Nummer 45. Zondag 5 Juni 1892. 15e Jaargan Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. Spanje. Engeland. De Echo Tan het Zuiden, Wulvyksdr ra Laigslraalstie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs, per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGEVER: Waalwijk. Adveitentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing °Pge&even> worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitself- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Stelner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Het bezoek onzer koninginnen aan het hof te Berlijn. Berlijn, Woensdagmiddag. Reeds vroeg in den morgen heerschte in het stille Potsdam leven en beweging. Het roffelen der trommen werd atgewisseld door opwekkende militaire muziek, en van overal zag men met snellen marsch en „klinglendes Spiel" strijders opdagen. Allen richtten zich naar de „Lustgarten" en het Slot en namen daar stelling. Nog voor negen uur bemerkte men aan de gewichtigheid van politie en militair, dat er iets gaande en „Hohe Herr- schaften" in aantocht waren. Een „Wirbel" op de trommen, met schelle fluiten, overgaande in krijgsmuziek, deed zich hooren, en op het zelfde oogenblik kwam de keizer aan het hoofd van het gardes du corps-regiment met het grootkruis der militaire Willemsorde de plaats oprijden. Zeshonderd gardes volgden hem. Een on vergelijkelijk schoon gezicht. De zon bescheen de stoere „jugendfrische" mannen, als gegroeid aan het paard in hun witte uniformen, zil veren harnassen, helmen met adelaarsen zwarte kaplaarzen. Maar alle manschappen zagen er kranig stram en „schneidig" uit. En daar waren velen Het eerste garde rigement te voet 1296 man: het regiment der garde Lut-Huza- ren 600 man het eerste garde Uhlanen- regiment, 600 man; het derde garde Uhlanen- regiment, 600 man; het garde jager-bataljon, 600 manhet Lehr-Infanteriebataljon, 500 man; de onderofficiers-school, 500 man; de tweede afdeeling van het garde artillerie regiment 100 man met 12 kanonnen; het cadettencorps, 250 man, te zamen ruim 5000 man. Weer klonk een „Wirbel"en in fraaie rijtuigen met vier paarden en voorrijder reed de keizerin van Duitschland met de koningin regentes van Nederland het slotplein op. Vele rijtuigen, alle op dezelfde wijze bespan nen, volgden. Het hoerageroep buiten kon digde de komst van H. M. de koningin der Ëenc geschiedenis uit de EngeUche rechtspleging. 38 XVII. Eindelijk gaf de graaf als jachtmeester het teeken. De honden werden losgelaten: in razenden galop renden de jagers, bij wie zich ook Mary en eenige andere dames hadden aangesloten, het uit gestrekte bosch in. De toeschouwers verspreidden zich; voor hen was de pret voorbij, terwijl die voor de deelnemers aan de jacht nu eerst recht begon. Ook de rijtuigen met de dames reden weg om aan den avond tegen den tijd van het feest maal terug te keeren. Het duurde niet lang, of op een veld werd een vos opgespoord, en nu begon een vurig drijven, dat anderhalf uur duurde. Op een onbebouwden akker werd eindelijk de vos afgemaakt, en squire Wintlebury had de eer de eerste te zijn, die er bijkwam, toen de honden het hijgende dier hadden aangepakt; hem viel als zegeteeken de staart ten deel. De graaf, die nog juist bijtijds was gekomen om bij den dood van der. vos tegenwoordig te zijn, wenschte den squire geluk als den held van den dag. En toch hoop ik heden een nog kostelijker prijs te verwerven, voegde hij er zacht bij, zoo- dat alleen de squire hem verstaan kon, welks bezit gij mij evenwel eerst toestaan moet. De béide mannen wisselden een handdruk, ten teeken dat zij elkander begrepen. De jacht was nfgeloopen; de jagers en jageressen maakten zich gereed tot den terugkeer; daar echter niet allen even goede paarden hadden en ook de rijkunst niet even goed verstonden, scheid den zij zich weldra in afzonderlijke groepjes, die al kleiner en kleiner werden, naarmate de wegen zich verdeelden en