Nummer 99. Zondag 13 December 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. UITGEVER: Laiigstraalschc Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Frauco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertenticn 1 7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De economische maatregelen, door Duitsch- land genomen in vereeniging met Italië en Oostenrijk benevens enkele staten van min dere beteekenis, beheerschen op 't oogenblik de gansche politiek. Het laat zich aanzien dat de beraadslagingen overal glad van sta pel zullen loopen, zoodat 1 Februari des vol genden jaars, de voor de inwerkingtreding vastgestelde datum, niet zal worden over schreden. Alvorens den indruk weer te geven, door de indiening der verdragen gemaakt in de hoofdsteden van de rijken der triple-alliantie, willen we in 't kort weergeven welke ontvangst deze douane bond bij de andere mogendhe den gevonden heeft. Algemeen meent men, dat de triple-alliantie (de politieke, wel te verstaan) bij den economischen bond wèl zal varen, dat hij de banden van vriendschap en gemeenschappelijke belangen nog nauwer zal aanhalen. Men ziet in den douane-bond het uitvloeisel van het nieuwe douane-systeem der Fransche Republiek en ook als zoodanig hecht men aan de totstandkoming een groote beteekenis. Voornamelijk de Engelsche pers in deze 't minst van partijdigheid te ver denken bespreekt den douane-bond als een evenement, temeer daar de tractaten, aan gegaan door de leden der triple-alliantie met Belgie en Zwitserland, waarschijnlijk spoedig zullen worden gevolgd door verbintenissen met Rumenie, Bulgarije en Servie. De Ver- eenigde Staten worden door de nieuwe trac taten evenzeer getroffen als Frankrijk en Rus land, zegt de Standard en de Times ziet in de sluiting der tractaten een even belangrijke gebeurtenis als in de 'Kroonstadt-betooging. De Fransche pers heeft tegen den douane- bond der Midden Europeesche Staten een diep stilzwijgen bewaard. 79. SLOT. XXX, ONTHULLINGEN. Max werd de gelukkige echtgenoot van Maria, en ofschoon hunne verbintenis met alle pracht van het vorstelijke huis van Liechtenstein werd gevierd, ofschoon vertegenwoordigers der aanzien lijke geslachten van het keizerrijk den luister van het feest verhoogden, liet Max er zich toch niet van afbrengen, op zijn bruiloftsdag ook mees ter Bockel met diens vrouw en zoon uit te noo- digen, en zijn ouden meester een eereplaats aan tafel aan te wijzen. Een ander jong echtpaar werd niet minder ge- eerd. Het was de eerste kolïiehuishouder van Wee- nen met zijne van geluk stralende vrouw: Stephan Kolschitzky had, tot belooning voor zijne aan de stad Weenen bewezen diensten, van den keizer verlof gekregen tot het oprichten van het eerste koffiehuis aldaar, en hij vestigde dit, nadat hem van den ontzaglijken buit aan koffie een aanzien?- lijk deel was toegewezen, eerst op het Stephanus- plein, en later bij de Blauwe flesch in de Slot- straat. De Weeners, die den wakkeren Pool den naam van Broeder Durf hadden gegeven, begun stigden hem met veelvuldige bezoeken, en daar door vond hij een ruim inkomen, dat hem des te meer welkom was, daar hij tengevolge van de ongemakken bij de belegering en van eene wond, zijn zwervend jagersleven bezwaarlijk had kun nen voortzetten. In Louise's bruine oogen parelden tranen van het reinste geluk; zij benijdde Maria haar echt genoot niet, zij zou thans niet meer hebben wil len ruilen. Bisschop Kollonitz had hun echt in gezegend, en, door er op te wijzen hoe de hemel de deugd beloont, aller harten getroffen. Hij had Max als kind in het hart geprent, God ted'ienen en op Hem te vertrouwen, slechts voor de over heid het zwaard te trekken, en slechts voor het geloof en voor de eer te strijden. Ieder herinnerde zich de dagen, toen men aan de ridderlijke ge voelens van Gundacker had getwijfeld, omdat hij het aanbod der Hongaarsclie magnaten om onder hunne banieren zijn fortuin te zoeken had al geslagen. Het opvolgen van de lessen, die men hem in zijne jeugd had ingeprent, had er Max voor bewaard, door verplichtingen jegens de j Behalve dat men in stilzwijgendheid toe stemming kan zien, ligt er ook nog wel iets anders