Nummer 100 Donderdag 15 December 1892. 15e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Glück auf
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijlisclie en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
tan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De bedrijfs- en beroepsbelasting!
In de Vragen des Tijds onderwerpt zich
prof. P. van Geer het ontwerp der bedrijfs-
en beroepsbelasting, door hem gekenschetst
als „de inkomstenbelasting in nieuwen vorm,»
aan critiek. De schrijver levert een door
gaande bestrijding van het voorgedragen
ontwerp en van het geheele stelsel des mi
nisters om de belasting te splitsen en in
afzonderlijke wetsontwerpen neer te leggen.
De kunstmatige splitsing der inkomens naar
de verschillende bronnen kon wel veroorzaken,
dat het eerste en eenvoudigste deel der
hervormingsvoorstellen (de vermogensbelas
ting) geleidelijk ingang vond; te meer moesten
zich de touten van het stelsel bij het volgende
deel openbaren. Maar nu is van den inge
slagen weg niet meer terug te keeren.
In dit opstel zijn ook de uitkomsten mede
gedeeld van eene schatting, die de schrijver
heelt beproefd van de opbrengst der belasting,
berustende op de onderstelling, dat de beide
belastingen één geheel vormen, zoodat de
uitkomst slechts behoeft verminderd te worden
met de geschatte opbrengst van de vermo
gensbelasting om die van het aanhangige
voorstel te verkrijgen. Als uitgangspunt en
maatstaf voor een schatting is genomen het
belastingkohier voor de gemeente Leiden
welker inwonertal op een honderdste deel der
rijksbevolking kan gesteld worden, terwijl ook
haar gemiddelde financieele toestand vrij wel
met dien van het geheele rijk overeenstemt.
„Nemen wij derhalve de voor Leiden verkre
gen uitkomsten honderdvoudig, zoo volgt dat
in de rijksbelastingen 335.000 gezinnen zullen
betrokken zijn met een gezamenlijk inkomen
van f 684.000.000. Waren alle inkomens
geheel door arbeid verkregen, dan zou de
opbrengst zijn f 14.845.000vloeiden allen
uit vermogen voortdan zou de opbrengst
f 18.450.000 zijn. Verdeelen wij echter de
inkomens voor twee derden over arbeid en
voor een derde over kapitaal, dan is de op
brengst op f 16.000.000 te schatten.
„Doch zij zal grooter zijn; in de eerste
VAN
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
13 -coo—
Om Eugenie's lippen vertoonde zich weer de
trotsche minachtende uitdrukking, waarmede zij
haar schoonvader reeds meermalen had aangezien.
De herinnering aan datgene, waartoe hij haar
gedwongen had, was voorwaar niet geschikt om
haar geneigd te maken in overeenstemming met
zijne wenscher. te handelen, en dit gevoel van
bitterheid deed haar zelfs het rechtmatige, dat
aan zijn eisch ten grondslag lag, voorbijzien.
//Neem mij niet kwalijk, mijnheer Berkow, zoo
ik mij nog door andere omstandigheden laat
leiden, dan alleen door die van uwe schoondochter
te heeten," antwoordde zij op onbeschrijfelijk
koelen toon. „Dit geval was een uitzondering, en
gij zult mij toestaan, ook in het vervolg in der-
felijke zaken volgens mijn eigen goedvinden te
an delen."
Het was wederom de barones Windeg van top
tot teen, die den burgelijken millionair ziine
plaats aanweis, doch, hetzij dat de aanleiding tot
dit geschil diens toorn te zeer had gaande ge
maakt, hetzij dat de bij het diner zoo rijkelijk
gestroomde wijn niet zor.der uitwerking was ge
bleven, ditmaal legde hij niet den eerbied aan
den dag, dien hij haar anders zoo onvoorwaarde
lijk bewees, en antwoordde tamelijk verstoord
^Inderdaad? Nu, dan verzoek ik je nochtans te
bedenken "Verder kwam hij niet, daar Arthur,
die zich tot dusver onverschillig op den achter
grond had gehouden, op eens neven zijne vrouw
stond en bedaard zeide:
"Papa, vóór alle dingen verzoek ik u, dit
onaangenaam geschil te laten rusten. Ik heb
Eugenie tot hiertoe volkomen vrijheid gelaten,
om te handelen zuoals zij verkiest, en ik zal
niet toestaan, dat zij hierin door ieman d ter
wereld verhinderd wordt."
plaats reikt het wetsontwerp veel verder dan
de gemeentelijke inkomsten belasting, daar
zij ook naamlooze vennootschappen en andere
instellingen treftdie bij de laatste buiten
aanmerking blijven. Dit gewichtig deel van
de bestaande patentbelasting blijft niet alleen
behouden, maar wordt zelfs belangrijk ver
sterkt. Daarbij heeft het rijk veel scherper
middelen van controle dan het gemeentebe
stuur, waardoor de belasting aanzienlijk wordt
verhoogd. Het een en ander in aanmerking
nemende, durf ik de grenzen der opbrengst
op 18 en 20 millioen te stellen, waarbij het
van de uitvoering zal afhangen, tot welke
dezer grenzen de opbrengst naar de voorge
stelde bepalingen zal naderen.
