Nummer 5. Zondag 15 Januari 1893. 16e Jaargang. Glück auf Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen, UITGEVER: ANTOON TÏELBN Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belg ie. Frankrijk. mmstsmM De Echo van WuUIjlisrfcr en Langstraatsdie Courant, Dit. blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementaprij- per 8 maanden /1>00. Franco per posi door het geheelc rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stokken, gelden enz., franco te /.enden aan den Uitgever. Waalwijk Advertentien 1 7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitscb- land worden alleen aangnomcn loor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Als we in een Fransch blad als een bij zonderheid vermeld vinden, dat de verkla ring, door Charles De Lesseps voor de recht bank afgelegd, veel grooter emotie heeft ge wekt dan alles, wat op dat gebied geleverd is door de op schandaal en sensatie bere kende onthullingen der laatste weken en dat was zoo iets dan is er geen enkele reden om aan de juistheid dier mededeeling te twijfelen, integendeel lijkt 't ons de na tuurlijkste zaak ter wereld. Wat wonder dat alle belangstelling voor de Panamazaak zich concentreert op het paleis van justitie, sinds een der bewindvoerders der Panama-maat schappij men zou kunnen zeggen de be windvoerder, want Ferdinand De Lesseps is reeds sinds iaren de man niet meer, die han delend en besturend optreedt de verkla ring heeft afgelegd, dat Baihaut, nu oud minister, in zijne hoedanigheid van titularis van openbare werken, van de maatschappij eischte de som van één millioen, als kleine tegemoetkoming voor zijn goede gezindheid vis-a-vis de door de maatschappij uit te ge ven leening, en van dit geld de spaar penningen van vele nijvere burgertjes! ook een flink deel heeft geïnd, terwijl hij (De Lesseps) tegenover mannen als De Reinach, Arton en Herz, zich gelijk stelde met den man, die in een eenzaam woud zijn horloge afstaat aan den struikroover, die hem het mes op de keel zet. Die struikroovers 't waren voorname politieke persoonlijkheden, mannen, die over het wel en het wee der natie hebben beschiktIs 't wonder, dat 't vertrouwen van de natie in alles en allen geschokt is en dat de mogelijkheid van Car- nots aftreding in allen ernst wordt besproken en een grooter waarschijnlijkheid krijgt sinds ook hij, de tot dusver gespaard geblevene, door enkele bladen wordt aangevallen en beticht van strafwaardige handelingen tijdens zijn ministerschap, tegelijk met Baihaut. En als Sadi Carnot werkelijk heenging, dan zou VAN E. WERNER. Vertaling van Hermina. (Overgedrukt met toestemming van den uitgever P. Gouda Quint, te Arnhem) 22 ooO— „Nu, zeg ik I" herhaalde Ulrich op gebiedenden toon, een uitdagenden blik in het rond werpend, „is iemand onder u van een ander gevoelen, dan kome hij er mede voor den dag!" Niet weinigen van de aanwezigen schenen van een ander gevoelen te zijn, doch niemand waagde liet, hem bepaald tegen te spreken; alleen Lo- rentz merkte op aarzelenden toon aan: „Gij hebt immers zelf gezegd, dat het beter was, als al de mijnwerkers in den geheelen omtrek op eens het werk staakten?" „Kan ik het heipen, als zij talmen en talmen, tot ons eindelijk het geduld vergaat?" vroeg de jonge opzichter driftig. „Willen zij wachten, best; wij kunnen dat niet, dit weten ze ook wel. Maar zij willen ons de kastanjes uit, het vuur laten halen en eerst zien, hoe de onderneming ons bekomt. Echt kameraadschappelijk Wel nu, we kunnen die zaak ook best zonder hen klarenl,, „En gelooft ge dus wezenlijk, dat hij en Lorentz wierp een blik in de richting, waar het landhuis van den chef lag „dat Jiij toegeven zal „Hij moet/ antwoordde ITlrich vastberaden, „of hij richt zichzelf ten gronde. Onlangs zijn hem een paar ondernemingen mislukt; daarbij heeft hij in al de schulden van zijn zoon moeten voorzien, en het nieuwe huis in de stad zal hem ook wel om en bij de honderdduizend kosten; als nu het werk in ae mijnen bovendien een paar