Wulf(jksrbr en kigstaatscle Courant, Nummer 20, Donderdag 10 Maart 1892. 15e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. Ëcnc geschiedenis uil de Engelsche rechtspleging. ■m BUITENLAND. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag' en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheelc rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. "Waalwijk. Advertenticn 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Beschouwingen over dingen, die reeds tot het verleden behooren en over zaken, die ons wachten in de naaste of ook wel in de verre toekomst ziedaar 't geen ons in de groote organen van ons werelddeel moet schadeloos stellen voor het gemis aan poli tieke gebeurtenissen van overwegend belang. Baardlikkend en tongsmekkend, als wijlen de oude Israëlieten bij de herinnering aan de bekende Egyptische vleeschpotten, denken we terug aan de dagen, die achter ons liggen, toen we ons konden baden in een ruimen overvloed van politiek nieuws, even afwisse lend als belangwekkend. Reeds begint men in enkele parlementen er over te praten, dat 't nu weer lang genoeg geduurd heelt, dat de tijd der ijverige werk zaamheid dient onderbroken door een rust- pooze en als ware de Paaschtijd reeds daar; ij vei t men voor bekorting van het werklijstje. Én 'tis juist in een parlement, hetwelk niet uitmunt door ijver en werklust, dat men 't eerst is gaan spreken over de noodzakelijk heid der rust, in Duitschlands rijksdag na melijk. De „Reichsboten" zijn niet al te ijverig „Beschlussfahigkeit'' is uitzondering, regel is 't, dat het parlement in zóó geringen getale aanwezig is, dat 't den heeren begint te vervelen en dus wil men ijveren voor sluiting der zitting, nog vóór Paschen, met verdaging van de wetten tegen de dronken schap, tegen de spionnage en tegen de soute neurs. En in Frankrijks kamer doet zich ook niets voor, dat de aandacht trekt. Zaterdag heelt men het voorstel tot onderdrukking der censuur verworpen, nadat de minister van onderwijs verklaard had, dat de regeering er tegen was. Onderwijl had de ministerraad zich in den morgen beziggehouden met de begrooting voor 1893, die in hoofdzaak over eenkomt met het loopende budget; minister Rouvier's belastingplannen ten aanzien van geestrijke dranken, zijn in de nieuwe begroo ting opgenomen. 13 VII, Om Christus wil, meisje, breng ons niet in het ongeluk smeekte moeder Wells, tot Elisa beth gekeerd; waai om in Gods naam zou men u dan hier zulke gruwelijke dingen aengedaan heb ben Dat zal wel blijken, daarover zult gij u voor den rechter moeten verantwoorden. Hier mede sneed de commissaris alle verder gesprek af, en riep: Marsch Vooruit! Moeder Wells liet zich echter nog niet uit het veld slaan; het gold hier vrijheid, eigendom, mis schien het leven zij verdedigde hare huid. Zegt zij niet dat zij hier opgesloten geweest is Be schouwt dan, bid ik u, de deur De deur der kamer was inderdaad zonder slot, maar had slechts van buiten en van binnen een kram en een grendel, die door een ingestoken pin werd vastgezet. Ik was toch opgesloten, hield Elisabeth vol. De commissaris voelde zich bij de vele tegen strijdigheden niet op zijn gemak. Ik heb u niet te verhooren. maar slechts naar de gevangenis te brengen, riep hijvoort, met de geheele bende. Zonder verder verwijl moesten allen, die zich in het huis bevonden hem naar de naaste politie wacht volgen de hoofdbeambte aldaar vond ech ter geen aanleiding het geheele gezelschap ge vangen te houden alleen Mary Squires en moe der Wells werden naar de gevangenis gebracht; de overigen werden vrijgelaten, doch onder be dreiging van strenge straf, in gev:,l zij niet bij de eerste oproeping van het gerecht in verhoor verschenen. Wees gerust, heer, ik zal mij niet verwijde ren, eer de onschuld van mijne arme moeder be wezen is, zeide George somber. Wij zijn immers maar heidens, ons mag