Nummer 16 Donderdag 25 Febraari 1892. 15e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TÏELEN, Staatkundig overzicht. FEV1LLETOJS. Eene geschievlcnis uil de Engchche rcchlspleging. BUITENLAND. Spanje. Portugal. Engeland. Duitschland. Oostenrijk. De Echo van het Zuiden, Waalwpche fi Uicstrulsrkr Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden,/1,00. Franco per post door het geheele rijk f .1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te uan den Uitgever. :enden Waalwijk. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsck- land°worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Zelden wellicht heeft een Fransche kabinets crisis 't is het 18e kabinet na de defini tieve overwinning van de republikeinen in 1877, dat staat geboren te worden aan leiding gegeven tot zoo uiteenloopende be schouwingen, zelden ook zijn er zooveel namen van de meest verschillende politieke persoonlijkheden genoemd als ditmaal, zelden ook zijn alle combinatiën zoo spoedig weder verworpen en voor doodgeboren verklaard, 't Is in waarheid een huishoudentje van Jan Steen, 't is een toestand zoo helder als water chocolade en de president der republiek, die zich niet al te zeer kan beroemen op de qualiteiten stoutmoedigheid en doortastend heid en dus slechts in den alleruitersten nood zijn toevlucht zou nemen tot ontbinding der kamer, is op 't oogenblik niet te benijden: de man confereert met would be premiers, met afgevaardigden en met ex-ministers en hij maakt dagen van heel wat meer dan 8 uur arbeid. Gansche combinatiën worden besproken, be- en veroordeeld en geen zes uur nadat men de vermoedelijke geboorte heelt aange kondigd, blijkt keer op keer, dat men 't glad heeft misgehad, ja zelts wordt ten stelligste verzekerd, dat tot Zaterdagavond 10 uur door Sadi Carnot geen enkele politieke autoriteit officieel of officieus met de vorming van een kabinet was belast. Als de meest waarschijn lijke combinatie onder tal van minder waar schijnlijke en gansch onwaarschijnlijke werd genoemd de combinatie-Ribot -Ribot was minister van buitenlandsche zaken in het Donderdag door de Freycinet's zelfmoord ten val gebrachte kabinet waarin dan zitting zouden hebben De Freycinet, voor oorlog, Rouvier voor financien, Roche voor handel, Develle voor landbouw, terwijl justitie, marine en openbare werken nieuwe titularissen zouden bekomen en bij aanblijven van Con- stans als titularis voor binnenlandsche zaken Bourgeois het departement van onderwijs zou blijven dirigeeren. Vertrouwbaar scheen ook deze samenstelling evenwel niet, voor zoover ten minste het premierschap van Ribot aan ging; wel zullen in een nieuwe combinatie eenige der afgetredenen,zooals Ribot zelf,Bour geois, Rouvier en De Freycinet zitting hebben, doch 't meest als „question brülante" wordt 't beschouwd of Constans deel zal uitmaken van de regeering en of 't geen aanbeveling zou verdienen mannen met een radicaal tintje een drietal portefeuilles aan te bieden, ten einde zich tegenover de rechterzijde op een beslist onafhankelijk standpunt te kunnen plaatsen een positie, die volgens Floquet alleen een hecht en sterk kabinet zou kunnen doen ontstaan. Veel, zeer veel van hetgeen er geschreven en gezegd wordt over de oplossing der crisis gefingeerd en ongemotiveerd en waar schijnlijk is en blijft alleen een regeering, gevormd uit de corypheeën van het vorige kabinet, versterkt door eenige nieuwe mannen. In de katholieke kringen in Engeland wekt het ontevredenheid, dat vanwege de Propaganda te Rome het verzoek is gekomen, om voortaan met het Vaticaan te correspon- deeren in het Italiaansch, het Latijn of het Fransch. Deze achterstelling der Engelsche taal, tot nu toe iets geheel ongewoons in zijne correspondentie kardinaal Manning b. v. gebruikte nooit een andere taal ontstemt