Nummer 103. Woensdag 30 December 1891. 14e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
mteraad van Waalwijk,
voor den Aigemesnen Arme.
ANTOON TIELEN,
COLLECTE
UITGEVER:
Waalwijk.
WEêS/SE*** Volgens gewoonte
Jlpw* stellen wij in het num
mer van 1 [Januari de gelegenheid
open voor belanghebbenden, hun
ne heilwenschen te doen plaatsen
tegen betaling van 30 cent. Op
gaven worden ingewacht tot Don
derdag 's middags 12 uur.
1891,
22 December
ddags 6 uur.
De Echo van het Zuiden,
m Laiffsinilsfle Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per .'3 maanden1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
uan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het Burgerlijk of Algemeen Armbestuur
van Waalwijk maakt bekend, dat
Woensdag en Donderdag 30 en
31 dezer aan de huizen der ingezetenen
eene collecte zal worden gehouden ten be-
-"mi den Algemeenen Arme, waartoe
inteeJvwi.rj.ïten zullen worden aangeboden.
Het Armbestuur vertrouwt op eene milde
bijdrage te mogen rekenen, daar de armen-
fondsen uitgeput zijn en de nood, waarin
de arme medemenseh verkeert, groot is.
Het getal personen, dat zich voortdurend
aanmeldt om onderstand, wordt steeds grooter,
terwijl de inkomsten van het armbestuur
dezelfde blijven; liet is ook uit dien hooide,
dat het armbestuur een beroep doet op uwe
bekende liefdadigheid.
Het Bestuur zegt voorts dank aan allen,
die in het afgeloopen jaar de wekelijksche
buscollccte steunden, welke collecte bij voort
during ten zeerste wordt aanbevolen.
Waalwijk, 28 December 1891.
Het Bestuur voornoemd,
J. A. VAN DOOREN.
L. MOMBERS.
F. W. VAN LIEMPT.
OPENBARE VERGADERING
over het
"errichl;
*Hl{t
Tegenwoordig alle leden behalve de heer
^yau Tilburg, die schriftelijk heeft kennis ge-
gtv&n verhinderd te zijn.
Voorzitter de burgemeester.
Dc voorzitter opent de vergadering.
De notulen der vorige worden gelezen en
goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede dat is ingeko
men een besluit van ged. staten, houdende
goedkeuring der begrooting over 1892 en
een idem van het kohier.
Hierna zegt de voorzitter
„Hel staat steeds bij mij vast, dat het ver
nieuwen van het raadhuis kan plaats heb
ben zonder belangrijke verhooging der be
lastingen. Ik heb echter van geloofwaardige
personen vernomen, dat het algemeen ver
langen in de gemeente was, met de uitvoe
ring van dat werk te wachten, en, daar ik
als hoofd der gemeente niets liever doe dan
mijn persoonlijk verlangen ten offer bren
gen aan den wensch van het algemeen, ver
zoek ik al het mijnerzijds dienaangaande
voorgestelde als niet gedaan te beschouwen;
verder verzoek ik den raad unaniem te be
sluiten dat in 1892 geen vernieuwing van
het raadhuis zal geschieden of ingrijpende
veranderingen zullen gemaakt worden."
De heer Verbunt: „Toen deze zaak door
de raadsleden met den burgemeester bespro
ken is heb ik gezegd, dat er niets tegen zou
zijn de raadkamer netjes in orde te bren
gen die kon dan door den burgemeester
gebruikt worden. Dat de raad er enkele kee-
ren 'sjaars vergadert zal wel niet hinderen.
In dien zin geloof ik wel dat de raad una
niem zal besluiten, zooals de voorzitter voor
stelt."
De heer Quirijns „Ik kan niet begrijpen
waarom de voorzitter nu heel iets anders
voorstelt dan onlangstoen was hij erg voor
een nieuw raadhuis."
