Nummer 47.
Zondag 12 Juni 1892.
15e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Gemeenteraad van Waalwijk,
ANTOON TIELEN,
FE U1LLETOJS.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijltsclic en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maandenyi,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
UITGEVER:
Waalwijk.
Advertentiën 17 regeli 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
OPENBARE VERGADERING
op Dinsdag 7 Juni 1892, namid
dags 7 uur.
Tegenwoordig alle leden, uitgezonderd de
heeren Quirijns en Verbunt.
Voorzitter de burgemeester.
De voorzitter opent de vergadering.
De notulen der vorige worden, na voorle
zing door den secretaris, ongewijzigd vastge
steld.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
a. b. en c
Zie ons vorig nummer.
II. Wijziging der begrooting.
Zie ons vorig nummer.
De voorzitter„ik ben zoo vrij, heeren
voor B. en W. een crediet te vragen om ook
deze zaal naar behooren in orde te brengen.
Wat geldt voor de burgemeesterskamer, geldt
ook voor de zaal, waar de raad bijeenkomt;
't komt meer overeen met de waardigheid
van Waalwijks gemeenteraad dat zijne ver
gaderzaal behoorlijk gemeubileerd zij.
Om nu precies te zeggen zooveel zal daar
toe noodig zijndit gaat moeilijk; maar als
de raad een crediet wil toestaan kan hij zeker
zijn dat daarvan een goed gebruik zal gemaakt
worden."
De heer Van der Heijden „over het voor
stel zelf heb ik niets te zeggen. Ik wensch
alleen een kleine opmerking te maken. Hier
in de gemeente zijn drie personen, die meu
bels leveren; een er van is wel mijn schoon
zoon, maar ik vertrouw dat niemand m:j zal"
verdenken, dat ik daarom hierover spreek.
Als de lui nu in de gelegenheid werden
gesteld aan de leveringen voor de gemeente
deel te nemen, natuurlijk even goedkoop als
eldersdan zou daar zeker veel voor zijn;
men zou hun prijsopgaaf kunnen vragen."
De voorzitter„zeker zou ik daartoe niet
ongenegen zijn; maar het dag. best. is van
oordeel geweest, dat dergelijke meubelen hier
Bene geschiedenis uil de Engehche rechtspleging.
40
XVIII.
Zwijg daarvan, zwijg daarvan, Virtue; wat
helpt dat klagen en tobben over dingen, die an
ders hadden kunnen zijn En eigenlijk zijt gij
dc schuld, arme meid, dat ik mijn Charles hier
niet kan houden.
ïk
Ja, gij Maar ik maak er u geen verwijt
van, gij hebt gezegd wat gij moest, dat was zoo
als het behoorde.
Hoe meent gij dat, vrouw? vroeg de meid
eu deed moeite om te begrijpen, wat haar mees
teres bedoelde, maar dit scheen haar niet te
gelukken, want hare gelaatstrekken drukten eene
jammerlijke onnoozelheid uit.
Indien gij niet gesproken hadt, dan had
men moeder Wells en de heidens nooit kunnen
bewijzen, dat zij Elisabeth weggesleept en in den
„Lintworm" opgesloten gehouden haaden.
En verder?
Verder? Hu dan wist men immers niet of
het meisje 'in den „Lintworm" of elders was
feweest, en dan zou Charles van haar afgezien
ebben.
En als het nu nog eens aan het licht kwam,
dat zij niet in den «Lintworm,, is geweest?
vroeg Virtue met een sluwe grijns.
Ach, hoe zou dat kunnen, hernam de mees
teres met een ongeloovig hoofdschudden, dat kan
niemand
Toch wel, toch wel, dat kan ikfluisterde
Virtue geheimzinnig.
Gij? Gij o Virtue, indien gij dat kondet,
dan zou ik u op mijne knieën danken Ik zou
niet rusten eer ik het doorgedreven had, dat gij
mijne schoondochter werdt 1 Maar dat kunt gij
niet, gij misleidt mij.
Belooft gij mij stellig dat ik uw zoon zal
hebben vroeg Virtue met de loosheid van het
onverstand.
Wat ik daaraan doen kan, zal geschieden,
niet te krijgen zijn; meubels voor eene raads
zaal moeten een zeker cachet hebben."
De heer Van der Heijden „ik wil u op
den voorgrond zeggen;, dat die lui de meu
belen niet zelf maken, maar zij staan in re
latie met groote fabrieken en magazijnen
kunnen op teekening leveren en trekken dan
provisie als zij die konden verdienen was
dat wel aardig."
