Nummer 15, Donderdag 19 Februari 1891. 14e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
mg in nu uren
Se Goudsmid
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
I J Hl M. .UI'. UmLM-I I IIIM
De Echo van het Zuiden,
Wulf pscüe ra Laiigstraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regeJ
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steïner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Wij lezen in het Rotterdamsch Nieuwsblad
het volgende
Terwijl meer dan ooit de vraag aan de
orde is, in welk minimum van tijdsverloop
een infanterist opgeleid kan worden, verdient
een te Parijs verschenen brochure de aan
dacht te trekken, waarin betoogd wordt, dat
men in 50 uren, verdeeld over 10 dagen, dit
vraagstuk tot oplossing kan brengen. Wij ge-
looven geen onnut werk te verrichten, door
dit stelsel in korte trekken te ontvouwen.
Het gronddenkbeeld van de snel-dressuur
bestaat in de beperking der individueele op
leiding, en den spoedigen overgang tot de
gezamenlijke oefening onder vaste onderwij
zers. Verder in het over boord werpen van
al datgene, wat niet direct in den oorlog te
pns komt. De dagelijksche verdeeling der
oefening wordt in dit stelsel als volgt ge
regeld
's morgens van 7 tot 9 uur exerceeren.
„11 12i/s theorie.
's middags „1 „4 exerceeren.
Voor het instructie-bataljon, bestaande uit
ongeveer 600 rekruten, wordt van het regi
ment het volgend personeel voor de oefening
afgestaan
1 kapitein, 1 adjudant, 4 onderofficieren,
10 korporaals.
Op den eersten dag zijn de rekruten reeds
voorzien van de uitrusting, met het geweer
vooral de houding, de behandeling van het
geweer en de wendingen op de plaats, even
als het marcheeren, worden als voorbereiding
voor de oefening behandeld. De tweede dag
dient hoofdzakelijk om de rekruten in vier
klassen te verdeelen, de eerste categorie be
vat de beste, de meest ontwikkelde rekruten;
de tweede de goed ontwikkelde, de derde
de vrij goed ontwikkelden, terwijl de ach
terlijken de vierde cetegorie vormen.
Deze verdeeling is eene zaak van belang;
bij elke categorie worden als onderwijzers
III.
DE ARABISCHE HENGST.
De Hongaren stonden als geëlectriseerd. Had
ook niemand verwacht, dat de jonge man zelfs
op den rug van het paard zou komen, en indien
hem dat al gelukte, zich slechts weinige secon
den daar zou kunnen handhaven, want de hengst
had de beste ruiters algeworpen, thans erkende
men dat Max gelijk had gehad, dat het paard
verkeerd behandeld was.
Nu was immers de bek van den hengst vrij
van gebit en teugel, en zijne bewegingen waren
wel is waar woest en onstuimig, maar bij lange
na niet zoo heltig als anders; thans kwam heter
nog slechts op aan vast te zitten om op het
paard te blijven. De verrassing werd nu ver
vangen door nieuwsgierige gespannen belang
stelling of en hoe de vreemdeling het zou aan
leggen om dit paard zonder teugel te besturen.
Evenals men vroeger overmoedig en beleedigend
den vreemdeling bad bespot, erkende thans ie
dereen dat hij niet had gepochtmen verwachtte
nog grootcr verrassing, niemand twijfelde er
meer aan, dat hij, die dit ros bestegen had, het
ook zou weten te bedwingen.
De uitwendige voorrechten van een man komen
nooit beter tot hun recht dan in het beeld van
een schoonen ruiter, waar de rustige, zelfbewuste
kracht van den man de woestheid van het edele dier
beheerscht en het dwingt zich in al zijn schoon
heid te vertoonen. In zulk een beeld ligt de
poëzie der kracht en der ridderlijke kunst; een
schoon man boeit dan dubbel het oog der vrou
wen en dwingt ook de mannen tot achting en
bewondering. Hier was het een jongeling, die
het ontembare dier bereed, een mensch, van wien
men nauwelijks zou gedacht hebben dat hij rij
den kon, maar hij zat op het paard alsof hij er
op geboren was. Het was niet het beeld 'van
een centaurus, er lag als het ware een bevallige
vermetelheid in; alsof hij met den hengst speelde
liet Max hem zijn wil doen en het scheen alsof deze er
ingedeeld1 onderofficier en 4 korporaals,
welke dus te doen hebben met eenzelfde
soort van manschappen, waardoor het onder
richt zeer in de hand wordt gewerkt.