in en in dit geval meenen we uit de stilzwijgendheid der Fransche pers tot een soort struisvogel-politiek te mogen besluiten: men wil niet erkennen, dat de vorming van den midden-Europeeschen douane-bond, een leelijke streep haalt door Frankrijk's bereke ningen, dat men getroffen wordt door de wa penen, die men tegen anderen in boozen toeleg heeft opgeheven en dat men door de samenstelling van dezen bond een tegenhan ger van de politieke triple-alliantie, ook in een economisch isolement geraakt. Toch is er één blad, dat zich niet schul dig maakt aan zelfbedrog, doch er rond voor uitkomt, dat de onderhandelingen handig ge voerd zijn en dat het verbond rechtstreeks tegen Frankrijk is gericht en dat blad is het leading-paper der republikeinen, de Temps. Dat blad zingt den lof van dergelijke econo mische verbintenissen en gispt dan ongezou ten de bedoelingen der protectionisten, wier streven rond Frankrijk een Chineeschen muur zal oprichten en wier ijveren voor de be scherming, alle bronnen van uitvoer voor Frankrijk zal doen sluiten en de Groote Re publiek een industrieel Sedan doet tegemoet gaan. Da's kras gezegd, doch 't zal den Temps niet veel helpen, zijn stem zal zijn als die eens roependen in de woestijn; niemand, die er naar hoort en wel allerminst zij, voor wie de betoogen eigenlijk bestemd zijn, de pro tectionisten a outrance, die allen lijdende zijn aan hoorende doofheid. In Duitschland zelf heeft de openbaarma king der tractaten sommigen een teleurstelling bezorgd, 't zijn dezulken, die belangrijker con cessies verwacht hadden en de reden van hun teleurstelling zoeken in het feit, dat er eigenlijk maar weinig afdoends werd besloten en er dus geen reden was tot zooveel geheim- Hongaren eeu vijand van den keizer, een deelge noot van rebellen te worden. Toen streden de Hongaren voor hunne be schreven rechten; eerst door nederlagen waren zij verleid, aan de erfvijanden van het christendom, de Turken, de hand te reiken tot een bondge nootschap. De wraak van den keizer op d« Hongaarsche opstandelingen was onverbiddelijk. Terstond na de vlucht van Kara Mustapha hadden de aan hangers van Toloky beproefd zich met den keizer te verzoenen, iraar slechts aan enkelen was ge nade geschonken. De zoon van den onthoofden Ban van Croatie. Anton Zrir.y, was geboeid naar den Kufstein gebracht, en werd daar twintig jaren lang, tot aan zijn dood gevangen gehouden. Emmerich Tokoly vluchtte naar Canstantinopel. Nadat de keizerlijken, bijgestaan door Branden- burgsche en Beiersche hulptroepen, Ofen met storm hadden ingenomen, werd in Hongarije eene keizerlijke commissie ingesteld, die ontzet tend huishield. De voorzitter graaf Caraffa, de Attila, de geesel Gods der Hongaren, liet de gevangenen op de pijnbank brengen, en terwijl hij hen onderwierp aan nieuw uitgevonden fol teringen, zooals bijv. de vrij opgehangen beschul digden bloot te stellen aan een vuurregen van hars en pek, onderhield hij zich met het dajfcel- spel, of stoeide met zijne honden, in het gezicht zijner slachtoffers. De heldhaftige Helena Tokoly, de dochter van den onthoofden Zriny, moest na een driejarig beleg in haar slot Munkacs zich overgeven; men ontnam haar hare kinderen en sloot haar in een klooster; haar gemaal, dien zijne eerzucht had te gronde gericht, stierf eenzaam en verlaten in ballingschap. Toen Mahomet IV hem tot koning van Opper- Ilongarije had benoemd, had hij in de oorkonde geschreven: „Allen, die op den drempel van onze verheven Porte hun hoofd in het stof buigen, genieten volkomen veiligheid, en hebben van hunne vijanden niets te vreezen/ maar hoewel de eens zoo ridderlijke Tokoly den Padischah als een onderdanige slaaf de voeten had gekust, had hij toch zijne wraak niet kunnen bevredi- ;en. Eenmaal had hij plechtig gezworen„Ilc zal Ie beulen van mijn vader en van mijne vrienden in bloed verdrinken!' In 1669 eischte keizer Leopold van den Sultan de uitlevering van den voortvluchtigen rebel. Tokoly, zei de Turksche onderhandelaar, Salfikar Effendi, is slechts een hond van den Sultan, aan zijn leven of dood is den Padischah niets gelegen, maar wij zijn niet gekomen om zinnigheid gedurende de beraadslagingen. De