Nummer 73. Zondag 13 September 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De Landbouwtentoonstelling ^Gemeenteraad van Waalwijk. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. te Waalwijk. Waaluijksclic en Langstraalsclie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Frauco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regelf ƒ0,60 daarboveu 8 cent per regeJ groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steinek, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Ofschoon dorre getallen welsprekender kunnen zijn, dan blinkende, klinkende woor den en de verschillende cijfers en aanwijzingen in- het vorige nummer van deze courant luide genoeg spreken van de belangrijkheid der aanstaande Landbouwtentoonstelling in onze gemeente, voelen we ons ten aanzièn van deze onder alle opzichten zoo gewichtige gebeurtenis verplicht daarop met een enkel woord terug Ie komen, alvorens zij behoorèn z;«l tot- verledene. liet //eere, wien eere toekomt" indachtig, beginnen we met een woord van oprechte waardeering te brengen aan het Uitvoerend Bestuur voor de wijze, waarop het in de regeling en voorbereiding ten deze is jte werk gegaan. De verantwoordelijkheid, die dat comité op zich laadde bij de aanvaar ding zijner taak, was zwaar, de stapel van moeilijkheden en hinderpalen, welke het uit den weg te ruimen had, voor vele anderen ontmoedigend groot in omvang en de werk zaamheden zoo vecleischend, dat zij menigeen, rijper in ervaring, dan deze jonge mannen het waren, zouden hebben afgeschrikt er aan te beginnen. Thans staan daartegenover de sclioone resultaten, welke zij verkregen heb ben, waarop zij voor een deel althans van den aanvang af hopen mochten, omdat de zaak, welke zij op touw gingen zetten, de belangstelling verdient en geniet van allen, wien de bloei van den Noordbrabantschen landbouw en daarmee do welvaart van onze gansclie provincie, geen onverschillige zaak is. De verwachting van de uitvoerende commissie is niet ijdel gebleken. Z. E. de Commissaris der Koningin in Noordbrabant heeft deze tentoonstelling wel onder zijne bescherming willen nemen en met de hoogste autoriteit in de provincie hebben uitste kende mannen van allen rang en stand, als om strijd door milde bijdragen het bewijs gegeven van hunne belangstelling in den Jandbouw, van hunne waardeering in de taak van het comité. Ingeval het weder in de aanstaande dagen ons geen al le leelijke parten speelt, durven we gerustelijk beweren, dat deze tentoon stelling slagen zal, als geen andere voor haar. Door het kolossale aantal inzendingen uit alle deelen van Noordbrabant, zal zij in waarheid een beeld vormen van het edelste en beste, dat de landbouw in al zijn vertakkingen en onderdeelen kan pro- duceereD. De ligging onzer gemeente, het bij uitstek geschikte terrein in de nabijheid van het station, hebben mede het hunne er toe bijgedragen, dat, wat het essentieele eener landbouwtentoonstelling betreft, deze ongetwijfeld hare voorgangeters overtreffen zal in rijke verscheidenheid, zoodat ieder, wie het ook zij, daar iets zal kunnen vin den, dat zijne opmerkzaamheid ten volle waard is. Maar ook het bijkomende, het opluisterende, het ornamenteele om het zoo eens uit te drukken, datgene, wat het nuttige tevens aangenaam en schoon doet zijn, is door de uitvoerende commissie naar behooren behar tigd. De verschillende festiviteiten, welke bij gelegenheid der Waalwijksche expositie zul len plaats hebben en waarvan het wel niet noodig zal zijn nogmaals onzen lezers de bijzonderheden mede te deelen, beloven de aanstaande dagen te maken tot feestdagen in den goeden zin van het woord; drukke, woelige dagen, die echter, naar wij ver trouwen, door geen enkelen wanklank zullen worden ontsierd. Honderden en nogmaals honderdtn zullen optrekken naar het ten toonstellingsterrein om met eigen oogen te aanschouwen wat de landbouw in zijn vele onderdeelen in onze provincie te beduiden heeft en om met een te genieten van het verlerlei heerlijke en schoone, dat daar te smaken valt. Met grond verwachten wij, dat allen, die belang hebben bij het wel slagen dezer tentoonstelling, dubbel tevreden zullen zijn over de uitkomsten, die zij be looft te zullen schenken. Dit echter is slechts bijzaak. Hoofdzaak is, dat zij iets moge bijdragen tot opheffing van den gedrukten toestand, waarin ook ten onzent de land bouw