Nummer 14,
Zondag 15 Februari 1891.
14e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Bekendmaking.
vaa
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Burgemeester en wethouders van Waal
wijk
maken bekend, dat de staat, houdende namen
van kinderen boven de 6 en beneden de 12
jaren, welke zich op 1 Januari van het loo-
pende jaar in de gemeente bevonden, doch
niet voorkomen op de lijsten der hoofden
van de alhier aanwezige scholen, ter secre
tarie der gemeente ter lezing is gelegd.
Waalwijk 14 Febr. 1891.
Burgemeester en Wethou
ders voornoemd.
Door de sluiting van een overeenkomst
tusschen Frankrijk, Portugal en den Congo-
staat is nu het werk der Brusselsche confe
rentie geëindigd. Die laatste overeenkomst,
betrekking hebbend op de aan de Westkust
van Afrika te heffen douane-rechten, is Maan
dag te Brussel geteekend.
Met een compromis tusschen de beide
fractien der Iersche partij schijnt 't bepaald
weer mis te zijn Parnell blijft, als ware hij
niet reeds door de verkiezing van Kilkenny
gevonnist en dus blijft Mac Carthy niets
anders over, dan in de bijeenkomst van heden
de patriotten met de mislukking der onder
handelingen in kennis te stellen en hun tevens
den loop der onderhandelingen mede te
deelen.
Dank zij der obstructie-politiek der liberaal
radicalen van Tessino, het bekende of eigen
lijk beruchte Zwitsersche kanton, zal er van
de grondwetsherziening voorloopig nog wel
niets komen. Aan de beraadslagingen nemen
de liberalen niet deel en dus zou de grondwet
een partijwet worden.
In Italië gaat alles voor 't oogenblik kalm
en rustigals ware er geen zoo belangrijke
Advertentiën 17 regelt J 0,60 daarboven 8 cent per re^eJ
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van
Adolf Steinek, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
III.
DE ARABISCHE HENGST.
Mijn vader is de eerste raadsman van den
keizer, zeide zij. ik kan liet niet aanhooren, dat
men er aan twijfelt of hij iets anders dan een
eervollen raad zou kunnen geven.
Bravo, riep vorst Liechtenstein, ik verwacht
van het ridderlijk karakter, dat zij de vriendin
van mijne dochter niet zullen beleedigen.
Gravin Lobkowitz heb ik inderdaad geheel
over het hoofd gezien, zei gravin Wesselenyi
bits. Maar wij zullen immers morgen de eer
hebben den minister zeiven te zien en tehooren.
Indien onze vrees hem onrecht gedaan heeft, dan
doen wij boete in zak en asch.
Mijn vader is veel te galant om op zulk
een aanzienlijke dame boos te knnnen zijn, ant
woordde Eleonora. Overigens heb ik een brief
van hem ontvangen. Hij beveelt een jongen goud
werker, dien meester Bockel zendt, aan uwe wel
willendheid aan, graaf Zriny.
Komt Bockel niet zelf? vroeg de graaf, ik
heb om hem gezonden.
Neen, het toeval heeft gewild, dat ons, mijne
vriendin en mij, lieden op onze wandeling de
bediende ontmoette. Hij heelt ons een bewijs van
zijn bekwaamheid, gegeven.
Indien ik den wapensmid, die het waagt,
als ik hem laat roepen, een bedier.de te zenden,
op Hongunr.-cln-n bodem had, antwoordde Zriny,
dan liet ik hein met het oor aan de slotpoort
spijkerenLiechtenstein, laat den knaap, dien
hij zendt, roet de hondenzweep zijn loon betalen!
Die knaap heeft geen schuld, hernam de
vorst; maar stel zijn kunst op de proef, en indien
hij die niet verstaat, jaag hem dan weg.
- Zonderlinge zeden, bromden Zriny, terwiil
hij met de hand langs zijn baard streek, de
meester zendt een knaap, en de edelman moet
afwachten of de stumper iets verstaat I lk bedank
er voorl Doe mijnenthalve met hem wat gij
wilt, ik wil hem niet zien.
persoons-verwisseling voorgekomen. Bezuini
gingen is het wachtwoord, zelfs op de tracte-
menten der ministers zal worden bezuinigd
en wel in die mate dat zij op f 10000 zullen
komen, waardoor men 45060 francs bespaart.
