Nummer 2(3, Zondag 29 Maart 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. UITGEVER: Waalwijk. Langslraatsck ('oiinmt. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonneraentsprijt per 3 maanden./1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te eenden aan den Uitgever. Advertentiën 1 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naarplaatsruirate. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Stkinïr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Vergaderingen van werklieden-gedelegeer den, congressen, nationale en internationale ziedaar waarmee we ons voor eenigen tijd weer zullen hebben bezig te houden. Natuur lijk zullen de gedeeltelijke werkstakingen hier en daar niet uitblijven, maar of 't tegen 1 Mei tot een algemeene werkstaking in de kolendistricten, zoo van Belgie, Frankrijk en Duitschland als van Engeland zal komen, zullen we moeten afwachten. Misschien dat het de volgende week, Dinsdag, te Parijs te houden internationale mijnwerkers congres, eenig licht brengt. Dat congres, welks bureau wordt gevormd door een vijftal gedelegeerden, één voor Engeland, één voor Frankrijk, één voor Duitschland en twee voor Belgie, zal drie dagen duren. De gedelegeerden hebben één stem voor elk duizendtal werklieden, door hen vertegen woordigd. Hoofihloel is de vorming van een internationalen mijnwerkersbond en de be raadslaging over het al of niet wenschelijke van een internationale staking ter verkrijging van de wettelijke vaststelling van den arbeids duur op 8 uur. De Belgen willen tevens nog weten welke houding de mijnwerkers in de verschillende landen zullen aannemen als zij (de Belgen) een werkstaking beginnen ter afdwinging van het algemeen stemrecht. Eerst vereenigen, dan handelen, is dus het hoofd doel van het congres. Schijnt in Belgie zoo erg rooskleurig niet te zijn, 't heeft wel iets van een Babylonische verwarring; de een wil 1 April reeds het bijltje er bijneerleggen, de ander stelt voor tot 20 April te wachten en weer een ander wil tot 1 Mei wachten. Indien de regeering belooft, dat de herziening der grondwet, in den zin der uitbreiding der kiesbevoegdheid, na de behandeling van het budget aan de orde komt en dan tot wet wordt verheven, zal er van een algemeene staking niets komen, 't Ziet er in sommige kolen-districten van Belgie anders treurig uit, de stakingsmanie 19. VI. DE GEHEIMZINNIGE BOODSCHAP. Wat zal hem in de kerk overkomen, hernam Bockel. Ik geloof, wanneer men iemand het denkbeeld in liet hoofd brengt, dat hem volstrekt iets bijzonders moet gebeuren dan zoekt hij er naar tot hij het vindt, er. een onbedacht woord maakt den verstandige tot eer. dwaas. Ik zal de boodschap doen, als gij denkt dat het mijn plicht is; maar ik hoop dat Gundaeker zich aan die zotternij niet zal storen. Leopold Bockel trad binnen, en berichtte met niet weinig opgewondenheid, dat het gerucht liep, dat vorst Lobkowitzop bevel des keizers in hechtenis genomen was, omdat hij Oostenrijk en Frankrijk had verraden. Meester Bockel wilde die ongehoorde tijding niet gelooven, en ijlde naar de herberg //de Leeu werik," waar geëmployeerden van het hof en van den raad bijeenkwamen, en eerst toen hem aldaar de waarheid van het bericht werd bevestigd spoedde hij zich naar huis om het aan Gundaeker mee te deelen. Max verschrikte zoodanig, dat hem de goudtang uit de handen viel. lteeds de berichten van de veroordeeling der Hongaarsche magnaten en van de wreedheden die in den verbitterden strijd werden gepleegdhadden hem dieper getroffen dan ieder ander. Eensdeels hield hem de gedachte bezig, dat het een bijzondere beschikking van de Voorzienigheid was geweest,dat hij zich bij Bochel— had verbonden eer hem het aanbod van' Tokoly was gedaan; daardoor was het hem gemakkelijker geworden weerstand te bieden aan de verzoeking, aie hem ontrouw had willen maken aan de lessen, die men hem als kind had ingeprent. Hij zei tot zichzelven dat, indien hij toenmaals het verleidelij ke aanbod had aangenomen, hij thans de metgezel zou zijn van een rebel, dat hij in een roemloozen strijd zich