heden ten dage verkeert, tot verbetering van het lot des landbouwers in zijn zwaar en moeitevol bedrijf. En met de vervulling van dezen laatsten wensch stemmen wij van ganscher harte in Ongetwijfeld zou het voor het Uitvoerend Bestuur en de gansche gemeente eene zeer groote voldoening zijn, indien Z. Exc. de Commissaris der Koningin de tentoonstelling met zijne hooge tegenwoordigheid kwam vereeren. En nu, ingezetenen van Waalwijk, de vlaggen ontrold, opdat Neerland's geliefde driekleur den bezoekers der tentoonstelling reeds bij het binnenkomen onzer gemeente het welkom toewuive! De Donderdag voormiddag ten 11 ure ge houden openbare vergadering werd bijge woond door alle leden, uitgenomen de hee- ren Hoffmans en Baijens. De burgemeester nam het voorzitterschap waar. Na voorlezing en goedkeuring der notu len van de vorige vergadering, stelde de-voor zitter den raad voor dat deze zou besluiten B. en W. te machtigen de kosten te maken, noodig voor het ontvangen van en het aan bieden van den eerewijn aan het hoofdbe stuur van de Noorbrabantsche Maatschappij van Landbouw namens de gemeente. De heer Van der Heijden was in 't ge heel niet tegen het aanbieden van eerewijn; maar hij meende dat de uitgaven daarvoor dienden bestreden te worden uit de subsidie, door de gemeente toegekend aan het uit voerend bestuur. De voorzitter bestreed deze meening en zeide dat men wel moest onderscheiden, daar het aanbieden van den eerewijn geschiedde namens de gemeente en niet namens het uitvoerend bestuur. Nadat hierover nog eenigen tijd was ge sproken werd het voorstel van B. en W. aan genomen. Alleen de heer Van der Heijden bleef tegen het dragen der kosten door de gemeente. De voorzitter noodigde daarna èn als hoofd van het gemeentebestuuur èn als eere-voor- zitter der tentoonstelling de raadsleden uit, bij de ontvangst van het hoofdbestuur te genwoordig te zijn. B. en W. werden daarna ook gemachtigd om bij een eventueel bezoek van ZExc. den heer commissaris der koningin al het noo- dige te doen om ZExc. op passende wijze te recipieeren. De voorzitter deelde mede, dat verschil lende geneesheeren zich tot hem hebben ge wend om inlichtingen nopens de betrekking als gemeente geneesheer. Twee echter heb ben bepaald gesolliciteerd, namelijk de heeren: P. J. M. Sweens, arts te Vucht. en J. W. L. Köhler, arts te Amsterdam. Beider verzoekschriften worden voorgelezen alsmede een schrijven van den heer Köhler, waarin gezegd wordt dat hij 4 weken de praktijk heeft waargenomen te Oisterwijk, waar informaties nopens hem zijn in te win nen bij den dokter en bij den rector. Op het voorstel van den voorzitter om tot benoeming over te gaan antwoordde de heer Van der Heijden, dat hij niet voorbereid was, hij gaf in overweging eerst de instructie in orde te maken. Deze was get eed en werd door den se cretaris voorgelezen. De heer Van der Heijden wenschte in de instructie wel eene wijziging, namelijk deze: dat na een zeker aantal jaren de gemeente evenzeer het recht zou hebben om het con tract op te zeggen als de geneesheer. De voorzitter kon zich daarmede niet ver eenigen en spooide tot spoed aan. De heer Van Schijndel stelt voor de be noeming aan te houden tot de volgende ver gadering de leden hebben dan gelegenheid te informeeren naar de sollicitanten en B. en W. kunnen dan zoo noodig nog wijziging brengen in de instructie. Dit voorstel werd aangenomen en de voor zitter gaf de toezegging, dat zoo mogelijk de benoeming Donderdag der volgende week zal plaats hebben. De heer Van der Heijden wijst er op, dat bij hel leggen der trottoirs bij de groote kerk een riool is opgeruimd, zonder dat het door een nieuw is vervangen. Bij stortbuien ge beurt het nu dikwijls dat het water van 2 kanten de Kerkpad komt ingestroomd. Te vens zou hij wenschen dat aan den Kerkpad een bordje werd opgehangen, waarop vermeld staat, dat het verboden is door den Kerkpad te rijden die weg is thans goed in orde en wordt bedorven door voerlieden, die niet het recht hebben er door te rijden. De eigenaar Wagemakers zal niets tegen zijn voorstel hebben. De heer Mombers steunt het voorstel Van der Heijden. De voorzitter belooft er voor te zullen zorgen. De heer Quirijns wijst op den duiker in de Loint in den Kerkpad. De voorzitter zal er naar laten zien. De heer Van der Heijden verzoekt den voorzitter den gemeente-architect, als hij die zaken