Nummer 98. Donderdag 8 December 1892. 15e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Glüek auf
antoon txelen,
UITGEVER:
FEUILLETON
Staatkundig overzicht.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Laagstraatsehe ('oiircinl,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J1,00.
Franco per post door het gekeeie rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
"Waalwijk.
Advertentiën 17 regels j 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen 1oor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het kiesrecht in de toekomst.
De voortgang van het politieke leven in
Nederland in den lateren, in onzen tijd, be
hoef ik u niet te schetsen. Genoeg zij het
er op te wijzen hoe in 1883, kort na het
optreden van het derde ministerie-Heems
kerk, door den koning een staatscommissie
werd ingesteld om te onderzoeken in hoe
verre herziening der grondwet noodzakelijk
en raadzaam was. Ik zal u niet vermoeien
met uw aandacht nog eens te vragen voor
wat er sedert dat tijdstip tot op de aanne
ming der gewijzigde grondwet in 1887, te
dezen opzichte voorviel.
Voldoende zij het op te halen, dat de
grondwetsherziening in Nederland weder een
voldongen feit was geworden en dat de plech
tige afkondiging plaats vond op 30 Novem
ber 1887, des middags ten 12 ure.
Zeker niet de minst belangrijke herziening
gold het kiesrecht.
De stemmen tot uitbreiding der kiesbe
voegdheid waren zoowel in als buiten de ka
mer steeds luider geworden, maar zoolang
nog de grondwet van 1848 met haar onver
biddelijker! census-eisch bleef bestaan, kon
men aan die stemmen geen gehoor verleenen.
Door de ondervinding dus wijzer gewor
den, begreep men terecht, dat de grondwet
in het vervolg geen band moest zijn, die de
ontwikkeling van het politiek leven kon bin
den en dus gevaar kon loopen of door ruw
geweld verbroken te worden öf na korter ot
langer tijd met onderling goedvinden door
een minder knellende vervangen te worden.
En men begreep ook, dat een grondwet, die
telkens veronderd en verbeterd moet worden,
daardoor het karakter van haar hechtheid
er vrij wel bij inboet.
Zij stelt dan ook in art. 80 slechts als een
vereischte om kiezer voor de 2e kamer te
kunnen wezen, dat men zij mannelijk inge
zetene, tevens Nederlander, in het bezit van
geschiktheid en maatschappelijken welstand
en bereikt hebbe den door die wet te bepa
len leeftijd, welke niet beneden de 23 jaren
VAN
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
11 OOO—
Deze omgeving echter, die zeker menigeen zijner
kameraden verblind en betooverd zou hebben,
scheen geen aangenamen indruk op Ulriclite ma
ken. Wel liet hij zijn blikken door de schitterende
zalen weiden, maar bewondering stond er niet in
te lezen. Alsof elke dier kostbare zaken hem een
doorn in het oog was, zóó zag hij er op neer,
en eensklaps, als in een opwelling van drift,
keerde hij al die vertrekken den rug toe en
stampte zacht, maar heftig met zijn voet op den
grond, toen er reeds eenige minuten waren
verloopen, zonder dat zich nog iemand liet zien;
Ulrich Hartman was er blijkbaar de man niet
naar, om geduldig in een zijkamer te wachten,
totdat men zich verwaardigde, hem te ont
vangen,
Eindelijk hoorde hij geruisch achter zich. Hij
keerde zich om en trad onwillekeurig terug,
want, eenige schreden van hem verwijderd, juist
onder de kroon met haar tallooze waskaarsen,
stond Eugenie Berkow. Hij had haar tot dusver
slechts ééns gezien, toen hij haar uit het rijtuig
droeg, ir. haar eenvoudig reiskostuum van don
kere zijde, terwijl hoed en sluier haar gelaat
halverwege bedekten, en hij had van die ont
moeting maar ééne herinnering bewaard, en wel
aan de groote, donkere oogen, waarmede zij hem
toen had aangestaard; nu zeker, dit was een
andere verschijning, dan die de jonge mijnwerker
nog ooit onder de oogen had gehad! Fijne witte
kanten bedekten het witzijden gewaad en hulden de
slanke, statige gestalte als in een wolk; een enkele
roos lag hieren daar half tusschen die kanten ver
scholen, terwijl een guirlande van rozen door het
weelderig blonde haar was geslingerd, welks
matte glans scheen te wedijveren met dien der
mag zijn. Voorts worden uitgesloten van het
kiesrecht zij, die een rechterlijk vonnis tot
hun last hebben, waarbij hun dat recht wordt
ontzegd; zij die onder curateele zijn gesteld,
die bedeeld worden, en die zich in hechte
nis of gevangenschap bevinden.