ieder den weg naar zijn huis insloeg. Zelfs de gasten van graaf Waversford war^.n niet bij elkander gebleven. T' Squire Wintlebury haa zich met eenige heeren verdiept in een levendig gesprek over de jacht Nederlanden aan. Zij, in roomkleurig kleed, strooien hoed met witte veer, gezeten met de kleine prinsessen van Edinburg zag er allerliefst en vroolijk uit. Het koningskind was blijde. Gisterenlicht ongesteld door vermoeienis en al het ongewone, doch reeds vroegtijdig opgestaan, had zij de parade op het Tempelhoferveld niet mogen bijwonen en had met spelen zich den tijd verkort. Trou wens zij vond 't wat aangenaam te kunnen spelen op de terrassen van het »Neues Palais", waar zij door een ieder met liefdevolle oogen wordt gageslagen en door haar eenvoud en echt kind-zijn allen voor zich inneemt. Zoodra het schitterende gevolg van keizer, keizerinkoningin enz. plaats nam op het groote bordes, speelden al de muziekkorpsen het Wilhelmus. Nu volgde de parade, ge commandeerd door Prins Albregt van Pruisen. Na de parade-opstelling liet de prins alle troepen presenteeren voor de beide Neder- landsche koninginnen, onder het aanhoudend spelen van het Wilhelmus. Onder den voor- bijmarsch reed de keizer, toen het gardes du corps-regiment naderde, snel naar de koningin van Nederland, hield plotselingop eenigen afstand, het paard in en salueerde op plech tige wijze met den degen. Niet minder eer biedig salueerde de koning van Griekenland als „Hauptman" bij het 1ste regiment der garde. Met kinderlijke eerbewijzing salueerde de kroonprins van Duitschland, marcheerende aan het hoofd van de Leibcompagnie. Maar al hield hij zich nog zóó stram de aardige jongen kwam boven. Hij lachte en knikte de jeugdige koningin van Holland vriendelijk toe, met haar hoofd rustend aan den schoot der keizerin van Duitschland en met haar handje naar boven in de hand der koningin regentes. Keizerin en koningin-regentes wuif den met hare zakdoekende koningin gaf kushandjes. De vorstinnen lachten van geluk elkander toe. Hetzelfde herhaalde zich eenigszins bij het zien van de drie oudste zoons van prins Albregt van Pruisen marcheerende in het front der Leibcompagnie. Na den voor van heden en over- de vossenjacht in het alge meen. Men woog de waarde der verschillende streken voor die jacht in Engeland en Wales tegen elkander op, en berekende welke sommen deze en gene den hoogadelijken jachtmeester aan onderhoud koste. Lord Waversford, die uit eigen ervaring een zeer belangrijke bijdrage tot dit gesprek had kunnen leverenwant zijn jaeht-district in Hampshire en het onderhoud der daartoe behoo- rende honden verslond jaarlijks een klein ver mogen, nam er geen deel aan, en was zelfs niet zoo nabij gebleven, dat hij het verstaan kon. Hij had zich bij Mary Wintlebury gevoegd, en zijn schoon, edelgebouwd goudbruin paard kwam in kleur en gang zoo volkomen overeen met den goudvos, dien de jonge dame bereed, dat het scheen alsof de beide dieren opzettelijk voor zoo danige partijen waren afgericht. En ook de beide personen pasten prachtig bij elkander; de graaf zat vast en toch vlug te paard; Mary's slanke gestalte kwam in het rijkleed bij zonder bevallig uit; hare handen, waar de hand schoenen als om gegoten zaten, bestuurden het goed gedresseerde dier, alsof het eeu spel was. De lrissche lucht en het opwekkende van de jacht hadden een bezielenden invloed op het jonge meisje uitgeoefend. De uitdrukking van smart, van zelfopoffering was uit haar gelaat verdwenen of ten minste voor korten tijd verdrongen door een zichtbare opgeruimdheid, die uit hare oogen straalde, en haar gelaat als met zonneschijn overgoot. Lucht en beweging hadden hare wangen gekleurd; hare lippen waren half geopend, als om met volle teugen den balsemgeur op te zuigen, dien de door de zon verwarmde pijnboomen uitademden. Lord Waversiord beschouwde de jonge dame, die hem nog nooit zoo schoon was voorgekomen, met vurige, verterende