De voorzitter„Ik geloof gerust te mogen
zeggen dat, als de raad besluit de raadszaal
in orde te laten maken het dag. bestuur
eerst zal trachten hier de noodige meubels
aan te schaffen de raad moet echter B. en
W. de hand vrijlaten voor 't geval 't niet
mogelijk is ze hier te krijgen.
Zou de raad uu een crediet willen toestaan
om deze kamer in orde te maken overeen
komstig de eischen en de waardigheid van
den raad
Noodig zouden zijn: 13 stoelen, een tafel
kleed en tapijt."
De heer Timmermans van Turenhout
„mijnheer de voorzitter is er een batig saldo
van de vroeger toegestane f1300."
De voorzitter „ja ja ik weet niet juist
hoeveel, maar fl50af200 zou ik toch wel
denken."
De heer Van Schijndel„ik zou er niet
voor zijn grootere kosten te maken dan noodig
zijn. De toestand in Waalwijk is zoo, dat
hij niet toelaat meer geld uit te geven dan
onvermijdelijk is. De rijke lui trekken er
uit en de hoofdelijke omslag moet toch be
taald worden. Daarbij, de tegenwoordige meu
bels zijn nog zoo slecht niet.»
De heer Mombers „ik deel tot op zekere
hoogte wel 't gevoelen van den heer Van
Schijndel, maar moet toch erkennen, dat er
dikwijls stoelen te kort komen, b. v. bij huw-
lijksvoltrekkingen."
De heer Van Schijndel„kunt u niet eene
zekere som noemen een onbepaald crediet
gaat wel wat ver."
De voorzitter „ik meende gerust een on
bepaald crediet te kunnen aanvragen, omdat
de benoodigde som zoo klein zal zijn."
antwoordde juffrouw Lyon vrij dubbelzinnig,
maar wat helpt dat, gij kunt het toch niet 1
Zeker wel, hernam Virtue; zij is daar nooit
geweest
Maar gij hebt het toch gezegd
Omdat de rechter mij dat zoo in den mond
gaf, grijnsde Virtue; hij scheen zich daarover
zoo te verheugen, dat ik net zeide om hem pleizier
te doen.
Wat zijt gij toch een goed gedienstig schep
selEn de heidens dan?
Natus en zijne vrouw hebben dien geheelen
tijd in die kamer geslapen, en de oude Squires
en haar zoon hadden eerst een paar dagen, voor
dat de politie met Elisabeth naar den „Lintworm*
kwam, daar hun intrek genomen.
En is dat zeker en waarachtig waar?
Zoo waar ik leef!
Virtue, Virtue, lieve, beste Virtue! juichte
juffrouw Lyon, en viel de meid om den hals, nu
'kan alles immers nog terecht komen. Maar, ver
volgde zij, wederom moedeloos wordende, als ik
dat zeg zullen zij mii niet gelooven, gij zoudt
dit ook anderen moeten vertellen, en dat zult
gij niet willen.
Virtue begon nu toch eenigszins na te denken.
Zullen zij mij niets doen vroeg zij.
Wie zou u iets doen? lachtte juffrouw Lyon.
De heeren van het gerecht.
Die zullen u veeleer eene belooning geven,
omdat gij thans de waarheid aan den dag brengt.
Schuif maar alles op rar. Fielding, die heeft zoo
veel gevraagd, dat gij het ten laatste zelve hebt
geloofd. Ik heb eens gehoord, dat die man ge
schiedenissen verzint, ze opschrijit en laat drukken
en dat dan de menschen, die ze lezen, ze voor
waar houden.
Dus heeft hij mij ook zulk eene geschiede
nis verteld
Juist, dat behoeft gij maar te zeggen, en
dan zal geen mensch u iets maken.
Dan zal ik het doen.
Goed. Weet gij wat, wij gaan beiden ter
stond naar Londen, ik ken daar een vriendelijken
heer, dien vertellen wij de geheele geschiedenis,
die zal ons raden hoe wij de zaak moeten aan
vatten. Maar zorg, dat hier in huis niemand
merkt wat wij voor hebben.
Een half uur later was juffrouw Lyon met
Virtue Hall op weg naar Londenmaar voor
De heer Van Schijndel„er zullen wel 20
stoelen noodig zijn."
De voorzitter „neen, maar dei tien, want
de oude kunnen bewaard blijven voor 't ge
val men ze noodig heeft."