Zooals men ziet is dus onze tegenwoordige
grondwet op het stuk der kiesbevoegdheid
zeer rekbaar. Den gewonen wetgever zijn
de handen tamelijk vrij gelaten en zonder
eenigszins aan dit artikel 80 kort te doen
zou hij even goed een kieswet in het leven
kunnen roepen, die door het stellen varf hooge
eischen aan die teekenen van geschiktheid en
maatschappelijken welstand het aantal kiezers
tot een minimum beperkte, als eene, die zulke
lage eischen stelde dat schier ieder burger
kiezer kon zijn.
Het algemeen stemrecht is echter met het
bedoelde grondwettelijk voorschrift niet te
rijmen.
In afwachting van de dingen, die komen
zouden, werd aan de grondwet als additioneel
artikel een gewijzigde regeling van het kies
recht toegevoegd. Als eerste kenmerk dan
van kiesbevoegdheid geldt het in de personeele
belasting aangeslagen zijn nair een huurwaar
de, hooger dan die welke volgens de wet van
1843 aanspraak geeft op vermindering; het is
echter ook noodig dat men zijn aanslag over
het laatst verloopen jaar ten volle betaald
hebbe.
Die minimum huurwaarde verschilt al naar
gelang van de plaats waar men woont. Zoo
kan hij, die te Waalwijk aangeslagen wordt
voor f28 huurwaarde even goed kiezer zijn
als hij die te Rotterdam naar een huurwaarde
van f 100 betaalt.
Als tweede kenmerk geldt het betalen van
minstens f10 (in hoofdsom en rijks opcenten)
in de grondbelasting. Ten slotte wordt onder
zekere bepalingen het kiesrecht verleend aan
hen, die geen afzonderlijke woning in gebruik
hebben doch kamers in huur hebben bij an
deren (z.g. lodgers), mits zij zich bij het
gemeentebestuur aanmelden.
De kiesbevoegdheid voor de provinciale
paarlen, die hals en armen tooiden. Het volle
kaarslicht viel op de schoone jonge vrouw, die
als geschapen scheen voor deze schitterende om
geving en die hem den indruk gaf, als kon noch
mocht haar iets genaken, dat ook maar van verre
met de werkelijkheid van het leven in betrekking
stond. Maar hoezeer Eugenie in haar gansche
voorkomen de vrouw van de groote wereld aan
duidde, die zij den gekeelen middag en avond
uitsluitend had moeten voorstellen, verried toch
haar blik, dat zij nog iets anders bovendien kon
zijn, terwijl deze zien met onverholen blijdschap
op den jongen man vestigde, die haar beleefd te
gemoet trad.
Het doet mij genoegen, dat gij aan mijn
verzoek voldoet. Ik weschte je te spreken, om
een misverstand uit den weg te ruimen. Wees
zoo goed, mij te volgen.
Zij opende een zijdeur en trad het aangrenzend
vertrek binnen, waar Ulrich haar volgde. Dit
was het salon der jonge vrouw, dat tusschen hare
eigen kamers en de gezelschapszalen lag maar
welk een verschil met dezeHier wierp een
hanglamp haar raat schijnsel op het zachte blauw,
waarmede wanden en meubels bekleed waren;
mollige tapijten deden het geluid van iederen
voetstap verstommen en bloesemgeuren stroomden
den binnentredende te gemoet. Ulrich was ver
bijsterd op den drempel blijven staan, hoewel
beschroomdheid anders juist niet in zijn aard
lag, maar het was hier zoo geheel anders dan in
die prachtige statievertrekken, zooveel schooner,
zoo rustig en stil. De verbittering was eensklaps
geweken, waarmede hij al die heerlijkheid ginos
had aanschouwd, en in plaats hiervan overviel
hem een andere gewaarwording, die hij tot dus
ver niet had gekend, waaraan hij zelf geen naam
wist te geven, doch die in zonderlinge overeen
stemming was met de omgeving, die zulk een
geweldigen indruk op hem teweegbracht. En
toch maakte op dat zelfde oogenblik een gevoel
van spijt en toorn zich van hem meester en week
hij onwillekeurig een schrede achteruit, als voor
een onbewust doch dreigend gevaar, terwijl
zijn geheele wezen in opstand kwam tegen die
verleidelijke, welriekende atmosfeer, die zulk
een betooverenden invloed op hem uitoefende.
Eugenie was blijven staan en werd met eenige
verwondering gewaar, dat de jonge man haar
niet volgde; thans zette zij zich op een lagen
staten en den gemeenteraad is dezelfde als
voor de 2e kamer, de leden der eerste kamer
worden gekozen door de provinciale staten.