blikken; Mary voelde ze meer dan zij ze zag, want zij keek naar den weg en in plaats van het aangename welbehagen trad weldra een somber, drukkend gevoel van vrees. Het uur van vrije, vrooiijke herademing was voorbij; zij gevoelde het aansnellen der beslis sende minuut. Een poos reden zij zwijgend naast elkander voort, tot zij aan een punt kwamen, waar de weg zich in tweeën splitste. Is dit niet uw naaste weg, lord Waversford? bij marsch „im Ztlge, volgde de voorbijmarsch in compagnie-colonne, 118 man op een lijn. De parade werd begunstigd door het schoonste weder, zoodat de schitterende staf en al de blinkende uniformen, de voortreffelijkheid der troepen de schoone omgevingen de keurige toiletten der dames een allerschoonst geheel vormden. Op dezelfde wijze als de troepen .en de vorstelijke personen gekomen waren, verlieten zij weder de „Lustgarten" van het heerlijk schoone slot. Zoodra de inwoners hel rijtuig der koningin-regentes en een oogenblik later dat der koningin Wilhelmina zagen ging er een hartelijk hoera op de dames wuifden met zakdoeken, en van oud en jong, rijk en arm, militair en civiel, hoorde men luide de ingenomenheid voor de jonge vorstin. „O wie liebWelch ein Herzenskind!" hoorde men meermalen, eens versterkt door de eigen aardige toevoeging van een ander„Sie ist ja auch eine Oraniën." Donderdagmorgen 9,40 u. zijn de koninginnen van Potsdam vertrokken. De keizer reed met koningin Wilhelminade keizerin met de koningin-regentes in open rijtuigen naar het station. Bij het vertrek kuste de keizer de koningin op het voorhoofdde koningin regentes op de hand. De Nederlandsche gezant was met zijne echtgenoote aan het station aanwezig; ook de drie oudste zonen des keizers, die de koningin bij het afscheid nemen hartelijk kusten. De beide broeders Henry zijn gevangen genomen, daar zij Zaterdag in een anarchisten vergadering dynamietbommen zwaaiden, on der den kreet„dat zijn onze wapenen De aanklacht tegen hen zal worden ingediend op grond van het onbevoegd bezit van dyna miet en aansporing tot moord en plundering. vroeg Mary, terwijl zij met de karwats naar den kruisweg wees. Gij hebt goed op de wegen doormijn bosch gelet, miss Wintlebury, zeide de graaf glim lachend. Ik ben immers dezen weg van Park water af bijna dagelijks gereden, dan leert men dien spoedig kennen. Laat ons hier wachten op het gezelschap, waarmede ik denzelfderi weg moet, voegde zij er bij, en hield haar paard in. Ook de graaf stond stil, maar zeide Dat is niet noodig, ik zal u wel naar Parkwater ge leiden. Waarom zoudt gij zulk een omweg maken, mylord Hij legde zijn hand op de hare, en viel haar op een zachten, hartstochtelijken toon in de rede: Mary, waarom ontwijkt gij mij? Waarom hebt gij mij gedwongen dit oogenblik van alleenzijn te stelen. Mylord, begon zij bevende, en zag om, alsof zij hulp zocht. Hij bemerkte dien blik en vloog op. Tracht niet weder te ontsluipen, Mary, ik heb den afstand, dien wij vooruit, zijn, goed ge meten, zoo spoedig kan niemand ons inhalen. En als gij uw paard de 9poren wildet geven om weg te rennen, dan zou ik u achternajagen in vliegenden galop, het zou eene dolle drijfjacht zijn over slooten en hekken, over heuvels en dalen. Mary, ik laat u niet gaan, eer gij mij geantwoord hebt In zijne hartstochtelijke opgewondenheid had hij haar paard zoo vast in den teugel gegrepen, dat het begon te steigeren, maar geen trek van schrik vertoonde zich op het marmerbleek gelaat van Maryhet uitwendige gevaar gaf haar hare kalmte terug. Geleid mij naar Parkwater, lord Waversford, zeide zij zacht, terwijl zij haar paard weer in den vorigen gang bracht. Wil dat zeggen, dat ik spreken mag, dat gij mij aanhooren wilt. Zij knikte. Dan zult gij mij ook verhooren I riep hij levendig. Degene, op wien de vorst een straal uit zijn oog laat vallen, wordt begenadigd en niet veroordeeld. Mary, gij moet sedert lang weten, dat ik u bemin; of gij echter kunt ver