De voorzitter„Ik zou dit niet doen als
ik niet zeker wist, dat het algemeen verlan
gen is met het bouwen van een nieuw raad
huis te wachten, totdat men gezien zal heb
ben welke werken de gemeente misschien
nog zal uit te voeren hebben. En, zooals ik
reeds gezegd heb, gaarne offer ik mijn ver
langen op aan bet algemeen verlangen."
De heer Quirijns „Maar ik begrijp niet
waaruit u dit algemeen verlangen gebleken
is."
De voorzitter „Ik heb dit van eenige zeer
geloofwaardige ingezetenen."
De heer Baijens: „Ik wensch terug te ko
men op het door den heer Verbunt gezegde
en wensch daar iets bij te voegen. Als het
algemeen verlangen is dit jaar geen nieuw
raadhuis te bouwen, dan stel ik voor in 1892
het lokaal der oude teekenschool te laten
inrichten voor raadzaal en de tegenwoordige
raadzaal tot burgemeesterskamer."
De heer Verbunt„Ik geloof dat het
grootste gedeelte van den raad zich heeft
verklaard voor een nieuw raadhuisalleen
was men er voor de zaken nog wat af te
wachten. Ik kan dus niet meegaan om nu
groote kosten te makenik zou mij bepalen
om thans de tegenwoordige raadzaal behoor
lijk te meubileeren."
De heer Baijens: „Tegen de inrichting der
oude teekenschool tot raadzaal kan toch niet
veel bezwaar zijn, omdat daar toch in alle
geval de raadzaal zal komen en eene nieuwe
hoog noodig is, zoowel voor de leden als
voor het publiek. En als men nu spreekt van
het bouwen van een nieuw raadhuis over
een paar jaar, dan zullen dat er wel 4 wor
den."
De heer Van Schijndel„Van der Klok
ken is hier wel 24 jaar burgemeester geweest;
de twee jaar dat het nog zal duren eer er
een nieuw raadhuis komt zal 't nu ook nog
wel gaan. Tegen een nieuw ameublement
voor deze kamer ten gebruike van den bur
gemeester kan geen bezwaar zijn."
De heer Van der Heijden „Ik spreek, door
ondervinding geleerd, en dar raad ik liever
alles in eens om te gooien en op nieuw op
te bouwen dan te lappen."
De voorzitter„Ik acht de zaak thans ge
noegzaam toegelicht en zal ze dus in stem
ming brengen."
De heer Timmermans Wz.: „Alvorens hier
toe overgegaan worde, wensch ik dat de raad
bepale dat, als het voorstel van den voor
zitter wordt aangenomen en er kleine ver
anderingen of een ameublement noodig blij
ken, deze aangelegenheid in het collegie van
B. en W. worde besproken."
Nadat dit bepaald was werd unaniem be
sloten vooreerst niets ingrijpends aan 't raad
huis te veranderen.
De voorzitter „Op 't oogenblik is 't mij
nog niet mogelijk over te gaan tot de be
noeming van een tweeden politieagent. Wel
is de begrooting goedgekeurd, maar ik kan
van geen der polderbesturen zekerheid krij
gen, dat zij de toegezegde subsidie voor een
zeker aantal jaren zullen betalen. De ge
meente zou zoodoende na het eerste jaar
voor de kosten kunnen blijven zitten. Ik
mag dus niet een man benoemen met de
kans hem na een jaar weer te moeten weg
zenden. Over de condities, waaronder die
subsidie gegeven zou worden, spreek ik nog
niet, maar die zouden ook al heel wat moei
lijkheden kunnen baren.
Nu vraag ik, beamende hetgeen indertijd
door den heer Van der Heijden is gezegd,
dat de gemeente verplicht is ook over de
polders politietoezicht uit te oefenen, of er
ook bezwaar zou bestaan, dat de gemeente
de kosten geheel betaalt Een tweede agent
van politie is hier noodig, al lijkt de politie
hiei nog al sterk door de marèchaussée. Mij
is gezegd, ik weet niet of 't was door den
luitenant of den kapitein der maréchaussee,
dat zij zoo weinig mogelijk gemeentepolitie
beambte spelen. Zeker, als hunne hulp»ge-
requireerd wordt, verleenen zij die met de
meeste bereidwilligheid, maar in gewonen
dienst hebben wij maar één politiebeambte.
