Nummer 21, Donderdag 12 Maart 1891. 14e Jaargang pc Bekendmaking1. Voorzichtig Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. TU Waalwpstlit; en Lanptraatsriif Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden j 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden can den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Burgemeester en Wethouders van Waal wijk maken bekend, dat de lijsten der kiezers voor leden van de tweede kamer der staten generaal, de provinciale staten en den ge meenteraad heden zijn vastgesteld, ter ge wone plaatse aangeplakt en gedurende 14 dagen op de secretarie der gemeente voor eenieder ter inzage nedergelegd. Doen voorts te weten, dat bij de herzie ning der lijsten zijn geschrapt de volgende namen A. H. van DeventerA. W. Dielissen L. G. Dumoulin W. van EldenJ. W. Bruce FrankeC. Goossens C. de Graaff, Jac. van Heck, D. de Jonge, P. Kemmeren, A. Lankhaar, P. M. Lubse, F. G. de Meel N. van Meeuwen, Chr. van den Meijdenberg, J. van NoortM. PullensJac. fle Ruijter, P. van der Schoot, H. van Tuil, G. C. Ver- waaijen E. C. Verwiel A. H. VerwielP. W. H. Verwiel, H. Wiesman, A. van Wijck. Waalwijk, 7 Maart 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Onder bovenstaanden titel schrijft het „Rotterdamsch Nieuwsblad" Het vraagstuk der invoerrechten is den laatsten tijd een nieuwe phase ingetreden. De zeer verscherpte tarieven van de Noord- Amerikaansche Unie, vastgesteld bij de zoo genaamde M'c-Kinley- wet, hebben voor tal van Europeesche import-artikelen den toe gang tot het noordelijk continent der Nieuwe Wereld versperd, hetgeen aan de belangen van handel en industrie, ook in Nederland groot nadeel heeft toegebracht. Verschillende staten van Europa, tot dusver 14. V. GOUDSMID en PRINSES. En al ware het eene zonde, hernam Max in de hoogste opgewondenheid, voor u zou ik ze begaan maar het is een misdaad dit te den ken. Vergeef mij, smeekte hij, toen zij als ver schrikt een beweging maakte om achteruit te gaan, het werpt geen vlek op de zon, wanneer een bedelaar voor haar knieltwees daarom niet boos op mij, omdat een straal uit uw oog mijn hart in vlammen heeft gezet, ik weet dat ik u nooit bereiken kan, maar ik wenschte in uw dienst te sterven Maria trad van de borstwering terug. Wat was dat? mompelde Eleonora verbaasd en ont steld, toen Max, nadat hij die woorden had ge sproken, met den brief, dien zij hem gegeven had in de duisternis verdween, is hij waanzinnig of dronken Dat noem ik vermetel, zei Elisabeth, zoodra zij zich van hare verbazing had hersteld. Ik had het wel kunnen denkentoen ik hem zei, dat ook prinses Maria in den tuin zou zijn, was het of zijn gelaat in vuur stond, Maria sprak geen woord, maar zij beefde over haar geheele lichaamtoen echter Eleonora zei, dat zij de zaak niet als een beleediging moest beschouwen, maar om den kiankzinnige lachen, schudde zij het hoofd. Waarom zegt gij dat? fluisterde zij met een haperende stem, dat meent gij niet! Ik wil hopenantwoordde Eleonora, dat wij er om lachen mogen. Was het niet de wensch van een dwaas, dan was het de onbeschaamdheid van een ellendige, en men zou hem knechts moe ten nazenden om hem te grijpen; maar dan vrees ik voor mijn brief, want de vermetele hoon van een verrader zou dan met onze dwaasheid den spot drijven. Hoe kunt ge zoo spreken Is het niet veel natuurlijker, te gelooven, dat hij in het opbrui sen van den hartstocht vergeten heeft, wie hij is en wie ik ben is hij niet veeleer te beklagen door handelstractaten verhinderd hun tarieven op te voeren tot een peil, dat met schier absoluut verbod gelijk staat hebben die overeenkomsten opgezegd ten einde wat zij noemen vrijheid van beweging te krijgen. Onder die omstandigheden zitten de voor standers van den vrijen handel geenszins op rozen. Immer luider klinken de argumen ten, die legen hun stelsel worden ingebracht, en steeds grooter wordt de kans dat de groote menigte ze beaamt. Deze toch is meestal spoedig geneigd, het »leer om leer* in toepassing te brengen en heeft men nu maar de handigheid, mooie namen te geven aan een systeem, 't welk die richting volgt dan is zij er gemakkelijk voor te winnen. Wij erkennen, een te ver gedreven idea lisme kan moeielijk eene gezonde staatkunde heeten. De wereld is nu eenmaal niet vol maakt, en dit gebrek weerspiegelt zich ook in de internationale betrekkingen. Men kan het betreurendat de verschillende volken van ons werelddeel geen meer vrijzinnige handelspolitiek zijn toegedaan, dat zij hun grenzen afsluiten met douane-cordonsdat zij den vrijen en onbeperkten ruil, machtigen hefboom van beschaving en verbroedering, tegenwerken. Maar het gaat niet aan, op dien grond alleen het behoud van vrijhandel in Neder land te verdedigen. Wij behoeven het niet tot onze roeping te rekenen, als een voor beeld te poseeren en op te treden als de economische brave Hendrik te midden van de stoutigheden onzer buren. Wel degelijk moeten wij dit vraagstuk toetsen aan het vaderlansch belanggebiedt dat ons, het tot dusver ingenomen standpunt te verlaten, dan behooren wij ook den moed te hebben een ander te kiezen. Is misschien het oogenblik daartoe nabij De Haagsche kamer van koophandel meent die vraag reeds nu bevestigend te moeten beantwoorden; zij heeft het voornemen opgevat »een nationale beweging uit te lokken, ten einde bij de regeering en de volksvertegen woordiging op gepaste en geoorloofde wijze Indien gij vergeven wilt, dat zulk een raensch den blik tot u opheft, hernam Eleonora, de schou ders ophalende, dan moet gij toegeven, dat het slechts waanzin of uiterste onbeschaamdheid kan zijn, die uit te spreken. Gij zoudt hem toch van het slotplein moeten laten jagen, indien hij het ooit dnride wagen zich weder hier te vertoonen; of zoudt gij dulden, dat hij u weder onder de oogen kwam Maria antwoordde niet; zij scheen te gevoelen dat Eleonora in dit opzicht gelijk had, maar deze overtuiging viel als een zware last op haar hart. Eerst een uur later toen de beide vriendinnen in de kamer van Maria nog vertrouwelijk bij el kander zaten, en nadat de laatste langen tijd alle vragen van Eleonora met schuwe voorzichtigheid had weten te ontwijken, gaf zij eindelijk lucht aan haar geprangd gemoed. Bespot mij niet, zeide zij, maar beklaag mij, Eleonora, ik ben nameloos ongelukkig. Toen gij mij van uwe liefde voor Guido Starhemberg verhaaldet, dacht ik voor mijn hart ook wel eenmaal het uur zou a' nbre- ken, waarop het zich niet meer eenzaam zou ge voelen. Een zonderlinge aandoening overviel mij toen de vx-eemdeling mij dezen morgen aanzag het was mij alsof zijne blikken in mijne borst een ongekend vuur, een naamloos verlangen de den ontbranden, en mijn hart klopte om te ber sten, toen hij allen tot bewondering dwong, en zegevierde over de mannen, die hem hadden be- leedigd. Het was mij alsof ik mij moest wapenen tegen een groot gevaar, alsof ik dit gevoel moest bestrijdenik voedde daarom den argwaan, dien ik tegen hem koesterde, dat hij een spion was toen vertelde Elisabeth hoe hij op uw verzoek had geantwoord, en nu verloor ik de macht over mij zelve, ik moest hem zeggen, dat hij mijne achting had gewonnen. Beklaag mij, Eleonora, ware hij een edelman, een ridder, dan zou ik onuitsprekelijk gelukkig zijn, maar het is mijn lot iedere hoop te zien verwoesten, eer ik nog den geur der bloesems heb genoten. Ik weet dat ik een zottin ben, maar bespot mij niet, het grieft mij als ik u verachtelijk hoor spreken van dien man, die het toch niet helpen kan, dat hij in lagen stand is geboren. Eleonora had met afwisselende aandoeningen geluisterd, maar schrik en verbazing moesten wijken voor liefderijke deelneming. Zij sloeg haar arm om den hals harer vriendin en zeiVer- aan te dringen tot het verkrijgen van ta riefswijziging." Wij onderdrukken den glimlach dien de bijvoeging omtrent de wijze, waarop men hoopt zijn doel te zullen bereiken te voor schijn roept. Verbeeld u eens, dat men zulk een aandrang