De kapitein geeft de noodige wenken aan
het kader, surveilleert het onderricht met
den adjudant, doch overigens bemoeien zich
de vaste instructeurs uilsluitend met hunne
rekruten.
Verder worden bij het onderricht de vol
gende beginselen toegepast:
Op de houding wordt van den aanvang af,
bijzonder gelet en ten strengste aangedron
gen op stilte in de gelederen.
Bij de behandeling en de lading van het
geweer, plaatst zich de sergeant voor liet
midden van de sectie een korporaal wordt
voor eiken vleugel opgesteld.
Alle bewegingen worden door de onder
wijzers voorgedaan, daarbij zoo weinig mo
gelijk geredeneerd en langwijlige explicaties
zorgvuldig vermeden.
De verschillende bewegingen worden eerst
in onderdeelen gesplitst, en met tusschen-
poozen uitgevoerd deze tusschenpoozen wor
den gaandeweg verminderd, zoodat al spoe
dig de volledige beweging achter elkander
wordt uitgevoerd.
Men blijft niet te lang bij dezelfde bewe
ging stilst-an, doch doorloopt zoo spoedig
mogelijk alle handgrepen, welke geleerd moe
ten worden.
De onderwijzer moet in den aanvang niet
te veel op de richting letten, doch daaren
tegen de zoogenaamde pas-gymnastique veel
vuldig doen beoefenen, en in de sectie in
front doen marcheerenzoodra de man
schappen leeren de passen even groot te
maken, zijn- zij van zelf gericht.
Reeds op den derden dag wordt bij het
einde der oefening de compagnieschool uit
gevoerd en na den vijlden dag wordt be
sloten met eenige bewegingen uit de batal-
jonsschool.
Op den vierden dag wordt met de voor
bereidende oefeningen voor het schieten aan-
zich in begon te schikken zulk een ruiter te
dragen.
De blonde lokken van den jongeling fladderden
in den wind, zijne wangen gloeiden, hij zag er
uit alsof hij op het paard behoorde, en geen an
der vermaak kende dan met hem te springen en
te jagen. Daar streelt hij hem weder en spreekt
hem eenige woorden toe. De hengst steekt de
ooren op en hinnikt. De deskundige heeren zien
hoe Max onmerkbaar zijn houding verandert, de
knieën vaster tegen de zijden van het paard
drukt. Het dier gaat over in den stap, als be
dwongen door den wil van den ruiter het wilde
wel doorslaan, maar het gehoorzaamt toch een
luid «hoera!" klinkt uit het slot van de muren;
nu ziet ieder, dat het ros zich aan dezen ruiter
heeft onderworpen. Max rijdt in den draf, in
galophij kan wel is waar zonder teugel het
paard niet doen wenden, maar toen hij den druk
in de z'.jden vermindert en fluit, houdt het paard
stil; hij springt er af, en de hengst laat zich
door hemstreelenen volgthem hinnekende naar den
stal.
Bij St. Ulrich, zei Nicolaas Zriny, die knaap
heeft ons beschaamd. Niemand van ons heeft er
aan gedacht, dat vele Turken hunne paarden
slechts met de knieën en woorden dresseeren en
dat de hengst het scherpe gebit niet kon verdra
gen. Indien de knaap geen blond haar had, zou
ik willen wedden, dat nij een Turk was, en den
knol in het Arabisch heeft aangesproken; maar
wellicht is hij Christenslaaf in Stamboul geweest
en ontsnapt.
Meester Bockel heeft daar een zonderlingen
knecht uitgekozen, merkte Nadasty op, die be
hoort eer in den stal dan in de werkplaats. Ik
ben er voor dat wij zijn kunst- op de proef stel
len; of zou Bockel vooruit gezien hebben, dat
wij geen knecht voor den meester aannemen
Als hij niets van zijn werk verstaat, dan heeft
men ons een schelmenstreek gespeeld.
Terwijl Maria in de algemeene bewondering
had gedeeld, en weggesleept door belangstelling
onder den invloed der verkregen indrukken ver
keerde, straalde de triomf uit de oogen van
Eleonora en de argwaan, die uit de woorden
van Nadasty sprak, deed haar ineenkrimpen als
ware zij door een adder gestoken. Graaf Na
dasty, riep zij, aan een schelmstuk zou mijn
vader geen deèl nemen, en ik heb u gezegd, dat
gevangen en tegen den tienden dag naar de
schijf geschoten.
