Nummer 40.
Donderdag 19 Mei 1892.
15e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen»
ANTOON TIELEN,
Inschrïj ving-Sch utterij
FEUILLETON.
De Echo van het Zuiden,
W«al«yiisrbrei Lasigsfraatscte ('««rut.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f.1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
UITGEVER:
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
lana worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolp Steiuer, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk roept
mits deze op zoodanige ingezetenen, die op den
eersten Januari dezes jaars hun 25ste jaar van
ouderdom zijn ingetreden, namelijk die geboren
zijn in 1867, benevens de zoodanigen, die zich
van buitenlands binnen deze gemeente gevestigd
hebben, voor zoo verre zij nog in een der klassen
van de schutterij vallen, om zich tusschen den
15 Mei en 1 Juni aanstaande, ter secretarie van
het gemeentebestuur te Waalwijk, voor de dienst
der schutterij te doen inschrijvenzullende
tot het ontvangen van hunne aangifte, te dier
plaats dagelijks gedurende den voormiddag van
9 tot 12 ure worden gevaceerd, de invallende
Zon- en Feestdagen hiervan uitgezonderd.
Tot naricht der belanghebbenden dient
Dat als ingezetenen in deze worden beschouwd
alle Nederlanders, binnen het rijk verblijf hou
dende, en alle vreemdelingen binnen het rijk
woonachtig, welke hun voornemen om zich aldaar
te vestigen hebben aan den dag gelegd, hetzij
door eene uitdrukkelijk verklaring, hetzij door
het overbrengen van den zetel van hun vermogen
of de hoofdmiddelen van hun bestaan, voor zoo
verre zij in de voorrechten van Nederlanders
kunnen deelen.
Dat de aangifte tot de inschrijving in allen
gevalle door de ingezetenen van den hierboven
bedoelden ouderdom behoort gedaan te worden
ook dan zelfs, wanneer belanghebbende verraee-
nen mocht, tot de vrijgestelden of uitgeslotenen
van den schutterlijken dienst te behooren.
Dat zij, die in meer dan eene gemeente hun
verblijf houden of den zetel van hun vermogen
hebben gevestigd, tot de inschrijving verplicht
zijn binnen die gemeente, alwaar eene dienst
doende schutterij aanwezig is, en dat, bij aldien,
in de verschillende gemeenten, waar iemand ver
blijf houdt of den zetel van zijn vermogen heeft
gevestigd, alleen dienstdoende of alleen rustende
schutterijen bestaan, dezelve zich moet doen
inschrijven in die gemeente, alwaar hij voor de
Personeele Belasting is aangeslagen; moetende de
Ambtenaren zich doen inschrijven in die gemeente,
alwaar zij ambtshalve verplicht zijn hun verblijf
te houden.
Dat zij, die bevonden zullen worden zich niet
vóór den eersten Juni dezes jaars te hebben doen
inschrijven, door het plaatselijk bestuur ambts
halve zullen worden ingeschreven, en ter zake
van hun verzuim in eene geldboete vervallen,
terwijl dezelve daarenboven zonder loting bij de
schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal
Eene geschiedenis uil de Engclsche rechtspleging.
33
xv.
Een fraai christendom van u en uws ge
lijken Maar dat doet er niet toe, hoe weet gij
mijne gedachten P
Zie mij aan, hebt gij mij nooit meer gezien
Juffrouw Lyon beschouwde haar thans opmerk
zamer. Zijt gij niet de vrouw van den ketel
lapper, van Fortune Natus, die gisteren ter dood
veroordeeld is, omdat hij Elisabeth Canning
ontvoerd heeftP
Die ben ik, ik ben Milly Natus, .mijn man
is onschuldig, die deernen hebben hem aan de
galg gelogen
Juffrouw Lyon trok de schouders op.
Zoudt gij niet wenschen, dat de leugen van
Elisabeth Canning werd bewezen en op haar
eigen hoofd terugviel? vroeg de heidin met een
blik vol haat.
