Nummer 86, Donderdag 29 October 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk UITGEVER: Waalwijk. en Laigstraalsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden.ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Ad verten tiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Om eens wat variatie te brengen in de vrij eentonige parlementaire beraadslagingen heeft men Zaterdag in de kamer van Frank rijk eerst de begrooting van 1892 verdedigd en haar daarna aangevallen. Oogenschijnlijk zou men meenen met een operette-grap te doen te hebben, doch in werkelijkheid was 't toch zoo heel dwaas niet. Rouvier, de mi nister van financien, verdedigde in een wel sprekend betoog het financieel beleid der regeering in 't algemeen en het aandeel, dat hij er in neemt, in 't bijzonder. Van een buitengewonen druk op de belastingplichtigen wilde hij niets hooren, in tegenstelling met hen, die meenen dat 't elders alles beter is; een wetsvoorstel over de hervorming der drankbelasting zal in het volgende budget worden ingelascht. De in behandeling zijnde begrooting heette Rouvier in staat alle cri- tiek te doen zwijgen, daar er na aftrek van alle supplementaire kredieten, een overschot van 29 millioen zou zijn. Dit was Rouviers gunstig ontvangen be antwoording van des afgevaardigden Piou's aanvallen en na deze beantwoording der voornaamste bezwaren door den laatste in gebracht, na deze verdediging van zijn be leid dus, volgde een aanval van den radi caal Pelletan, die reeds dadelijk zeide in zijn betoog den middelweg te willen bewan delen; Piou heette hij te pessimistisch en Rouvier te optimistisch, de waarheid, meende hij, lag juist tusschen deze beide uitersten in. Wel zag hij een aantal hervormingen, maar niet genoeg zooals men weet lijden radicalen over het algemeen aan hervormings manie, het goede, dat er is, zien z:j over 't hoofd, om te grijpen naar het onbekende, dat lang niet immer genezing brengt voor alle kwalen en dan zou hij willen dat men bij hooger uitgaven zijn toevlucht nam tot be sparingen, niet tot nieuwe belastingen een schoon ideaal, maar niet zoo gemakkelijk voor verwezenlijking vatbaarKrachtens zijn XXV. DE TERUGKOMST. De Pool moest Max alles verhalen wat hij had gehoord of vernomen, en hoe hij aan die berich ten was gekomen. Hierdoor wist Max nu ook, aan wie hij zijne redding uit de gevangenschap te danken had. De Pool sloeg Max scherp gade, toen hij vermeldde, dat de beide prinsessen het aan de belangstelling van Dione voor hem ver schuldigd waren, dat haar lot dragelijk was geworden, en zijn voorkomen bij deze beschrij vingen bevreemdde Max steeds meer. Weten de prinsessen, vroeg Gundacker, dat Dione mijne moeder is en dat deze wonderbare samenloop haar heeft gered In ieder geval heeft de gemalin van den grootvizier haar dat verteld, hernam de Pool, anders zou prinses Liechtenstein bezwaarlijk een haarlok hebben opgeofferd, waar ik om heb verzocht. Een haarlok riep Max, rood wordende, hebt gij een haarlok van haar voor mij De laatste woorden werden zacht, nauw hoor baar, bedeesd, als twijfelend in bange verwachting uitgesproken. Voor u heb ik ze juist niet gevraagd, maar ik had eenige dingen noodig om den pacha bijgeloovig te maken, en toen verlangde ik een haarlok van een christelijke maagd. Maar de prinses zal wel geraden hebben voor wien ik ze verzocht. En zij gaf ze Waar is zij De Pool tastte in den borstzak van zijn wam buis en stelde hem de lok ter hand. Hij zag hoe Max met bevende hand er naar greep, hoe hij zich slechts voor hem ontzag om haar aan zijn lippen te brengen, en hoe zijn oogen schitterden. Ik weet niet of ik goed gedaan heb, zei hij met somberen ernst. Men mag geen onschuldig hart bedriegen de prinses gelooft ongetwijfeld, dat gij haar bemint, maar dan moet gij haar ook toebehooren of ik heb misdaan; ik moet de lok terugeischen, indien gij haar niet uw geheel radicalisme veroordeelde Pelletan de protec tionistische politiek en ondanks zijn politieke richting drong hij aan op conservatisme