ook zou beladen hebben met den vloek, die op dezen bloedigen krijg rustte. Nu maakten zich andere indrukken van hem meester. Hij zag neemt toe, zelfs de socialistische leiders ver mogen er weinig tegen. De deelnemers aan het Spaansch werk lieden-congres, te Madrid gehouden, hebben zich ook al voor eene algemeene werkstaking verklaard om de vaststelling van den werk tijd op 8 uur te verkrijgen. De Parijsche gemeenteraad heeft zich naar aanleiding van de te verwachten Mei-manifestatie verklaard voor de wettelijke bescherming van den arbeid en heett tevens de meening te kennen gegeven, dat dc manifestatie die bescherming mag eischen. In Weenen is men ook ernstig in de weer voor de viering van den eersten Mei, maar in overeenstemming met den geest der bevolking, zal men er daar meer een pretje van maken vergaderingen in den voormiddag en 's namiddags uitstapjes. Een veelbelovend voorspel tot den aan staanden verkiezingsstrijd in Ierland is wat uit Cork gemeld wordt, namelijk, dat een aanhanger van Parnell de woning van Healy is binnengedrongen en dezen zulk een hevi- gen stomp in het gelaat heeft gegeven, dat de bril van den afgevaardigde verbrijzeld werd. De gezichts-organeti zijn ernstig aan gedaan. Bismarck's candidatuur voor den rijksdag, benevens de aangelegenheid betrekkelijk het Welfenfonds, in welke zaak ook de naam van den ex-kanselier des Duitschen rijks op min aangename wijze wordt gemengd, houdt de Duitsche pers nog immer bezig. In deze laatste zaak wordt zelfs door sommigen met zeker leedvermaak gezegd, dat Bismarck zelf in den put is gevallen, dien hij voor een ander (van Bötticher zeiven) met zooveel minutieuse zorg had toebereid. In Geeste- milnde is de campagne voor Bismarcks can didatuur door het woord reeds begonnen. Bismarck's oud-collega Crispi wandelt ook al niet op rozen. Men begint nu in Italië de wrange vruchten te plukken van 's mans koloniale politiek, 't Schijnt dat koning Me- nelik de heeren leelijk bij den neus heelt genomenzoolang de cadeautjes vloeiden plotseling van een schitterende hoogte neergestort een man, die den keizer gediend er. zich diens gunst verworven had; wie dus zelfs het hoogste doel zijner eerzucht had bereikt, was toch niet veilig voor een smadelijken val, en zou het dan zijn hart beroerendat voor hem de baan van eerzuchtige verwachtingen was afgesloten? De trots der Hongaren scheen hem bijna gerecht vaardigd, indien die heeren geen vertrouwen op den keizer hadden gehad; het gevoel bekroop hem, dat de kuiperijen aan liet hof machtiger waren dan de rechtvaardigheid. Voor den geest van Gundaeker stond het beeld der prinses Eleonora. Hoe diep moest deze slag haar trotscli hart treffen 1 Zij had toen het ver raad der Hongaren willen verhinderenen nu beschuldigde men haar eigen vader van verraad! Bockel verhaalde nog wel van andere grieven, die men in de herberg had besproken, maar in het bijzonder de beschuldiging, dat de vorst het uit breken van den Hongaarschen opstand zou ge- wensclit hebben kwetste het gevoel van Gun daeker; hij zag daaruit, dat vuor de vijanden van den vorst geen middel te slecht was, om thans den in ongenade gevallene te lasteren. Kon een Lobkowitz, die de hoogste waardig heid had bekleed, eensklaps als een misdadiger worden in hechtenis genomen, dan kon morgen ook een Liechtenstein dat lot treffen. Het was Max alsof door deze gebeurtenis Maria hem plot seling nader kwam, alsof de dag kon komen waarop zij behoefte had aan een beschermer, zoo als thans hare vriendin reeds gelegenheid had de waarde van vrienden op de proef te stellen. Bockel verhaalde immers, dat men over den vorst sprak, alsof men hem nooit geëerd en reeds lang het vonnis over hem uitgesproken had, Dat is de hofgunst, zei Bockel, dat is het -benijde geluk der machtigen; dan is het toch waarlijk beter in de werkplaats; zij moger. laag op ons neerzien, ik zou niet met hen willen ruilen. Onze keizer is een goed, braaf mensch, maar ieder zou hem wel naar zijn hand willen zetten; zoowel de keizerin mei hare gunstelingen als de eer- zuchtigen onder den lioogen adel, van