Na den tienden dag zijn de soldaten zoo
veel gevorderd, dat zij in geaccidenteerd ter
rein kunnen worden geoefend. Zoo mogelijk
moet dit terrein niet te dicht bij de kazerne
gelegen zijn, waardoor tevens gelegenheid
bestaat militaire marschen te beoefenen, welke
langzamerhand worden uitgestrekt tot 40 S.
50 kilometer.
De ontwerper van dit stelsel geeft even
wel duidelijk te kennen, dat het niet in de
bedoeling ligt, de sneldressuur als algemeenen
regel voor de gewone rekruten toetepassen.
Daartegen is het een uitstekende methode
voor de rekruten van het territoriale leger,
of voor rekruten, die opgeroepen worden, om
bij de groote manoeuvres de legersterkte te
verhoogen, en dus in den korten tijd ter
voorbereiding, daartoe moeten worden ge
schikt gemaakt.
Mocht de legerwet bij ons worden inge
voerd, dan kan zeker dit, of een daarmede
overeenkomend, stelsel toepassing vinden voor
de rekruten, welke ook bij ons voor korten
tijd onder de wapenen zullen komen.
Vele beginselen zouden evenwel ook bij
de gewone africhting der rekruten te pas
kunnen^komen, als:
Vermindering der theorieën,
beperking der ellenlange explicatien,
opleiding door het voorbeeld te geven,
in den aanvang niet vergen, dat alles da
delijk begrepen wordt, doch vooruitstrevend
oefenen, waardoor de beginselen langzamer
hand vanzelve ingeprent worden,
zooveel mogelijk alles vermijden, wat in
den oorlog niet te pas komt.
In Belgie schijnt het aftreden van generaal
Pontus als minister van oorlog aanstaande
te wezen.
Ernstig verschil van gevoelen met den ko
ning over zekere leger-inrichtingen, gevoegd
bij eenige noodlottige verzuimen, dezer da-
hij den knecht heeft aanbevolen Egert het u,
dat hij uw spot heeft te schande gemaakt, bedenk
dan iéts anders, dat gij hem aanwrijven kunt,
gij vindt in geheel Hongarije geen goudwerker,
die hem evenaart in bekwaamheid.
En geen, die hem overtreft in moed, zei
Tokoly haar toeknikkende; indien hij mij wil
volgen, zou hem weldra de ridderketen versieren,
en ik geloot', dat het zwaard hem liever zal zijn
dan het schootsvel.
Max Gundacker werd in de zaal gebracht.
Eisch vóór alles een belooning, sprak vorst Liech
tenstein hem aan, men heeft u onrechtvaardig
beschimpt in mijn huis, dat wil ik goed maken.
Ik neem mijne woorden terug, zei Zriny,
terwijl hij den jongen man met welgevallen
aanzag; indien gij in mijn dienst wilt treden,
dan zal ik u in eere houden, anders betaal ik
den prijs dien ik beloofd heb.
Mij zijt gij ook welkom, riep Tokoly, wie
mijne banier volgt, kan eer vinden.
Ik dank de gestrenge heeren, hernam Max
met een buiging, ik heb mij met woord en hand
slag voor drie jaren bij meester Bockel verbon
den, en ik ben hier om de bevelen der heeren
te ontvangen.
Niets had ongunstiger voor Max kannen stem
men dan dit antwoord. Het werd toenmaals zelfs
door den minderen adel voor een groote eer ge
rekend een dienstaanbieding van een magnaat te
verkrijgen? Tokoly had reeds een toornigen blik
op Zriny geworpen, omdat deze hem voorkwam
en vreesde, dat Max aan den dienst van Zriny
boven den zijne de voorkeur zou geven; maar
dat de handswerksman elk aanbod zou afslaan
had niemand verwacht. Het gelaat van Zriny
werd purperrood, Tokoly zag Max met een
mengsel van verbazing en verachting aan. Na
dasty glimlachte spotachtig, als ol hij dit wel
had voorzien.
Een hondenziel kan men niet adelen, zei
Zriny, wie liever het schootsvel dan het wapen
van Zriny draagt, die is niet te helpen.
Gij hebt een edel ros bedwongenzei To
koly, en toch geen bloed in de aderen, gij laat u
liever vertrappen, dan dat gij u uit het stof
verheft.
Ook uit de blikken der dames sprak verba
zing, de belangstelling week voor minachting.