men iedere schanddaad ten laste leggen, ons mag men jagen als wilde dieren, voegde hij er, zich tot Natus wendend, verbitterd bij. Terwijl de inbeslagnemingen van dag- en weekbladen in Duitschland worden voortge zet nu is 't weer het laatste nummer van het weekblad Die Gegenwart, dat geconfisr queerd is verdiepen vele organen zich in beschouwingen over een dergelijk optreden tegenover de pers, en heel gunstig zijn de beoordeelingen niet, al vermijdt men zorg vuldig ailes wat als „grober Unfug" zou kun nen worden uitgelegd. Over de in Engeland tegen den laatsten dag dezer week te verwachten werkstaking der mijnwerkers, wordt zooveel geschreven, dat men geducht in de war geraakt, de ge tallen, die genoemd worden als het vermoe delijk aantal stakers, verschillen een 200.000 en in Durham zou er nu zelfs kans bestaan op een minnelijke schikking. Zou dat 't begin van het einde zijn van de toegezegde staking, nog vóór dat zij is uitgebroken? 't Ware wel te hopen! Een derde van het aantal stakers zou afvallen, indien Durham tot een accoord kwam. Ten langen leste daagt het uit het Oosten en komt er licht over de ministrieele crisis in Griekenland. En gelukkig van verschil lende zijden, Koning Georgios heeft in een onder houd, 't welk hij met eenige politieke per sonen over "de crisis gehad heeft, gezegd, dat hij reeds lang eene crisis op financieel gebied had voorzien en daarop de aandacht van den heer Delyannis ha l gevestigd. Hij had hem dat» bij aangeraden ingrijpende maatregelen te nemen om het gevaar te voorkomen, daar anders moeilijkheden te wachten waren, die zouden kunnen leiden tot staking van betaling of andere dingen, strijdig met Griekenland's eer en crediet. De heer Delyannis, dus vervolgde de koning, nam toen tegenover Z. M. de formeele ver plichting op zich aan de kamer maatregelen op finantieel gebied voor te stellen, in staat om de begrooting in evenwicht te brengen. Door zijne langdurige weifelingen in deze echter bracht de heer Delyannis den Waarom wilt gij dan geen menschen als andere menschen zijn siste Virtue Hall tusschen de tanden, terwijl zij den hoog opgeschoten, flin- ken heiden een half teederen blik uit hare kleine groenachtige oogen toewierp. Had hij die woorden niet gehoord, of wilde hij er geen acht op slaan Zonder naar de deerne om te zien, stapte hij het vertrek uitNatus en diens vrouw volgden hem. Toen Elisabeth kort daarna ook de politieka mer verliet, vond zij daar buiten William Davis- town op haar wachten. Zijn aanblik deed haar ontstellen. Zijt gij daar ook weder, mr. Davistown Wat wilt gij van mij vroeg zij misnoegd. U beschermen, Elisabeth. Laat mij Neen, neen, het is mijn plicht! Op dit oogenblik werd van de andere zijde van den weg Charles Lyon zichtbaar, en als door in stinct gedreven ijlde zij op hem toe. William wilde haar nasnellen, maar na eenige schreden bleef hij staan. Ik heb Mary beloofd niets in het openbaar te zullen doen, eer de duisternis, die over het lot van het arme kind verspreid ligt, volkomen op gehelderd zal zijn. Ik ben zeker dat zij zoo rein en zuiver daaruit aan het licht zal komen als een engel, en dan, dan voer ik haar in mijn huis De laatste uitroep klonk minder blijde dan men verwachten mocht van een minnaar, die na lang zoeken eindelijk de verloren geliefde had terug- gevonden- VIII. God schenkt den drinker zijn wijn en den spinner zijn vlas. Met deze woorden trad Robert Wintlebury lachend in het salon zijner moeder, waar behalve deze ook zijne zuster Mary en Iietty Davistown tegenwoordig' warendie zaten te wachten op de heeren, en op het bericht, dat het middagmaal opgedragen was. Wat wilt gij met die Brahminenwijsheid zeggen? vroeg mevrouw Wintlebury, terwijl zij haar lieveling met den vinger dreigdekunt gij dan nooit eens ernstig spreken Ik spreek zeer ernstigwaartoe zouden de spreekwoorden dienen, als men ze niet