Nummer 93,
Zondag 22 November 1891.
14° Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
X Gemeenteraad van Waalwijk,
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Openbare vergadering, op Donderdag 19 No
vember 1891, nam. 6 uur.
Tegenwoordig alle leden, voorzitter de bur
gemeester.
De voorzitter opent de vergadering.
De notulen der vorige worden na voorlezing
goedgekeurd.
De voorzitter brengt ter tafel een ontwerp
besluit tot verhooging der begrooting van het
loopend jaar en wel met f 83.40, voor een
behoeftigen ktankzinnige, die in 1891 in het
krankzinnigengesticht is opgenomen.
Goedgekeurd.
Nu kwam aan de orde de vaststelling der
begrooting van inkomsten en uitgaven voor
1892.
De commissie van onderzoek rapporteerde
bij monde van haar jongste lid, den heer
Gragtmans, dat zij geene veranderingen in
het ontwerp voorstelt; een paar opmerkingen
van minder belang zullen bij de artikelsge-
wijze behandeling gemaakt worden.
De voorzitter wenschte, om de afdoening
te bespoedigen, in plaats van artikelsgewijze
behandeling, elk der leden achtereenvolgens
de op- of aanmerkingen in 't midden te laten
brengen, die hij te maken mocht hebben.
Hiermede werd genoegen genomen.
De heer Quirijns wijst op eenige onjuiste
cijfers, die verbetering behoeven.
De heer Gragtmans zegt, dat in de begr.
gesproken wordt over een tweeden politie
agent.
Toen de commissie de begr. heeft onder
zocht, was nog geen antwoord bekend van de
polderbesturen.
De voorzitter antwoordt, dat de beide pól-
derbesturen gezamenlijk de helft ad f225.
zullen bijdragen in de kosten, zoodat de ge
meente de andere helft, of ook f 225.— zal
hebben te betalen.
Uit de verdere over dit punt gehoudene
besprekingen bleek, dat de voorzitter een
tweeden agent van politie noodig achtte in
onze gemeente, die, hoewel beknopt, toch te
groot is voor één man; deze kan moeilijk alle
terreinen surveilleeren; er zijn den laatsten
tijd dan ook verschillende klachten ingeko
men over beschadigingen. Daarbij, in verge
lijking met andere gemeenten, mogen wij zeker
wel een tweeden hebben. Die tweede agent
van politie zal geheel staan onder den bur
gemeester, hoofd der politie, omdat het niet
denkbaar is dat hij van meer personen orders
zou hebben te ontvangen.
Van de polders was niet meer te krijgen
dan de helit in de kosten.
Hierna werd besloten op de begrooting
een post uit te trekken van f 450.— voor
een tweeden agent van politie, waartoe de
Buiten- en de Binnenpolder gezamelijk de
helft zullen bijdragen.
De heer Verbunt wenscht te vernemen, of
onder de f 1100, uitgetrokken voor onderhoud
van kunstwegen, straten en pleinen, ook de
haven begrepen is. Op het bevestigend ant
woord van den voorzitter verzocht de heer
Verbunt B. cn W., thans bij het goede wedei
daar eens te komen kijken, teneinde zich van
den toestand te overtuigen.
De voorzitter zal het in het dag. best. voor
brengen.
Toen nu geen der heeren meer het woord
over de begrooting verlangde, sprak de voor
zitter ongeveer het volgende
„Aangezien de raad nu meegaat met het
dag. best. voor zoover de begrooting betreft,
begrijp ik, dat hij ook mee zal gaan ten op
zichte van de verbouwing van het raadhuis.
Het dag. bestuur is van de noodzakelijkheid
eener verbouwing overtuigd. Waarom het dan
niet met een positief voorstel is gekomen
Omdat het hing tusschen een nieuw gebouw
daar te stellen of het oude te verbouwen.