Trouwens op andere wijze kan deze uit
komst worden bevestigd. Volgens vroegere
berekeningen, die ook bij de toelichting tot
hel voorstel der vijf kamerleden zijn gebruikt,
kan het nationale inkomen op ongeveer 700
millioen begroot worden, waarbij inkomens
beneden f 600 buiten rekening zijn gelaten.
Verder bleek uit dat onderzoekdat het
gemiddelde dezer inkomens ongeveer f 2000
bedraagt. Weder aannemende dat twee derden
door arbeid, een derde door vermogen wordt
verkregen, is de gemiddelde factor 2.25, en
hieruit volgt, dat de opbrengst op f 15.750.000
kan geschat worden. Nu komen er weder
verschillende verhoogingen bij waardoor
bovenstaand bedrag opnieuw wordt verkregen.
„Bij de vermogensbelasting werd de druk
verzacht door de afschaffing of vermindering
van andere belastingen, zoodat de verwachte
8 millioen waren gecompenseerd. De patent
belasting brengt ongeveer 4 millioen op; dus
zullen de nieuwe belastingen een voordeel aan
de schatkist bezorgen van ten minste 6
millioen.
Waar zullen deze 6 millioen blijven?
Het antwoord kan niet twijfelachtig zijn.
Nauwelijks komt 's rijks schatkist onder
betere omstandigheden, of de improductieve
uitgaven nemen toe en in dien bodemloozen
put (militairisme) zullen de offers verzinken,
die niet zijn verkregen door grootere welvaart
Berkow zag zijn zoon aan, alsof hij zijn eigen
ooren wantrouwde; hij was gewoon,dat Arthur alle
grootere en kleinere tooneelen van dien aard met
dezelfde lijdelijke onverschilligheid bijwoonde, en
nu verwonderde het hem evenzeer, dat hij er
zich plotseling mede bemoeide als dat hij zoo
openlijk partij koos.
"Een geest van oppositie schijnt heden in ie
gevaren!" spotte hij. Voor twee zulke vereenigde
machten zal ik de vlag moeten strijken, te meer.,
daar ik van avond nog eenige bezigheden te
verrichten heb. Ik hoop, Eugenie, je morgen wat
minder strijdlustig aan te treffen en mijnheer mijn
zoon wat meegaander, dan hij lieden den geheelen
dag is geweest. Ik wensch je goedenavond."
Terwijl Berkow met onderdrukten wrok het
salon verliet, vermoedde hij niet, dat hij de
beide achterblijvenden door zijn onverwacht en
d.iftig heengaan in een moeilijk parket bracht.
Sedert den avond hunner aankomst namelijk,
waren zij nog niet weer met elkander alleen
geweest. Zij hadden elkaar niet anders gezien,
dan in het bijzijn van vreemden of aan tafel, in
tegenwoordigheid van de dienstboden, en zoo
scheen dit onverwacht tête-A-tête beiden evenzeer
in verlegenheid te brengen als onwelkom te zijn.
Waarschijnlijk voelde Arthur, dat hij zijn vader
niet op den voet kon volgen, zonder ten minste
eerst een enkel woord tot zijne vrouw gesproken
te hebben; nochtans verliepen er verscheidene
seconden, eer hij tot dit besluit was gekomen, en
toen hij het eindelijk ten uitvoer wilde brengen,
voorkwam Eugenie hem.
„Het was volstrekt niet noodig, dat gij mij te
hulp kwaamt!" zeide zij koel. „Tegenover je
vadei' had ik mijn eigen zelfstandigheid wel
kunnen handhaven!"
„Ik twijfel niet aan je zelfstandigheid," gaf
Arthur haar op denzelfden koelen toon ten ant
woord, „doch ik wantrouw papa's gevoel van
kiescheid ten opzichte van sommige zaken. Hij
stond op het punt van op omstandigheden te
doelen, welker herinnering ik u en mij wenschte
te besparen. Daarom alleen kwam ik tusschen-
beide."
De jonge vrouw zweeg en leunde achterover
in de sofa, terwijl haar echtgenoot, bij de tafel
staande, den daarop liggenden waaier opnam en
de hierop geschilderde arabesken met buitenge
wone belangstelling gadesloeg. Er volgde een
der bevolking, maar door den zwaren druk,
welke de nieuwe belastingwetten op hare
schouders leggen!»
