Nummer 39. Donderdag 14 Mei 1891. 11° Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Nieuwe wet op faillissementen, ANTOON TIELEN FEUILLETON. Be Goudsmid van, UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, WailwyiLsrhf en Lugslrulsrfct Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs, per 3 maanden f 1,00. Franco per post door het gelieele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels J 0,G0 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitscb land worden alleen nangnomen loor het advertentiebureau van Adolf Steiker, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Een nieuwe wet op het faillissement ligt in ontwerp gereed, eenvoudiger, humaner dan de thans bestaande. Lieb Vaterland kanst ruhig sein. Iedereen zal nu het voorrecht kunnen ge< nieten te failleeren, hetgeen bij de bestaande wet uitsluitend aan kooplieden toekomt, ter wijl zij, die buiten den handel staan, zich met de benaming van „staat van kennelijk onvermogen" moeten behelpen. Tot nog toe kon elk schuldeischer van nieuws af aan zijn schuldenaar aanspreken voor hetgeen nog te voldoen bleef, zoolang deze laatste niet was gerehabiliteerd, dat is, weer in z:jn geheel door de rechtbank her steld, al was zijn boel verkocht en verdeeld en alles afgeloopen. Bij het nieuwe ontwerp huldigt men humaner begrippen, zoo'n boos schuldeischer moet niet het onderste uit de kan willen hebben als de gansche bezitting van den schuldenaar is verkocht en onder de crediteurs verdeeld, dan moet de zaak uit zijn, en dien armen schuldenaar moet men verder met rust laten, al heeft de crediteur slechts 3 pet. door die pondsgewijze verdee ling van zijn vordering uitbetaald gekregen en al heeft niemand ook in een accoord toe gestemd, het moet uit zijn, en die inhalige crediteur moet er zijn 97 pet. maar op toe geven. Op deze wijze wordt ook nog door an-t dere milde bepalingen aan die richting van humaniteit en zachte menschelijkheid geof ferd, die thans in alle wetgeving voorzit en zoowel in de strafwetgeving als in die op burgerlijk gebied, in de eerste plaats op de belangen acht geeft der misdadigers, wet- overtreders schuldenaren en diergelijken welke tot heden gelukkig nog in de minder heid zijn, maar dreigen de maatschappij „om" te zetten, en meerderheid te worden. Professor van Hamel heeft er ons op ge wezen, op dat overheerlijk veldwinnend be- 30. XI. VADER EN DOCHTER. Wlaska Barkoi, zoo heette de heidin, zou de geheimen van Maria gemakkelijk hebben kunnen' raden, ook indien Elisabeth .Sperling zich niet had beijverd haar met haar vertrouwen tegemoet te komen. De kamenier was bijgeloovig genoeg om niet te denken, dat zij beter deed zich die wijze vrouw tot vriendin te maken, dan het er op te laten aankomen, dat deze uit zichzelve ontdekte dat zij het geweest was, die de geheimen van hare meesteres aan den vorst had gebiecht. Zij had afgeluisterd, dat de vorst aan zijne gemalin zijn voornemen had meegedeeld om te laten onder zoeken of de gezel van Bockel nog te Weenen was, of hij verdacht werd van tooverij, en het instellen van een instructie tegen hem te vorde ren, ingeval Wlaska bevestigde, dat Maria een toovermiödel had ingenomen. De oude was daardoor in staat Maria beter te helpen dan de bekwaamste geneesheer. Zij kon tot Maria spreken van Max Gundacker, en h .ai- de hoop inboezemen, dat de duisternis waarin de geboorte van Gundacker was gehuld, zou op klaren, en de geliefde alsdan verschijnen in eene gedaante, die de deuren van alle paleizen voor hem zon openen. Maria was niet bijgeloovig in zulle eene mate, dat zij aan too ver dranken of toovermiddelen of aan waarzeggerij zou hebben geloofd, maar de verzekering van de oude vrouw, dat Max Gund acker een spruit was van een edel geslacht, verklaarde haar de gevoelens van haar hart en bevestigde die. Zij kon niet gelooven, dat God er. de H. Maagd hare reinste en edelste gevoelens op een dwaalspoor geleid, en in haar een liefde opgewekt zouden hebben, die haar ten verderve voeren, ja tot schande strekken zou. Zij had telkens