Is dit nu voldoende Zeker neenIk stel
daarom voor dat de gemeente de geheele
som betale."
De heer Van Schijndel„Ik zou de sub
sidie voor een jaar aannemen en iemand op
proef benoemen en hem zeggen hoe de za
ken staan."
De voorzitter: „Dan krijg ik er geen. Als
ik 't gedaan kan krijgen, wenschte ik liefst
een gepensionneerd militair te hebben; want
emolumenten zijn er voor hem niet te wach
ten, die geniet de tegenwoordige titularis en
ze dezen afnemen gaat niet."
De heer Baijens „Ik kan wel meegaan
met den heer van Schijndel, om iemand te
benoemen op de gestelde voorwaarden trek
ken de polders zich dan later terug, dan
staan wij nog maar voor 't zeltde feitdan
kunnen wij later nog bijpassen."
De heer Timmermans Wz.: „Ik moet ver
klaren er niets van te weten, dat de zaak
reeds verkeert in de faze, zooals wij van den
burgemeester hebben vernomen.
Ik weet slechts, dat er eene vergadering
heeft plaats gehad van de besturen van den
binnen- en buitenpolder. Daarin is bepaald
dat eene subsidie voor een tweeden politie
agent zou worden voorgesteldvaste bepalin
gen zijn niet gemaakt; de ingelanden moesten
eerst over deze aangelegenheid gehoord wor
den. In dien zin is een brief aan het ge
meentebestuur geschreven; daarin is subsidie
toegezegd en bepaald dat nader in overleg
zou worden getreden met den burgemeester.
Over al het overige zal ik niets zeggen."
De voorzitter: „Enkele dagen geleden ben
ik geweest bij den voorzitter van den Buiten
polder; die heeft mij gezegd dat de ingelan
den niet wilden dat de polder zich verbindt
voor een zeker aantal jaren. Als nu de bin-
nenpolder wel wil en de buitenpolder niet,
dan zitten wij er toch voor. Ik mag geen
politieman hier halen om hem misschien over
een jaar weer te moeten wegzenden. Dat
strijdt tegen mijn geweten. Ik benoem niet
of ik moet positief toezegging hebben van de
polders of van den raad."
De heer Bayens: „De door u geopperde
bezwaren gelden eerst voor 93. Als de raad
nu het eenmaal genomen besluit handhaaft,
dan kan er toch voor dit jaar een benoemd
worden.»
De voorzitterWU drukt te veel op dit jaar)
als men iemand benoemt dan moet dit ge
beuren voor onbepaalden tijd, maar niet van
jaar tot jaar, dat gaat niet."
De heer Quirijns: „W;j hebben voor 't
oogenblik niets anders te doen dan het offi
cieel antwoord af te wachten van de polder
besturen.»
De heer v. d. Heijden: »Er is nog wel
een middenweg; men zou namelijk den solli
citant op de hoogte kunnen brengen van den
stand van zaken en hem op die voorwaarden
benoemen; trekken de polders zich dan later
terug, dan zou de gemeente nog gedurende
één jaar het salaris kunnen uitbetalen; in dien
tijd zou het zoo iemand, voorzien van een
goed getuigschrift van den burgemeester, toch
wel gelukken elders eene betrekking te krij
gen."
Op verzoek van den heer Timmermans
Wz. wordt het schrijven van de polderbestu
ren, waarop hij hierboven doelde, voorgele
zen. Het blijkt in alles gelijk aan de door
genoemd lid afgelegde verklaring. Deze vraagt
na de voorlezing „Wat kunnen de polder
besturen nu anders doen dan zij gedaan
hebben
De voorzitter: „De ingelanden zijn erg
tegen 't subsidieeren van een politieagent,
omdat de gemeente verplicht is ook in de
polders te doen surveilleeren."