Ten slotte de vraag besprekende, welk het
lot zal zijn van dit wetsontwerp, zegt prof.
v. Geer, dat hij dit natuurlijk niet kan voor
spellen. Gedachtig aan de ontwikkelde
bezwaren, komt mij de aanneming onmogelijk
voor maar let ik op het lot van vroegere
wetsontwerpen van financieelen aard, zooals
de pensioenwetten en de wet op de fixeering
der uitkeering van het personeel aan de ge
meenten, dan roep ik met Ovidius uit:
„Omnia jam fiunt, fieri quae posse nega-
bam!» (Allerlei dingen hebben er plaats, die
ik nooit geloofd zou hebben, dat plaats konden
hebben.)
„In elk geval mogen zij, die geroepen zijn
over dit belangrr'k onderwerp uitspraak te
doen wel bedenken dat bij het meer of
minder gewijzigd aannemen dezer voorstellen,
de financien der gemeenten, die reeds in zulk
een bedenkelijken toestand verkeeren, voor
goed in de war zijn gestuurd. Opcenten op
deze nieuwe belastingen mogen en kunnen
zij niet heffen; de gemeentelijke inkomsten
belastingen zullen zwaarder dan ooit drukken,
ja worden schier ondragelijk wanneer die
voor het rijk dubbele eischen stelt. Blijft zij
ir. naam het patent vervangen, dan wordt het
ondoenlijk voor de gemeenten om vergun
ningsrechten op bedrijven of beroepen in te
stellen, en houdt de minister vast aan het
personeel als rijksbelasting, dan kunnen de
gemeenten ook daarin geen uitweg vindeu.
Zoo worden zij financieel ten onder gebracht.»
De periode der verassingen duurt onver
poosd. voort, hoewel 't er niet meer zoo
overvloedig mee gaat als voor eenige dagen
toen 't letterlijk ministerieele crisissen re
gende en men wel al zijn kroniekschrijvers-
kalmte mocht bewaren om de toestanden in
Frankrijk en Italië, in Spanje en Duitschland,
tweede nog onaangenamer pauze, die hij eindelijk
afbrak inet te zeggen:
„Wat overigens die zaak van Hartman betreft,
zoo bewonder ik wezenlijk de zellverloochening,
die gij hierbij aan den dag legt. Zoo iemand,
dan moet gij althans van zulke kringen en zulke
personen een geweldigen afkeer hebben."
Eugenie vestigde haar groote, donkere oogen
met een sombere uitdrukking op zijn gelaat. „Ik
heb alleen een afkeer van alles, wat zwak en
laaghartig is. Ik acht ieder, die eerlijk en ijverig
het werk doet, dat zijn hand vindt om te doen,
hetzij dit boven op de bergen of onder in de
dalen geschiedt."
Hare stem klonk hard en bitter. Arthur's hand
speelde nog altijd werktuigelijk met'den waaier,
maar toch was dit spel niet vrij van zenuwach
tigheid. Hij ontroerde inwendig, toen zij van
„zwak" en „laaghartig" sprak, hoewel zijn uiterlijk
nog altijd de grootste onverschilligheid verried.
i/Een verheven levensbeschouwing!zeide hij
achteloos. „Ik vrees echter, dat zij eenigszins ge
wijzigd zou worden, als gij den ruwen, onbe-
schaafden aard van de bewoners dier dalen meer
van nabij leerdet kennen.//
„Die jonge mijnwerker maakt dan toch een
uitzondering!» verklaarde Eugenie op beslisten
toon. „Hij moge wat ongepolijst, wat ongebreideld
zijn, zooals een natuurkracht, die ook gevaarlijk
kan worden, als men haar niet in bedwang houdt
ruw en onbeschaafd vind ik hem niet.»
De toon harer s:em verried onwillekeurig meer
dan gewone belangstelling. In Arthur's oogen
glinsterde weer de eigenaardige, onheilspellende
vonk, terwijl hij ze lang op haar vestigde.
„Gij schijnt, al een zonderlinge macht over die
„wilde, ongebreidelde natuurkracht" uit te oefe
nen. Zij was op het punt op zeer ongepaste wijs
tegenover mijn vader los te barsten, toeu gij
maar even je waaier ophieft en de getergde
leeuw werd zoo zacht als een lam!" De jonge
man kneep, dit zeggende, den bewusten waaier
zoo driftig tusschen de tengere, blanke vingers,
dat het kostbare speeltuig in groot gevaar ver
keerde, terwijl hij er spottend op liet volgen: „En
hoe ridderlijk boog li ij zich over je hand! Als
wij niet juist waren binnengekomen, geloof ik,
dat hij, trots den besten cavalier, er een kus op
zou gedrukt hebben."