Vrouw! Wat wilt gij? Wat weet gij van
mij riep juffrouw Lyon, die haar tegenzin tegen
de gemeenzaamheid met de dochter van het ver
achte volk nog niet kon overwinnen.
Keer u niet van mij af; ik heb u gadege
slagen in de gerechtszaal; ik heb gezien, dat gij
die deerne evenzeer haat als ik; ik ben u nage
slopen en weet, dat gij uw zoon hebt willen
terughouden, toen hij haar op zijn armen weg
droeg, omdat zij door haar kwaad geweten met
een gil ineenzakte, toen het gloeiende ijzer op
den arm van moeder Wells siste.
Juffrouw Lyon voelde zich niet op haar gemak,
evenwel mompelde zij: Verder, verder!
Ik ben u gevolgd, ik ben uw zoon gevolgd,
ik heb gisteren onder uw venster geluisterd, ik
ben hem nageslopen, toen hij naar die deerne
ging; hij wil met haar naar Amerika en gij,
gij wilt het verhinderen; ik weet alles 1
En waarom doet gij dat alles? Wat wilt
gij toch
Wat ik wil? herhaalde Milly, en hare
woorden geleken meer op het sissen eener slang
blijken, dat er tijdens de verzuimde inschrijving
geen redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten
hunnen aanzien bestonden.
En worden overigens de ingezetenen aange
maand, om zich tijdig van een geboorte-extract
te voorzien en zich alzoo van hunnen juisten
ouderdom te verzekeren, ten einde de inschrijving
behoorlijk geschiede en zij niet komen te ver
vallen in straffen bij de wet bepaald.
Waalwijk, den 14 Mei 1892.
De Burgemeester voornoemd,
Sociaal democratische toekomst-
schetsen
van EUGEN RICHTER.
Veel, zeer veel is er den laatsten tijd ge
sproken en geschreven over de sociaalde
mocraten en de maatschappij, zooals die vol
gens hunne leerstellingen zou moeten inge
richt worden.
Weinigen echter kunnen zich die voorstellen,
omdat zij noch de kennis noch de fantaisie
bezitten om zich dusdanige ordening voor
den geest te roepen en te beoordeelen of zij
een hemel of wel een hel op aarde zou
brengen.
Eugen Richter, de bekende Duitsche staats
man, gaat in zijn geschrift: „Sociaal-demo
cratische toekomstschetsen" van de onder
stelling uit, dat de eischen van Bebel en an
dere socialisten eindelijk werkelijkheid zijn
geworden, en nu schildert hij de maatschappij,
waarnaar door die hervormers gehunkerd
wordt, op zoo treffende wijze, dat niet enkel
de mannen van Richter's eigen partij, maar
zelfs zijne felste tegenstanders, eenstemmig
zijn in de verklaring de sociaal-democratie
is door Richter weerlegd.
Wij willen eenige grepen doen uit Rich
ter's geschrift.
Veel later dan gehoopt werd, maar toch
eindelijk, is het uur geslagen, waarop de roode
vlag der sociaal-democratie van het kasteel
te Berlijn wappert. Bebel en Liebknecht en
al de thans levenden zijn reeds lang tot hunne
vaderen verzameld.
Wij krijgen het dagboek te lezen van een
eenvoudig, braaf, overtuigd sociaal-democraat,
dan op het geluid eener menschelijke stem. Kunt
gij nog vragen wat ik wil Haar in het verderf
storten wil ik, zooala zij Natus en de anderen
gedaan heeft. Het ijzer, dat den rug van moeder
Wells heeft gebrand, zal de mooie pop misvormen;
hangen zal zij aan de galg, die voor Natus is
opgericht; kan ik hem niet redden, dan zal zij
toch in zijn lot deelen.
