Nummer 80. Donderdag 6 October 1892. 15e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Staatkundig overzicht. FEUILLETON. Eene geschiedenis uil de Engehche rechtspleging. BUITENLAND. Frankrijk. De Eek van het Zuiden, Wulvjjksffct en Ijüiigstraiitsclic Courant, AkïXSKs'Sd" aVOnd' UITGEVER: Advertentiên 1-7 regel. J 0,60 daarboven 8 cent per regTT Franco per post door het geheel e rii k 'f 115 A TVHTTHVIW T^TT7T T7XT groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing Brieven, ingezonden stukkfn, gelden enz.,'franco te zenden ANTOON TIELE^ Warden alleen aan^omefd^' ^TeiJentfJf Duitsc,f aan den Uitgever. Waalwijk.i Aan de Daily News wordt uit Rome ge meld, dat de Fransche regeering aan de Ita- liaansche haren dank heeft betuigd voor het deel, dat de Italiaansche gezant te Parijs aan de feestviering der Fransche republiek heeft genomen (het gezantschapshotel was namelijk den 22en September geïllumineerd), en zij drukte tevens de hoop uit, dat de vroegere hartelijke verstandhouding tusschen de beide regeeringen terugkeere. De Italiaansche re geering vroeg daarop of de handelsbetrek kingen tusschen de beide volken niet verge makkelijkt konden worden, nu Frankrijk door zijne handelsovereenkomst met Zwitserland gebroken heeft met het minimum-tarief. Italië zou zijnerzijds gaarne de onderhandelingen hervatten. Dit voorstel schijnt te Parijs goed opgenomen te zijnen er zijn te dierzake nota's gewisseld. Te Rome is men van meening, dat de Fransche regeering bezield is met de beste voornemens, maar dat de zaak alleen athangt van de mate der macht, die de protectionisten in de kamer hebben. De gevolgen van het protectionisme in Italië hebben meer bijge dragen om er het volk tot redelijke inzichten te brengen, dan redevoeringen of geschriften vermochten. Omtrent de Fransche expeditie in Dahomey is uit Porto Novo bericht ontvangen, dat de kanonneerbooten Corail en Opale, den 28sten 1.1. op eene verkenning uit zijnde, op eenen zeer talrijken vijand stieten, die zich langs de beide oevers van de Quemé tot Tohou had verzameld. De schepen openden hierop een vuur op de Dahomeyers, dat uiterst moord dadig was en hen op de vlucht joeg met achterhaling van talrijke dooden. In een schrijven aan de Britsche Oost- Afrikaansche Compagnie heeft lord Rosebery in beginsel de ontruiming van Oeganda aan genomen, onder belofte echter, dat de regee ring, welke op 31 December was vastgesteld, 67 XXIX. Werktuigelijk volgde juffrouw Lyon haar, en zonk toen als verplet op een stoel neer, met de handen voor het aoor smart verwrongen gelaat. Wat hem daartoe heeft aangespoord? zeide thans Hetty om hare vraag te beantwoorden. Niemand heeft daarvan tot dusverre eenig ver moeden; bij zijn eerste verhoor heeft hij volstan dig geweigerd de reden te noemen, die de aan leiding tot zijn aanslag is geweest. Ach, ik gevoel het, dat alleen dat rampzalige schepsel, die Elisabeth, de schuld ook van dit ontzettende onheil is, begon juffrouw Lyon, en hief het gebogen hoofd een weinig op om miss Hetty aan te zien, en van haar instemming of tegenspraak te verwachten. Zonderling; ik heb hetzelfde gedacht, toen ik gisteravond van den lordmayor het verschrik kelijke bericht ontving. In weerwil van hare diepe verslagenheid be gonnen thans de oogen van juffrouw Lyon te fonkelen. De oude wrok en haat tegen Elisabeth ontwaakte in haar met verdubbelde woede. O, waarom heeft men die ellendige deerne niet terstond aan den beul overgegeven Wat onheil heeft zij over mijn zoon gebracht Charles was zoo zachtaardig als een kind; wie had kunnen vermoeden, dat hij zich tot zulk een daad zou hebben laten vervoeren merkte Hetty aan. En wat zal zijn straf zijn vroeg juffrouw Lyon na een smartelijke pauze. Hetty trok de schouders op. Zij wist het wel, maar zij durfde het de ongelukkige niet zeggen. Wees overtuigd, dat sir Crispe gaarne zijn invloed zal aanwenden om te bewerken, dat uwen armen zoon de zachtste straf wordt opgelegd, of dat de koning hem ge nade schenkt. Juffrouw Lyon schudde treurig het hoofd. Neen, neen, hij heeft zich