Nummer 57. Woensdag 15 Juli 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Be Goudsmid van Weeaea. AIS TOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk, UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Huli(jksrhr en Langstraatsche ('onrani, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het gekeele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. De gansche pers houdt zich nog steeds bezig met het bezoek van Wilhelm II aan Engeland. De Standard noemt het door den Keizer bij het feestmaal gesprokene zeer gelukkig en het bewijs leverende van grooten tact. Wij begroeten in hem (zegt het blad) een waarlijk groot, nauwgezet en buitengewoon bekwaam bewindvoerder, maar bovenal eenen vriend en bondgenoot, en tevens den vriend en bondgenoot van allen, die den oorlog af keuren en de slachting verfoeien. Dc Times zegt dat de Keizer thans in meer rechtstreeksche voeling gekomen is met het hart der natie. Op de meest categorische wijze en met de oprechtheid die geheel zijne regeeringsloopbaan kenmerkt, verklaarde hij dat zijn oogmerk boven alles is het bewaren van den vrede met alle natiën. Men schijnt in Frankrijk te vergeten, dat het zekerste middel, om het drievoudig verbond te ver breken, bestaan zou in hel bewijzen van des- zelfs overbodigheid. Ook de overige bladen zijn het er over eens, dat 's keizers woorden den band lus- schen de beide natiën nauwer hebben toe gehaald. De Weener Neue Freie Presse verklaart dat het bezoek van keizer Wilhelm aan Lon den vooral belangrijk is omdat het bewijst dat Duitschland eindelijk voorgoed breekt met de dwalingen van Bismarck, die van geene toenadering tot Engeland wilde weten in de hoop dat eene nauwere aansluiting aan Rus land mogelijk zou blijken. Het blad spreekt den wensch uit, dat de toenadering tot Enge land ten gevolge moge hebben dat Dnitsch- land nu voorgoed met Rusland gebrouilleerd gerake. Di Rudini, door den Duitschen keizer ge decoreerd met de orde van den Zwarten Adelaar, ontving van den keizer van Oosten rijk het grootkruis van St. Etienne met den 42. XV. DE POOL EN DE WAPENSMID. Ik heb al voor twee jaren, toen ik te Konstan- tinopel was, gedacht, dat de keizer zijne geschenken aan den Sultan wel had kunnen sparen, deTurken begepren het geheele rijk en dreven den spot met de schatting, die de keizer hun zond. Schatting! riep Bockel in drift. Dan moeten zij ons eerst onderwerpen en dat zal niet gebeu ren, zoolang nog één Oostenrijker het zwaard kan voeren, al mogen ook de Hongaren de vij anden helpen.Gij zijt dusteKonstantiuopel geweest! Waart gij daar ten tijde toen graaf Caprara aan den Grooten Heer de geschenken van onzen keizer bracht Ja, er waren eenige kooplieden, die tot het gezantschap hadden behoord, op het schip, dat mij van Stamboul naar Venetië voerde. Zij waren allen blijde den Turkschen bodem te verlaten. Pan hebt gij misschien iets gehoord van mijn voormaligen gezel; hij heette Gundacker, en be hoorde ook tot het gevolg van den graaf. Dien naam heb ik zeker gehoord, hoe was dat uw gezel? Dan heb ik nera gesproken, toen ik vertrok een knap man met lichtblonde haren. Kom binnen, manriep Bockel, wie mij iets van Gundacker kan verhalen, moet niet voor mijne deur blijven staan, de beste flesch Vöslauer zal ik uit den kelder halen. Bockel bracht den vreemdeling naar binnen en nep zijn gezin bijeen. Louise moest wijn en be kers brengen, het bericht, dat deze man Max te Stamboul had gesproken, werkte als een electri- sche vonk op het huis van den wapensmid. Vrouw Emerentia maakte eigenhandig een ontbijt gereed Ik weet helaas slechts weinig, en niet veel goeds te verhalen, dus nam de Pool het woord, terwijl allen ademloos luisterden. Toen ik mij naar mijn schip wilde begeven, zag ik verschei dene kapitschi-baschis rondsluipen, aan wie ik kop zien, dat zij niets goeds in den zin hadden. Advertentien 1 i regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitsch land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. keten. De olficieele pers maakt geen melding van