Ik heb altijd gehoord, hernam Max, wien
gen op militair gebied voorgekomen, zouden
aanleiding hebben gegeven tot het heengaan
van dezen minister, voor wien het uiterst
moeilijk zal zijn een opvolger te vinden.
Over het parlementaire gastmaal, dat Vrij
dagavond bij von Caprivi, Duitschlands rijks
kanselier, heeft plaats gevonden en waarbij
ook de keizer aanzat, kunnen de Duitsche
bladen nog maar niet zwijgen.
Iedereen weet wat te vertellen, maar de
belangrijkste feiten zijn wel 's keizers onge
nadige uitlatingen ten aanzien van Bismarck's
houding tegenover de regeering en 's vorsten
welwillendheid tegenover de vrijzinnigen, de
zoogenaamde „Reichsfeinde."
't Zijn dan ook twee belangrijke sympto
men, de aandacht der pers ten volle waar
dig 1
De obstructie-politiek der liberalen van het
Zwitsersche kanton Tessino zal wel vruchten
dragen en de heeren gaan er dan ook ge
trouw mee voorthet liberale kantonnale
comité, de liberale afgevaardigden van alle
districten en de liberale leden van der. groo-
ten raad en den staatsraad van Tessino zijn
in Bellinzona saamgeweest en hebben beslo
ten tot de bestrijding van het grondwetsher
zieningsplan, zooals de ultramontaansche con
stituante dat uitwerkt.
Inderdaad schijnt de Paus niet geneigd
wijziging te brengen in zijn welwillende hou
ding tegenover de republikeinsche regeering
van Frankrijk, welke welwillendheid hij, zoo
als men weet, ook zoekt over te brengen op
de Fransche geestelijkheid, tot ontzei ting van
enkele bestrijders der republiek, waaronder
bisschop Freppel.
Men schijnt Zaterdag in Italië tot de over
tuiging te zijn gekomen, dat het nieuwe
kabinetRudini bij nadere kennismaking
toch nog zoo kwaad niet is als 't zich bij
den eersten oogopslag wel deed aanzien
waarlijk 't is meegevallen en hoewel er nu
wel geen direct enthousiasme valt te consta-
teeren, is toch de toon der pers over het
de hoon van Zriny het bloed naar hetaangezicht
had gedreven, dat het eervol is, indien een man
in den stand, waarin God hem geplaatst heeft
zijn plicht vervult, en dat hij zijn gegeven woord
houdt. Ik heb mij bij meester Bockel verbonden.
Maar al ware dit niet het geval dan zou ik
toch geen anderen heer dienen dan den keizer,
die alleen het recht heeft om het zwaard te trek
ken.
De heeren mogen mij verschoonen, indien dit
niet met hun verlangen strookt, maar gij hebt
een wapensmid gevraagd, als zoodanig ben ik
hier, jaagt mij weg als mijn werk niet voldoet.
Houd hem aan zijn woord, fluisterde Na-
dnstry Zriny toe, en laat hem met de zweep
wegjagen als hij zijn werk niet verstaat. Ik wil
weddendat men hem hierheen gezonden heeft
om ons te beluisteren de sluwe snaak is een
spion.
Mijn kamerdienaar zal u door den stalknecht
het werk laten zien, zei Zriny, die thans aan den
argwaan gehoor gaf. Maar zorg dat ik over u
tevreden ben.
Max verbeet zijn toorn over dezen beleedigenden
toon, hij had Bockel zijn woord gegeven, dat hij
zijn trots zou onderdrukken.
Ik zal u de plaats aanwijzen waar gij kunt
arbeiden, nam vorst Liechtenstein het woord;
beschouw u als onder mijne bescherming; in
dien gij echter uwe kunst evengoed verstaat
als gij getoond hebt een paard te kunnen be
handelen, dan zult gij voor altijd in mij een
begunstiger en beschermer vinden.
Daarop knikte de vorst en Max vertrok.
IV.
ONRUST EN TWIJFEL.
Velen van onze lezers zal het wellicht be
vreemden, dat een jongmenscli van zulk een
hartstochtelijke temperatuur als Max, met een
levendig gevoel van eer, die nog bovendien
neiging en geschiktheid tot ridderlijke oefeningen
bezat, zoo gemakkelijk aanbiedingen had kunnen
afslaan, die anderen benijdenswaardig zouden
hebben toegeschenen.
(Wordt vervolgd.)