Vóórdat wij van het „heden" afstappen, zij
hier nog ter herinnering gebracht dat de
stemming plaats heeft bij duizenden duidelijk
ingevulde ongeteekende stembriefjes die
persoonlijk door de kiezers, wier namen moeten
voorkomen op de kiezerslijsten, ter stembus
worden ingeleverd. De opening der stembriefjes
geschiedr in het openbaar door het bureau
van stemopneming; binnen 24 uren na den
afloop daarvan wordt het proces-verbaal der
verkiezing ten raadhuize aangeplakt.
R. N.
Hoe belangwekkend 't ook zijn moge de
verschillende phasen van een ministerieele
crisis te volgen en er zijn oordeel over te
laten gaan, voornamelijk als 't een Fransch
kabinet is, dat geboren staat te worden, op
den langen duur raakt de aardigheid er toch
af en dan men weet immers, dat 't geen
ministerie van groote politieke beteekenis kan
zijn, 't zij een Brisson, een Périer, een Bour
geois of een Loubet aan 't hoofd staat, de
hoofdquaestie is of de premier in het parle
ment persona grata is en zoo ja, of 't den
heeren der rechterzijde zal gevallen de nieuwe
combinatie te steunen of haar in elk geval
niet met alle haar ten dienste staande wa
penen te bestrijden. Brisson is, zooals men
weet, na enkele dagen vergeefsch pogen ge-
succombeerd, zijn opvolger als cabinetsfor-
meerder, Casimir Périer, heeft 't na ettelijke
uren pogens reeds moeten opgeven, evenals
Brisson afstuitend op Bourgeois' onwil of lie
ver op diens aan zijn optreden als minister
gestelde voorwaarden. De enquête-commissie
is het „enfant terrible" dat elke verwachting
op levensvatbaarheid verstoort en 't is dan
ook geen wonder, dat er in bepaalde krin
gen onverpoosd geijverd wordt om de Pa
nama-enquête-commissie te verdagen tot na
stoel dicht bij de deur neder, terwijl ze een
onderzoekenden blik op zijn gelaat wierp. Het
nog versche litteeken was geheel onder het blonde
krulhaar verborgen, en ae wond, die wellicht
voor ieder ander gevaarlijk had kunnen zijn, had
zijn ijzersterk gestel niet in het minst geschokt, zoo
dat Eugenie te vergeefs nog eenige sporen van
de doorgestane pijn op zijn wezenstrekken zocht
te ontdekken. Toch had hare eerste vraag hierop
betrekking.
Zijt ge geheel hersteld Doet de wond je geen
pijn meer?"
„Neen mevrouw, 't Had niets te beduiden."
Eugenie scheen den norschen toon, waarop dit
antwoord gegeven werd, niet op te merken en
ging ever. belangstellend voort:
„Den volgenden dag had ik van den genees
heer zelf vernomen, dat alles zich goed liet aan
zien, anders zouden wij je natuurlijk meer van
hulp cn dienst zijn geweest. De dokter verzekerde
mij ook later, telkens als hij je bezocht had, dat
de wond niet gevaarlijk was, en ook mijnheer
Wilberg, dien ik nog 's avonds laat naar je toe
zond, bracht mij geruststellende berichten mede."
Reeds bij de eerste woorden sloeg Ulrich de
oogen op en wendde deze niet meer van haar
at'; zijn voorhoofd ontplooide zich allengs en
zijne stem klonk oneindig welwillender, toen hij
eindelijk uitbracht
„Ik wist niet, mevrouw, dat gij er u zooveel
aan hadt laten gelegen liggen. Mijnheer Wilberg
heeft mij niet gezegd, aat hij van uwentwege
kwam, anders
Anders waart ge wat voorkomender jegens
hem geweest," viel zij hem op ietwat verwijten
den toon in de rede. „Hij beklaagde zich ten
minste over de barschheid, waarmede gij hem
dien avond hadt bejegend, en toch had hij zoo
veel met je te doen en bood zoo vriendelijk aan
berichten omtrent je te gaan inwinnen. Wat
hebt ge eigenlijk tegen hem
„Niets. Maar hij speelt guitaar en maakt verzen.'
Eugenie kon een lichten glimlach niet be
dwingen bij deze zonderlinge en toch zoo juiste
karakteristiek van den jongen, blonden beambte.