opneemt, bij hem aan te zenden, om dat hij hem nog al inlichtingen kan geven. De voorzitter zegt dit toe en sluit de ver gadering. Ligt er niet iets bitters, iets als ironie in het feit, dat het bericht van den dood van Jules Grévy, den oud-president der Fransche re publiek tegelijkertijd het eerste nieuws omtrent diens ziekte bracht In stille afzon dering heeft Jules Grévy sinds December 1887 te Mont-sous-Vaudrey geleefd en in stille afzondering is hij gestorven, terwijl Carnots steeds toenemende populariteit Grévy en al diens deugden en verdiensten, al diens vreugd en al diens leed heeft doen vergeten. Als republikein heeft Grévy geleefd en als republikein is hij ook gestorven. Grévy bereikte den leeftijdvan 84 jaren. In 1807 werd hij Mont-sous-Vaudrey geboren, studeerde te Parijs in de rechten en vestigde zich daarna als advocaat in de hoofdstad. Grévy behoorde toen tot de republikeinen. Als lid van de republikeinsche regeering na de omwenteling van 1848, verzette hij zich tegen het voorstel om den president bij al gemeen stemrecht te kiezen. Mfet 643 tegen 158 stemmen verwierp echter de nationale vergadering het verstandige voorstel en wel dra was Lodewijk Bonaparte president en spoedig daarna keizer. Ook onder het keizerrijk bleef Grévy zijn republikeinsche beginselen getrouw. In 1868 werd hij tot deken der Parijsche advocaten benoemd, en in hetzelfde jaar overwon hij bij de kamerverkiezing den candidaat der re geering in de Ju;a. In de kamer voerde de advocaat steeds zeer gematigde oppositie tegen Napoleon, maar toen het keizerrijk was gevallen, verklaarde Grévy zich even sterk tegen de dictatuur van Gambetta. In 1871 koos de Kamer den Parijschen advocaat tot haar voorzitter, die na den dood van Thiers optrad als leider der gematigde republikeinen. Zoo werd Grévy, toen Mac- Mahon in 1879 moest aftreden, met groote meerderheid tot president der Republiek ge kozen en in 1885 herkozen. Zijn tweeden ambtstijd mocht de president echter niet ten einde brengen, want voor een paar jaren noopten de knoeierijen van zijn schoonzoon, Wilson, hem zijn ambt neer te leggen. De heer Sadi Carnot werd toen tot president gekozen en de heer Grévy ging naar Mont-sous-Vaudrey, waar hij het grootste gedeelte van het jaar doorbracht. Ondanks de minder schitterende wijze, waarop de president genoodzaakt werd zijn ambt neer te leggen, zullen toch alle Fran sche republikeinen erkenen, dat ze in Grévy een hunner beste mannen hebben verloren, aan wie de republikeinsche partij, vooral in de eerste en moeielijkste jaren, zeer veel te danken heeft gehad. Nu men het eindelijk zoover gebracht heeft dat men door veel en velerlei geschrijf over de Dardanellen-quaestie en Kiamils aftre ding even ver is als voor een tiental dagen, namelijk zich tot de constateering van de feiten moet bepalen, nadat men her- en der waarts heeft rondgeloopen in den doolhof van gefingeerde en gefantaseerde berichten, altijd op den tast, gaat men eenige aandacht schenken aan de aftreding van Kiamil zeiven, buiten alle politieke beschouwingen om. Dat er „etwas los" is te Konstantinopel, schijnt vast te staan: Kiamil pacha staat onder strenge bewaking, zelfs is er een commissie benoemd om hem in verhoor te nemen en reeds spreekt men van een in wording ver- keerend sensatie-proces. Over de vraag of 't Bismark's gezondheids toestand dan wel zijn politieke gezindheid zou zijn, die hem uit den rijksdag houdt, loopen de meeningen nogal uiteen. Bismarck is een man, die gaarne populair blijft, vooral nu de hoogste hoogen hem negeeren. Die populariteit nu, zou een gevoeligen schok krijgen, indien de ex-kanselier in den rijks dag zijn economische politiek kwam verde digen en ging ijveren tegen de handelsver dragen en tegen de eventueele verlaging der graanrechten. Het geschrijf van Bismarck's organen over zijn optreden in den rijksdag en de door hem daar te vervullen taak, doet ons dan ook onwillekeurig denken aan het bekende spreekwoord„beter hard geblazen dan den mond gebrand." De leiders der Iersche partij in al haar fractien gaan voort fel kaar 't leven onaange naam te maken. William O'Brien heeft Par- nell nu weer uitgenoodigd zich in korten tijd persoonlijk te overtuigen, dat de Ieren hem niet willen volgen, noch door schoone be loften, noch door bedreigingen, op een weg,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1