deze eerbewijzen, verleend aan den mi nister bij de hernieuwing der triple-alliantie. Op het Vaticaan is men verstoord op Oosten rijk, daar, volgens de bepalingen van het drievoudig verbond, Duitschland, Oostenrijk en Italië elkaar wederkeerig het grondgebied garandeeren, waarover nu hun macht zich uitstrekt. Deze bepaling houdt dus de offi- cieuse erkenning in, ook van Oostenrijk, van de rechten van Italië op Rome, wat dus gelijk staat met afstand van den- eisch den Paus in zijne wereldlijke macht te herstellen. Galim- berti, de nuntius uit Ween en, stelde echter den Paus gerust met de mededeeling, dat geene overeenkomst was aangegaan voor $en eventueel vertrek des pausen. In schrille tegenstelling met de toenaderin gen op handelspolitiek gebied tusschen Duitschland en een aantal naburige landen staan de maatregelen, welke door twee groote staten, beide hoofdfiguren op de Duitsche markt, tegen het Duitsche rijk genomen wor den, en daardoor diens uitvoer en als gevolg daarvan de industrie niet weinig benadeelen: Amerika, dat door de Mac Kinleybill reeds van zijne vijandige gezindheid blijk gal, en Rusland, dat zijn toltarief weder verscherpt en verhoogd heeft, wa-.rdoor in de eerste plaats Duitschland getroffen werd. Met beide landen staat het Duitsche rijk in geen enkele handelsbetrekking, zoodat het ook niet verplicht is, een der beide landen eenige concessie ten opzichte der toltarieven te doen, zooals andere landen genieten, die daarvoor hunnerzijds Duitschland ook een schreefje voorgeven. Totnogtoe werden Ame rika en Rusland op denzelfden tolpolitieken voet behandeld als de meest begunstigde landen. Nu deze beide staten zich echter zoo onwelwillend tegenover Duitschland be ginnen te gedragen, zal het niet lang meer duren, of stemmen van protest zullen in Duitschland opgaan tegen de gelijke behan deling der beide staten als die rijken, welke Duitschland's handel en industrie door ver- De kapitschi-baschis zijn wachters van het serail, en staan onder den aga der Janitzaren van het paleis; zij hebben grootere rechten dan de kawassen de gewone politiesoldatendien zi.i in hechtenis nemen, roept vergeefs om hulp, zelfs een pacha zou het niet wagen voor hem in de bres te tre den. Ik bemerkte weldra, dat zij het oog hadden op een jongmensch, die aan den oever wandelde, en gaf hem den raad zich uit de voeten te maken, maar hij wilde niet, hij antwoordde, dat hij niets had misdaan. Toen ik op het schip kwam, hoorde ik van een Duitscher, die den jongen man ook had gezien, dat hij een zeer bekwaam goudsmid was, die zich in het gevolg van Caprara had bevonden; dat hij zelfs bestellingen had gekregen van den grootvizier Kara Mustapha, die zijn kunst had bewonderd; hij was bijna de eenige van de leden van het gezantschap geweest, wien de overmoedige Turken eenige achting hadden betoond, maar hij had zich hierdoor, of omdat hij de oogen van eene schoone van den harem tot zich had getrokken, vijanden gemaakt. Men verhaalde mij, dat hij zelfs de tusschenkomst van den gezant had ingeroepen, omdat men het bestelde werk niet had willen ontvangen, maar de graaf had het niet durven wagen zich zijn zaak aan te trekken, hij kon niet ter wille van een werk man de stemming van de verheven Porte tegen over hem verergeren. Toen de Pool zweeg, nam Bockel het woord en zei: - Hier werd verteld, dat Gundacker een avontuur zou gehad hebben met eene van den harem eens grootwaardigheids bekleeders, maar zooals ik hem ken, kan ik dat niet gelooven, veeleer vermoed ik, dat men hem een strik heeft gespannen. Hij zag niet naar mooie meisjes, zelfs waar hij dit ongestraft kon doen; daarom zal hij ook zeker niet naar de gesluierde vrouwen van den harem hebben gegluurd, wel wetende hoe gevaarlijk dit is. De Pool trok de schouders op en antwoordde Ik weet slechts wat de menschen zeiden, maar menig knap man heeft in Stamboul het leven verloren, omdat de opgesloten schoonen al te ijverig naar hem keken. Toen de jonge man mij aanzag met zijn eerlijke oogen en mij de hand drukte, deed het