op het gebied der kolonien-manie. Houden wat men heeft en niet trachten naar meer, bleek 's heeren Pelletan's devies in deze. De algemeene beraadslagingen over de begrooting zijn nu gesloten en de artikelsge- wijze behandeling heeft een aanvang genomen. Wat evenwel meer dan de financieele mug- gezifterijen de aandacht bezig houdt, is Frank- rijks economische politiek en het nieuwe economische regime kost den regeeringsman- nen heel wat zorg en slapelooze nachten, 't Is dan ook een groote stap, dien men gaat doen, men kent de waarheid van het spreek woord, hetwelk zegt, dat hij, die voor anderen een kuil graaft, er zelf leelijk kan intuimelen en in zoo'n 'cuimelpartij heeft men volstrekt geen lust, doch wie A heeft gezegd moet ook B zeggen, meent men in de regeerings- kringen, en daarom holt men voort op den ingeslagen weg tot 't wellicht te laat is. Dat de senaat de protectionistische stroo* ming zal trachten tegen te houden, is niet te denken, hoewel de vrijhandelsmannen he mel en aarde in beweging brengen, om als nog wijziging te krijgen in het door de re geering voorgestelde en door de kamer reeds goedgekeurde. De regeering is voornemens aan het parlement ter goedkeuring voor te leggen een plan, volgens hetwelk zij tot einde 1892 het nieuwe minimumtarief toe' wil pas sen op die staten, welke met Frankrijk nog een tractaat hebben, nl. Belgie, Nederland, Zwitserland, Spanje, Zweden en Noorwegen en Portugal, op voorwaarde, dat die staten ook hun laagste tarieven toepassen op Fran- sche waren. Uit Madagascar worden in den laatsten tijd voor Frankrijk niet zeer gunstige berich ten ontvangen. „De onbeschaamdheid der Hovas, voornamelijk der hoofden, wordt on dragelijk," dus luidt het in de jongste tele grammen omtrent de houding der oorspron kelijke bezitters des lands, „en voortdurend hart hebt gewijd. Dat behoort haar, zoolang er een adem tocht in mij isriep Max, en nu drukte hij de lok aan zijne lippen. Ik geef die lok niet terug of zij moest haar zelve opeisclien. Het kwam mij voor, zei de Pool, dat uw oog op een andere was gevallen, ik zag de hand van de dochter van meester Bockel in de uwe. Eene wolk vloog over het gelaat van Gund acker. //Spreek mij daar niet over, antwoordde hij, zichtbaar verward. Er is geen meisje op de wereld, wie ik meer achting en vrienschap toe draag dan dit lieve kind. Louisa kent mijn hart, zij weet dat een onbereikbaar tooverbeeld mij heeft geboeid, zij beklaagt mij." En gij speelt met het vuur, dat gij hebt ontstoken! Gij denkt slechts aan u zelve, en ziet niet, dat zij daaronder te gronde gaatIk heb geen recht u verwijten te doen, maar meester Bockel moet het weten Zwijg! viel Max hem in derede. Gij spreekt daar een vermoeden uit, dat mijne eer kwetst; meester Bockel weet, dat Louisa mij haar hart niet heeft geschonken; hij weet welk droom beeld mijn hart najaagt, God weet wat daarvan nog zal komen. Maar bemoei u niet met zaken, die u niets aangaanindien gij mij ten minste voor een rechtschapen man van eer houdt. Daarvan ben ik overtuigd, dat gij dat zijt! hernam de Pool, met geweld de smart bedwin gende, die zijn hart verscheurde. Gij hebt gelijk, de zaak gaat mij niets aan. Kolschitzky sprak die laatste woorden met een onbeschrijfelijke bitterheid, maar Max was te zeer in zijn eigen gedachten verdiept om op hem te letten, want ae woorden van den Pool hadden hem opnieuw gewaarschuwd, dat hij met het vuur in de borst van Louisa speelde. XXVI. DE VERKLARING. Niemand in het huis van Bockel begreep, wat den Pool zoo geheel had doen veranderen, maar niemand geloofde ook van hem, dat hij onbe dacht had gehandeld; zoo dikwijls hij zich in den loop der volgende dagen vertoonde, kon ieder hem aanzien, dat hij een diepe smart in zijn borst verborg. Max had geen geheim gemaakt van de mede- deelingen van Kolschitzky, en Louise verheugde staan de Franschen aan allerlei plagerijen bloot." Volgens een telegram uit Madrid hebben de kamers van koophandel een onderzoek ingesteld naar den stand van den wissel