Het grootste bezwaar, dat tegen het bouwen
gehoord werd, was, dat de kosten zoo hoog
zouden loopen, dat de belastingen zouden
moeten worden verhoogd. Dat is echter niet
het geval. Over 't algemeen zijn verscheidene
posten hooger geraamd dan strikt noodig,
zoodat er op verschillende wel te bezuinigen
zal zijn. Zoo zal de post voor onderhoud van
wegen wel een batig saldo geven van f 400;
de post voor het post- en telegraafkantoor
zal wellicht f 100 minder zijn dan geraamd
is; huur van onderwijzerswoning f 50 lager en
onderhoud f 75; op den post voor aankoop
en inbinden van boekwerk kan ook nog wel
wat bespaard worden; zoodoende zou men
reeds f 650 krijgen. De verpleging van be
hoeftige krankzinnigen zal wellicht f 120
minder kosten, want in vergelijking met an
dere gemeenten hebben wij er vele en bestaat
er dus veel kans dat hun aantal vermindere.
Bovendien hebben we een batig saldo van
f 3000 en als we nu aannemen dat dit de
eerste jaren met f200 vermindert, dan levert
dit nog geen bezwaar op, daar jaarlijks de
som der te betalen rente vermindert. Nemen
we nu het raadhuis met ap- en dependenties
niet te hoog, op f 16500, en rekenen wij 4°/0,
dan komen wij aan eene jaarlijksche uitgaaf
van f 660, waartegenover eene vermindering
staat van uitgaven van p. m. f 665 's jaars.
Men ziet dus. dat 't niet noodig zal zijn de
belasting te verhoogen. Maar zelfs, al was dit
wel 't geval, dan zal 't nog maar heel weinig
zijn; 't zou dan voldoende zijn de opcenten
op het personeel een paar percenten te ver
hoogen, waardoor zeker niet getroffen worden
de belastingbetalenden, door de heeren Van
der Heijden en Van Schijndel bedoeld.
Ik meen dus, hoewel niet namens B. en W.,
dan toch uit mijnen naam te mogen voor
stellen, dat de raad besluite het raadhuis ge
heel af' te breken en te herbouwen en de
daarvoor noodige som op de begrooting uit
te trekken. Als de raad het zou willen uit
stellen tot het volgend jaar, wordt het er toch
niet beter op; in dien tusschentijd zullen we
toch geen legaat krijgen."
De heer Van der Heijden „Zooveel als
er nu van gezegd is, hebben wij er nog nooit
van gehoord; wij wisten niets van de kosten
evenmin van de mogelijkheid om bezuinigin
gen te maken, 't Is voor 't eerst, dat wij
daarvan hooren; mijne meening is nu, dat de
zaak behoort uitgesteld te worden tot een
volgende vergadering; dan hebben we gele
genheid om er eens onder elkander over te
spreken."
De voorzitter„er is nog een tweede voor
stel in het dag. best. door den heer Hofif-
mans gedaan, namelijk om een paar sommen,
b.v. 100 a 150 uit te loven voor het maken
van de beste plans en begrootingen voor een
nieuw raadhuis."
De heer Verbunt„Hebben de prijsbe-
halers dan eenig privilegie om b.v. als op
zichter aangesteld te worden."
De voorzitter„het zou uit den aard der
zaak in 't voordeel der gemeente zijn, dat
de plannen werden uitgevoerd onder toezicht
der ontwerpers."
De heer Verbunt„dan zullen er voor
f 100 liefhebbers genoeg zijn, buiten en bin
nen de gemeente."
De heer Van Schijndel„ik zou in de ge
meente blijven; we hebben hier drie deskun
digen, die heel goed in staat zijn een dege
lijk en goed gebouw voor raadhuis daar te
stellen, 't behoeft geen kunstgewrocht te zijn."
De heer Hoffmans «mijn princiep is al
tijd geweest om de plannen door ingezete
nen te laten maken; ik geloof dat Waalwijk
hiervoor capaciteiten genoeg bezit.»
De voorzitter«de vraag is nu maar of
het voorstel Hoffmans ingang vindt.»
De heer Quirijns „ik ben het eens met
hetgeen de heer Van der Heijden gezegd
heeft't is voor 't eerst dat wij bijzonder
heden hooren wij weten nu zelfs nog niet
waar men het wil maken, we behoeven dus
nog tot niets te besluiten."
De heer Timmermans van Turenhout„ik
kan me heel goed vereenigen met het ge
zegde van den heer Quirijns en anderen en
steun dus aanhouding tot de volgende ver
gadering."
