Nummer 3. Zondag 10 Januari 1892. 15e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UITGEVER:
ANTOON tielen,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
Een Nieuwjaarsgeschenk.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Duitschland.
De Echo va het Zuiden,
f aalwy ksche en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag: en Zaterdag avond.
Abonnementspriji per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door liet geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
nan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Adverten tien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Omtrent den stand der onderhandelingen
tusschen Frankrijk en een aantal buitenland-
sche mogendheden, met wie het handelsver
dragen heeft, en welke onderhandelingen
meest verlenging dier verdragen ten doel
hebben, verneemt het Parijsche dagblad Le
Temps het volgende
Griekenland heeft aan Frankrijk het recht
der meest begunstigde mogendheid bewilligd,
waartegenover aan Griekenland de voordeeïen
van het laagste tarief worden geschonken.
Deze overeenkomst is voorloopig maar ge
sloten voor een half jaar. Later zal voor
Frankrijk het tarief verlaagd worden.
Met Zweden is men zoogoed als gereed.
Men bewilligt elkander wederkeerig het laag
ste tarief.
Met de Vereenigde Staten van Amerika
wordt hoogstwaarschijnlijk eene overeenkomst
gesloten, waarbij aan Amerika voor sommige
artikelen het laagste tarief wordt bewilligd,
terwijl Frankrijk vrijen invoer krijgt voor
huiden en suiker.
Met Belgie, Nederland en Zwitserland ne
men de onderhandelingen een bevredigend
verloop, maar met Spanje schijnt men minder
op te schieten.
De eerste wijzigingen in de Mac Kinley-wet
zullen nu reeds worden aangebracht. Dinsdag
zijn in het Congres een twintigtal voorstellen
ingediend, beoogend een aantal artikelen op
de lijst te plaatsen der van rechten vrijge
stelde handelswaren. Onder die artikelen be-
hooren wol, steenkolen, ijzererts, tin, blik enz.
en andere voorstellen willen de suikerpremiön
afgeschaft zien.
Dat is 't begin
Een keizer heeft gesproken en zijne
woorden worden bij uitzondering eens niet
aan beschouwingen onderworpen, een bewrjs
dunkt ons, dat 't geen Frans Jozef te Pest
heeft gezegd, maar weinig belangwekkend of
nieuw was. Aan den overvloed van stof op
SLOT.
Genoeg, vader, ik ga er heen.
En hij ging en schikte er. regelde alles met
het grootste beleid en de meeste omzichtigheid
en reisde weder af, ofschoon de koortsen zijn
gestel ondermijnden. Klappertandend en rillend
van koorts zonk hij bij zijne thuiskomst in de
armen zijner moederdie hem met nameloozen
angst in het bleeke gelaat staarde.
O, BrunoBruno, waarom hebt gij mij dat
aangedaan kermde zij, waarom zijt ge toch
daarheen gegaan
Om een deel van het vermogen mijns vaders
te redden I Rijkdom is immers het eenigewat
hem gelukkig maakte.... Ik deed het omdat ik in
stilte hoopte,... dat hij mij dan ook eens... als ik
hem eens... om iets smeekte...
Dat waren de laatste samenhangende woorden,
die hij uitsprakdaarop volgde nog slechts een
onduidelijk gemompel, enkele afgebroken zinnen,
en toen sloten de oogen en lippen zich als in den
dood. De moeder zat dag en nacht aan zijn bed
en luisterde ademloos naar al zijne woorden
begreep volstrekt niets van den samenhang en
verstond alleen den dikwijls en helder uitgespro
ken naam Regina.' Met gespannen aandacht
luisterde zij toe; maar er kwam niets verder als:
«Regina, Regina," soms weemoedig, soms onge
duldig verlangend, dan weer verwijtend.
Wie is dat? Ik ken geen Regina? dacht zij
dan, ik heb nooit van haar gehoord. Dan
legde zij zacht hare hand op zijn brandend voor
hoofd. Hij greep haar en drukte haar aan zijne
lippen. De moeder zonk voor het bed op de
knieën, bad lang en stond eindeh k op, met uit
gestrekte rechterhand en een vastberaden uit
drukking op het vermagerde gelaat.
Bruno genas.
Geheel zonder eenige inleiding vroeg zijne
moeder hem Hebt gij Regina lief?
Verwonderd en ernstig zag Bruno haar aan.—
Ja, moeder, onbeschrijfelijk lief: zoo lief als een
man eene vrouw slechts kan hebben.
politiek gebied ligt 't gewis niet: weinig zaaks
blijft 't geen zoo van dag tot dag wordt bïj-
eengescharreld en tot nog toe is niemand er
in geslaagd den zes eersten dagen des jaars
een kleurig of fleurig tintje te geven, hen
gunstiglijk onderscheidend van hun voorgan
gers in andere jaren.