mij leed, dat ik hem niet mee naar het schip kon nemen. Ik kan mij voorstellen voegde de Pool er op een eigenaardigen toon bij, toen hij bemerkte, dat de oogen van Louise vol laagde ca.iieven enz. helpen uitbreiden. Boven dien, wat bettekent het voorrecht van meest begunstigden staat, wanneer dit voordeel aan alle landen is gewaarborgd, en hoe kan een land daarin aanleiding vinden, zich zekere verplichtingen op te leggen? Beide rijken, Amerika zoowel als Rusland, behooren, wat betreft een aantal artikelen, die zij uitvoeren en die zij ook uitvoeren moeten, omdat zij daarvan te veel produceeren, op de Duitsche markt tot de grootste aanvoerders. Daar Rusland en Amerika sommige artikelen, bijv. petroleum, beide op de Duitsche markt bren gen, zou het een punt van overweging kun nen uitmaken, of er misschien voor Duitsch land voordeelen aan verbonden zouden zijn, een der twee staten, ten opzichte van een door hun beide ingevoerd artikel, voor te trekken. Bij petroleum bijv. zou dit in het minst geen moeielijkheden opleveren, aange zien dit artikel in geen enkel land geprodu ceerd wordt, waarmede Duitschland door handelsverdragen verbonden is. De commissie voor de begrooting van Frankrijk heeft van den minister van finan ciën mededeeling ontvangen van den voor- loopigen toestand van het dienstjaar 1891. De uilgaven zijn de ontvangsten met 12 mil- lioen te boven gegaan. Over dit tekort, gaf de minister te kennen, behoeft men zich niet bezorgd te maken. Vooreerst zijn al de sup- pletoire kredieten, die bij de kamer aanhan gig zijn gemaakt en waarover nog geen be slissing is gevallen, in rekening gebracht; ten audere zijn de ontvangsten, die tot 1 Juni de raming overtroffen hebben, niet in de becij fering opgenomen, en het is verder te ver wachten, dat ook de ontvangsten gedurende het tweede halrjaar de raming zullen te boven gaan. Daarbij zullen zeker, gelijk in de laatste jaren telkens gebleken is, sommige toegestane kredieten blijken onnoodig te zijn, zoodat bij het einde van het dienstjaar op een overschot mag gerekend worden. De Temps staaft, dat er wel is waar nog geen reden van bezorgdheid is, maar dat toch elke uitzetting van de uitgaven gevaar oplevert. Het buitensporig hooge tarief is geen buiten gewoon middel van gezonde werking. Dezer dagen is te Parijs een vereeniging geconstitueerd voor hervorming van het be lastingstelsel, welke het door Maujan bij Frankrijk's kamer ingediende wetsvoorstel tot voorbeeld zal nemen. Tot de 200 oprichters behooren leden van den senaat, de kamer van afgevaardigden en den gemeenteraad, benevens vertegenwoordigers van dc. pers. Alle schakeeringen der republikeinsche partij zijn in de nieuwe vereeniging vertegenwoor digd de gematigden door Georges Berger, het hoofd der wereldtentoonstelling van 1889, Dupuy-Dulange en Henri Fouquier; de radi calen door Goblet, Clémenceau, Milleraud en Brisson, en de socialisten door Lonquet, Chan- vière en Fournière. De vereeniging, die zich met niets dan belastinghervorming zal bezig houden, beoogtafschaffing van het octrooi en de verbruiksbelastingen, ontheffing van den landbouwer van de grondbelasting, afschaffing der patent- en verkeersbelasting, ten einde het den koopman mogelijk te maken tegen het buitenland te concurreeren, en eindelijk een billijke verdeeling der staatslasten. tranen stonden, dat een liefelijke herinnering uit zijn vaderland zijn schild is geweest tegen elke verzoeking. Een purpergloed bedekte het gelaat van Louisa. Dat kan wel zijn, zei Bockel, maar zie daarop mijne Louise niet aan; zij had hem lief gelijk wij allen, maar hij moest de wereld in. De arme had geen tehuis, hij had zijne ouders nooit gekend: hij is in het Oosten geboren, en ging heen met de hoop aldaar iets van zijne ouders te vernemen. Maar gij drinkt niet, de Vöslauer smaakt toch anders iedereen, doe hem geen schande aan. De Pool greep naar zijn beker alsof hij op schrikte; had hij zijn oog met een innige onder zoekende uitdrukking op Louisa gevestigd, als verzonken in gedachten, waarop hij zich