welke de een den ander niets gunt. De keizer zou het liefst in zijn laboratorium zitten en alles rustig zijn gang laten gaan, maar de intriges dergrooten baren hem oneenigheid en zorgen, en de oneenig- hedendie zij veroorzaken, moet het volk met in allerlei vorm, zoolang de beste geweren en de millioentjes hem uit den hoorn des overvloeds toestroomden, deed hij net of hij over het tractaat van September 1889 met inbegrip van de bepalingen, betreffende het protectoraatwonderwel in zijn schik was. Italië droomde leeds van de suzereiniteit over gansch Abessinie, tot daar op eens de koning der koningen die luchtkasteelen doet ineenstorten op 't oogenblik, dat van hem bevvijzen worden geêischt van zijn goede gezindheid. Een op last van den premier over het gebeurde in bewerking zijnde groen boek, zal na het Paaschrecès wel eenig licht brengen in een duisternis, die in 't belang van Crispi's reputatie beter bewaard ware gebleven. Betreffende de benoeming der bisschoppen, die de koninklijke goedkeuring behoeven, bepaalde de pauselijke zegelbewaarder, dat deze in het vervolg der regeering zullen moeten kennisgeven van hun benoeming en het koninklijk besluit moeten afwachten, voor dat zij in een consistorie worden gepreconi- seerd. Hi erdoor wordt het modus vivendi van vóór Crispi's optreden hersteld. Aan den Italiaanschen gezant te Washing ton, baron de Fava, is thans door Minister Blaine afschrift gezonden van een dépêche, door hem uit New-Orleans in zake den be- ruchten lynch-moord ontvangen. Daarin wordt gezegd, dat de procureur- generaal van Louisiana zich sterk maakt om voldoende getuigenissen bijeen te brengen, teneinde eene gerechtelijke vervolging te kun nen instellen tegen de personen, die aan den schandelijken aanslag op de Italianen heb ben deelgenomen. De gouverneur deed aan Blaine welen, dat de grand jury haar onderzoek voortzet. Vol gens den gouverneur waren al de gedooden, op twee of drie na, als Amerikaansche bur gers genaturaliseerd. Het zeker niet veel zeggend stuk eindigt met de mededeeling, dat geen vrees bestaat voor eene herhaling der ongeregeldheden, wat na het doodslaan van al de hoofdper- zijn zweet en bloed boeten. Maar daar valt mij in, viel de meester eensklaps zichzelven in de rede, dat ik te Brunn een oude vrouw heb ge sproken, door wie gij u vroeger hebt laten waar zeggen, zij is u niet vergeten en heeft mij een boodschap voor u opgedragen. Max kleurde tot achter de ooren, hij voelde het zachte verwijt, dat in de woorden 'van zijn meester lag opgesloten, en antwoordde; Mijn fortuin zal ik wel zelf moeten maken, tenminste als mij dat ooit ten deel zal vallen. Die vrouw drong zich aan mij op, maar ik ben niet bijge- loovig, en heb op haar woorden geen acht ge slagen, ofschoon zij vreemd genoeg klonken. Wat wil zij vau mij? Bockel verhaalde wat zij gezegd had. Had hij na de voorgewende onverschilligheid van Gun daeker gehoopt, dat deze de schouders zou op trekken, dan zag hij zich deerlijk bedrogen In de opgewondenheid, waarin Max zich op dezen oogenblik bevond, moest zulk een geheimzinnige boodschap een dubbele aanlokkelijkheid voor hem hebben; het was hem alsof deze in verbinding stond met het verpletterende bericht, dat hij zoo even had vernomen; zijne verbeelding schilderde hem alle mogelijkheden af, dat men wellicht zijne getuigenis noodig had, zijne diensten kon ge bruiken. Over tien dagen is het volle maan, zeide hij na eenig nadenken, ik zal komen. Een donkere wolk streek over het voorhoofd van Bockel. Ik durf u geen ongevraagden raad opdringen zei hijgij zult zelf wel het beste weten, wat u nuttig is en wat u past. Gij zijt mij lief als een zoon. Als uw fortuin er van af hangt, zal ik u ontslaan met een bezwaard hart, maar ik vrees, dat gij u door een hersenschim laat verblinden. Wat spreekt gij toch, meester! Wie denkt er aan u te verlaten! Of gij moest mij de deur wijzen. Dat zal nooit gebeuren! Maar ik zie het aankomen, een macht waarvan gij zelf wellicht nu nog gein begrip hebt, zal u en mij een kwa den trek spelen. Wees openhartig, leg de hand op het hart: de