op het buitenland, den toestand der bank, den uitvoerhandel in wijnen en de algemeene staathuishoudkundige politiek. Wat de wijnquaestie betreft, zoo heelt de beslissing der Fransche regeering in zake de handhaving en vernieuwing der invoerrech ten op de Spaansche wijnen in de pers op het schiereiland een storm van verontwaar diging doen opgaan. Ofschoon die beslissing sinds eenige weken een publiek geheim was, is zij voor den Spaanschen wijnhandel thans een feitelijke sluiting van de Fransche markt voor hare producten, dubbel bezwaarlijk met het oog op de ongunstige financieele toe standen. Daar Frankrijk den Spaanschen wijn alleen noodig heeft om de Fransche wijnen te versnijden, zal het een daaropgelijkend product gemakkelijk van elders kunnen be trekken, doch het is nu voor de Spanjaarden zeer moeilijk om voor den aanwezigen of nog te wachten voorraad nieuwe afnemers te vinden. Wel is er in Spanje aan gedacht om deskundigen uit Zuid-Frankrijk te laten overkomen en den wijn op de plaats zelf te bewerken, en er zijn reeds proeven in dien geest genomen, doch met zeer verschillenden uitslag, afhankelijk van klimaat of van be kwaamheid der verbouwers. Zoolang de Spaansche roode wijnen hunne consumenten bereiken in den vorm van Medoc, waartoe die in Zuid-Frankrijk worden omgewerkt, vin den zij goede afnemers, doch zoodra de uit voer uit een Spaansche haven plaats vindt, zijn zij veel minder getrokken en verliezen het grootste deel hunner waarde. De veront waardiging der Spanjaarden tegen hunne noor delijke naburen is dus in deze begrijpelijk. In het parlement van Hongarije schijnt het lieve leventje opnieuw te beginnen. Bij alle voorstellen, bij kredietaanvragen en doodon- zich innig over zijn nieuwe hoop; zij zou den Pool zoo gaarne hebben bedankt, dat hij zijn leven had gewaagd om Max dien troost te bren gen, maar haar ontbrak de moed om een ver trouwelijk woord met hem te spreken. Hij had zoo zonderling geglimlacht, toen Bockel eens had gezegd, dat men het nog wel zou bele ven, dat zijn voormalige gezel een prinses naar huis bracht; er lag in dien glimlach iets bitters en indien het de familie Bockel mogelijk ware geweest hem van afgunst te verdenken, dan had zij op het vermoeden moeten komen, dat hij Max dien triomf misgunde. Daar men nu de ware oorzaak zijner veranderde stemming niet kon raden, bleef er slechts de onderstelling over, dat hij gedurende zijne afwezigheid van YVeenen in het leger der Turken of in dat van den Lotha- ringer iets moest hebben vernomen, dat hem nood zaakte zijn aanzoek om de hand van Louise op te geven. Misschien had het een of ander hem een vergeten plicht herinnerd, misschien had hij ontdekt, dat iemand, die hij voor dood had ge houden, nog leefde, en was zijn blijmoedigheid verdwenen bij die herinnering aan oudere ver plichtingen. leder lid van de familie Bockel had hem lief gekregen en betreurde het, dat hij zijn geheim bewaarde; maar niemand deed eene vraag, om niet onbescheiden te schijnen, en zoo werd eene verklaring onmogelijk gemaakt. Men zag elkander nu ook zeldzamer, daar de dienst zwaarder werd, naar mate de gelederen werden gedund door den dood, door verwondin gen en ziekten; de lust om zich met plannen en gedachten voor een beteren tijd bezig te houden, verdween meer en meer; op alle gemoederen drukte als een zware last het vooruitzicht, dat er voor de belegerden geen andere verlossing uit hun lijden was te wachten, dan de dooa onder de puinhoopen der stad. Wederom waren weken voorbijgegaan, maar geen straal van hoop op ontzet verkwikte de benauwden in hun nood; de ellende in de stad bereikte den hoogsten graad. Men kende slaap noch rust. Des daags donderden de kanonnen en woedde de strijd, des nachts moest men de be schadigde wallen en muren herstellen, en de doo- den begraven. De Turken hadden in de aanhou dende gevechten ook groote verliezen geleden; de gedurige bestormingen hadden den grootvizier reeds bijna 50,000 man gekost, maar het leger van den vijand was evenwel nog een geduchte schuldige wetsvoorstellen, wordt er tusschen de mannen der linkerzijde en de regeering een formeel gevecht geleverd, evenals in de dagen van Tisza en zelfs is er uit dat gekijf en gekibbel nu een uitdaging gevolgd van den afgevaardigde der oppositie Horansky tegenover den minister van justitie Szilagyi. Gelukkig hebben de getuigen 't zaakje ter elfder ure in den minne geschikt. 