moeden of afmeten hoe vurig, hoe oneindig die liefde is, kan ik nauwelijks gelooven. Mijn ge- In den Spaanschen senaat is het handels verdrag met Frankrijk nog aan de orde. De minister van buitenlandsche zaken heeft met nadruk ontkend, dat in deze ooit, thans dan of vroeger tegenover andere landen, buiten toestemming des parlements is gehandeld. Een der senatoren voor Catalonie heeft op vermindering der binnenlandsche wijnrechten aangedrongen. Uit het Engelsche mijndistrict Durham komt de blijde tijding, dat de werkstaking, die daar al drie maanden zooveel ellende teweegbrengt, is geëindigd. De patroons heb ben de door hen noodzakelijk verklaarde loonsverlaging van ÏS1^ tot 10 percent laten vallen en op die voorwaarde hebben de man nen zich bereid verklaard weder aan den arbeid te gaan. Hoogstwaarschijnlijk is deze schikking het werk van den bisschop van Durham, die zijne bemiddeling had aangeboden, welke door beide partijen was aanvaard. In Piccadilly, Leicester Square, Regent- Street en Wilton Place te Londen, kon men Vrijdrag jl. eene vreemde processie aan schouwen. In Wilton Place is het „Animal Institute" gevestigd, en door de dames-leden van die vereeniging was eene parade van ezels georganiseerd, die veel succes en be kijks had en in de beste orde afliep. Er waren in het geheel veertig k vijftig ezels, alle beesten, die er goed verzorgd en leven dig uitzagen en door de eigenaars en eige naressen met veelkleurige linten of rozetten of op andere wijze versierd waren. Het op tuigen geschiedde in tegenwoordigheid van eene groote volksmenigte, die blijkbaar zeer veel behagen vond in de potsierlijke spron gen van sommige der betoogers. De dames, die de parade georganiseerd hadden, waren mede aanwezig. Aan de eigenaars der best gekeurde ezels werden vier gouden en vier heele aanzijn gaat daarin op, ik heb mijzelven verloren Maryeenige aangebedene Geef mij aan mijzelven terug door u aan mij te geven, door mij te beloven, u als mijne gemalin op mijne armen door het leven te mogen dragen Het was de taal van den hoogsten hartstocht, waarin de lord sprak, zijn toon klonk dof, het donkere oog gloeide met een onrustig verterend vuur, zijne aristocratische neusvleugels beefden, men zag in zijn halfgeopenden mond de witte spitse tanden als die van een roofdier blinken. Verre van door dit vuur mede verwarmd te worden, voelde Mary zich door een onbeschrijfe lijk afgrijzen aangegrepen; het was haar alsof er een samoum voorbij suisde, die alle bloesems van haar leven met een enkelen ademtocht ver schroeide. Mary, Mary, antwoord mij 1 hoe kunt gij aarzelen dat kleine, armzalige woordje uit te spreken, dat voor mij leven of dood is I Niet hier, lord Waversford, zeide zij zacht. Niet hier barstte hij uit. Wilt gij mij langer met ijdele hoop vleien, schoone dame'? Is het nog niet genoeg met dat gruwzame spel? Bij God, graaf Waversford laat niet met zich den spot drijven, nog nooit heeft iemand hem ongestraft beleedigd Het was mijne bedoeling niet u te beleedi- gen, mylord, hernam Mary. Hij zag hoe zij bij zijn driftigen uitval van schrik ineenkromp, en dat bracht hem weder tot bezinning. Vergeef mij, dierbare, smeekte hij, ook mijne drift, mijne razernij, mijne bedreigingen zijn im mers slechts uitvloeisels van mijne grenzelooze liefde. Folter mij niet langer, schenk mij het zoo vurig afgebeden jawoord! - Lord YVaversford, zeide Mary zacht maar vast, de YVintlebury's zijn niet zoo hoog in rang als de Rowlands, maar in oudheid en eergevoel doen zij voor hen niet onder. Wie denkt daaraan in zulk een oogenblik! Begeer ik uwe voorvaders, meisje, of u Gij doet aanzoek om Mary Wintlebury, Ai dat geschiedt niet van paard tot paard, er op den grooten weg O Mary, indien gij mij bemindet zcoals ik u, dan zoudt gij daar niet op zienMas-- het zij zoo, ik zal mij ook daarnaar schikken. Waar, waar mag ik uwe hand vragen (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1