bezigde op ongepaste en onge oorloofde manier Ook hier beroept men zich natuurlijk op de in den aanvang vermelde feitenhet opzeggen aan Nederland van de handelsver dragen door Frankrijk, Spanje en Portugal het vooruitzichtdat ook andere staten dit eerlang zullen doen het hooge peil, waartoe Noord-Amerika, evenals bijna alle landen van Europa, de bescherming van den land bouw en de nijverheid hebben opgevoerd. De kamer noemt vrijhandel eigenlijk een bescherming van den in uit- en doorvoer handel, ten koste van de beide pasgenoemde bronnen van volkswelvaarteen bescher ming, die plaats heeft door het groote aan deeldat het rijk heeft in den aanleg van havens, rivier- en kanaalwerken, de verbete ring en het onderhoud van alle verkeerswegen en het gansche consulairwezen. Het is niet onwaarschijnlijk, dat sommige lezers bij deze zinsnede even opkijkenal thans, zoo is het ons gegaan. Nieuwe denk beelden zijn in deze dagen van banaliteit een te schaarsch artikel, dan dat we er niet een vouwtje bij zouden leggen; maar „toch.... ze kunnen eenvoudigen liedenzooals wij zijn, wel te machtig worden. Het spreek woord zegtWie teveel wil bewijzen be wijst nietsen zoo maar klakkeloos aan te nemen, dat de arme verschoppelingen land bouw en nijverheid de taart betalen, die de veelvraat handel naar binnen speelt zonder er iemand anders een hapje van te gunnen, 't is wezenlijk kras Doch 't is zoo men moet, om indruk te maken, dapper zijn in 't beweren. Uit dat oogpunt beschouwd, hebben wij er niets te gen, dat men landbouw en nijverheid wan neer 't zoo te pas komt, voorstelt als schier bezwijkende in hun toestand van hulpeloos- geef mij, het was volstrekt niet mijn doel u te grieven. Ik wil u zelf bekennen, dat ik uwe be langstelling in den vreemdeling begrijp, dat ik ook hem voor een meer dan gewoon mensch heb gehouden. Maar mijne bewondering verdween, toen hij zoowel het aanbod van Tokoly afwees, als dat van Zriny, die hem beleedigd had. Hij wil in zijn stand blijven, hij wordt niet gedre ven door de eerzucht naar iets, hoe zou ik dan kunnen gelooven, dat de woorden, die hij u heeft toegeroepen, iets anders zijn dan waanzin en on beschaamde hoon In den dienst van een mag naat heeft menigeen zich omhoog gewerkt, en is door dapperheid tot de hoogste eer geraakt; werd hij door u aangetrokken, dan was hem de weg gebaand; of meent hij, dat gij tot hem moet af dalen Kan ik de gevoelens, die hij openbaarde voor ernstig en gemeend houden, indien het ver langen naar u niet eens de eerzucht in zijn borst doet ontgloeien? Hij zei, dat hij den keizer wilde dienen, hervatte Maria, maar haar toon was onvast. Leo nora gij denkt in vele opzichten anders dan ik, daarom zult gij mij niet begrijpen als ik u zeg, dat mij de handelwijze van den vreemdeling, hoe meer ik daarover nadenk, achting inboezemt. Hij beoefent zijne kunst, de lot van zijn werk is hem meer waard dan ijdele roemhij heeft ge toond dat hij moed en bekwaamheid tot ridder lijke daden bezit, maar hij wil niet iedere banier volgen, en wil misschien uit eerzucht geen men- schenbloed vergieten. Dan mag hij er ook niet aan denken u te gewinnen. Hij zei, dal hij voor mij wilde sterven. Rampzalige, gij bemint hem 1 Zou daar iets kwaads in steken hernam Maria. Maar wees gerust, ging zij vuort, toen Eleonora haar onthutst aanstaarde, voor u stort ik mijn hart uit, voor ieder ander, ook voor hem, over wien wij spreken, zal het zijn geheim in het verborgen dragen. Zijne bloesems zullen verwelken, tot het zelf wegkwijnt. Dweepster! riep Eleonora, haar omhelzende en door tranen glimlachende, ik ben dwaas mij te verontrustenuw droom zal vervliegen, en voor een schooner man zult gij hem vergeten. Maria glimlachte treurig, maar antwoordde niet. heid, zoo niet een flinke tariefwet een onmis baar steuntje komt verleenen. Kon men nu, met betrouwbare cijfers, aantoonen, dat in andere landen de „be scherming" oorzaak is van meerdere welvaart dan ten onzent wordt aangetroffen, we