maanden stilstaat, juist nu de groote contracten zijn ge sloten, is het uit met al zijn glans en heerlijkheid. Twee jaren geleden had hij het misschien nog uitgehouden, nu niet meer. We krijgen alles ge daan, als we hem hiermede bedreigen." de toesta..d te verward zijn dan dat een Freycinet of een Constans mannen die elkaar evenaren in eerzucht met voldon gen succes als redders der republiek zouden kunnen optreden In vergelijking met Dinsdag is 't Woens dag te Parijs op alle gebied rustig gebleven. Zelfs de voortzetting van het vei hoor der beschuldigden in de Panamazaak (Fontane, Cottu, Eiffel) beantwoordde niet aan de hoog gespannen verwachtingen van hen, die in de herinnering aan het copieus onthaal van den eersten zittingsdag naar den tempel der ge rechtigheid togen tn toch eigenlijk heusch geen reden tot klagen hadden, want Fontane verklaarde, dat de eischen van de pers in 1886 reeds zoo groot werden, dat hij van dien tak van dienst afzag na slechts 60.000 francs te hebben uitgedeeld aan bonnetjes Cottu zeide slechts af en toe van die pa piertjes te hebben geteekend, doch Eiffel's on dervraging leverde veel belangrijks, zoowel over de onderneming zelve, als over zekere benefietjes. Zoo vroeg de president der recht bank aan den bekenden ingenieur om in lichtingen over een brief, door hem gericht tot den senator Hébrard (directeur der Temps) en waarin Eiffel hem (Hébrard) een commis sie-loon toezegde ten bedrage van 5 pCt. van de winst, met zijn onderneming te be halen Hébrard van zijn kant moest zijn invloed en dien van zijn vrienden doen gel den Eiffel werd bedremmeld en vertelde al even weinig steekhoudends als toen hem ge vraagd werd waarom hij twee millioen heeft toegestopt aan D2 Reinach en meer dan twee millioen aan de aannemers en 't be- denkelijkst begon 't er wel voor hem uit te zien, toen de president hem rondweg zeide, dat hij (Eiffel) twaalf millioen had ontvangen van de maatschappij en daarvoor weinig of niets had geleverd en o. a. een som van 2.880.000 francs had opgestoken door ze op te geven als voor geleverd materieel, terwijl er nimmer iets geleverd is. Eiffel's verdedi ging was zoo weinig steekhoudend, dat „God geve, dat we dan ook werkelijk iets gedaan krijgen!' zuchtte een der mijnwerkers, een reeds bejaard man met bleeke en 'uitgeteerde gelaats trekken. ,-/t Zou schrikkelijk zijn, als wij ons al die elleride te vergeefs op den hals haalden en weken lang met vrouw en kinderen honger leden, en als alles dan toch bij het oude bleef. We moeten liever wachten, totdat ook onze kame raden „Ja, we moesten liever op de anderen wachten," liet zich hier en daar een stem hooren. „Houdt den mond, lafbekken!" voerde Ulrich hen heftig te gemoet. „Ik zeg je, dat het oogen- blik nu gunstig is en dat wij voorgaan. Wilt ge meedoen, al dan niet? Antwoordt!" „Word toch niet dadelijk zoo driftig!" fluisterde Lorentz hem toe. „Gij weet immers, dat wij allen je volgen, zoodra het zoover is gekomen.'Laten ze op de andere werken doen wat ze willen! Wij zijn eensgezind; geen van de onzen laat je in den steek." „Ik zou 't ook niemand raden, achter te blij ven, als het er eenmaal toe komt!" hernam Ulrich met een dreigenden blik naar den kant van waai de oppositie zich had doen hooren. „Dan kunnen we geen lafaards gebruiken, dan moet de een voor den ander instaan, en wee hem, die 't niet doetl" De despotische wijs, waarop de ionge leider met zijne kameraden omging, scheen het rechte middel te zijn om alle tegenspraak te smoren. De weinige opponenten, uitsluitend oude mannen, zwegen, terwijl de overigen, vooral de jongeren onder hen, zich met blijkbare ingenomenheid rondom Hartman verdrongen, die thans op een kalmer toon voortging „Nu is het echter de tijd niet, om dit alles te bespreken; van avond willen wij „De hoofdopzichter!" riepen eenige stemmen, terwijl aller blikken zich op de deur richtten. „Uit elkander 1* beval Ulrich en, gehoorzaam aan het commando, stoof de troep uiteen. Ieder nam zijn mijnlamp weer