Erg veel zal dat nu wel niet helpen waar
men staat tegenover deficitten van millioenen,
maar alle beetjes helpen en dan is die korting
ook een bewijs van de goede bedoelingen
van de heeren. Openbare werken marine
en leger zullen 't meest moeten inbinden om
uitgaven en ontvangsten te doen kloppen
eveneens zal men de uitgaven voor bezittin
gen aan de Roode zee, de zoogenaamde ko
loniën, tot een minimum trachten te reduceeren
en de annexatieplannen tot nader en gunsti
ger gelegenheid in portefeuille houden. Met
Frankrijk zal men trachten op een minder
gespannen voet te komen en het oude kies
systeem zal weder worden ingevoerd.
Dit ongeveer is het programma van Rudini,
die ook tegenover het Vaticaan een minder
uitdagende houding zal aannemen zonder
evenwel zoete broodjes te gaan bakken.
Te Sofia moet door de politie eene samen
zwering zijn ontdekt tegen het leven van
vorst Ferdinand en diens ministers. Een
Bulgaar, een Serviër en een Macedoniër
een ware macédoine dus van nationaliteiten!
moeten bij de zaak zijn betrokken. Russen
en Montenegrijnen zullen er ook nog wel
bij zijn.
Vorst Thiali's heerschappij hij heeft met
ijzeren vuist ons zijn macht doen gevoelen
is voor ditmaal alweer uit dit hopen we
tenminste, en nauw doen zachtere luchtstroo-
mingen haar weldadigen invloed gevoelen
op de in boeien gelegde stroomen, waaro
ver Thialf zijn killen adem had doen gaan
nauw leven mensch en dier weer een weinig
op in het vooruitzicht van het met zoo vurig
verhingen verbeide voorjaarnauw waaien
er zachtere winden, die men met een weinig
verbeeldingskracht als de voorboden van het
lentegetij kan beschouwen, of ook in de ge
moederen van vorsten en grooten ontwaakt
1111 1 1 i.g
Alle duivels 1 klonk het van het venster,
waar Tokoly door een getier op het slotplein
heengeiokt was, de stalknechts brengen den Emir
buiten 1 Wat slaat die hengst achteruit dat
was een sprong 1 Ik moet het toch nog eens met
den knol beproeven.
Hebt gij bevolen den Emir buiten de bren
gen vroeg Liechtenstein opstaande en naar
het venster tredende. Dat beest heeft mij gisteren
een stalknecht lam geslagen.
Ik heb niets bevolen. Maar wat zie ik? Wil
die knaap daar misschien den Emir berijden
Dat zal een grap geven Kom eens hier, Zriny, die
knaap daar op het plein ziet er waarachtig uit,
ulsol' hij het wilde beproeven, en de stalknechts
gunnen hem dat Lij den hals breekt.
Het gezelschap trad naar het venster. Tokoly
had zich niet bedrogen. Max Gundacker had
aan de slotpoort verzocht binnengelaten en bij den
vorst aangediend te worden.
Men had hem geeegd dat hij moest wachten
tot na den maaltijdde knechts hadden hem ge
vraagd naar zijn verlangen, en liet hoold geschud
toen hij zeidat hij een wapensmid was. Hij
had daarop een blik geworpen in de open stal
len en daar een paard opgemerktdat van de
andere verwijderd en aan een ketting stond. Dat
verdraagt geen Arabisch paardhad hij gezegd,
terwijl Iiij met bewondering het edele dier had
beschouwddat maakt hem koppig en boos
aardig.
Wat weet gij daarvan? spotten de knechts.
Meer dan gij, was het antwoord want gij
behandelt het paard verkeerd.
De knechts Jachten. Wij hebben wel hon
derd Arabische paarden bereden en getemd
deze knol i- betooverdhem kan niemand be
rijden.
Ümdat gij hem kwaadwillig maakt, zei
Max; het eene woord haalde het andere uit, de
tegenspraak wekte bij de knechts den lust op
om deu vermeenden pochhans te straffen. Zij
maakten den hengst los en brachten hem buiten
den stalhet edele ros wilde zich losrukken, het
steigerde, sprong en sloeg, dat het witte schuim
uit zijn bek in het rond spatte.
Laat het paard los, riep Max, ik zal het zelf
wel halenMax had sedert langen tijd niet meer
te paard gereden en ook in lang zulk een edel
dier niet gezien. Hij brandde van verlangen om
de reislust weder.