niet mocht laten betrappen. Uw wijn is uitmuntend, zei hij, laten wij er op drinken, dat de man, van wien wij spreken, aan alle gevaren moge zijn ontkomen Indien Gundacker nog leefde mompelde Bockel, dan zouden wij bericht van hem hebben gekregen. Onlangs kwam een oude vrouw, die hem eens in de hand heeft gezien en die zeer aan hem gehecht is, bij mij, en zei dat ik om den levende niet moest treuren, hij zou terug komen als men te Weenen de maan op den middag zou zien. Nu gebeuren er wel teekens en wonderen een groote komeet heeft aan den hemel geschit terd, maar de maan op den middag zullen wij wel nooit zien. Dat verhoede God mocht ik wel zeggen, merkte de Pool nadenkend op; als ik goed begrijp' wat die vrouw heeft bedoeld, dan heeft zij mis schien van de halve maan gesproken. Dan behoede God ons aaarvoorzei ook Bockel. De menschen vertellen, dat Emmerich Tokoly, die de dochter van den te Neustadt 1e- rechlgstelden Ban van Croatië, graal Zriny, de weduwe van den woesten Ragoczy, van het slot Munkacs gehaald en gehuwd heeft, en dien de Hongaren tot hun hertog hebben uitgeroepen, den eed als Vasal van den Grooten Heer zou hebben gedaan en dat de koning van Frankrijk de ongeloovigen tegen een christenland zou op stoken; maar ik kan niet gelooven dat de Hon garen Tokoly zullen volgen, indien de rebel zich met de Turken verbindt. Zij waren steeds de voormuur van de christenheid tegen de scharen De aartsbisschop van Bordeaux werd met zijn geestelijk gevolg door de regeering of ficieel genoodigd, de groote revue op 14 Juli bij te wonen, tot heden heeft de hooge geestelijkheid zich verre gehouden van de groote feesten der republiek, doch zelfs bij afwezigheid van den aartsbisschop, verklaar den de geestelijke heeren, met het bestuur van het bisdom belast, de uitnoodiging der regeering te aanvaarden. De Freycinet, minister president is Zaterdagavond van zijn inspectiereis naar Verdun, Nancy en Toul teruggekeerd. der ongeloovigenenkelen mogen verraders van hun God en van den keizer zijn geworden, maar er zijn ook nog getrouwen onder hen. Immers nog onlangs heeft graal Pal Estherhazy, die met eene zuster van Tokoly is gehuwd, teEisenstadt den keizer hulde gebracht. Laat hen maar komen, die woeste Aziaten; als zij hun bloeddorst niet kunnen stillen, dan zullen wij hen in hun eigen bloed doen smoren. Het geheele, Duitsche rqk moet den keizer hulptroepen zenden, de Polen zullen niet achterblijven, als het er op aankomt hunne oude vijanden te bestrijden, en mocht het zoover komen, dat de Turken weder als in 1529 tot voor Weenen doordrongen, dan zouden wij voor onze vaderen niet onderdoen. Reken dan meer op uw eigen kracht, dan op het rijk, antwoordde de Pool; neem mij niet kwalijk, maar ik heb voor zeker gehoord, dat de keizer den keurvorst van Brandenburg in zijn oorlogen tegen Frankrijk en Zweden in den steek gelaten heeft, en dat evenals deze ook an dere rijksvorsten ontevreden zijn. De keizer heeft zich in vollen vrede Straatsburg en Lotharingsche steden laten ontnemen, zonder naar het zwaard te grijpen, wie zal hem vertrouwen, dat hij in het laatste oogenblik ook niet aan den Grooten Heer stukken van het rijk prijs geeft, om slechts den vrede te bewaren? Bockel liet het hoofd zinken. Ja, zei hij, wat gij zegt is waar. Zelfs de opperbevelhebber des keizers, de hertog van Lotharingen, is uit zijn erflanden verdreven, en niemand heeft zijne rechten in bescherming genomen. Is de Lotharinger niet een zwager van den keizer? vroeg de Pool. Ja, de koningin-weduwe van Polen, Eleonora, heeft hem hare hand geschonken. Er werd nog veel gesproken, Bockel vond be hagen in den vreemdeling, maar de gastvrijheid veroorloofde hem niet, zijn nieuwsgierigheid om te weten wat de Pool was en wat hem naar Weenen had gevoerd, door onbescheiden vragen te bevredigen. Maar eindelijk brak de vreemdeling zelf het ijs. Indien ik zeker wist begon hij eens klaps, dat de oorlog zou uitbarsten, dan bleef ik liefst te Weenen en nam dienst. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1