De heer Timmermans Wz.„aangezien ik
van geen der heeren nog adhaesie gehoord
heb en door het dag. best. de kosten nog
niet zijn begroot, stel ik voor het voorstel
van den voorz. aan te houden tot een vol
gende vergadering, desnoods tot de be-
grooting."
De heer Baijens „me dunkt dat men met
f200.— nog al wat doen zal."
De heer Timmermans Wz.„naar aanlei
ding van het door den heer Baijens gezegde
wil ik hier bijvoegen, dat de benoodigde
som zeker wel het dubbele zal bedragen."
Het voorstel Timmermans in stemming
gebracht, wordt aangenomen met 8 tegen 1
stem, die van den heer v. d. Heijden deze
was voor 't voorstel van den voorzitter.
De voorzitter„naar aanleiding van klach
ten, welke van verschillende zijden tot mij
zijn gekomen, wensch ik voor te stellen een
vischmarkt te maken en vischkeuring in te
voeren. Zou 't niet mogelijk zijn een losse
overdekte inrichting daar te stellen, waarin
de visch verkocht wordt Zoo iets van 6 M.
front, bij 3 M. diepte, zou ongeveer f 190
kosten. Een geschikt persoon voor keur
meester is beschikbaar."
De heer Van der Heijden„'t zelfde mo
tief voor de stoelen geldt ook voor de visch
markt, we moeten er eerst eens over denken
en kunnen die zaak even goed aanhouden."
De heer Baijens„de voorzitter sprak daar
van een losse vismarktdaar zou ik altijd
tegen zijn zoo iets lijdt heel veel met op
zetten en afbreken. Eene vaste is blijvend
en zou dan ook kunnen dienen voor kleine
kleine groentemarkt in de week; dan liep men
.geen gevaar te vallen over groenteafval."
De heer Van Tilburg: „die kan voor f190
niet daargesteld worden."
De heer Gragtmans „daarbij zou zij het
marktplein ontsieren."
haar uit snelde reeds Hetty Davistown, om sir
Crispe Gascoyne kennis te geven van het bezoek,
dat hem te wachten stond, en hem te verzoeken
zijne voorbereidende maatregelen te nemen.
Het gesprek tusschen de meesteres en de dienst
maagd was nauwelijks geëindigd geweest, of de
eerste was naar het venster gegaan en had zich
een paar maal over het vooxmoofd gestreken.
Daarop was eene donkere gedaante, als uit den
grond opgerezen, te voorschijn gekomen, en snel
als eene schaduw weder verdwenen
Milly Natus had het afgesproken teelten ont
vangen, en was naar Chesney-Wood geijld, om
miss Davistown te berichten, dat het oogenblik
was gekomen om den lang voorbereiden slag te
slaan.
Binnen een kwartier zat Hetty op den rug van
haar fraai gebouwden, vluggen appelschimmel
Arion, en vloog zoo snel den weg naar Londen
op, dat de oude rijknecht, die haar op hare tocht
jes gewoonlijk vergezelde, haar nauwelijks kon
bijhouden.
Hetty had Chesney-Wood nog niet verlaten,
toen de heidin alweer op weg was. Thans gold
het, Nancy Forbes een wenk te geven, en in de
nabijheid van het huisje der oude op den loer
te blijven. Elisabeth Canning moest bewaakt
worden.
Hetty trof bij hare aankomst in Mansion-house
den lord-mayor tehuis en kwam vi-oeg genoeg
om hem tijd te laten tot het maken van alle
noodige voorbereidselen.
Eenige beambten wei'den in een aangrenzend
kabinet geplaatst en de tusschendeur slechts aan
gezet, zooaat zij alles konden hooren, wat er
gesproken wei'd. Daaidxeen zou ook Hetty zich
begeven, zoodra de beide vrouwen werden aan
gediend tot zoolang hield sir Crispe haar bij
zich in zijn prachtig ingerichte receptiezaal.
Hare tegenwoordigheid was voor sir Crispe
bloemengeur en zonneschijn, hemelgaven, die een
dubbele en drievoudige waarde verkrijgen, naar
mate de dagen afnemen en de herfstlucht koeler
wordt.
Sir Crispe Gascoyne was tot een leeftijd ge
komen, waarin de schaduwen langer worden; zijn
omgang met Hetty had hem tot de duidelijke
bewustheid gebracht, dat hij den besten tijd zijns
levens had verwaarloosd, en onstuimig eischte
nu het hart zijne rechten. Had hij eenmaal
De heer Timmermans van Turenhout„ik
zou aan B. en W. in overweging willen ge
ven, voor 't geval er wezenlijk behoefte bet
staat aan eene vischmarkt, of die niet zou
gevonden kunnen worden in de botermijn."