't Lijkt aan 't eind der 19e eeuw wel een
manie te worden reizend en trekkend wordt
de wereldgeschiedenis gemaakt, men zou kun
nen zeggen dat de gemakkelijke communi
catie-middelen van onze dagen in dienst
worden gesteld van de politiek.
Dat zelfs de prins van Coburg, Ferdinand
van Bulgarije, de reislust in zich heeft voe
len ontwaken, vernamen wij dezer dagen,
maar nader wordt gemeld, dat niet alleen
Constantinopel het doel van zijn reis zou zijn
maar ook de hoofdsteden van Duitschland
en Oostenrijk. Erg verrukt zou men te Ber
lijn en te Weenen over die visite niet zijn, als
de prins te minste de hoven met een officieel
bezoek zou willen vereeren.
Zelfs koning Alexander van Servie zou
voornemens zijn reeds in de lente een reisje
te gaan maken naar Petersburg, Weenen en
Berlijn om zijn machtige „neefs," die 't niet
alleen in aanzien maar ook in leeftijd en
ondervinding verre van hem winnen, met
een bezoek te vereeren.
En de machtige Shah van Perzie kan 't
in zijn rijk ook al niet meer uithouden, een
nieuwe reis naar Europa heeft hij reeds ont
worpen en zelfs zou hij even willen over
wippen naar de Indiën en Amerika.
Welke van die groote plannen verwezen
lijkt zullen worden, en welke plannen zullen
blijven, is moeielijk te zeggen, de tijd zal 't
leeren.
In Soedan zal men nu ook weer aan den
slag raken tegen morgen is een aanval op
Tokar voorbereid 1500 man infanterie met
4 kanonnen en een escadron cavalerie zullen
den aanval ten uitvoer brengen. De Engelsche
legermacht neemt slechts als kleine minder
heid deel aan deze campagne.
Ook de te Brussel tehuis behoorende man
schappen der beideonlangs opgeroepen
■L_L 1 A-, 1
aan de stalknechts te toonendat slechts hunne
verkeerde behandeling den hengst zoo onhan
delbaar maakte; hij had in zijn vroegste jeugd
reeds paarden van het zuiverste ras bereden.
Wat gebeurt daar? riep vorst Liechten
stein uit het geopende venster naar beneden
wie heeft u verlof gegeven het paard uit den stal
te halen
Een stalmeester bracht den vorst op de hoog
te. Wie zijt gij? riep de vorst, toen Max zich
vertoonde.
Max Gundacker, bediende van meester
Bockel uit Weenen.
Laat den schoft zich den hals breken, zeide
Zriny met een ruwen lach, dan behoeven wij
hem geen teerpenning op reis te geven.
Brengt het paard naar den stal terug, ge
bood de vorst. En gij, riep hij Max toe, ga
heen van waar gij gekomen zijt, pochers kan ik
niet gebruiken; en gij hadt verdiend, dat ik u
die les had laten geven.
Doorluchtige heer, antwoordde Max, ik heb
alleen gezegd, dat het paard verkeerd behandeld
werd, en dat is de waarheidnoem mij vrij een
pocher als ik ongelijk heb.
Laat hem zijn gang gaan, verzocht gravin
Wesselenyi. Het is een flinke knaap, maar
een klein lesje kan hem geen kwaad.
Als gij den //Emir* berijdt, riep de graaf
Zriny, geef ik u honderd goudguldens, maar als
hij u af werpt, zullen wij u met de honden van
het slot laten jagen.
Uw geld begeer ik niet, antwoordde Max,
wien het bloed in het aangezicht steeg; werpt de
hengst mij «f, dan zal ik mijne schande dragen;
maar berijd ik hem, dan zult gij bekennen, dat
gij mij onrecht hebt gedaan.
Een stoute knaap, antwoordde Tokoly, hij
moge vallen of niet, maar niemand zal hem leed
doen.
Dat zal niemand, riep Liechtenstein op vas
ten toon. Beproef dan uw geluk, knaap, gij
hebt het gewild.
De dames drongen, niet minder nieuwsgierig
dan de edelen, naar de vensters; Eleonora Lob
kowitz trok ook Maria derwaarts. Het gelaat van
Eleonora gloeide van opgewondenheid en ver
wachting. Zij had er op dezen oogenblik alles
voor willen geven, dat Max de Hongaren be
schaamde, maar zij hield dit nauwelijks voor
lichtingen hebben thans een maand verlof
gekregen. Gelijk men zich herinneren zal,
werd dat verlof uitgesteld wegens oproerige
bewegingen onder de manschappen, omdat
het niet vroeg genoeg naar hun zin kwam.
