terwijl haar eigene schreden op den zachten bemosten grond niet te vernemen waren. Hoor, fluisterde Eleonora, dat is de stem van den heer von Lessenyden secretaris van den palatijn. Die man is toch mede ter jacht gereden, hoe komt hij nu hier? De jonge meisjes iuisterden zonder oogmerk om de geheimen van den heer von Lesseny af te luisteren, geschiedde dit onwillekeurig, daar zij zich stil hielden om niet door hem bemerkt te worden. Zoo werd Mariazonder dat zij dit verwachtteen zonder dat het haar in het eerst duidelijk was, op de proef gesteld, of het haar werkelijk ernst was, dat liet luisteren onder alle omstandigheden zoo verwerpelijk en verachtelijk moest genoemd worden. Reeds de eerste woorden, die zij duidelijk kon verstaan, deden haar schrik ken, maar tevens gevoelde zij, dat zij zich thans moest verbergen en Lesseny niet mocht laten vermoeden, dat zij in de nabijheid was en zijne woorden beluisterd had ja zij moest trachten meer te vernemen. De weg, langs welken de Lessenny met zijn metgezel wandelde, kruiste liet gebaande pad, waarop zich de beide meisjes bevonden, in hare onmiddellijke nabijheid bij een steenen bank, en zonder dat door de vriendinnen een woord ge wisseld of eenige afspraak gemaakt was, slopen beiden zacht in het dichte struikgewas om zich daar te verbergen, Ilare nieuwsgierigheid was niet alleen verklaar baar, maar ook gerechtvaardigd. Lesseny noemde den naam van Eleonora's vader. Men moet vorst Lobkowitz een wenk geven, zei hij, dat de onderhandelingen van den Pala tijn met den grootvizier reeds haar beslag ge kregen hebben, de keizer zal ten slotte om aes lieven vredes wil toegeven en de geheele samen zwering valt in het waterde aanzienlijke hee ren verstaan zich met elkander en wij moeten liet boeten, dat wij tot de nutteloos geworden uitrustingen hebben aangespoord. Het moet tot een openlijke breuk, tot een oorlog komen of wij zijn verloren. Ik vrees, antwoordde de makker van Les lie parnellisten en patriotten in de Iersche partij mogen 't dan al eens worden, de liberalen onder Gladstone bijten zoo hard niet toe, al wil de grand old man zich dan ook niet onverzoenlijk toonen en al wil hij gaarne het bewijs leveren, dat hij weet te geven en te nemen. Parnell moet weg en zal weg, men geeft hem gaarne alle eer waar hij die verdient, maar aan zijn aanblijven als politiek leider is geen denken. Nu loopt het gerucht, dat hij geen meeting meer zal leiden voor 't oogenblik, maar evenmin zin heeft naar het land van den dollar te reizen. In het lagerhuis ging het Woensdag leven dig toe. Gladstone vroeg nl. de 2e lezing van een bill volgens welke ook katholieken benoemd kunnen worden tot lord-kanselier van Groot-Brittanie en eveneens tot vice- koning van Ierland. Lang en breed werd er over geredekaveld. Gladstone wilde de re geering schaakmat zetten of liever trachten verdeeldheid te zaaien onder de unionisten, maar de minister van financien liet zich niet vangen, hij gaf zijn verwondering te kennen dat Gladstone gedurende zijn premierschap dat zaakje niet geregeld heeft en hoewel hij de katholieke beste, brave menschen noemde, achtte hij het toch ongemotiveerd omdat de openbare meening er niet op aandringt. Met 256 tegen 223 stemmen werd Glad stone's bill grafwaarts gedragen. Het onsiag van Graaf Waldersee als chef van den generalen staf doet ook velen in Duitschland, die anders met hun jeugdigen en voortvarenden keizer wel zijn ingenomen, bedenkelijk het hoofd schudden. Naar het schijnt dus schrijft de bekende Berlijnsche berichtgever der N. Rott. C.t. is het aan geen twijfel meer onderhevig, of graaf Waldersee is als chef van den genera len staf even volslagen gevallen, als inder tijd Von Bismark, en wel door dezelfde oor zaak, namelijk omdat Waldersee als militair vakman nu en dan kundiger wilde zijn dan de keizer en daardoor met Z. M. in een diep ingrijpend verschil van meening geraakte. De doorslag echter moet gegeven zijn door de omstandigheid, dat graaf Waldersee senny, dat de vorst hem meer vertrouwt dan ons; het is gevaarlijk groote heeren bij huns gelijken verdacht te maken. Wij zouden hem bewijzen van de samenzwering moeten leveren, en Jaar mede brengen wij de zaak des vaderlands in ge vaar wie staat er voor in, dat de keizer niet daarmee zal antwoorden, dat hij de aanvoerders laat gevangen nemen De vorst mag de tijding eerst ontvangen, wanneer de Palatijn en die hem vergezellen weer op Hongaarschen bodem zijn, en daar laat zich niemand gevangen nemen. Gravin Wesselenyi is op onze hand, zij wil geen verzoening en zal er voor zorgen, dat de onderhandelingen bij de eerste gelegenheid worden afgebroken, zoodra zich slechts een eenigszins geschikt voorwendsel aanbiedt. En dit moeten wij trachten te vinden. Het is voldoende de lichtgeraaktheid der edelen door het een of ander op te wekken. Vorst Lob kowitz is door den Liechtensteiner tegen mor gen avond uitgenoodigd en heeft die uitnoodiging aangenomen. Indien men kon bewerken, dat hij niet kwam, dat de boodschap zijner verhindering niet op het slot Liechtenstein werd bezorgd en de Hongaren het; alzoo vergeefs verwachtten, zou dit wellicht reeds genoegzaam zijn om hun toorn op te wekken. Strooit men daarbij dan nog een gerucht uit, zooals b.v. dat Montecuculi op het paleis geroepen is, dat er beraadslagingen met hem hebben plaats gehad, dan heeft ae argwaan voedsel genoeg om in heldere vlammen op te flikkeren. Ik ge'.oof, dat gij mij daar een gevaarlijk waagstuk opdraagt, was het antwoord van den man, met wien Lenssenny sprakik moet den vorst overhalen de uitnoodiging voor morgen avond af te zeggen en den brief van kennisge ving onderscheppen. Dat is niet moeieiijk, maar indien het ontdekt wordt, laat graaf Zriny mij in de boeien slaan, Ik sta er voor in, dat u geen haar zal ge krenkt worden. Maak dat de vorst niet komt, dat hij u tot zijn bode kiest en geef mij den brief, dan rust de verantwoording op mij. Meer konden de jonge meisjes niet verstaau, maar wat zij gehoord hadden, was genoeg om haar in de hoogste opgewondenheid te brengen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1