Met afgrijzen wendde juffrouw Lyon zich van
haar af; die vrouw had in hare wraakzucht vol
strekt niets menschelijks meer. Zonder zich te
bekommeren om den indruk, dien zij te weeg
bracht, vervolgde Milly op zachten, schorren
toon Alleen kan ik het niet, alleen vermoogt
gij ook niets, maar wanneer wij ons vereenigen.
Wij I
De heidin lachte bitter. Wilt gij dat uw zoon
die deerne trouwt? Wilt gij dat hij met haar
naar Amerika gaat?
Neen, neen! riep iuffrouw Lyon en maakte
eene beweging met de hand, alsof zij iets vreese-
lijks afweerde.
Dan moogt gij ook niet zoo trotsch en niet
bang zijn voor de gemeenzaamheid met heidens;
veel voornamer lieden hebben toch wel onzen
bijstand gezocht en met mij zult gij wel varen,
ik doe het niet om geld, ik doe het uit haat
Nog aarzelde juffrouw Lyon.
Sla toe, sla toezeide de heidin; verlangt
gij de blanke schoondochter? Wilt gij haar mis
schien nog wel in huis nemen
Neen, neen riep juffrouw Lyon andermaal;
spreek, wat moet ik doen Zij had thans alle
bezwaren ter zijde gesteld.
De heidin keek schuw ï-ond. Ik heb wel is
waar mijn tijd goed gekozen, uw man, uw zoon
en al de knechts zijn te Muorfield aan het werk,
de meiden zijn op het veld, gij zijt alleen Ie
huis
Onwillekeurig maakte juffrouw Lyon eene be
weging van schrik.
Zijt gij bevreesd voor mij, en gij zijt toch
sterker dan ik? zeide zij schimpend; wees gerust,
ik zal u geen kwaad doen, wij zijn immers
bondgenooten; maar laten wij elders gaan wat
ik u te zeggen heb, mag niemand hooren, nie
mand
Wat geen overreding zou hebben kunnen ver
krijgen, dat bewerkte de schimp; juffrouw Lyon
wilde niet voor vreesachtig gehouden worden.
die de vurig gewenschte omwenteling en hare
gevolgen op eerlijken trant ons zoo doet zien,
dat we alles meenen mee te doorleven. Wij
geven hem thans het woord. Onder verschil
lende, maar opvolgende datums verstrekt hij
ons o. a. de volgende mededeelingen
De lang gewenschte omwentelingsdag valt
op mijn zilveren bruiloft, er. tevens vieren
wij de verloving van onzen oudsten zoon
Frans met een lief en ijverig modistetje. Drie
dagen lang wordt er feest gevierd vervol
gens gaat men tot de inrichting der nieuwe
maatschappij orer. Zoodra de woningen ver
deeld zullen zijn, gaan Frans en Agnes trou
wen; volgens het voorschrift van Bebel wordt
de kapitalistische maatschappij opgeruimd.
Fabrieken, mijnen, middelen van verkeer, ma
chines, werktuigen, gereedschappen, alles is
nationaal eigendom geworden Staatspapieren,
pandbrieven, aandeelen, schuldbekentenissen
en bankbiljetten zijn in scheurpapier veran
derd. De „bourgeois," die bij duizenden het
land verlaten, mogen er de hutten meê be
hangen van de stoombooten, waarmeê zij
naar Amerika vluchten.
Agnes heeft door vlijt en spaarzaamheid
2000 Mk. op een spaarbankboekje bijeenge
gaard. Daar verspreidt zich het gerucht, dat
ook die soo t van boekjes scheurpapier zijn
geworden. Agnes vliegt naar de spaarbank
om haar geld op te eischen, en zij valt bijna
in onmacht, daa'r zij hoort, dat dit nu ook
staatseigendom is geworden. Op haar weg
naar ons toe verneemt zij, dat de deputaties
der eigenaars van spaarbankboekjes zich vor
men om naar den rijkskanselier te trekken
ook ik en mijn zoon Frans sluiten zich daar
bij aan. Het gedrang is zoo groot, dat, bij
gebrek aan de, natuurlijk afgeschafte, politie
de brandweer gearlameerd wordt, om het
volk uiteen te jagen.