pers is vrij wel in haar schik en laat niet dan terloops in haar loftuitingen doorschemeren, dat „iets meer" wel wenschelijk ware geweest. Toch is er geen oppositie van eenige betee kenis in den Rijksdag te verwachten en even min in Italie's kamer of in Oostenrijks par lement. Allen tevredenstellen vrijhandelaars en beschermingsgezinden, industrieelen en land bouwers dat kan ook de nieuwe douane- bond niet, doch zijn bepaling kunnen de kritiek der parlementen doorstaan en dat zegt reeds veel. Moeilijk valt 't nog immer den leek een kort begrip te geven van 't geen er eigenlijk tusschen de mogendheden is besloten en overeengekomen, genoeg zij 't, dat men wete, dat het hoofddoel is bereikt, dat het begin sel staat verwezenlijkt te worden: tusschen de verschillende mogendheden is een voor allen gelijkluidend tarief vastgesteld, terwijl voor een ander deel een aanmerkelijke ver laging van invoerrechten heeft plaats gevon den tusschen de verschillende mogendheden. De beraadslaging over de handelsverdragen werd Donderdag door den rijkskanselier Von Caprivi met eene groote redevoering geopend. Hij verwees in hoofdzaak naar de bij de tractaten overgelegde memorie van toelichting Hij toonde de moeilijkheid aan om in de vereischte volksvoedingsmiddelen te voorzien, welke nog vergroot wordt door het in Rusland en Amerika gevolgde afsluitingsstelsel. On derhandelingen met Rusland aan te knoopen ware doelloosdewijl daar een steeds drei gender wordende hongersnood bestaat. Met de Vereenigde Staten zijn wij gelukkig tot overeenstemming geraakt. Een graanrecht van vijf mark kon niet in stand gehouden wordenhet was een paardemiddeldat Duitschland op den duur niet verdragen kon. Verlaging van het recht was reeds noodzake een hond te laten dooden. Zoo hij voor u slechts een hond is, herna men de keizerlijken, zoo levert hem ons uit. Daarop antwoordde de Turk trotscli: Zeker is Tokoly een hond, die op bevel van den Sultan moet gaan liggen of opstaan, blaffen of stil zijn, maar hij is de hond van den Padischah der Osmanen, die ook op zijn bevel in een grimmigen leeuw kan veranderen. Het gescheidde gelijk de Turk had gezegd nog eenmaal werd het Tokoly vergund, aan liet hoofd van Turksche scharen zegevierend tegen zijne vroegere geloofsgenooten te woeden, maar toen kwam er een smadelijk einde aan zijne loopbaan, gelijk de verzaker van zijn geloof verdiende. Zijn dorst naar wraak verteerde den eerlooze, en voor Hongarije leverde het geen voordeel op, dat zoo velen van zijne edelen liun naam hadden geschandvlekt. Zoo hadden de Hongaren, die vroeger een voormuur van het Christendom tegen den Islam waren geweest, hun ouden roem bevlekt, en het was alleen aan de dapperheid der Weeners te danken, dat de hulp van Sobieski niet te laat was gekomen om de keizerstad te redden. De keizer bewees daarom aan de dappere Weeners slechts de welverdiende hulde, toen hij in Juli 1664 de getuigenis gaf, dat het stedelijk bestuur, even als de geheele burgerij, zich bij de jongste belegering der Turken met allen ijver en dapperheid, zoowel tot zijner majesteits tevre denheid, als tot eeuwigdurenden roem van de stad en van hare nakomelingen hadden gedragen. Nog schitterender was de lof, dien hij hun bij het privilegie betreffende het rechtsgebied der stad toekende Hij verleende hun dit den 15 Juli 1668, omdat zij met opoffering van goed en bloed deze keizerlijke hoofd- en residentiestad als een voormuur der Christenheid tot op dien dag had den staande gehouden. Dit is tevens het belang voor de wereldge schiedenis van deze heldhaftige verdediging van Weenen; en de inwoners der schoone hoofdstad aan den „blauwen Donau" mogen met rechtma- tigen trots terugzien op hunne voorvaderen, die eenmaal met hunne stad ook de beschaving en onafhankelijkheid van geheel Westelijk Europa hebben gered. Ofschoon de Turken niet meer hunne oude veerkracht bezaten, waren zij toenmaals nog mach tig genoeg, om niet alleen Oostenrijk, maar de geheele christenheid te bedreigen. Zij hadden een groot deel van Azië en Afrika, Thracië, geheel Griekenland, Hongarije, Bulgarije, Zevenbergen, Wallachije, Moldavië en Servie in hun bezit; wa- lijk