De heer Baijens«wat de plaats aangaat
waar, behooren wij het bestaande te hand
haven, dit is de gesrhikste plaats. Ik geloof,
dat dienaangaande geene andere bedoeling
bestaat. Ik zou dan voorstellen het oude ge
bouw in den grond te gooien en op dezelfde
plaats een nieuw op te bouwen."
Zonder verdere discussie werd besloten de
zaak aan te houden, waarna de begrooting
in haar geheel is vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat 3 van de 4
benoemde commissieleden voor de vakschool
bericht hebben, dat ze de benoeming aanne
men van den heer Van Dooren is nog geene
officieele kennisgeving ingekomen.
De voorzitter«het dag. best. geeft den
raad in overweging eene bepaling te maken
in de politieverordening, waarbij verboden
wordt, dat de sloombooten de haven vanaf
de le sluis stoomende binnenvaren, 't Is ge
bleken dat na het baggeren de vaargeul weer
dadelijk bedorven was.»
Van verschillende zijden rezen tegen het
voorstel bezwaren en werden middelen aan
de hand gedaan, die soms verbetering zou
den kunnen brengen. Door den voorzitter
werd echter gewezen op reeds betaalde en
wellicht nog meer te betalen schadevergoe
dingen, waarna het voorstel van het dag.
best. werd aangenomen. Dit laatste zal de
desbetreffende bepaling redigeeren.
De voorzitter wenscht te antwoorden op
eenige vroeger tot hem gerichte vragen.
De zaak van den Kerkpad heeft het dag.
best. overwogen. Het vreest, als het daar een
bord hangt, andere lui er ook om zullen ko
men.
De heer Van der Heijden en Verbunt tra
den over deze aangelegenheid nog in nadere
bespréking met den voorzitter, die vol
hield dat, daar het voetpad, hoewel publiek
toch eigendom was van Wagemakers, de ge
meente geen bord kon hangen, wat door de
twee andere heeren weersproken werd. De
slotsom was, dat de zaak nogmaals in het
dag. best. zal besproken worden.
Nopens de vraag van den heer Baijens om
een gedeelte der markt te verleggen naar de
Stationsstraat zegt de voorzitter, dat het dag.
best. aan de marktbezoekers zal vragen of
zij wenschen verplaatst te worden.
De heer Baijens vindt het moeilijk dan te
weten waar men moet beginnen. Hij oordeelt
dat men voor elke soort uitstalling eene be
paalde plaats kan aanwijzen.
De voorzitter achtte het gewaagd de lui
in de Stationsstraat te plaatsen. Zou men ze
daardoor niet wegjagen
De heer Baijens meent dat ontevredenen
er altijd wel zullen zijn. Spreker heeft gemeend
zijne vraag te moeten doen in 't belang der
Stationsstraat en ook in 't belang der gemeen
te; want bij de groote ophooping, die soms
in de straat plaats vindt, gebeurt het dikwijls,
dat winkels in de Groote Straat niet te be
reiken zijn door de uitstallingen, zoodat er
wel aanleiding bestaat om zekere soort naar
de Stationsstraat te verplaatsen. Ook verzoekt
spreker dringend het vee voortaan slechts
aan eene zijde der lijn te zetten, omdat het
anders zoo goed als onmogelijk is er door
te komen.
De voorzitter antwoordde, dat bij gewone
markten 't niet noodig is het vee aan twee
zijden te plaatsen, op groote markten kan dit
niet anders; verlengen kan men de lijn niet,
want men komt in contact met de boompjes.
De heer Baijens verklaart echter zeker ge
zien te hebben, dat de lijn nog niet half be
zet was, maar aan twee zijden.
Wat den waterloop betreft tusschen Besoijen
en Waalwijk, daarvoor zal de architect zorgen
De heer v. d. Heijden zegt dat die reeds
in orde is en goed ook.
Daar niemand meer iets in de openbare
vergadering te zeggen heett, gaat men over
ot vaststelling van het suppletoir kohier van
den hoofdelijken omslag en wel met gesloten
deuren.