De deugd der dankbaarheid, zich kenmer
kend zclts tegenover de kleinste lekkerbeetjes,
moge het deel niet zijn van de krantenschrij
vers te Berlijn, te Parijs, te Londen of te
Rome, hun collega's in Hongarije's hoofdstad
en in de stad van den schoonen blauwen
Donau, weten beter de goede gaven van
hooger hand of juister: de woorden uit kei
zerlijken mond, op prijs te stellen. Zoo acht
men te Weenen 's keizers tioonrede, bij de
sluiting van den Hongaarschen rijksdag uit
gesproken, beslister en van een meer gerust
stellenden aard ten aanzien van den buiten-
landschen politieken toestand, dan zijn jongste
troonrede, geuit bij de opening der delegatiën.
Ook heeft de aandacht getrokken 't geen de
keizer gezegd heeft over de handelsverdragen
In Pest schijnt men over de woorden van
den vorst niet zoo erg verrukt te zijn geweest
en wel doordien men eenigszins is teleurge
steld voor zoover men verwacht had een gis
ping van de tumulten in het parlement. In
de passage, de noodzakelijkheid betoogende
van de uitbreiding der weerkracht naar de
behoefte, zien de oppositie-bladen een toe
speling op nieuwe militaire lasten.
Keizer Wilhelm heeft nu verordend, dat
dezen winter te Berlijn drie hofbals zullen
gegeven worden. Het eerste zal plaats hebben
op 3 Februari. Aan de officieren van het
garnizoen heeft de keizer doen weten, dat zij
eene uitnoodiging daartoe niét als eene een
voudige beleefdheid moesten beschouwen,
maar dat hij er op rekent, dat zij in de zalen
hun plicht zullen doen, en dat daarom zij,
die niet geneigd of voornemens zijn voor
den draad te komen en de genoodigde dames
te laten dansen, zich dan maar liever ervan
moeten onthouden, acte de présence te geven.
Overigens vallen nog de volgende faits et
Waarom mij daar dan nooit iets van mede
gedeeld.
Och moeder, gij kunt immers toch nooit iets
aan de zaken veranderen.
Hij zeide het zacht en bedoelde geen kwaad,
maar toch trof het de moeder als een grievend
verwijt. Nooit helpen Zij beet zich beschaamd
op de bevende lippen, terwijl hij vervolgde:
En mijn vader... Gij weet immers wat
voor plannen hij met mij heeft, rijk en voornaam,
vooral onmetelijk rijk moet zijne schoondochter
zijn. Hij zou lachen zooals hij nog nooit in zijn
leven gelachen heeft, als ik hem vertelde hoe arm
Regina is, hoe vreeselijk arm. Ach, moederlief,
spreek daar maar niet meer van, bid ik u 1... En
zoo trotsch is zij, zoo ongelooflijk trotsch. Haar
trotsch is even groot als hare liefde voor mij
anders ware ik reeds lang met haar heengegaan,
om haar met mijn geringe kennis een eigen tehuis
te verschaffen. Nu, en wil zij niet?
Neen, zij wil niet tegen den zin mijns vaders
zijnen naam dragen. En het zou mij ook ont
zettend veel kosten, de vrouw, die ik'liefheb, te
moeten vragen, een zoo geheel ongewisse toekomst
met mij tegemoet te gaan. Zij heeft sinds hare
jeugd met armoede en ontbering te kampen gehad:
en ik, die mijn leven voor haar zou willen geven,
ben, niettegenstaande mijns vaders rijkdommen
niet eens in staat haar een eigen, onbezorgd thuis
te bezorgen.
Hij zweegen ook zij sprak geen woord
meer.
V
Regina's moeder, die aan het uiteinde van Ham
burg woonde, was niet weinig verwonderd, toen
op een dag de schitterende équipage van de
schatrijke Frau Kaunitz voor hare kleine onaan
zienlijke woning stil hield. En hoe verrast was
de rijke vrouw niet, toen Regina haar tegemoet
trad, zóó schoon, zóó trotsch, zóó ernstig als een
hooger wezen, zoo als men zich de schutsen
gelen der kinderen voorstelt. Eerst na eenige
uren zag men Frau Kaunitz weder uit het huisje
treden en haar rijtuig weder opzoeken.
Dien dag trad zij vastbesloten in de studeer
kamer van haren echtgenoot, en toen zij hem var.