De rijkskanselier belooft de spaarbank-
quaeslie bij de eerstkomende zitting van den
rijksdag ter tafel te zullen brengen. Vol span
ning wordt de uitkomst verbeid als het uur
gekomen is, gaat de vergadering, zonder veel
notitie van die nietigheid te nemen, over tot
Zonder een woord te zeggen, ging zij de heidin
voor naar eene kamer, waar zij vlas, wol, werk
en gedroogde kruiden bewaarde, en die slechts
een enkel tamelijk hoog, getralied venster had.
Hier kan riemand ons hooren, spreek zei
de zij.
Het onderhoud tusschen de beide vrouwen
duurde lang, en Milly verliet het huis niet voor
zij door de meesteres rijkelijk met spijs en drank
was verkwikt. Nog op dienzelfden dag reed juf
fro uw Lyon in een wagentje met één paard, dat zij
zelve wist te besturen, van huis; en toen zij laat
in den avond terugkeerde, bracht zij eene nieuwe
dienstbode mede Virtue Hall.
De laatste was van Old Bailey naar Enfield
teruggegaan, en huisde alleen in den verlaten
«Lintworm," omdat z niet wist waar zij blijven
zou. Toen juffrouw Lyon kwam, en haar voor
stelde bij haar in dienst te komen, nam zij dit'
terstond aan. Zij scheen het geheel in den liaak
te vinden, dat de meesteres, aan wie zij, zooals
deze zeide, door hare flinke houding voor het
gerecht, bevallen was, tot haar kwam, omdat
zij juist eene meid noodig had, en haar opstaan-
den voet medenara.
Meester Lyon zag intusschen zeer verwonderd
op, toen zijne vrouw hem den volgenden morgen
de nieuwe huisgenoote voorstelde en eene lange
reeks van redenen opgaf, die haar bewogen had
den haai' te huren; hij nam ze alle aan, maar
dacht er het zijne van. Het was merkwaardig
dat zijne gevolgtrekking bijna op een haar met
met die van Robert Wintlebury overeenkwam.
Moeder heeft dit meisje in Old Bailey ge
zien, en wil zich die type van leelijkheid niet
laten ontgaan, omdat zij met de schoonheid zoo
slecht gevaren is, meende hij. Nu, mij is het
onverschillig, zij moet maar zien hoe zij het met
haar schikt, ik heb alle reden om haar thans in
kleinigheden haar zin te geven.
De goede meester zou nog meer reden krijgen
om verbaasd te staan.
Zijne vrouw betoond^ de onbekwame en on-
noozele meid eene toegevendheid en geduld, die
bij haar geheel ongewoon waren, en liet zich,
wat anders ook niet in haar aard lag, dikwijls
met Virtue in gesprek in.
Het kan niet anders zijn, zij is op de leelijk
heid van de deerne verliefd geworden, lachte hij,
doch voegde er dan ook wel eens bezorgd bij:
de orde van den dag
Het volk komt in heftig verzet; er is straat
rumoer. Gelukkig, dat de uitvoerende macht
voor een korps van 4000 bewaarders der pu
blieke veiligheid heeft gezorgd, die niet meer
de gehate blauwe uniformen en helmen dra
gen, maar bruine jassen en een roode veer
op den hoed. Jammer, dat zij onbarmhartig
gebruik moeten maken van hun „doodslagers,"
nieuwe wapens volgens Engelsch model, en
heel wat belhamels, vooral vrouwen, moeten
oppakken.
Bij ons t'huis nare tooneelen. Agnes is
voortdurend radeloos over het verlies van
haar spaarpenningen. Mijne vrouw tracht haar
te troosten met het mooie uitzet, dat alle
bruidsparen voortaan van de regeering zullen
krijgen, maar dat baat niet. „Ik wil mijn eigen
zuur verdiend geld, ik wil niets van anderen.