Haastig stond Eugenie op. „Ik vrees, Arthur
in Bulgarije en Servie, in Oostenrijk en Hon
garije uiteen te houden en bijvoorbeeld de
verdeeldheid van de Spaansche ministers niet
bij vergissing te verplaatsen naar Hongarije,
of omgekeerd. Op 't oogenblik is de orde
eenigszins hersteld in den chaos van opzien
barende berichten uit alle windstrekenwèl
levert Frankrijk allen op sensatie verlekker
den bij voortduring lekkerbeetjes, die 't meest
verwende gehemelte moeten streelen, ja den
meest beproefden gastronoom op dit gebied
zullen bevredigen, maar in Italië heerscht
op politiek gebied alleen onzekerheid in de
oogen van hen, die bij onvertrouwbare toe
standen zijde spinnen en dus allicht den
wensch den vader der gedachte doen zijn
in Bulgarije heeft de aftreding van den titu
laris van financien tot niets ernstigs geleid;
ook in Servie is 't kalm en emotieloosin
Oostenrijk even als in Hongarije bewaart
zoowel de regeering als de oppositie een af
wachtende houdingin Duitschland blijft de
toestand wel onzeker en zelfs min of meer
dreigend voor de regeering, maar daaraan
begint men zoo geleidelijk te gewennen en
in Spanje troont nu het liberale kabinet reeds
sinds Zondag (dus na een crisis van nog
geen 24 uur) in al zijn glans en heerlijkheid
De aftreding van den minister van oorlog
van Portugal moet eer worden beschouwd
als de den mensch aangeboren zucht tot na-
apen van 't geen anderen vóór hem hebben
gedaan, dan als een voortwoekering der ge
vreesde crisis-bacil, tot zelt in de kleinste
staten van ons werelddeel.
De verassingen zijn in de Fransche repu
bliek meer in 't bijzonder voor de regeering,
ondanks haar kort bestaan in de tegenwoor
dige samenstellingreeds vrij veelvuldig.
Bourgeois, de nieuwe titularis van justitie, is
alweder voor een moeilijke quaestie geplaatst,
namelijk die aangaande het voorstel van den
afgevaardigde Pourguery De Boisserin om
der Panama-commissie de meest onbegrensde
rechten te verleenen, terwijl 't zoo juist eerst
tot een overeenstemming is gekomen tusschen
hem en den president der enquête-commissie
dat deze man u en je vader nog wel eens iets
anders dan spot zal afdwingen, en ik weet niet,
of de laatste wel verstandig handelt met zijn on
dergeschikten steeds tot krachtiger verzet te
drijven; de gevolgen konden eens op zijn eigen
hoofd neerkomen."
Haar echtgenoot zag haar nog altijd onafge
wend aan, terwijl zij aldus voor hem stond, en
toch waren dat ruischend zijden kleed, die wol
ken van kant met de hiertu'schen gestrooide
rozen en de schitterende paaiden voor hem niet
vreemd meer, evenmin als dat schoone blonde
hoofd met de fiere trekken en de donkere, thans
van verontwaardigingfonkelende oogen. Misschien
kwam liet hem vreemd voor, dat zij zoo onbe
wimpeld partij trok voor haar beschermeling. Hij
ging op denzelfden scharapergn toon voort, dien
hij gedurende het gansche gesprek had aangeno
men, maar waarachter zich iets als verkropte
toorn verschool, en de waaier had het hard te
verantwoorden; het fijne, kunstig gesneden elpen
been was gebroken, toen hij het op den fauteuil
neerwierp.
„Heeft de „redder van ons leven" hier soms
een sociale voordracht gehouden? Het spijt mij,
deze te hebben misgeloopen, maar zeker is die
Hartman een buitengewoon persoon, want hij
bewerkte, wat niemand of niets tot hiertoe heeft
kunnen bewerken hij bracht ons namelijk in
druk gesprek met elkander. Evenwel is dit on
derwerp, hoe belangrijk ook, thans uitgeput;
vindt ge ook niet
Eeu bediende, die met een boodschap binnen
kwam, brak het gesprek hier af. Arthur maakte
terstond van deze gelegenheid gebruik om zich
te verwijderen, en groette zijne vrouw bij liet
heengaan even koel en statig, als hun geheele
omgang gewoonlijk was. Zoodra ook de bediende
zich verwijderd had en Eugenie alleen was ge
bleven, stond zij op en liep in opgewonden
stemming het vertrek op en neer. Zij was boos,
dat er zoo koel en hardvochtig over UI rich's
moedige daad werd gesproken; maar dit was
niet de eenige reden, waarom de kleine voeten
zoo driftig op den grond stampten en een toornige
blos hare wangen kleurde.
Waarom kon zij haar echtgenoot niet met die
verachting behandelen, die haar zoo gemakkelijk
viel jegens haar schoonvader aan den dag te
leggen? Verdiende hij iets beters? In Arthur's