op nieuw haar hart onderzocht, of er ginsel van den Italiaan Lombroso, wiens land- genooten in Nieuw Orleans met dolk en re volver heerschen, volgens welk beginsel men de misdaad alleen moet beschouwen als een levensuiting, wel de uiting van een zwak een ziekelijk leven, maar dan toch van leven, dat slechts moet geleid worden, waartegen hoofdzakelijk geneesheeren moeten optreden, en de ongeneeslijken voor goed in een krank zinnigengesticht behoorden te worden opge borgen. Een lief vooruitzicht waar, als bij ons, arme burgers, die zelfs geen wapen mogen dragen oin ons tegen de onwettig maar goed gewapende misdaad-kranken te verdedigen, steeds de geestige verzuchting van wijlen Alphonse Karr over de lippen komt„que messieurs les assassins comrnencent." Dien zelfden milden en welwillenden geest in ééne richting ademt de burgerlijke wet, die angst vallig de have en goederen van onwillige betalers met een muur omgeeft van geld- en kosten-formaliteiten, tegen de booze aansla gen van hebzuchtige schuldeischers, die hun geld terug willen erlangen. Deurwaardersex- ploit op exploit, teimijnen van 30 dagen, waarschuwen den armen debiteur, en gun nen hem den tijd, te maken dat zijn goede ren verdwijnen. Laat u eens uitleggen door een advocaat wat er toe hoort om beslag op een anders goed te leggen, gij zult in de meeste ge vallen uw goed recht laten varen, als het aan u verschuldigde niet een beduidende som bedraagt. De wet is wetenschappelijk juist en prac- tisch goed aan te wenden, zoodra het eenigs- zins belangrijke zaken geldt, doch wanneer er slechts in kleinere belangen moet voorzien worden, is diezelfde wet weinig bruikbaar en soms een sta in den weg. Bij faillissementen is het al wederom het zelfde, de humaniteit zat voor, en men be schermde den ongelukkige, die reeds het ver driet had zijn zaken te zien verloopen, het geen in groote zaken wellicht juist is, in boe iets zondigs in zijn verlangen was, dat zulk eene wreeae straf verdiende; thans zei men haar, dat zij maar geduldig moest wachten, en hopen en bidden, dan zou de zon de wolken wel ver drijven, en nu voelde zij nieuw leven door hare aderen stroomen. Maar al te gemakkelijk zouden zich evenwel de donkere wolken niet laten verdrijven. De vorst had argwaan opgevat, hij zag de oogen zijner dochter levendiger schitteren, maar de oude vrouw verklaarde dat er geen toovi rdranken waren en dat zij daartegen geen middel had, in dien zij mochten bestaanzij wist slechts uit heilzame kruiden aftreksels te bereiden, die het bloed sneller deden vloeien. Hij scheen opge merkt te hebben dat Maria naar de komst van de Heidin verlangde, en nu bewaakte hij haar strengerhij verbood zelfs een tijd lang de be zoeken der oude, totdat het wederom zeer lij dende uitzicht van Maria hem noodzaakte Wlaska op nieuw te laten roepen. Maria vernam thansdat Eleonora beproefd had haar een boodschap te zenden, maar het was intusschen te laat een voorbede te wagen, want het vonnis over Lobkowitz was reeds uitgespro ken. Maria zou ook daartoe den moed niet ge had hebben, zij wist immers dat zij haar vader nog slechts te meer zou hebben verbitterd. Het ongeluk van haar vriendin ging haar zeer ter harte; zij gevoelde wat Eleonora, die zij eens had benijd, thans moest lijden, en de gedachte verscheurde haar hartdat de ijdele eerzucht haars vaders de oorzaak was van deze gruw zaamheid zij siddeide bij de vrees, dat God dit eenmaal aan de haren zou wreken. Zij werd zwaar ziek, de geneesheeren stonden weder ra deloos aan hare spondeen toen zij begon te herstellenwaren het de troostwoorden van Wlaska, waaraan zij nieuwe levenskracht te dan ken had; de oude verzekerde haar dat vorst Lob kowitz de gunst van den keizer terugkrijgen, en zijn onschuld aan den dag komen zou, en dit alles door tusschenkomst van Max Gun dacker wiens lol met dezen dag een keer zou nemen. De opgewondenheid, waarin Maria zich thans bevond, nu wij haar in hare kamer opzoeken, stond met deze openbaringen in verband. Dat profetische woord had haar in hare ziekte ge troost, toen