gebruiken koning tot de overtuiging, dat hij niet vol doende doordrongen was van den ernst van den toestand, en deswege vroeg de koning hem zijn ontslag. Toen deze zulks weigerde en zelfs de kamer bijeenriep, om van haar een votum van vertrouwen te vragen, ten einde op die wijze den koning naar zijn hand te zetten, was Z. M. wel genoodzaakt te handelen. De koning voegde aan een en ander nog de verzekering toe, dat Griekenland er niet aan denkt den vrede te verstoren, maar alleen zijn geldelijken toestand zoekt te regelen en zijne inkomsten te doen toenemen. Met deze laatste zijn zijne tegenwoordige wapeningen geenszins in evenredige verhouding. Op eigenaardige wijze sluit zich bij het bovenstaande, dat aan een Atheensch tele gram aan de Indépendance Beige ontleend is, aan wat de berichtgever van the Standard in de Grieksche hoofdstad weet te melden omtrent eene persoonlijke veete tusschen den koning en Delyannis, welke reeds lang be staan heeft, maar nu eindelijk tot eene uit barsting is gekomen. De minister-president hield den koning steeds streng binnen de tamelijk enge perken, welke de Grieksche Grondwet stelt aan de inmenging van den souverein, en ontzag zich niet, waar Z. M. daartegen in verzet kwam, van zich af te spreken en te schrijven, of althans te doen schrijven. Vandaar dat in den laatsten tijd in de Grieksche pers een zonderlinge strijd was ontstaan tusschen bladen op de hand van 't ministerie en de organen der kroon. En dit moest natuurlijk op den duur tot eene botsing leiden, waarbij de financien het best werden bevonden om als voorwendsel dienst te doen. Door een en ander wordt dus bevestigd wat men vroeger ree Is opmerkte, dat de aanstaande verkiezingen uitspraak zullen moe ten doen tusschen Delyannis en den koning. Van dezen laatsten wordt gezegd, dat hij eene mogelijke beslissing te zijnen nadeele met graagte als gelegenheid zou waarnemen om kroon en schepter neer te leggen. mocht? Ook is dit, bij uitzondering, zeer gepast. Verbeeld u eens, een beroemd romanschrijver krijgt van ambtswege de stof voor den zonder lingsten roman. Van wien spreekt gij dan, Robert? vroeg Hetty, die opmerkzaam werd. Van den schrijver van den voortreffelijken Tom Jones. Van Fielding riep Mary, de arme man moet zeer verzwakt zijn. -- Geen wonder, wanneer men tegelijk het beroep van rechterlijk ambtenaar en romanschrij ver uitoefent, hernam Robert. Men heeft hem het voorloopig onderzoek in de zaak van Canning contra Wells opgedragen. Denkt gij niet, lieve dames, dat dit stof oplevert voor een pikanten roman Vooral wanneer gij nog de goedheid wildet hebben hem daartoe eenige gegevens te verschaffen. Bij deze woorden werd Mary bleek, Hetty hoogrood; mevrouw Wintlebury wierp op den onbedachtzamen spreker een verwijtenden blik en vroeg, om aan het gesprek een andere wending te geven Het bevestigt zich dus dat Elisabeth bij moeder Wells opgesloten gehouden.is? Men heeft bij de oude een heel nest vol heidens gevonden, er moeten gruwelijke geschie denissen aan het licht gekomen zijn; Londen en zijne omstreken ziin weer in oproer. Op dit oogenblik ging de deur open, en squire Wintlebury, vergezeld door Carl Waverstord, verscheen op den drempel. Beiden hadden de laatste woorden gehoord, en terwijl de graaf de dames begroette, zeide de squire in vroolijken luini; Wat is er voor een oproer, Robert? Ik'hoop niet dat de pretentend weder geland is? Neen, papa, wij zijn thans in Engeland be scheiden lieden geworden en laten ons reeds door kleinigheden opwinden. Onze Maria Stuart en Jeane Gray heet nu Elisabeth Canning. De squire fronste het voorhoofd. Ja, die ge schiedenis zal nog veel te doen geven. Men heeft moeder Wells in hechtenis genomen, benevens een oude heidin, die van den roof aan het meisje gepleegd, beschuldigd wordt; maar men zegt dat de oude haar alibi kan bewijzen. Waarvoor zou zij ook