Even waar als het is, dat een goed woord
een goede plaats vindt, even ongetwijfeld is
het dat een minder gunstig gekozen uidruk-
king allicht betreurenswaardige gevolgen kan
hebben en zelfs kan zoo één oogenblikje van
onbedachtzaamheid maken dat men jaren
schreit. Hoewel we nu niet gelooven dat de
jonge heerscher over het machtige Duitsch-
land de zaken zóo tragisch zal opnemen en
we zelfs vurig hopen, dat er tot een zóo tra
gische opvatting nimmer reden moge bestaan,
mag het toch verondersteld worden, dat Wil
helm II, sinds hij voor 3!/2 jaar den troon
beklom, menig woord heeft gesproken, waar
over hij later spijt heeft gehad. Een vorst
kan ook al te openhartig zijn, hij kan er te
zeer naar streven, zijn hart op de tong te
leggen Zonder tot huichelarij te vervallen,
moet een regeerend vorst zich er voor wach
ten zijn mond te laten overvloeien van de
volheid zijns harten, op de woorden van de
grooten dezer aarde wordt nauw toegezien
en eens ontsnapt, is er geen stoom en elec-
triciteit in staat ze terug te halen. De
wereldwijsheid, die leeit dat men wel alles
moet meenen wat men zegt, doch niet alles
moet zeggen wat men meent, is 's keizers
deel nog niet geworden, hij flapt er alles
maar uit, rijp en onrijp.
Zoo is men in Duitschland nog immer aan
't discussieeren over de door den keizer te
Munchen neergeschreven woorden, 's koniugs
wil de hoogste wet heetend en hoewel het
met de persvrijheid in Duitschland zoodanig
is gesteld, dat men menigmaal met een kleine
wijziging van een bekend gezegde, zou gaan
denken, dat den mensch de macht om zijn
gedachten op papier te brengen gegeven is
om zijn gedachten te verbergen, kan men
toch zonder vrees voor tegenspraak zeggen,
dat 's keizers woorden in Duitschland in het
algemeen en in Zuid-Duitschland in het bij
zonder, een min aangenamen indruk hebben
gemaakt.
't Schijnt, dat de keizer het „Suprema lex
regis voluntas" te Munchen aan zijn hand-
teekening in het „gouden boek" heeft toe
gevoegd in een oogenblik van ontstemdheid
over de tegen hem gerichte aanvallen der
pers, dus zou het een daad van menschelijke
zwakheid zijn, hoewel de uiting volkomen
in overeenstemming moet worden geacht met
's keizers eigenaardige opvatting van de
rechten en verplichtingen van een regeerend
vorst, daar hij reeds vroeger die latijnsche
spreuk zijn grondbeginsel heeft geheeten.
Nu is de critiek een akelig ding, zelfs al is
men keizer en al acht men zich boven
„krantengeschrijf" verheven, hoewel het een
doodgewone zaak is, dat de handelwijzen van
hem, die aan den weg timmert, be- en ver
oordeeld worden.
Wonder boven wonder is er Dinsdag in
Duitschland een vrijspraak gevolgd op een
aanklacht wegens majesteitschennis. De re
dacteur Kutzbach, van de Gelsenkirchener
„Volksstimme," werd namelijk vrijgesproken
van een aanklacht, als zou hij majesteit
schennis hebben begaan door de overneming
van een artikel uit de Frankf. Ztg., waarin
's keizers liefde voor de weelde werd gegispt,
voor welk feit de procureur des koniugs één
jaar gevangenisstraf had geëischt.
Nadat de een had weten te melden dat
Bismarck, Duitschlands ex-kanselier nog vóór
Kerstmis in den rijksdag zou komen, een
ander dat 't wel na Nieuwjaar zou zijn en
een derde zelfs wist mede te deelen dat de
vorst reeds een plaats had doen openhouden
in de rechterzijde van het huis, komen nu
de Hamb. Nachr. met het —in deze officieele—
bericht, dat de vorst 't heel wel maakt, doch
dat hij vooreerst niet zal deelnemen aan de
zittingen van den rijksdag en later alleen
De Echo van het Zuiden,
IVaalwijksdif en Langstraat,sclic Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.