zeer. In de laatste dagen is het op verschei dene plaatsen in Italië weer rumoerig toe gegaan. Allereerst in de kamer, waar Zaterdag andermaal eenige radicale afgevaardigden op hunne gewone heftige en dringende wijze de zaak der werkeloozen ter sprake brachten, wat tot zeer levendige tooneelen aanleiding gaf- Vervolgens ook nog aan de universiteiten. Terwijl te Rome en te Catanie de studenten nog altijd van de lessen wegblijven, heeft de „hoop des vaderlands" aan de universiteit VI. 10. Hoe konóet gij weten, waar het huis lag vroeg hier alderman Chitty; gaven zij u tijd om rond te zien? Elisabeth, wier verhaal allengs vrijer en vlot- tender was geworden, kromp bij deze vraag verschrikt ineen. De inmenging van dien, haar geheel vreemden heer, scheen haar in verwarring te brengen; zij bleel eenige oogenblikken w antwoord schuldig. Squire Wintelbury herhaalde de vraag, en nu hernam zij Ik kon niets zien, zij hadden mij den doek weer over het hoofd geworpen, ik merkte eerst veel later, dat het huis aan den straatweg naar Hertfordshire moest liggen. Waaraan? Er was een plank gespijkerd voor het venster der kamer, waarin men mij gebracht had; toen ik die plank had losgemaakt, zag ik eens door een reet den postwagen voorbijkomen, die altijd naar Hertford rijdt. Hoe wist gij dat het die wagen was Ik kende den koetsier, want ik had hem dikwijls pakjes gebracht voor meester Lijon, die mee naar Hertford moesten. Gij werdt dus in een donkere kamer opge sloten? Door wien? Doch verhaal nu liever geregeld verder. De mannen sleepten u dus naar een huis? Ja; in een klein donker portaal namen zij mij den doek van het hoofd, en toen zag ik een oude, groote, donkerbruine vrouw, met grijze haren en scherpe, zwarte oogen, voor mij staan. Zij had een lamp in de hand; daarmede lichtte zij mij in het gelaat, lachte en zeide: Hebt gij daar het poppetje? Nu zal zij naar mijn pijpen leeren dansen! Ik schreeuwde luid, en riep dat zij mij loslaten zoudentoen begonnen zij alle drie te lachen en zeidendat ik een kostbare waar wasdie zij op prijs zouden houden. De mannen gingen toen naar eene kamer, waarin ik te Palermo aan den minister van onderwijs doen weten, dat hij de genomen maatregelen heeft in te trekken of anders aansprakelijk is voor de te volgen wanordelijkhecfen. Waar zoo wordt voorgegaan, is het geen wonder zeker, dat de lagere klassen t niet beter maken. In de jongste zitting van het, nog steeds te Rome loopende anarchisten proces is het weer rumoeriger toegegaan dan ooit. Zoo ongepast was de houding der be schuldigden en zoo oorverdoovend het gehuil en gebrul, dat zij telkens aanhieven, dat de president de zitting weer moest verdagen. Koning Umberto heeft op voorstel van minister Di Rudini eene commissie benoemd welke belast is met een onderzoek van de wijnbereiding in Italië en van den uitvoer naar het buitenland. Op financieel gebied blijft Egypte met reuzenschreden vooruitgaan. De begrooting over het afgeloopen jaar sluit weer met een overschot van ruim een millioen Egyptische ponden. Wanneer Abbas-pacha het ook eens van deze zijde beziet, zal hij misschien wel zoo verstandig zijn de Engelsche administrateurs, die als het tegendeel van een sprinkhanen plaag in zijn land zijn gevallen, een weinig meer te ontzien. bij het openen van de deur nog twee jongere vrouwen zag zitten, die zich evenwel ora mij niet bekommerden, verhaalde Elisabeth verder met een toonlooze stem. De oude scheurde mij de kleederen van het lijf, ontnam mij de paar schel lingen, die ik in den zak had, er. liet mij niets dan een hemd en een rokjToen ik mij verweerde sloeg zij mij met de vuist in het aangezicht en dreigde'mij met een mes, dat zij uit den zak haalde; daarop opende zij eene deur, ik zag een oude trap, dien zij optrok, en dicht bij den trap was