alleen wegens de mogelijkheid van een algemeenen oorlogdewijl wij ons anders nooit in voldoende mate hadden kunnen pro viandeeren. Bovendien vordert de verlaging geen aanzienlijk offer van den Duitschen landbouw. Aan het slot zijner rede, die anderhalf uur duurde, zeide de rijkskanselier, dat de tracta ten een onverbrekelijk geheel vormen, dat aangenomen behoort te worden uit vader landsliefde, en met het doel Duitschland een grooter afzetgebied voor zijne nijverheid in Europa te verschaffen. Dit is noodig voor de economische toekomst van Duitschland ook met het oog op de ontwikkeling van Amerika, Australië, China enz. De rede werd aan de linkerzijde en in het centrum toegejuicht. Ondanks den aange- kondigden tegenstand der 'conservatieven, wordt de aanneming der tractaten in de par lementaire kringen als zeker beschouwd. De Oostenrijksche minister van landbouw spreekt onverholen als zijn gevoelen uit, dat het nieuwe handelsverdrag, met Duitschland ontworpen de industrie in de eerste tijden zal drukken daarentegen zal de veehandel er zeer mede gebaat wezen. Het nationale vermogen zal rijzen, daar de duizenden mijlen onbeheerd weiland nu productief worden. In Frankrijks kamer werd Woensdag een langdurige discussie gehouden over het am nestie-voorstel voor politieke-, pers- en werk- stakingsvergrijpen. Reeds dadelijk verklaarde minister Barbey zich namens de regeering tegen de amnestie maar verzocht een on middellijke bespreking van Lafargue's voor stel. Aldus geschiedde. Lafargue zeide dat hij amnestie voorstelde om een einde te maken aan den noodlottigen klassenstrijd en tal van na hem sprekenden betoogden afwis selend de wenschelijkheid en de verwerpe lijkheid van amnestie-verleening, tot eindelijk, ren zij ook meester geworden van Weenen, dan lag de weg naar liet Westen voor lien open, en het reeds in de achtste eeuw beleefde schouwspel, toen de Arabieren de christelijke beschaving dreigden te vernietigen, had zich kunnen ver nieuwen. Daarom eere de stad Weenen en haren bevelhebber, graaf Rudiger von Starhemberg, door alle tijdenMet de vlucht van Kara Mus tapha ging de ster der Osmanen voor immer on der, In Ofen verdedigden de Turken zich nog als leeuwen. Siawusch pacha en de zijnen, schrijft de Turksche geschiedschrijver, hingen hunne welge- slepen sabels aan het gewelf des hemels op en de engelen, die den troon van Allah ondersteun den, riepen bravo I Er is geen geluk meer tegen de Giaurs te hopen, zei Hassan bey, de stadhouder van Neu- hausel, en groote tranen biggelden over zijne wangen, AllahAllahOntferm u over de Mos- lemin De hertog van Lotharingen, en boven allen de edele prins Eugenius, werden de schrik der Turken. De fiere Eleonora beleefde het, dat haar gemaal nog vele lauweren plukte, en een beroemd krijgs man werd. Bij de bestormiug van Belgrado in 1688 werd hij, toen hij met het vaandel in de hand vooruitdrong, onder een springende mijn begraven. Nadat hij er zich weer had uitgewerkt, werd hij met het bericht der overwinning naar Weenen gezonden De keizerin vroeg hem, hoe het hem in het graf te moede was geweest. Hij antwoorddeIk dacht slechts aan mijn vaandel en aan mijn ooren(die de Turker. den gevan genen afsneden.) Hij streed als veldmaarschalk in Spanje, en Lodewijk XIV zei van hem, dat hij alleen een geheel leger waard was. Hij was zulk een onverschrokken soldaat, dat hij zelfs niet schrikte, toen prins Eugenius eens heimelijk, bij een toost op den keizer, een achter zijn stoel geplaatsten kleinen mortier liet alschie- ten. De Weeners zeiden van liem: Starhemberg zou niet schrikken, al kwam er eene aardbeving noch zijn gelaat vertrekken, al kwam de Kahlen- berg te voet naar Weenen wandelen, om den Stephanusdom een bezoek te brengen. Max Guudacker von Starhemberg streed voor Ofen nog dapper mede, maar toen noodzaakte hem een herhaalde verwonding, den krijgsdienst te verlaten, en voor altijd naar zijne lieve gema lin Maria terug te keeren. In een allergelukkigst familieleven werd de voormalige „Goudsmid van Weenen* de stamvader van een nieuwen, bloeien- den tak van het aloude geslacht der Star hembergen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1