zouden wellicht meedoen in het koor dergenen, die van plan zijn op „gepaste en geoorloofde" wijze een krachtig tariefsherzieningslied aan te heffen. MaarItalië en Duitschland leveren voor zulk een rooskleurig oordeel over het protectionisme geen bouwstoffen, en wij betwijfelen zelfs, of ze in Oostenrijk, in Frankrijk, in Spanje zijn te vinden. Of zijn wellicht de klachten, die men uit deze lauden verneemt, eenvoudig een middel om nog meer bescherming te vragen; en zijn de talrijke drommen van landverhuizers, die zich daar jaarlijks inschepen om de hemel weet waarheen een onderkomen te zoeken, bewij zen, dat het in hun vaderland alles room is tot op den bodem Een zeer matig tarief, gelijk thans bij ons bestaat, is verdedigbaar. De bin- nenlandsche producent betaalt belastingen, die de productie min of meer drukken, en die men van zijn buitenlandschen mede dinger niet zou kunnen heffen, indien daarvoor niet een andere vorm, een soort van equivalent, werd gevonden. De laatste heeft bovendien nog transportkosten te betalen, zoodat het toch eigenlijk van den Nederlar.dschen land bouwer en fabrikant niet te veel is gevergd, op de markt te komen met gelijke prijzen. En als we nu met onbevangen blik om ons heen zien, ontdekken wij dan niet een merk waardig, een hoogst verblijdend streven, om de productie voortdurend te verbeteren, zoodat we in dit opzicht gerust de vergelijking met elke andere natie kunnen doorstaan Die vooruitgang dateert van de invoering elders van het beschermend stelsel; voor ons werd die slechte politiek een prikkel, die waarlijk niet vergeefs heeft gewerkt. Dat we door de opzegging van de handels tractaten de handen vrij krijgen, heeft ook alweer zijn goede zijde. Het stelt ons in staat VI. DE VOORSPELLING. Het voorgevallene op het bastion was beluis terd geworden. Gravin Wesselenyi had den se cretaris van haar gemaal nog in het late uur ontvangen. Al heeft men ook de gerechtelijke akten aer Ilongaarsche samenzwering geheimge houden en al is er hier veel duisters overgeble ven, dan blijkt toch uit alles wat bekend gewor den is, dat het vertrouwen, dat gravin Wesselenyi aan Frans Lesseny schonk, zwaar gestraft werd en dat aan de onbekwaamheid van den harts tocht van dezen de ontdekking van het verraad was te wijten. De magnaten konden zich beroepen op hunne beschreven rechten, maar de geheime kuiperijen van een eerzuchtigen avonturier, die brandde van ongeduld om de minnelijke onderhandelingen af gebroken te zien, gaven aan de samenzwering het hatelijkst karakter. Frans Lesseny kon de woorden niet verstaan, die tusschen de prinses en Max werden gewisseld, maar hij zag, dat de eerste heimelijk een brief liet bezorgen, en het kwade geweten bracht hem alle mogelijke schrik beelden voor den geest. Een oogenblik dacht hij er aan den bode na te ijlen en hem met geweld den brief te ontnemen, maar het scheen onzeker, of hij hem in de nachtelijke duisternis zou in halen en misschien ontbrak het hem ook aan moed. Hij moest veronderstellen, dat de prinses belangrijke geheimen had afgeluisterd, die zij op zulk een geheimzinnige wijze aan haar vader mededeeldeeen verrader verdenkt iedereen en het was immers niet onmogelijk dat de prinses, door omkooping van een vertrouwden bediende of page, kennis gekregen had van de hoogverra- derlijke onderhandelingen met den grootvizier. Indien echter Lobkowitz vernam, dat de magna ten een verbond hadden gesloten met de Turken, dan was de Oostenrijksche grond voor geen der saamgezworenen meer veilig. Frans Lesseny had misschien nog iets ergere op zijn geweten, wat de lezer zal vernemen, war.t hij was als verlamd van schrik, en onder den in vloed van die spookachtige vrees, die voor schrik beelden siddert, zonder te onderzoeken of zij mo gelijk zijn of niet, keerde hij terug, om zijne be schermster gelegenheid te geven, de magnaten over té halen om binnen de muren hunner sterke sloten de wijk te nemen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1