de kamer, waarin zii mij opsloot. Hoe zag die kamer er uit? vroeg de alderman. Elisabeth huiverde. O, zij was akelig; lang, smal en donker, was met planken dichtgespijkerd, zooals ik later zag, en door de reten viel slechts zooveel licht, dat men, als men zich eerst aan de duisternis had gewend, zien kon wat er in was. En wat was er in? Niet veeleen oude houten tafel, een stroo- raatras, eene kruik water, een paar stukken rog gebrood en een tinnen waschkom. Anders niets Eerst zag ik niets anders; later bemerkte ik ook nog een schoorsteen; een houten kist, waarin oude kleedingstukken en andere lompen lagen; in een hoek ontdekte ik ook nog een oud zadel. En in deze kamer sloot de oude u op? Ja; o, het was vreeselijk. Vijf weken heb ik in duisternis gezeten; ik weet nu eerst hoelang het was, want ik had 't begrip van tijdverloren. Waarvan leefdet gij? Van water en brood. Wie bracht u dat? Dat weet ik niet, waarschijnlijk de oude; zij bracht het altijd als ik sliep. Hoeveel moeite ik mij ook gaf om op te passen wanneer zij kwam, zij nam haar tijd al te goed waar: het brood en het water stonden er altijd als ik wakker werd. En heeft men u anders geen kwaad gedaan? vroeg alderman Chitty. Wederom kromp het meisje ineen; de bijzitter van den Squire maakte bepaald een schrikwek- kenden indruk op haar. Eerst toen de laatste de vraag herhaalde, herstelde zij zich en antwoordde: Neen, ik heb de oude niet weder gezien. En hebt gij anders ook niemand gezien of gehoord? Gezien heb ik niemand, maar des nachts hoorde ik dikwijls menschen den trap naast mijne kamer op- en afgaan en met elkander spreken. De minister president Canovas heeft in den loop van een particulier gesprek te kennen gegeven, dat het kabinet zich weinig bekom mert over de dobberingen ter beurze, maar daarentegen doordrongen is van de noodza kelijkheid van het evenwicht op de begrooting, en de regeering is vast besloten dit tot stand te brengen. De staat van beleg te Bilbao is opgeheven. Uit Lissabon wordt van Zaterdag geseind: Den vorigen nacht heeft er een geduchte storm in de stad en op de reede gewoed. Een oorlogschip en andere vaartuigen gingen van de ankers op drift. De schadeaan schepen, den spoorweg en aan telegraaflijnen veroorzaakt, wordt op twee millioen gulden geraamd. In het lagerhuis heeft minister Chaplin verzekerd, dat het uitbreken van het mond en klauwzeer in Engeland ten onrechte is toegeschreven aan overbrenging door uit Duitschland afkomstige huiden. Uit Londen seint men van Zaterdag Er heerscht thans in Engeland eene koude, waaraan men niet gewoon kis. In sommige plaatsen daalde het kwik tot 4l° Fahrenheit onder het vriespunt. Tegen alle andere berichten dienaangaande in, beweert de Kreuzzeitung van welingelichte zijde te hebben vernomen, dat Bismarck on langs het vaste voornemen moet hebben te kennen gegevennog in deze zitting zijne plaats in het heerenhuis in te nemen. Eugen Richter's Freisinnige Zeitung zegt hieromtrent, dat indien Bismarck in het hee renhuis optreden wilde als bestrijder van het ontwerp-schoolwet, hij daardoor in eene hem zeer gunstige positie zoude geraken, terwijl die van Caprivi en van minister Zedlitz nog ongunstiger zoude worden. Kondt gij onderscheiden wat zij zeiden? Meestal niet; het kwam mij ook voor, alsof zij geen Engelsch, maar een andere vreemde taal spraken; slechts een paar malen hoorde ik: Moeder Wells of Wills roepen. En dat bracht u op het vermoeden, dat gij bij moeder Wells waart? vroeg de alderman. Elisabeth knikte. Kendet gij moeder Wells? Hadt gij ooit van haar gehoord? ondervroeg de vrederechter verder. Nooit, Squire Wintlebury. nooit in mijn geheele leven 1 verzekerde zij, en legde de hand op de borst. Goed, wij zullen daarop terugkomen, verhaal nu maar verder; hoe zijt gij ontkomen? In het begin