haar moed dreigde te bezwijken dels waar tonnen gouds mee gemoeid zijn, maar in de gewone gevallen, 99 pet. vor mende, behoeft waarlijk de failliet niet be schermd te worden, die omgekeerd het fail lissement als een uitkomst beschouwt en het aan lastige crediteurs als een bedreiging voor de oogen laat schitteren, faillissementen, waar bij tal van crediteurs de opbrengst der baten na aftrek der kosten natuurlijk voor zegel, registratie en andere landsrechten, verdeelen en 3 a 4 pet. erlangen, zonder hoop immer iets meer te krijgen. Het is steeds hetzelfde bij onze wetgevers, zoowel in strafzaken als in burgerlijke aan gelegenheden, de algemeene philosophische beginselen zijn onaantastbaar en moeten gel den voor den vadermoordenaar als voor den kwajongen, die u een sneeuwbal om de ooren gooit, gelijkelijk voor de deconfiture van een Baring Brothers, als voor de onmacht van een aamborstig schoenmakertje, dat geen adem meer had om in te halen, wat hij door ziekte en tegenspoed achteruit was geraakt. Geen snelle, practische berechting van de kleine overtredingen, die thans door de kan tonrechters, na maanden in een zee van for maliteiten worden verdronken. Geen onder scheid bij faillissement tusschen groote en kleine boedels, een onderscheiding, die van zeer bevoegde zijde is aanbevolen, maar als niet wetenschappelijk genoeg is afgewezen. En om in het licht te stellen wat de fail liete massa's in den regel beduiden, het vol gende uitknipsel In Amsterdam zijn 141 faillissementen in een jaar afgeloopen, waarvan één 55 pet. aan de crediteuren opleverde, één 40 pet., drie 30 pet., één 26 pet., drie 25 pet., drie 15 pet. elf ^/apet., dertig 10 pet., een 9 pet., twee 8 pet., drie 71/? Pct-> een 7 pet., een 6 pet., zesentwintig 5 pet., een 4 pet., vier 3 pet. enz. en zelf één 23/ioo Pct- In den regel tracht dan ook het publiek zijn zaken buiten de wet om te stellen, en is het óf de debiteur, die zich aangeeft om als een natte poedel zich al die schulden van het had ingang gevonden in haar hart, omdat het overeenstemde met haar godsdienstig geloof, dat God de rechtvaardigheid zon doen zegevie ren. Zij had geglimlacht, toen de oude vrouw zeker om haar iets aangenaams te zeggen, er had bijgevoegd, dat Max Gundacker daarbij een werk zaam middel zou zijn. Elisabeth had uitgevorscht dat men den vorst had bericht, dat Gundacker een stil, ijverig werkman was, die geregeld de mis bijwoonde en ter biecht ging, en op wien niemand iets te zeggen had. De vorst wachtte zich derhalve wel eene vervolging te doen in stellen en daardoor te verraden waarom hij hem haatte; maar gisteren was hij zeer opgewonden van het Hof tehuis gekomen en had aan zijn ge malin verhaald, dat de keizer het oog had laten vallen op dien werkman, die eens op zijn slot dat wilde paard had getemd en waarschijnlijk daardoor zulk een diepen indruk op Maria had gemaakt. Elisabeth had naar gewoonte staan luisteren, en bracht nu aan Maria, die juist Wlaska bij zich had, over, dat Max Gundacker door den keizer op den hof burg was ontboden, om de kunst van graaf Caetano te onderzoeken. Het moest op Maria een geweldigen indruk makendat de voorspelling der oude op deze nooit gedachte wijze scheen te zullen worden vervuld het was een hooge onderscheiding voor zulk een jong mensch, door den keizer te worden geraadpleegd, en nu was het niet meer onmoge lijk, dat hij zich de gunst en het vertrouwen van Leopold verwierf, integendeel, een hartdat hem beminde, moest dit verwachten. Wlaska vertrok en Maria bleef met Elisabeth alleen; vertrouwelijker dan ooit tegenover hare kamenier, deelde zij haar de hoop mede, die Wlaska had opgewekt, dat Gundacker ook door zijne geboorte, wanneer het geheim daarvan maar eerst was opgehelderd, haar mocht naderen; en Elisabeth, die altijd had gedacht, dat hare meesteres onder die ongelukkige liefde zou be zwijken, indien zij die niet moclit kunnen over winnen, begreep thans, waarin de gewaande geneeskracht van Wlaska's geneesmiddelen be stond. De genegenheid, die Elisabeth voor Max had