anders een heidin zijn spotte Robert. Hebt gij gehoord, dat Fielding met het In den gemeenteraad is besloten de ge- meenteraads verkiezingen, die volgens de wet moeten plaats hebben op den eersten Zondag in Mei, op den eersten dag in Mei te bepalen, ondanks de kans, welke dan bestaat op ongeregeldheden, daar de werk lieden dien dag manifesteeren zullen voor den arbeidsdag van acht uren. Voor de poort van het gendarmerie gebouw te Saint-Ouen, zijn 's nachts twee bussen met nitro naphtaline nedergelegd. Het uitgaan van de lont was oorzaak, dat er geen ontploffing plaats had. .Te Toulon is een 22-jarig Italiaan, Valentin Origlio genaamd, en uit San-Vin- cenzo, provincie Campo-Basso geboortig, als spion gearresteerd In verschellende woningen, die hij er op na hield, werden plannen en teekeningen met betrekking op Toulon's ver dedigingswerken, benevens brieven uit Rome gevonden, welke laatste aan het licht moeten hebben gebracht, dat hij in dienst der Itali- aansche regeering stond. Er zijn 10 getuigen gedagvaard om mede- deelingen omtrent den Italiaan te doen. Een Fransch hoofd-officier, de com mandant Mattei, heeft een nieuw, duilvelsch wapen uitgevonden, een vitriool-geweer, waar mee men tot op 70 meter afstand vijanden kan beschieten met vitriool. Het nieuwe ge weer zal, naar men bericht, niet tegen Euro- peesche vijanden gebruikt worden, maar alleen in gevechten tegen wilden in Afrika, op wier naakte lichamen het vitriool een vreeselijke uitwerking zal hebben als niet, gelijk welhaast te verwachten is, ook in dien strijd voor „de beschaving" dit barbaarsche vernielingswerktuig wordt verboden. Volgens „Le Matin" werd in April 11. ontdekt, dat in de magazijnen van het Fran- sche ministerie van oorlog 800,000 paren voorloopig onderzoek belast is, papa? Dat is mede op mijne aanbeveling geschied, antwoordde mr. Wintlebury, er zijn in die zaak zooveel tegenstrijdigheden, dat eene uiterst nauw keurige voorloopige instructie noodig zal zijn. Is dat ook niet uw gevoelen, waarde lord Graaf Waverstord had zich met mevrouw Wintlebury en hare dochter onderhouden en zich schijnbaar geheel niet om het gesprek tus schen den squire en zijn zoon bekommerd; toch kwam het Hetty, die eene stille toehoorderes geweest was, voor, dat hij er geen woord van had verloren. Op deze rechtstreeks tot hem gerichte vraag keerde hij zich om, trok de schouders op, en zeideIk moet bekennen, dat ik zelfs in werke lijk zoogenoemde causes célèbres" geen belang stel, en dus nog veel minder in dingen, die men er kunstmatig toe gemaakt heeft. Vindt gij dan dit geval niet zeer belangrijkP De graaf knipte even met zijn vingers over zijn gebordnurd overhemd, waarin kostbare dia manten knoopen schitterden, alsof hij een stofje wilde verwijderen, dat er evenwel niet te zien was, en zeide, terwijl hij het hoofd met zijn sprekende, maar eenigszins afgeleefde trekken in den nek wierphet is mij van den beginne af bespottelijk voorgekomendat men zulk een ophef gemaakt heeft van het verdwijnen vau eene dienstmaagd. Verschoon mij, waarde lord, of het eene dienstmaagd of iemand anders betreft, zal hierbij toch wel niet in aanmerking komen, antwoordde de squire met waardigheid, terwijl de dames elkander onthutst aanzagen, en Robert een zacht gesis tusschen de tanden liet hooren. Lord Waversford bemerkte den kwaden indruk dien zijne woorden gemaakt hadden, en deed zijn best dien weder uit te wisschen, terwijl hij lachend zeide: Versta mij niet verkeerd; bij mij weegt eene misdaad, die tegen een bedelaar begaan wordt, even zwaar alsof zij tegen een hertog was gepleegd; ik kan echter in dit geval aan geen misdaad gelooven. Gij meent? vroeg Iietty snel. O, vergeef mij, miss Davistown, ik vergat, dat gij in die zaak partij trekt, hernam de graaf, en boog zich met een galanten glimlach. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1