De heer Hoffmans: „Ik meen dat wij in
het politietoezicht in de polders goed kun
nen voorzien. Als we eens f 200 uittrokken
voor gratificatie aan de maréchaussée, dan
zouden die zeker in hun vrijen tijd heel
gaarne surveilleeren om zoodoende een f 50
te verdienen; en dan zou er goed gezorgd
zijn en wij nog minder kwijt dan anders."
De voorzitter,,'t Is de vraag of zij mogen.
Ik zeg neen, u jaIk heb 't van den luite
nant of den kapitein dat zij niet mogen; nu
moet u gegronde reden hebben om het te
gendeel te beweren en mij leugenachtig te
maken."
De heer Hoffmans„Ik heb toch dikwijls
gelezen dat aan de maréchaussée door ge
meenten gratificaties zijn verleend voor bewe-
zene diensten; wij zeiven hebben dit ook wel
gedaan en waarom zou dat nu niet mogen?"
De voorzitter: »Het mag niet; dat zou zijn
eene bedekte aanstelling en die is lijnrecht
in strijd met het mij gezegde.
Nu komt er nog bij, dat als de tweede
politieagent door de polders gesubsidieerd
wordt, er voorwaarden kunnen worden gesteld,
die ik niet kan naleven.
Die politieagent moet geheel staan onder
den burgemeester, die is en blijft hoofd der
politie."
De heer Bayens: „We hebben er nu al
veel over gehoord, en ik kom tot de conclusie,
dat er veel van waar is. Als die agent gesub
sidieerd wordt door de polders, zijn er drie
hootden en dat gaat niet. 't Best is dus,
dunkt me, dat de raad maar direct besluite
de kosten te nemen geheel voor rekening der
gemeente."
De heer Gragtmans: „En ik stel integen
deel voor geen benoeming te doen als die
moet geschieden alleen voor rekening der
gemeente. Willen de polders zich voor eenige
jaren tot subsidie verbinden dan benoemen,
anders niet.»
De heer van Schijndel: „Men zou ook kun
nen benoemen zooals de heer v. d. Heijden
heeft voorgesteld."
De heer Quirijns: „Ik meen dat het beste
is voorloopig een schriftelijk antwoord uit te
lokken van de polders."
De heer Timmermans Wz.: ,,'t Zou nude
tijd zijn voor mondeling overleg."
De voorzitter„Ik wil de zaak liever schrif
telijk behandeld zien; ik kan dan aan den
raad de condities toonen. Ik blijf er bij dat
ik zóó niemand benoemen kan; als ik weet
dat ik hem later misschien moet wegzenden
benoem ik niet; dit acht ik een gewetenszaak."
Het slot was dat men het schrijven van
den polder zal afwachten.
Hierna volgde de reeks van benoemingen,
in ons vorig nummer reeds medegedeeld.
Alleen valt hierbij nog te voegen de mede-
deeling van den wethouder Hoffmans, dat
hij tegen 1 Januari ophoudt voorzitter te zijn
van de gascommissie.
Bij de behandeling van het ontwerp-besluit
tot heffing van haven- en kaaigelden zeide
de voorzitter:
»In het dag. bestuur heb ik de zaak be
sproken maar de wethouders waren het niet
met mij eens; ik doe daarom het voorstel ora
de booten gelijk te stellen met de gewone
schepen; 't zijn de booten, die de haven be
derven; en daarbij, hoe meer zij in de haven
komen, hoe meer zij verdienen."
De heer v. d. Heijden: „Ik heb hierover
iemand gehoord, dien ik als deskundige be
schouw, namelijk Rekkers; die heeft mij gezegd
dat er geen redenen bestaan om de booten
minder te laten betalen; en als zoo iemand
dat zegt, neem ik het heel goed aan."
De heer Timmermans Wz.„Men mag niet
uit het oog verliezen, dat met de booten ge
lijk gesteld zijn de beurtschepen, die toch de
haven niet bederven. Bij het maken dezer
verordening heeft men gemeend dat aan de
booten en schepen, die minstens ééns per