De voorzitter„hierover is wel gedacht
maar 't zal slecht gaan door de vischlucht
en den vuilen afval."
De heer Timmermans Wz.: „aangezien het
thans slechts is eene bespreking uit ik het
vermoeden, dat het misschien mogelijk zou
zijn de vischmarkt in de botermijn te hou
den, door het plaatsen van een schot."
De heer Van Tilburg: „de stank zal erin
blijven; ge zult de vischmarkt inhalen, maar
de boterkoopers verdrijven."
De heer Van der Heijden„laat B. en W.
er nog maar eens over denken misschien
zou de vismarkt wel zoo ingericht kunnen
worden, dat zij ook zou kunnen dienen voor
muziek kiosk."
Aangehouden.
De heer BaijensIk wensch iets te vragen
over het lossen en laden van Van Gend en
Loos. Geen enkele Zondagmorgen of de
camion staat voor 't kantoor, dwars over het
trottoir.Is daar niets aan te doen
De voorzitter Er is wel eens proces-verb.
tegen opgemaakt, maar de straf is gering.
De lui hebben geen andere gelegenheid om
te laden of te lossen; 't gaat dus moeilijk
hnn dit te beletten.
De heer Baijens Particulieren moeten
toch ook wel zorgen. Het goed, dat die ont
vangen, wordt op straat gelost en zij moeten
maar zorgen dat het verder komt.
De voorzitter Ik zal er den directeur wel
over spreken en hem verzoeken te zorgen
dat het zoo min mogelijk gebeurt.
De heer MombersZou het niet belet
kunnen worden krachtens de Zondagswet
De voorzitterIk geloof het niet; het ge
beurt in alle groote steden.
De heer Van Schijndel: Mijnheer de voor
zitter, hoe is 't met de zaken der tentoon
stelling
De voorzitter„die zijn nog niet in orde
Hetty's moeder bemind, sterker en vuriger was
die liefde op hare dochter overgegaan. Hij zag
hoe zij zich met innig vertrouwen aan hem hechtte,
hare innemende vriendelijkheid verschrikte hem
en de hoop sloop in zijn hart, dat hij die liefe
lijke bloem zou kunnen gewinnen om er zijn
leven mede op te sieren.
Hij wilde zijne vurige wenschen in zijne borst
opsluiten tot het gelukt was de taak, waaraan
Hetty zich had gewijd, tot een goed einde te
brengen. Wanneer haar broeder uit onteerende
kluisters was verlost: wanneer de bedriegster aan
haar welverdiende straf was overgeleverd; wan
neer onschuldige gevangenen en veroordeelden
aan de vrijheid en aan het leven waren terugge
geven; dan wilde hij met de bekentenis zijner
liefde voor den dag komen en het in Hetty's
hand stellen of zij hem, van allen, die haar hun
geluk te danken hadden, tot den gelukkigste
wilde maken.
De dag van heden zou ook hem een goed eind
nader brengen tot de vervulling van zijn stil,
vurig verlangen. Deze gedachte blonk in zijn
geheele voorkomen uit.
Met stralende oogen zat hij naast Hetty en
kon geen blik afwenden van de de slanke, -jeug
dige gestalte, die door het nauwsluitend, donkere
rijkleed voordeelig uitkwam tegen de zwaar ver
gulde meubels en de barnsteenkleur van het
geglansde fluweel, waarmede de wanden, stoelen
en divans waren bekleed; voor de vensterramen
hingen zware gordijnen van dezelfde stof, waar-
tusschen rijke Venetiaansche spiegels in verzil
verde lijsten, die tot aan de zoldering reikten,
waren aangebracht.
Hoe zal ik u genoeg dankenriep zij, nadat
hij teruggekomen was met het bericlit, dat alle
schikkingen voor de ontvangst van de verschalkte
valsche getuigen in orde waren, waarvoor zij
hem dankbaar de hand drukte. Zonder uwe zorg
zouden wij bezwaarlijk tot ons doel geraken.
En zonder uwen vurigen ijver en uw door
zicht nog veel minderhernam hij en streek
met de hand over den mouw van haar overkleed;
gij zijt de veldheer die ons allen aanvoert!
(Wordt vervolgd.)