Dat is erger dan roof en diefstalroept zij
aanhoudend uit.
Mijn oude schoonvader woont bij ons in.
Ook hij heeft een spaarbankboekje, waarin
hij rente op rente laat oploopen, om na zijn
dood, zooals hij het uitdrukt, ons eene her
innering te laten aan de gelukkige jaren, die
hij in ons huis heeft doorgebracht. Wij dur
ven hem niet zeggen, dat zijn boekje scheur
papier is geworden. Men moet vast in de
sociaal-democratische schoenen staanom
zulke teleurstellingen kalm onder de oogen
te zien.
Er worden groote roode plakkaten aange
plakt, waarbij een ieder wordt bevolen bin
nen drie dagen aangifte te doen van het be
roep, dat men verlangt. Zocdra de arbeid in
de staatsinrichting zal zijn begonnen, worden
vrouwen en meisjes ontheven van
werkzaamheid in eigen huis. Alle kinderen
moeten aan den staat worden uitgeleverd,
zieken moeten naar de algemeene hospitalen
worden gebracht, er wordt
in de staatskeukens, gewasschen in dc^Jaats-
wasscherijen. Het beroep van geestelijke is
vervallen verklaard. Menigeen is van plan het
eens in een nieuw vak te probeeren. Maar
mijn zoon en ik en ook zijn meisje, wij blij-
Als het maar geen teeken van haar naderend
einde is; ik heb altijd gehoord dat menschen,
die zoo zeer veranderen, spoedig sterven, en.
moeder is als omgekeerd.
De reeks van verbazende voorvallen was voor
den timmerman nog niet ten einde; het eerstvol
gende was een bezoek, dat miss Hetty Davistown
aan zijn vrouw bracht.
De jonge dame kwam wel is waar eigenlijk
om hem, want zij verzocht hem bij gelegenheid
eens naar Chesney-Wood te komen en destallen
na te zien, waarvan sommige dringend nieuwe
drempels schenen te behoeven maar nadat dit
afgehandeld was, liet zij zich door de meesteres in
het geheele huis, in de keuken en in den bloem
tuin rondleiden, verzocht om verscheidene soorten
van bloemzaden, en noodigde juffrouw Lyon uit,
nu ook zeer spoedig eens bij haar te komen
en wederkeerig andere zaden en stekken uit te
zoeken.
En juffrouw Lyon, die op liai'e wijze tegen
iedere hertogin van het land in trots opwoog,
en in den omgang met aanzienlijken steeds op
hare hoede was, uit vrees vnn veronachtzaamd
te worden, nam ditmaal die uitnoodiging zonder
bedenken aan.
Die bezoeken werden wel niet herhaald, maar
wie nauwkeuriger had toegezien, zou het niet
ontgaan zijn, dat van toen af een geheimzinnig
verkeer tusschen Ohesney-Wood en Alderman-
bury plaats greep en dat eene vrouw met don
kere gelaatskleur nu hier dan daar opdook, snel
eene boodschap overbracht en weder verdween.
Menigvuldiger dan vroeger ging Hetty naar
Londen en verzuimde nooit, onder weg hare
beschermelinge Nancy Forbes te bezoeken, bij
welke gelegenheid zij dan ook wel eens een
woord tot Elisabeth richtte, die altijd even nede
rig, even stil en onderworpen de gunstbewijzen
der jonge dame aannam.
XVI.
Hetty laat gij u eindelijk eens weder bij
mij zien? riep Mary Wintlebury hare vriendin
toe, toen deze op een helderen herfstmorgen tegen
het einde van October bij haar in de kamer trad.
Ik geloof dat er wel veertien dagen verloopen
zijn, sedert gij het laatst hier waart.
(Wordt vervolgd.)