„Dit schijnt in uwe oogen geen prijzenswaar
dige hoedanigheid te zijn," zeide zij min of
meer schertsend, „en ik wil gaarne gelooven, dat
gij je niet aan iets dergelijks zoudt bezondigen,
als gij de betrekking van mijnheer Wilberg
10 Januari, den datum" van den aanvang der
zaak De Lesseps c.s. en 't is zeer natuurlijk,
dat een afgevaardigde in de kamer een voor
stel doet in dien zin. Dat deze wijsheid
niet ieders rekening maakt, blijkt wel uit het
streven van de rechterzijde, die kalmweg be
sloten heeft elk kabinet te bestrijden, dat
gestemd is ten gunste van de verdaging der
enquête en zich niet tot hoofddoel heeft ge
steld volkomen opheldering der Panama-aan
gelegenheid.
Op verlangen van den president der repu
bliek heeft de heer Develle, minister van
landbouw, zich Maandag morgen naar het
Elysée begeven. De heer Develle heeft daarop
een onderhoud gehad met zijne ambtgenoo-
ten Bourgeois en Ribot en met den heer Ca
simir Périer, "om over de mogelijkheid van
eene ministerieele combinatie te spreken. In
dien deze combinatie geluktedan zou dé
heer Ribot voorzitter van den ministerraad
worden.
Ribot heeft genoeg medewerking gevonden
om zeker te zijn dat hij slagen zal. Op het
oogenblik zijn in het nieuwe plan begrepen
al de leden van het afgetreden ministerie,
met uitzondering van Ricard en Roche. De
lijst is als volgtminister-president en bui-
tenlandsche zaken Ribot, binnenlandsche za-
ken^ Loubet, justitie en eerediensten Bour
geois, financien Rouvier, oorlog Freycinet,
marine Burdeau, landbouw De Veile, open
bare werken Viette, handel Siegfried, onder
wijs Ch. Dupuy.
Ribot heeft verslag gedaan van zijne han
delingen aan den president der republiek,
die hem met warmte geluk gewenscht heeft.
De samenstelling van het kabinet wordt stel
lig Woensdag officieel bekend gemaakt.
't Is met de 26 wissels, welke Thierrée
voor de enquête commissie heeft ter sprake
gebracht, ook al meer schijn dan werkelijk
heid: nu de namen bekend zijn geworden van
de betrokkenen, blijkt dat er onder hen geen
enkel politiek persoon van naam is, hoewel
de gegevens in elk geval bij het verder on-
bekleeddet. Doch stappen wij van dit onderwerp
af. Er was een andere aanleiding, waarom ik je
liet roepen. Zooals ik hoor," en de jonge vrouw
speelde eenigszins verlegen met haar waaier
zooals ik van der. directeur hoor, hebt gij een
blijk van erkentelijkheid afge.-lagen, dat hem was
opgedragen je van onzentwege te doen toe
komen.,,
„Ja," bevestigde Ulrich kortaf, zonder de hard
heid van dit ja door een enkel woord te ver
zachten.
Het spijt mij, als het aanbod, of de wijs
waarop het gedaan werd, je soms beleedigd heeft.
Mijnheer Berkow—" deze onwaarheid riep een
lichten blos op Eugenie's gelaat te voorschijn—
mijnheer Berkow werd in zijn plan verhinderd
je persoonlijk zijn en mijn dank over te brengen'
en verzocht dus den directeur, in zijne plaats te'
handelen. Het zou mij leed doen, als gij dit aan
ondankbaarheid of onverschilligheid omtrent den
redder van ons leven toeschreeft; wij beiden
weten maar al te goed, hoeveel wij aan je ver
plicht zijn en gij moogt het mij ten 'minste
niet weigeren, als ik je thans verzoek, uit mijne
hand
Ulrich stoof op; wat de eerste woorden hadden
goedgemaakt, werd door het slot ten eenenraale
bedorven. Zijn gelaat was bleek geworden, zoo
dra hij de bedoeling daarvan had begrepen, en
driftig barstte hij uit
„Doe geen moeite, mevrouw. Als gij, zelfs gij,
mij dat aanbiedt, dan wenschte ik, dat ik het
rijtuig naar beneden had laten storten met alles
wat er in was I"
Eugenie week terug bij deze ruwe uitbarsting
van drift, waarvoor Ulrich Hartman terecht onder
de mijnwerkers bekend en gevreesd was. Waar
schijnlijk had de dochter van den baron van
Windeg zulk een toon en blik nog nooit in haar
leven gehoord of gezien; zij stond min of meer
beleedigd van hare zitplaats op.
„Opdringen wil ik je mijn dank niet! Als het
je zoo onaangenaam is, dezen uit mijnen eigen
mond te vernemen, spijt het mij zeer, dat ik je
heb laten roepen."
Zij keerde zich om en scheen het vertrek te
willen verlaten, doch deze beweging bracht Ulrich
tot bezinning. Haastig trad hij haar op zijde.
„Mevrouw ik neem mij niet kwalijk! U
wilde ik niet boos maken." (Wordt verv.)