Regina begon te vertellen, hoorde zij werkelijk
het brutale, overdrevene, spottende gelach, waar
van Bruno gesproken had. Ja, zeker, zoo had
Heir Kaunitz in zijn geheele leven nog niet ge-
gestes van dezen keizer uimmermoe te ver
melden
Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan
der Schlesische Zeitung. die, vroeger op de
hand van Von Bismarck, later met warmte
de zaak der handelsverdragen heeft omhelsd,
richtte Z. M. een zeer uitvoerig en zeer
waardeerend schrijven tot den uitgever, een
feit te opmerkelijker, zegt de Berlijnsche cor
respondent der N. R. Ct., wijl het bekend is
hoe gering Z M. over dc dagblad lieden denkt.
Aan den anderen kant moet de keizer
gelast hebben, dat een disciplinair onderzoek
zal worden ingesteld tegen den afgevaardigde
graaf Van Limburg Stirum dit adellijk
geslacht heeft, als meer andere, zoowel in
Duitschland als in Nederland vertakkingen
wijl deze gewezen minister en gezant in de
Kreuz-Zeitung een scherp, door hem onder
teekend artikel schreef tegen de handelsver
dragen. Wordt dit bericht bevestigd, dan heeft
de keizer voorgoed gebroken met de conser
vatieve adels partij.
De Italiaansche minister van financien heeft
een wetsontwerp gereed gemaakt tot het
verleenen van hulp aan de stad Rome. De
som, welke uitgegeven mag worden voor
verschillende nieuwe gebouwen, wordt daarin
vastgesteld.
Verder wordt bij deze wet dc liefdadig
heids-onderstand geregeld. Het ministerie zal
voorts een voorschot aan de gemeente geven,
teneinde te voorzien m de dringende posten
van het budget 1892/93.
Er schijnt inderdaad veel kans te bestaan
dat het incident Chadourne zoo geleidelijk in
't zand zal verloopen, of wel een lot zal heb
ben, ongeveer gelijkstaand met een stuk vuur
werk, dat na heel wat gedonder en lawaai
met een sisser eindigt. Frankrijk heeft er,
naar 't schijnt, lucht van gekregen, dat men
te Petersburg op overdreven liefdes- en ge
negenheidsbetuigingen maar weinig gesteld is
en liever de goede intentie voor de daad wil
nemen dan later voor de treurige gevolgen
te worden gesteld van onverstandige vriend-
W—
lachen 1
Maar zijne gade sprak rustig met hem verder,
voor 't uiterlijk kalmofschoon haar gansche
lichaam van aandoening trilde Zij verhaalde
hem, hoe zij eensals jonge vrouw zijn schrijf
tafel ordenende, een brief van haar voogd had
gevonden waarin duidelijk te lezen stond, dat
hij, de statige, mannelijke schoone Herr Kaunitz
haar alleen om haar geld had gehuwd, en dat
deze vereeniging, geheel buiten haar weten, door
toedoen van den gewetenloozen voogd was tot
stand gekomen. Zij had zich bemind geloofd, en
wist niet dat de schatrijkebedaarde Herr Kau
nitz niets meer dan een bankroetier was, die den
vollen geldbuidel van het kleinejonge meisje
trouwen wilde en daarom ook wel dat kleine,
ziekelijke, onbevallige ding, op den koop toe
moest nemen.
Dat had zij alles in dien brief gelezen, den
brief, dien zij nu haren man voor de oogen hield,
dat alles ervaren reeds in de wittebroodsweken
en toch was zij steeds zijne zwijgende, liefdevolle
en getrouwe gade gebleven, zwijgend en trouw,
maar zonder illusiënzonder vreugde totdat de
kinderen gekomen waren. De kleinen hadden
haar toen een geluk gebracht, zoo onuitsprekelijk
rein en groot, en toch zoo vol smarten, want de
vader bleef steeds even hard en ruw tegen hen.
Toen moest hare geliefde dochter Amelie van
haar wegop zijnen wenschen zij liet het
zich welgevallentoen haar zoon, en zij had
weder het hoofd gebogenzij gaf alles toe
omdat zij den man grenzeloos liefhad, wijl haar
fansche leven eene onuitbluschbare liefde voor
en slechte, egoisten man met zijn koud hart,
eene wonderbaarlijke genegenheid van den aan
vang van haar huwelijk af tot nu toe.