tegen het leven van een lord vergrepen, hem kan niemand redden, zelfs de koning niet aan de Compagnie eenen onderstand zal verleenen, ten einde haar in staat te stellen in Oeganda te blijven tot 31 Maart en aldus de ontruiming te vergemakkelijken. De re geering neemt echter geenerlei aansprakelijk heid op zich en geeft nadrukkelijk te verstaan, dat de bedoelde onderstand slechts strekken moet om de ontruiming te vergemakkelijken. Onzekerheid blijft er heerschen ten aanzien van het militaire voorstel in Duitschland hoewel velen er voor blijven zorg dragen, dat het geschrijf er over niet eindigt, 't zij door publicatie van getallen, die iemand doen sid deren en beven voor zijn beurs, 't zij door geheimzinnige vertelsels van verdeeldheid tusschen den kanselier des rijks en den keizer, 't Eenige wat zeker schijnt, .is de duur van het voorstel van 1 October 1893 tot 31 Maart 1899 en de plechtige opening van de zitting des rijksdags door den keizer zelf om het belangrijke der aanstaande periode te doen uitkomen zoo iets van een voorzichtige voorbereiding op 't geen komen zalVrij wel schijnt men het er over eens, dat meer geld zal worden gevraagd, meer manschappen op het effectiet zullen komen en eene proeve zal worden voorgesteld met den tweejarigen diensttijd. Aan The Times wordt dienaangaande uit Berlijn geschreven dat het eerste doel der voordracht zal wezenverhooging van het effectiefdat op het oogenblik lager is dan dat van het Fransche en Russische leger. Het leger moet zoo worden, dat dit effectief een ten honderd vertegenwoordigt der rijks bevolking. De infanterie zou dan wel 25 percent sterker moeten worden en de overige wapens 20 percent, in 't geheel eene verhoo ging van 70000 man. Men zal, waar dergelijke cijfers met al den aankleve van dien genoemd worden, eenigs- zins kunnen begrijpen hoezeer men in Duitsch land in dit opzicht in spanning en onrust verkeert en sterk naar eenige zekerheid be gint te verlangen. Den Oostenrijksch—Hongaarschen Delega tion komt de eer toe 't eerst van alle wet gevende lichamen van de groote staten den parlementairen arbeid te hebben hervat. Chliambecky werd gekozen tot president der Oostenrijksche, Tisza tot dezelfde functie in de Hongaarsche Delegatie.De gewone speeches bleven natuurlijk niet uit, Tisza betoogde zelfs, dat de triplealliantie den oorlogszuch- tigen aspiratien in zekere staten verhindert zich uiting te geven, doch belangrijker dan deze gelegenheidsoratien lijkt ons het feit dat minister Weckerle, de Hongaarsche titu laris van financien, een budget heeft weten op te makendat zelfs de oppositie geen reden tot aanmerking geeft. Geen wonder Weckerle's exposé opent het vooruitzicht op een overschot, ondanks de verhooging van het oorlogsbudget met een paar millioen! Door Rusland ruw en onvriendelijk beje gend, schijnt Turkije, gelijk men in 't men- schelijk leven meer ziet gebeuren, behoefte te hebben om zich te troosten door elders zich op zijn beminnelijkst te vertoonen, en wie van die stemming nu profiteert is Enge land. Jarenlang heeft tusschen Engeland en Tur kije gehangen de veel besprokene conventie tot regeling der Egyptische verhoudingen welke indertijd door den heer Drummond Wolff werd opgesteld en aanbevolen, maar die de Sultan, nadat er maanden over onder handeld was, nooit heeft willen onderteekenen. Welnu, over die overeenkomst heeft thans de Porte zich bij monde van haren gezant te Londen, Rustem-pacha, tegenover lord Ro sebery, den nieuwen minister van buitenland- sche zakenthans heel wat toeschietelijker uitgelaten en zich bereid verklaard, schijnt het, haar nog eens ernstig in overweging te nemen. De zoogenaamde Conventie Drummond Wolff, jaren geleden aan den sultan te vergeefs ter goedkeuring voorgelegd, hield in hoofdzaak in, dat Egypte zelfstandig en onzijdig zou worden verklaardmits onder suzereiniteit des sultans, dat de consulaire rechtspraak zou worden afgeschaft (de zoogenaamde „op- heffing*der capitulatiën>, waar Frankrijk vooral tegen was) en dat Engeland, ook na de ont ruiming door zijn leger binnen