't Ministersbaantje lijkt in Hongarije dan al wonder gevaarlijk. De regeering der Vereenigde Staten neemt het tegenover Chili zeer hoog op. Volgens mededeeling van ambtswege beschouwt ;e de aanranding der Amerikaansche matrozen te Valparaiso als eene beleediging der Ame rikaansche vlag en Amerikaansche eer aan gedaan, welke een zoo krachtig mogelijk op treden der diplomatie vereischt. Egan, de gezant in Chili, heelt instructies ontvangen, waarin hem gelast wordt een alleszins al- doend herstel van het onrecht te vragen, ten einde de zaak in der rr.inne te schikken, zon der dat de eer der beide landen hieronder lijde. Wanneer de gevraagde genoegdoening niet gegeven wordt binnen een redelijken tijd, zal Egan worden teruggeroepen en zul len de diplomatieke betrekkingen geheel worden afgebroken. Nog geen berichten uit het zuiden des lands, dat het water in de overstroomde stre ken begint weg te vloeien. Integendeel, het water blijft wassende. Te Laurens-les-Bains, bij Privas, departement Ardèche, zijn acht huizen ingestort. Hier en daar hebben de werkstakende glasblazers den arbeid hervat, zonder eenige voldoening op hunne eischen gekregen te hebben. In het departement Marne zijn on der anderen alle handen weer aan het werk. macht; in de stad daarentegen was het kleine, gedunde aantal der verdedigers tot een hoopje doodelijk afgematte raenschen ingesmolten. De lucht was door de opstijgende gassen van in der haast begraven lijken verpest, besmettelijke ziek ten raapten duizenden weg, in alle huizen lagen gekwetsten en zieken, reeds ontbraken de genees middelen, de honger waarde door de straten rond, met steeds holler wangen sleepten de uitgeputte strijders zich over de wallen, en steeds zwaarder werd de arbeid, om de verbrijzelde muren en vernielde aardwerken in staat van verdediging te houden. Reeds hadden de Turken acbttienmaal storrageloopen, reeds hadden de verdedigers vier- en-twintig uitvallen gedaan, en nog kwam er geen hulp. De keizerstad lag als in een zee van stof, rook, en vuur begraven. De grootvizier had in zijn woede over den langdurigen, hardnekki- gen tegenstand, aan graaf Starhemberg en aan aen bisschop Kollonitz doen weten, dat hij hun het hoofd zou laten afslaan als de stad in zijn handen was, maar des te ijveriger vervulden zij hunne plichten van verdediging en hulpbetoon, ieder op zijn post. Den 5en September 1663 was de aanval der Turken woedender dan ooit. Den vorigen avond had een groote mijn het voorste gedeelte van het Burgbastion in de lucht doen springen, en een andere had in den wal van het Löwenbastion bres gemaakt. Met bovenmenschelijke dapperheid had, Starhemberg de openingen in de verbrijzelde wer ken doen herstellen, en onder een aanval der Turken van vierentwintig uur, uit balken, en palen versperringen laten maken. Kanon- en musket kogels, houwen, stooten en slagen met zeisen, spiesen, hellebaarden, knodsen, strijdbijlen en strijdkolven, regenen op de aanstormende Janit- zaren; terwijl zelfs vrouwen helpen om de straten, die het eerst aan het gevaar blootstaan, door ket tingen en balken en door ijzeren venstertralies te barricadeeren. De donder der kanonnen, het Allahgeschreeuw der Turken doet den grond dreunen, maar de mannen van Weenen staan pal. Op het Burgbastion strijden naast elkander soldaten en burgers, stu denten en leden van het vrijcorps. Max Gund acker, nauwelijks van het krankbed herrezen, slaat een Turk neer, die reeds den sabel boven het hoofd van meester Bockel heeft opgeheven. Jozef ligt dood in de bres, Leopold Bockel bloedt uit een diepe wond. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1