Voor hem was alles in dit huis steeds geschied,
Amelia, Bruno en zij zelve offerden zich steeds
om zijnentwille op. Dat was het, wat hen steeds
zoo deed buigen de macht van zijnen onbuig-
zamen wil, en de vastheid van karakter, die hij
van hen allen bezat. Amelia en Bruno hadden
wel zijne gestalte en gebiedende houding geërfd,
maar ook een gedeelte der zwakheid en gemis
aan energie der moeder, met haar groot en
goed hart.
Frau Kaunitz sprak nog lang en ernstig met
haren man, en zoo geduldig had hij haar nog
nooit aangehoord. Zijn hart werd langzamerhand
schap.
In de verleening van de Stephanusorde
aan graaf Di Rudini, den premier van Italië,
door keizer Frans Jozef, ziet men een buiten
gewone erkenning van 's premiers vredespo
litiek en een nieuw teeken van de hartelijke
en vriendschappelijke relatiën tusschen beide
staten.
De Khedive van Egypte is aan influenza
overleden.
Mehemed Tewfik, khedive van Egypte,
souverein van Nubie, Soedan, Kordofan en
Darfour, geboren in 1852, was een zoon van
den khedive Ismail, wien hij den 8 Augustus
1879 opgevolgd is. Zijn oudste zoon, de erf
prins Abbas Bey, is den 14en Juni 1874
geboren.
Het landbouw departement te Washington
is zoo gelukkig het volgend prachtig oogst-
bericht te kunnen afkondigen.
Sedert men daar aanteekening houdt is er
maar ééns overvloediger mais-oogst geweest
dan in 1891. Tarwe heeft men nog nooit
zooveel geoogst.
In cijfers bedraagt de mais-oogst 2,060,154,000
bushels of schepels, die van de weit of tarwe
611,780,000 en die van de haver 736.394,000
schepels, te zamen een graanvoorraad vor
mend, als nog nimmer in di Vereenigde Staten
is opgebracht.
De tarwe-opbrengst alleen vertegenwoordigt
eene waarde van 513 millioen dollars.
De kamer heeft bij eindstemming het
haudelstarief aangenomen met 394 tegen
114 stemmen.
Een werkman, Muller uit Hemsdorf, ge
arresteerd wegens majesteitsschennis, daar
hij bleef zitten, toen op eene anti semietische
week bij de gedachte aan zulk een liefde! zóó
kon een vrouw liefhebben, haar gansche leven
lang, een man, die haar niet eens beminde, haar
nooit bemind had, en van wiens zedelijke min
derheid zij zóó overtuigd was. Hij sprak de woor
den niet uit, maar hij dacht er lang, lang over
na, als over iets, dat hij niet omvatten en vooral
niet begrijpen kon 1
De oudejaarsavond kwam weder. Laat hem
voorbijgaan, moeder, smeekte Bruno, voorbij
gaan als iedere andere grauwe winterdag. Het is
slechts een feestdag voor kinderen, en wij heb
ben er immers geen I
De moeder knikte zachtkens met het hoofd en
Bruno's gedachten vlogen naar eene eigene wo
ning. Voor hun beider geestesoog verscheen een
aanlokkelijk visioeneen schoone vrouwenge
stalte met een fiin, edel, ernstig gelaat en goud
blond haar, omringd door eene schare vroolijke
kinderen.
Maar kom dan tenminste nog 's avonds thuis
Bruno, smeekte zijne moeder.
Ja, zeker, moederlief, bij u kom ik den
avond doorbrengen, antwoordde Brnno glim
lachend. Oudejaarsavond-verassingen, dat was
nu eenmaal eene specialiteit der kleine Frau Kau
nitz. En zeker wilde zij hem weder met het een
of ander genoegen trachten te doen.
En ziet, weder was het in huis een gefluister,
een geheimzinnig heen en weer loopen, dennen
geur, licht en leven, evenals vroeger
Toen Bruno dien avond over het groote bin
nenplein ging, wachtte de oude stalknecht hem
op, en verzocht hem, den stal binnen te gaan.
Daar stond een prachtig rijpaard van het edelst
bloed, een geschenk zijns vaders. Bruno klopte
het lachend op den hals en ging de breede mar
meren trappen op. Aan de portemanteau in den
gang hing een nieuwe pels voor hem. Aha,
dacht hij, die goede moeder blijft toch maar
steeds bij haar oude gewoonten. In zijne ka
mer stond een fraaie ezel, een schilderdoos en
eenige prachtwerken. Op de vleugel in de groote
salon lag een pak nieuwe muziek en zoo ging
het voort; bij iederen stap ontdekte hij nieuwe
schatten.
En dit is mijn nieuwjaarsgift, zeide de moe
der met een stralend gelaat, en hield triomfee-