op, die hij zoolang had neergezet. De hoofdopzichter of mijnwerkersbaas, die snel en onverwachts binnentrad, had waarschijnlijk de samenscholing nog gezien, misschien ook wel het bevel gehoord; hij wierp althans een vor- schenden blik in liet rond. „Ge schijnt goed orde te kunnen houden onder zijn arrestatie weinig opzien zou baren. Na Eiffels eigen verklaringen, dat Hébrard twee millioen uit de Panama-maatschappij heeft getrokken en hij zelf twintig millioen wekte het rapport van den expert Flory, volgens hetwe'k de ingenieur van de 33 mil lioen die hij heeft ontvangen, er maar een tiental heeft gebruikt aan arbeidsloon en commissie, terwijl er aan bonnetjes 1425000 francs is uitgegevenniet zulk een groote verbazing meer. Geheel onverdacht is eigenlijk niemand meer van de leidende politici. Als men in gansche kolommen de eerlijkheid en onom koopbaarheid bezingt van een Carnot, dan komt er fluks een blad met de mededeeling, dat Baihaut in een verhoor gezegd heeft het ongunstige rapport van Rousseau over Panama geheim te hebben gehouden op raad van zijn collega Sadi Carnot. die bij publicatie de uitgitte der leening onmogelijk heette, en als velen den lof zingen van De Freycinet als minister en als mensch dan wordt even gauw verteld, dat de ex-minister van oorlog bekend heeft aan den rechter van instructie, papieren te hebben geteekend, waarbij hij de ontvangst van twee millioen uit de Panama maatschappij erkende voor politieke doeleinden (den aankoop van militaire en diplomatieke documenten). En nauwelijks is Casimir Pé rier president der kamerof verschillende bladen dringen er op aan, dat een onderzoek worde ingesteld naar een tractaat, door hem als onder-staatssecretaris aan het departement van oorlog geteekend met een agent van Herz, terwijl Bourgeois (minister van justitie) er van beticht wordt indertijd als onder staatssecretaris van Floquet, de door dezen voor het geheime fonds aangenomen Panama- benefietjes te hebben verdeeld. Waar is de grens van dat alles en wie is de Hercules, die in dezen Augius-stal groote schoonmaak houdt? Berichten uit We men schilderen den toe- je kameraden, Hartman zeide hij droogjes. „Ja, vrij goed!" antwoordde deze op denzelfden toon. Mogelijk was liet voor den hoofdopzichter, zoo wel ls voor de andere beambten, geen geheim meer, wat er onder de werklieden broeide; hij verkoos echter zich te houden, alsof hij niets gehoord of gezien liad en ging onverschillig voort „Mijnheer Berkow wil met de ingenieurs de hefmachines bezichtigen. Gij, Hartman, moet met Lorentz zoolang bij den mijnput blijven, tot dat de eeren weer boven zijn gekomen. Opzichter Wilms kan je werkvolk voorloopig mede naar de mijn nemen, tot dat gij later volgt." Ulrich liet zich deze 'beschikking zwijgend welgevallen en bleef met Lorentz achter, terwijl de anderen met den hoofdopzichter den mijnput indaalden. Zoodra de laatste zijner kameraden was verdwenen, keerde de jonge bergwerker zich mokkend om. „Lafbekken, de een zoowel als de ander!" mompelde iiij met verkropten toorn. „Ze zijn te besluiteloos en te vreesachtig, 0111 iets met hen aan te vangen. Ze weten even goed als ik. dat juist nu het oogenblik gunstig is, en toch willen ze niet voorwaarts, omdat ze alleen staan, omdat de anderen hen niet den rug dekken. Gelukkig, dat we juist met Berkow en niet met eer. ander te doen hebben. Was hij een flink man, die hun ter rechtertijd de tanden liet zien en ter cchter- tijd goede woorden gaf, ze brachten niets tot stand." „Denkt gij dan, dat hij dit ook niet doen zal?" vroeg Lorentz met eenigen argwaan. „.Neen! hij is lafhartig, zooals alle tirannen! Hij pocht en martelt alleen, zoolang liet hem voor den wind gaat, maar zoodra zijn lichaam of zijn geldzak er mede gemoeid is, is hij zoo bang als een wezel. Hij heeft zich 7.00 algemeen gehaat gemaakt en zal hen zoo tot het uiterste drijven, dat zij allen eindelijk als één man zullen opstaan; en dan is 'tgoed, dan hebben we hem in onze macht." „En de jonge