gekoesterd, was steeds gevoed doordat hare meesteres dien man niet kon vergeten; dikwijls had zij zich voorgesteld, hoe trotsch en gelukkig het lijf to schudden, óf het is een maatre gel van bedreiging of van wraak door een crediteur tegen zijn schuldenaar, maar degeen onder de schuldeischers, die alleen zijn ge zond verstand raadpleegt en spijkers met koppen wil slaan, waagt in de allermeeste gevallen zijn goede geld niet aan de griffie- en registratiekosten, door het land van elke aanvrage om failliet geheven. En er worden me faillissementen uitge sproken Dezer dagen meende een jong advocaat de belangen van een client-schuldeischer niet beter te kunnen behaitigen, dan door het faillissement aan te vragen en te erlangen van den schuldenaar, een doodarm schoen maker met vrouw en 9 kinderen, wiens in - boedel de waarde van f 20 vertegenwoordigde. De man begreep niet, wat men van hem ver langde en toen hij het vatte, schaterde hij het uit van het lachen de schuldeischer lachte evenwel niet, want hij had de griffie- en andere kosten te betalenevenmin lachte de curator, die er zelfs zijn reiskosten op toe gaf. Dit is uitzondering, toegegeven, maar niet zoozeer dat het niet volkomen den toestand illustreert en aantoont, welk een dwazen en glad nutteloozen klank al die formaliteiten en deftigheden in zulke kleine boedels geven Verzegeling, comparitie, accoord, homologa tie enz. Waarom niet in kleine zaken behandeling door den kantonrechter als curator en rech tercommissaris, waarom niet opschorting van zegel- en registratierechten tot blijkt, dat de boedel genoegzaam oplevert? Nog eens, ook bij deze veranderde wet geving, zoo ze tot het leven komt, zal de handel ze zooveel mogelijk ontwijken en ieder zal voor zijn eigen belangen hebben te wa ken en daar komt h'et dan eigenlijk op aan. Meer zorg, meer voorzichtigheid bij de crediteurs, die maar niet zonder behoorlijke informatien aan den eerste den beste cre- diet moeten verleenen meer toezicht op de zij zon zijn, als zulk een man haar naar het altaar leidde en Maria lrnar dan een uitzet gal'; maar hare gevoelens waren niet zoo hartstochtelijk, noch hare ijdclheid zoo groot, om nog te durven vasthouden aan de gedachte, datzij een gelukkige medeminnares van Maria zou knnnen worden, nu deze te kennen gaf, dat de grootste hinderpaal voor hare liefde kon weggenomen worden. Zij verschrikte, en in een opwelling van verklaarbare aandoeningen bekende zij aan Maria, dat zij eens door den vorst was gedwongen om haar te ver raden. Die openbaring was van een merkwaardige uitwerking op Maria. Zij had nooit gedacht aan de mogelijkheid, dat hare ouders konden ver- moedén, wie het voorwerp van hare liefde was, dat zij met haar geheim konden bekend zijn. De bitterheid van haar hart werd getemperd, zij was rechtvaardig genoeg om thans de geheele houding van hare ouders te verontschuldigen. Oriep zij, hadt gij mij dat vroeger gezegd, dan zoudt gij mij het grievendst leed hebben be spaard Ik hield mijne ouders voor liefdeloos en zij kunnen mij verwijten, dat ik hun een geheim heb verzwegen, dat ik met u heb gedeeld en dat mij in hunne oogen onteert. In Maria's borst welde de gedachte op, dat hare ouders anders zouden gehandeld hebben, indien zij voor hen haar hart geopend en gezegd had, dat zij die liefde niet kon overwinnen, maar nooit eene hoop zon koesteren op de verwezen lijking van een geluk, waarop hare ouders hun zegen niet konden verleenen. Het voornemen, om dit aan hare ouders te zeggen en daardoor hunne liefde en vertrouwen te herwinnen, was het wat hare oogen heden deden schitteren. Het was haar als moest zij breken met een verleden, dat haar als een zware last had gedrukt. Zij wachtte nog slechts op een boodschap van Wlaska, of Max zich de gunst van den keizer had verworven; was dit het geval, dan scheen het voorwerp barer genegenheid niet meer zoo gering als tot dus verre, dan mochten hare ouders hare verdere hoop als dwaas bespotten, maar zij zouden die kunnen vergeven. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1