werkplaats is u niet langer vol doende, uwe gedachten stijgen hooger. Gij be- hoordet vroolijk te zijn, maar gij zijt gedrukt, gij gevoelt u bij mij niette huis; uw gelaat gloeit bij de zonderlinge boodschap, alsof een heimelijk sonen, tegen wie men grieven had, zeker nogal vreemd klinkt. Andermaal is een Amerikaansch journalist in een twist over het te New-Orleans ge beurde, door den persoon, met wien hij van gevoelen verschilde, doodgeschoten. Op Newfondland houdt de ontevreden stemming jegens Engeland aan en, naar uit Halifax wordt gemeld, zouden op het oogen blik zeker zeven achtsten der bevolking voor aanhechting bij 'Amerika stemmen, wanneer ile zaak aan eene volksstemming werd on derworpen. Eene deputatie van handelslieden uit New foundland was dezer dagen te Londen bij den minister van financien ter audiëntie. Deze zeide hun, dal het groot gevaar van eene botsing tusschen de Fransche visschers en die van Newfondland de regeering bewogen heeft te handelen als zij gedaan heeft. Nie mand zal zeker van de regeering verlangen, dat zij van de zaak een casus belli zal ma ken. Nu, daartusschen en tusschen eene scheidsrechterlijke uitspraak is geen keuze. De minister hoopt, dat de Newfondlanders dit zullen inzien en hun verstand zullen ge bruiken. Vrij algemeen is men van oordeel, dat Frankrijk, evenwel niet dan na de scheids rechterlijke uitspraak, zijne rechten aan En geland zal afstaan voor geld, een middel door laatstgenoemde mogendheid in de po litiek wel eens meer met succes gebruikt. Men herinnert zich, dat de hertog van Orleans, de oudste zoon van den graaf van Parijs, als kroonpretendent niet in Frankrijk mag komen en dat de overtreding van dit verbod hem het vorige jaar eenigen tijd ge- vangenisverblijf gekost heeft, toen hij dên overmoed had toch in Parijs te komen. Thans beweert de Matin, dat hij weer te Parijs is 'J verlangen van u werd vervuld. Zeg niets, indien gij mij geen vertrouwen wilt schenken; ik zie wat ik zie en ik weet wat ik weet. Meester, hernam Max, er is niemand in de wereld, wien ik liever vertrouwen zou schenken dan u, maar ik kan niet openbaar maken, wat ik zelf niet weet. Ik heb u gezegd dat mij een ge heim drukt, dat is mij altijd alsof ik eenmaal moet vernemen, waar mijn wieg gestaan heeft en waar het graf van mijne moeder is. Ik geef u gelijk, dat ik uit mijzelven niet recht opgeruimd ben. Mij overvallën herinneringen, mij kwellen gedachten, als kon, als moest ik elders mijn ge luk vinden, maar het verstand zegt mij, dat dit dwaasheid is. Ik word naar buiten getrokken als ik moedige paarden hoor hinneken, als lk de trompetten hoor schallenmaar ik zou mijne kunst niet met het soldatenhandwerk willen ver ruilen en niet onder ruwe makkers willen leven, of op eens anders bevel bloed vergieten. Ik heb er wel somstijds aan gedacht in bet keizerlijk leger te treden, maar dan moet ik immers op houden een vrij man te zijn; al kon ik het daarin ook ver brengen, dan zou dit toch hoogstens tot kapitein zijn, en dan kan de overste naar goed vinden afzetten wie hij wil. Geloof mij derhalve, dat ik niets beters weet te vinden dan mijne kunst en dat ik mij er zelf over erger als ik niet te vreden ben. Hier wordt wel is waar de kunst minder geacht dan in Italië, maar ik zou toch niet wenschen daarheen terug te koeren. Wel wensch ik dikwijls om de gouden tinnen der Turksche moskeeën weder te zien, en het groene eiland, dat, door den zonnegloed gekoesterd, uit de blauwe zee opduikt, waar ik gewoond heb eer men mij naar Stamboul bracht; maar wat zou ik daar doen, ik zou daar toch datgene niet vin den wat ik in mijn droomen zie: het bleeke beeld eener moederden grijzen baard en het liefdevol oog eens vaders. Is het mijne schuld indien mij gedachten invallen die mij voortdrij ven, en indien iedere geheimzinnige wenk in mijne borst snaren doet trillen, welker klank m;j zoet is, al versta ik dien niet? Wees daarom niet boos op mij wanneer ik luister naar datgene, wat men mij zegt; in alles wat ik doe, zal ik uw raad vragen en opvolgen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1