Berkow? Zon deze zich niet met de zaak bemoeien, als het eens tot een uitb r- sting komt?' Een smadelijke trek vertoonde zich om Ulrich's mond, terwijl hij minachtend antwoordde: „Die heeft niets in te brengen! Die gaat bij het eerste stand in Montenegro als hoogst kritiek af. Het volk is ontevreden ten gevolge van de willekeur des vorsten; vele notabelen verlaten daarom het land. Het blijkt, dat Rusland den vorst, vroeger des czaren «eenige vriend,» niet langer subsidieert, die daardoor gedwon gen is zijne onderdanen te knevelen, om hen te noodzaken de verleende voorschotten terug te betalen. De politie heeft een onderzoek ingesteld naar de bedrijvers van d#en dynamietaanslag te Seraing, tot nog toe echter zonder gunstig gevolg. Men meent dat het een wraakneming van socialisten is, die woedend zijn, dat hun vroeger vergaderlokaal het eigendom gewor den is der katholieken. Den avond van den aanslag heeft men in den omtrek van het gebouw twee vreemde personen gezien. LUIK, 12 Januari. Te Herstal heeft heden nacht een dynamietaanslag plaats gehad tegen het woonhuis van een koopman. Een tweetal ontploffingen hadden achtereenvolgens plaats. Alle ruiten van de aangrenzende huizen zijn vernield en in het huis van den koopman zijn alle meubels omvergeworpen en is groote schade aangericht aan handelswaren. Een mijnwerker staat onder verdenking. Een telegram van generaal Dodds uit Da homey deelt mee, dat hij een tocht gemaakt heeft tot aan de groote Popo. Overal heeft hij zonder escorte kunnen reizen en is hij gunstig ontvangen. Behanzin's bloedverwanten hebben zich aan Frankrijk onderworpen. Zij trachten Behanzin over te halen insgelijks te doen maar tot nog toe aarzelt de koning ofschoon hij nog slechts 2000 personen waarvan een klein gedeelte uit krijgslieden alarm naar de stad terug, om zich te vrijwaren. Als wij met dien te doen hadden, zouden we vrij wat schielijker klaar komen; hij zegt op alles ja, als men hem dreigt hem niet te zullen laten uitslapen. Zijn vader zal ons meer te deen geven." „Hij wil de hefmachines onderzoeken," hernam Lorentz nadenkend. „Zou hij ook in de mijnen gaan Ulrich lachte bitter. „Hoe komt het jr ii de gedachte? Ieder onzer moet daar dagelijks zijn leven wagen, daarvoor zijn wij goed genoeg maar onze chel gaat al een, waar hij weet, dat het veilig is. Ik wilde, dat ik hem eens zoo al leen, man tegen man, voor mij had staan; of ik hem ook zou leeren voor zijn leven te sidderen eooals wij daa beneden zoo dikwijls doen De blik en de toon van den jongen man waren zoo hartstochielijk en drukten zulk een innigen haat uit, dat zijn kalmer gestemde makker het beter achtte te zwijgen en dit gesprek voor het oogenblik af te breken. Er volgde eene stilte van eenige seconden; Hartman was naar het venster gegaan en staarde ongeduldig naar buiten; toen bij eensklaps een hand op zijn schouder voelde en Lorentz dicht nevens zich zag staan. „Ik zou je wel eens iets willen vragen, Ulrich/ bracht hij er stamelend uit. „En niet waar, ge zult er mij ook op antwoorden, als ik het je verzoek Hoe staat het tusschen u er. Martha?" Er verliepen eenige oogenblikken eer Ulrich antwoordde: ^Tusschen mij en Martha? Wat gaat je dit aan De jonge mijnwerker zag voor zich. „Ge weet wel, ik heb al zoo lang het oog op haar geslagen, maar zij heeft mij nog nooit willen hebben; misschien omdat zij meer van een ander hield. Nu, kwalijk nemen kan ik het haar niet/ liet hij er op volgen, terwijl hij een blik vol smart en bewondering tevens op zijn vriend wierp, „en als het werkelijk waar is, dat gij mij in den weg staat, dan moet ik mij de geheele zaak wel uit het hoofd zetten. Zeg'mij dus ronduit: zijt gij het eens met elkaar?" „Neen, Karei zeide Ulrich op doffen toon. „Wij zijn 't niet eens en wij zullen't ook nooit worden daarvan zijn wij beiden thans overtuigd. Ik sta jé niet meer in den weg; ik geloof zelfs, dat als ge nu nogmaals een kans waagt, zij je nemen zal." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1