drie jaren, er zekere beschermings- en bezettingsrechten zou blijven oefenen en zijne officieren zouden blijven bevel voeren in het Egyptische leger. Over dat alles zal dus waarschijnlijk eer lang op nieuw onderhandeld worden, thans met kans op beteren uitslag. Tegelijkertijd met den sultan wordt ook de Afghaansche Emir verzoenend. Hij moet zich hebben bereid verklaard begin December het Engelsch gezantschap te ontvangen. De slavenhandel aan de kust van Oost- Afrika is, naar men uit Aden bericht, weder aan het toenemen, wegens de hooge prijzen, welke de handelaars voor de slaven betaald kunnen krijgen. Dagelijks komen er slaven- karavanen sommige met zeer veel van de menschelijke koopwaar aan de kust. Die karavanen komen naar men verzekert, on belemmerd door Vitu waar de Engelschen wel gedwongen zijn, ze oogluikend te laten gaan en ook zijn er in den laatsten tijd slaven ingescheept op plaatsen in den omtrek van Zeilah, Djiboutil, Massowah en Suakin. De Arabieren zijn woedend over de maat regelen, door de Europeanen genomen tegen den slavenhandel. Zij voorzien zich zooveel zij kunnen van wapenen en ammunitie en hebben zich verbonden om eerlang gezamen lijk strooptochten te ondernemen op het ge bied van den Congo-Vrijstaat, in Britsch en Duitsch Oost-Afrika en daarbij een heftigen strijd te voeren tegen Belgen, Engelschen en Duitschers. Te Carmaux hebben de werkstakers een vergadering gehouden, die door 2000 personen werd bijgewoond en waarin besloten werd eiken Franschen mijnwerker uit te noodigen de ongehoorde vermetelheid had gehad, tegen een machtigen lord en graaf de moordenaarshand op te heffen. De koning was in Hannover, en slecht9 hieraan was het toe te schrijven, dat de ellendige knaap niet terstond na zijne veroordeeling aan de galg bengelde, die hij al lang had toebehoord; want in de hoogadellijke kringen heerschte nog steeds de grootste verbittering over de ongehoorde daad, en ae neef en erfgenaam van graaf Wa- versford verklaarde plechtig in alle gezelschappen, dat hij niet zou rusten, eer de nietswaardige schurk de welverdiende straf had ondergaan. Al had ook de misdaad van Charles den jongen man plotse ling tot een rijk heer en graai' gemaakt, toch voelde de tegenwoordige lord Waversford zich verplicht de grootste verbittering tegen den el- lenaigen mooraenaar aan den dag te leggen, want hij was aristocraat genoeg om de geschonden eer van zijn geslacht in alle opzichten te willen handhaven. Neen, zoo smadelijk mocht haar zoon niet ster ven, niet onder beulshanden deze eenige ge dachte rees thans uit de gedrukte ziel der arme vrouw op. Hare moederliefde beefde terug voor het schrikbeeld dat hijdie haar gansche schat van liefde had bezeten aan de galg zijn leven zou eindigen, als een gemeene dief en straatroo- ver. Zij moest hem en zichzelf voor deze schande bewaren, en weldra had zij haar besluit geno men. Op zekeren kag, toen de lordmayor voor zijne schrijftalel zat, onder een stapel papieren begra ven, werd juffrouw Lyon aangediend. Hij nad haar sedert lang verwacht en ofschoon hij zelf moest bekennen, dat Charles verloren was, had hij toch wel gedacht, dat zij tot hem hare toe vlucht zou nemen. Sir Crispe stond op bij het binnentreden der eens zoo krachtige, thans zoo diepgebogen vrouw en ontving haar met eene voorkomendheid, alsof zij eene aanzienlijke dame was. Ik begrijp waarvoor gij komt, zeide hij op zijn zachten, vriendelijken toon, toen juffrouw Lyon voor hem bleef staan en niet terstond de juiste woorden scheen te vinden. Ik vrees helaas hij hield op, want hij wilde de ongelukkige vrouw niet dadelijk alïe hoop benemen, (Wordt vervolgd.) Hetty gevoelde dit ook wel, maar zij zweeg, zij wist maar al te goed, dat Charles aan den beul vervallen was. De rechters, die zulk een misdadiger niet ter dood veroordeelden, zouden in geheel Engeland de hevigste opschudding hebben verwekt, en zelfs de koning zou den moordenaar van een graaf niet durven begenadi gen; hij had te vreezen dat de daardoor zwaar gekrenkte hooge adel tot een openbaren opstand kwam. Daarom