De algemeene raad der werklieden
partij richtte een schrijven tot de bisschoppen,
hen uitnoodigende zich niet te verzetten
tegen eene herziening der grondwet.
De mijnwerkers van de kolenmijn in
Leval-Trahegnies (centrum) hebben het werk
gestaakt en eischen loonsverhooging, vermin
dering van het aantal werkuren en vermin
derde prijzen der steenkolen voor het eigen
gebruik van hen, die per dag het meeste
steenkolen uithakken. De werkstakers, ten
getale van 300, gedragen zich kalm. De
mijnwerkers uit Houssu hebben gezegd het
voorbeeld van Leval - Frahegnies te zullen
volgen.
Een „redding" als de in Bogaets ge
dicht bezongene, maar met omgekeerde rol
len, werd onlangs te Antwerpen volbracht
Aan het Vlaarasche Hoofd zou juist de over
zetboot afvaren, toen men hoorde, dat een
man overboord gevallen was, tusschen de
boot en de aanlegplaats. De jonge Vereecken,
zoon van een melkboer uit Zwijndrecht, liet
zich onmiddellijk naar beneden zakken in
het water; het gelukte hem, met behulp van
den stuurman en een matroos, den man te
redden, en toen hij den drenkeling behou
den aan wal had gebracht, herkende hij, tot
zijn verbazing en groote vreugde, in dien
man zijn eigen vader.
De Abbé Brettes, verbonden aan de Notre-
Dams, een zeer bekend prediker, heeft den
stoot gegeven tot eene nieuwe partij. Deze
partij erkent den republikeinschen staatsvorm
doch zal onder geestelijke leiding invloed
trachten te verwerven en dan in kamer en
senaat ijveren voor de verandering der schooi-
wetten en de besluiten, beperkende den ar-
mogelijk dit schijnbaar zwak gebouwde jong-
mensch kon niet meer van de rijkunst verstaan
dan de ridders. Hij had vermoedelijk, aange
prikkeld door plagerijen van de knechts, een
weinig gesnoefden nu dreigde hem daarvoor
schimp en schande. Eleonora gevoelde echter
ook dat de overmoed der Hongaren slechts daarom
zoo boosaardig naar een ruw vermaak greep, om
daardoor duidelijk in het oog te doen vallen
hoe weinig bij hen de bovengemelde aaanbeveling
van den vorst Lobkowitz goldzij had thans
een voorwendsel Om den meaedinger van meester
Bockel te honen.
Maria dacht anders. In haar streed de deel
neming voor den jongen man met de gedachte,
dat hij als spion hare belangstelling niet waard
was.
De opmerking van gravin Wesselenyi, dat het
een flinke knaap was. had haar het bloed naar
de wangen gejaagd; zij zag, hoe de blikken der
gravin welgevallig op Max rustten, en een gevoel
van afkeer maakte zich van haar meester; het
liefst zou zij heengegaan zijn, om het schouwspel
in 't geheel niet te zien, dat misschien daarmee
zou eindigen, dat men het bloedige lichaam van
den »flinken knaap* van het plein wegdroeg.
Het ruwe vermaak der Hongaren stuitte haar
evenzeer tegen de borst, als de lichtzinnigheid
van den jongen man, die om een ijdelen triomf
voor deze raenschen zijn leven op het spel zette.
Gundacker was intussehen de knechts gena
derd. die het snuivende, steigerende ros nauwelijks
houden konden hij maakte de kinketting los,
zoodüt de hengst zich bij den eersten sprong vau
toom en teugel kon bevrijden, in het volgende
oogenblik echter had hij zich reeds op den rug
van het paard geworpen. De hpngst schudde
zich, toen hij zich bevrijd gevoelae van het ge
bit, waarmee men hem bedwongen had, de knechts
stoven uit elkander, het dier deed, toen hij iemand
op zijn rug voelde, een sprong van wel tien
schreden ver, sloeg achteruit, steigerde om den
ruiter af te werpen maar dezebijna als met
hem aangegroeid, streelde met de hand den hals
van het dier, en scheen in zijn wilde sprongen
genoegen te vinden.
Wordt vervolgd.