schreeuwde en weende ik, maar na een paar dagen werd ik stil; ik dacht, dat ik daar zou moeten sterven, en schikte mij in mijn lot. Eindelijk viel het mij toch in, of ik mis schien niet zou kunnen ontkomen. Ik nam een haarspeld van het hoofd en boorde daarmede om een der spijkers, die de planken voor het venster vasthielden. Met groote moeite maakte ik hem los; toen kwam de tweede, vervolgens de derde. Ik brak daarbij al mijn haarspelden, zoodat ik mijn haar niet meer kon opsteken, en de laatste spijkers maakte ik met mijne vingers los. Zij stak bij deze. woorden de handen op, waaraan de sporen van den wanhopigen arbeid duidelijk te zien waren. Het is zonderling, dat uwe bewaakster daar van niets heeft gemerkt, sprak de alderman. Ik drukte iederen spijker, dien ik had los gemaakt, er weder in; ook'zal zij wel nooit lang in de kamer gebleven zijn, omdat zij niet door mij wilde gezien worden. K Welke reden kan zij daarvoor gehad hebben? vroeg de Squire. Dat weet ik niet. Weet gij misschien ook wat men met u voorhad? Zij wilden mij laten omkomen. Wie, meisje, wie? Hebt gij vijanden, die bij uwen ondergang eenig belang kunnen hebben Zou uw dood of uw verdwijnen iemand eenig voordcel aangebracht hebben riep alderman Chitty, het hoofd schuddende. Wie zou voor- of nadeel kunnen hebben van het leven of sterven van zulk een arm gering meisje als ik ben! zuchtte Elisabeth. De beide heeren knikten elkander toe; de waar- Keizer Frans Jozef is Maandagmorgen te Pesth aangekomen om het nieuwe Hongaar- sche parlement te openen. De burgemeester heette Z. M. welkom met eene toespraak waarin .hij o. a. gewaagde van de deelneming der bevolking in de verliezen, welke in den laatsten tijd de koninklijke familie hebben getroffen. heid van deze tegenwerping was onbetwistbaar. En toen gij alle spijkers losgemaakt hadt, hebt gij toen de plank weggerukt? vroeg de Squire verder. In een stormachtigen nacht schepte ik moed, rukte de planken af en zag uit het het venster. Tot mijne blijdschap bemerkte ik, dat ik uit het venster op een muur kon komen en van daar op den grond springen; maar nu eerst viel mij in, hoe ellendig ik gekleed was, en dat ik mij zoo niet onder de menschen kon wagen. Ik ging naar de kist en zocht, en daar vond ik een beddela- laken, waarin ik mij wikkelde, en een stuk zaklinnen, waarin ik het brood bond, dat nog op de tafel lag. Nu kwam het ergste aan. Het venster was klein en smal, en hoe mager ik ook geworden was, kwam ik er slechts met moeite aoorik heb mij daarbij aan het hoofd en aan de heup gekwetst. Zij wees op haar nog verbon den hoofd. Gij raaktet er evenwel uit? Ja. En kwaamt ongehinderd weg? Ik klom op den muur, sprong van daar op den grond, en snelde heen. Wist gij den weg? Neenhet was mij vooreerst ook geheel onverschillig waar ik heenging; het kwam er voor mij slechts op aan weg te komen. Ik verliet den straatweg, waaraan het huis stond, kwam door akkers over een kleine brug voorbij een landhoeve, daarna door een dorp, en toen weer op den straatweg. Tegen den morgen ontmoette ik een man, wien ik naar Londen vroeg. Hij beschreef mij dien zeer nauwkeurig, en nu wist ik, dat ik nog vier of vijf mijlen van Alderman- bury verwijderd was. De man had mij echter zoo verschrikt en verwonderd aangezien, dat ik, toen het licht werd, het niet meer waagde mij op den weg te vertoonen. Ik verborg mij onder een hoop koren in het veld, en stond den ge- heelen dag doodsangst uit, dat er menschen komen en mij vinden mochten. Tot mijn geluk was het regenachtig weder, op het veld kon niets gedaan worden, en zoo bleef ik ongestoord. Toen het donker geworden was, kroop ik er uit en ging naar Aldermanbury; ik geloof dat mijne voeten mij geen schrede verder zouden gedragen hebben. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1