trachtte zij de smart der onge lukkige moeder op eene andere wijze eenigszins te lenigen. Ik heb u reeds gezegd, dat ik terstond aan mijn vaderlijken vriend geschreven, en hem ver zocht heb te zorgen, dat uw zoon in de gevangenis iedere mogelijke geoorloofde verzachting werd toegestaan. Gij weet, dat de lordmayor veel in vloed heeft. Ik dank uhernam juffrouw Lyon, en zij stond op, langzaam en met meer moeite dan zij anders jgewoon was. Vaarwel! en na nog een diepen zucht verliet zij zonder om te zipn de kamer. Hetty waagde het niet haar terug te houden. Hoe juffrouw Lyon te huis gekomen was, wist zij zelve niet. En daar scheen alles haar zoo vreemd, de bekende lieve vertrekken joegen haar eene huivering aan; zij kon het binnenshuis niet uithouden en daar buiten vond zij ook geen rust. Sombere, naargeestige beelden en gedachten ver volgden haar overal. Zij zag haar zoon in de handen van den beul nu klom hij de ladder op nu werd hem de strop om den hals gelegd en zij stiet een doffen, schorren kreet uit en snakte hijgend naar lucht, want het was haar of zij den wurgenden strop om haar eigen hals voelde. De wakkere timmerman leed ook wel onder zijn eigene wanhoop en die van zijne vrouw, maar hij zocht zijn troost daar, waar hij dien altijd had gevondenin den arbeid. Hij was thans de eerste in de werkplaats en de laatste die weer vertrok, doch hij was niet meer zooals vroeger slechts bestuurder om ieder zijne taak aan te wijzen, maar hij hanteerde van 'smorgens vroeg tot 's avonds laat de bijl en de zaag even als ae geringste knecht, en legde niet eer het gereedschap uit de vermoeide handen, dan war neer de invallende duisternis hem rust gebood. De oude anders zoo gemoedelijke man sprak daarbij geen woord; ook bekommerde hij zich niet meer om de knechts, maar liet het beheer geheel over aan zijn meesterknecht Scarratdoch hoe moede hij zich ook had gewerkt, des nachts kwam toch niet zooals vroeger een verkwikken de slaap, en hij gevoelde dat hij met eiken dag zwakker werd en dat weldra de tijd zou komen, dat het hem zelfs niet meer mogelijk zou zijn, door zwaren lichamelijken arbeid een weinig de treu rige gedachten te verdrijven, die hem door het hoofd woelden. Juffrouw Lyon zocht voor hare smart en haar grievend zieieleed niet de minste afleiding, zelfs niet in bezigheid. Zij, diG het zich vroeger nooit uit de handen had laten nemen om in huis en keuken de meiden voor te gaan, en wier lust en trots het was geweest overal bezig te zijn en orde te houden, zij bekommerde zich thans om niets meer en liet alles loopen zooals het wilde; nu eens zat zij uren lang in somber gepeins voor zich te staren, dan weder dwaalde zij doelloos en gedachteloos rond en ieder kon het haar aan zien, dat haar vroeger zoo sterke geest onder een vreeselijken last dreigde te bezwijken. Over de misdaad en het verdere lot van haar zoon sprak zij met niemand meer, ook niet met haar man haar uiterlijk was zoodanig, dat nie mand het waagde eene vraag of een deelnemend woord tot haar te richten hare groote, halfge sloten oogen schrikten iedereen af, die haar met zulk een oogmerk wilde naderen. Het liefst be waarde zij tegenover de geheele wereld het diepste stilzwijgen, haar grenzelooze smart kon .^toch niemand begrijpen, niemand was in r' den last, die haar drukte, van haar geprangc rt af te wentelen. Het bericht van de veroordeeling van V aar zoon rukte haar plotseling uit haar wer.-~.009 'gepeins. Zooals Hetty reeds terstond had vermoed hadden de rechters den moordenaar van lord Waversford veroordeeld tot. den dood door mid del van den strop. Geen enkele stem had het ge waagd zich ten gunste van den beschuldigde te doen hooren. Zelfs de verdediger had slechts met een kort woord de jeugd en het tot hiertoe on besproken gedrag van Charles als een verzach tende omstandigheid trachten aan te voeren. Er was ook geen twijfel aan,J dat de koning het doodvonnis zou bekrachtigen, hij durfde niet aar zelen iemand aan den beul over te leveren, die

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1892 | | pagina 1