Nummer 10, Donderdag 2 Februari 1893. 16e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Glück auf
ANTOON TUILEN
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
De Echo van bet Zuiden,
Waalwjjksrkr en Laiigstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
UITGEVER:
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Algemeen Stemrecht.
He-t tweede kamerlid, de heer De Ras, wijdt
in de Limburger Koerier een drietal artikelen
aan het algemeen stemrecht.
Wij ontleenen daaraan het volgende
Is het algemeen kiesrecht onvermijdelijk?
Ja, zeggen de voorstanders.
Waarom
lo. Het kiezen van een vertegenwoordiger
in de regeering des lands is een recht, dat
iederen staatsburger toekomt.
Die stelling moet getoest worden aan het
hoofddoel van den staat, dat geen ander is
dan het ware volksbelang.
Voor dat doel moet het recht van het in
dividu wijken.
Waarom verbiedt de wet aan ongeschikten
om onderwijs te geven hun medemensch te
genezen, voor hem te pleiten, een schip of
een afdeeling troepen te bevelen enz. enz.
Omdat 't belang van den staat zulks ge
biedend eischt.
Zegt men Het kiesrecht is daarmede niet
te vergelijkenhet is een recht, onafscheide
lijk verbonden aan het burgerschap.
Dan vraag ikis er heiliger recht dan dat
om te leven en om dat leven te verdedigen?
En toch verbiedt de wet, zelfs aan hem, wiens
leven bedreigd wordt, het dragen van wapenen
om dat leven te beschermen, en straft zij
onverbiddelijk den hongerige, die maar een
stuk brood grijpt, een ander toebehoorende,
om zijn honger te stillen.
Het recht van het individu houdt op zoodra
dat recht indruischt tegen het algemeen belang
en de veiligheid van den staat.
2o. De voorstanders zeggen: Het algemeen
kiesrecht wordt zoo algemeen en vurig ver
langddat het met geweld zal genomen
wordenindien het niet vrijwillig gegeven
wordt.
Fraaie redeneering. Waaruit blijkt, dus
vraag ik in de eerste plaats, dat die wensch
zoo algemeen en vurig is?
Uit een aantal petities, optochten en re
devoeringen door eenige volksleiders en
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
27 ooO—
,Het spijt mij, mijnheer Berkow, maar die
punten vervallen niet!" antwoordde hij onversaagd.
//Ilc wil wel gelooven, dat ze juist voor u een
hoofdzaak zijn.'hernam Arthur, den blik vast op
Ulrich gericht, //maar toch herhaal ik, dat zij
moeten vervallen. Ik zal met mijne concessies tot
aan de grens van het mogelijke gaan; doch hier
blijf ik staan en overschrijd deze niet. Wat ik
toesta, zal en moet ieder tevreden stellen, die op
eerlijke wijs zijn brood wil verdienen. Wie er
niet mee tevreden is, heeft iets anders in den
zin, en met hem zullen wij het nooit eens wor
den. Ik geef je mijn woord van eer, dat het
noodzakelijke zal geschieden, om de arbeiders in
de mijnen tegen gevaar te behoeden en hun loon
te vermeerderen, maar eisch dan ook van mijn
kant, dat gij mij op mijn woord vertrouwt. Eer
wij deze zaak nader bespreken, moet gij het
tweede deel van je vorderingen herroepen. De
vervulling is onmogelijk en onvoorwaardelijk
sla ik ze af.'
Hij had nog altijd zijn kal men, bedaarden toon
behouden, maar toch was de geheele rede, wat
inhoud en vorm betrof, te zeer afwijkend van
hetgeen men anders van den jongen erfgenaam
gewoon was, als dat dit Ulrich niet had moeten
treffen. Hij kon zijn ooren nauwelijks gelooven;
maar hoe onverwachter de tegenstand zich open
baarde, en dit wel van een kant, waar hij op
schuw, lafhartig ontwijken had gerekend, dat
door een onvoorwaardelijk toegeven zou gevolgd
worden, des te meer prikkelde hem die tegen
stand en zijn weerbarstige natuur kwam spoedig
daartegen in verzet.
,Gij moest dit liever niet zoo stellig zeggen,
mijnheer Berkow 1' zeide hij op dreigenden toon.
raddraaiers georganiseerd, die dan door eenigej
honderden of duizenden personen worden]
bijgewoond, waarvan velen, zoo niet de mees-1
ten, nog komen uit nieuwsgierigheid, uit zucht
om iets gepeperds te zien, misschien wel in
de hoop een standje bij te wonen?
Behalve in een klein gedeelte van Friesland
en Groningen, waar geeft de plattelands
bevolking blijk van een vurig verlangen naar
algemeen stemrecht?
Behalve te Amsterdam, waar de bevol
king der steden
En als een getal ontevredenen en oproer
kraaiers dreigen met revolutie, dan imponeert
die houding dadelijk op de regeering, en
't is vrees, toegeven aan het marktgeschreeuw
van enkelen, die den minister van binnen-
landsche zaken een wet doet indienen, welke
de Nederlandsche natie ten verderve strekken
zal.
Eindelijk luidt het derde argument
Algemeen kiesrecht is een noodzakelijke
voorwaarde van blijvende verbetering, want
het kiesrecht is thans slecht geregeld, en de
volksvertegenwoordiging deugt niet.
Dat het kiesrecht thans goed geregeld is
zal niemand willen beweren. Een gebrek
een hoofdgebrek van het vigeerend kiesstelsel
is zeker, dat het veri ongeschikten het kies
recht geeft en dat recht aan veel geschikten
onthoudt.
Maar is dat een reden om van kwaad tot
erger te vallen en nu maar plotseling, met
een aantal geschikten duizenden en duizenden
ongeschikten binnen te loodsen?
Is de tegenwoordige volksvertegenwoordi
ging werkelijk zoo slecht?
Staat zij niet in zedelijk en intellectueel
gehalte verre boven het parlement in de lau
den, waar algemeen kiesrecht bestaat?
Is zij niet welgezind om de belangen van
de lagere klassen te behartigen? Arbeidt zij
niet een groot gedeelte des jaars met inge
spannen ijver, om hervormingen, die door de
tijdsomstandigheden geboden worden, op elk
gebied tot stand te brengen?
Neen, 't is mogelijk, dat een ander kies-
Wij zijn twee duizend man sterk en het werk
in de mijnen hangt alleen van ons af. De tijden
zijn voorbij, dat wij ons lieten onderdrukken en
vertrappen, zooals het u in den zin kwam. Wij
eischen thans ons recht, en krijgen we dit niet
goedschiks gedaan, dan nemen wij het met ge
weid
Een beweging, half van toorn en half van
schrik, openbaarde zich in den kring der beamb
ten. Zij voorzagen een tooneel, dat bij de hen
bekende ruwheid van Hartman, op gewelddadige
wijs zou kunnen eindigen. Het bloed was Arthur
naar het gelaat gestegen; hij deed een paar stappen
voorwaarts en stond thans dicht voor Ulrich.
//Hartman, verander in de eerste plaats den
toon, waarop gij tot je chef spreektZoo gij hier
als afgevaardigde wilt ontvangen worden en als
zoodanig op een soort van gelijkstelling aanspraak
maakt, dan gedraag je ten minste, zooals het bij
zulke onderhandelingen de gewoonte is en kom
ons niet terstond met bedreigingen van geweld
en opstand aan boord Gij verlangt orde en tucht
van je werkvolk en ik verlang deze van u.
Speel ginds den meester over je kameraden, zoo
veel het je belieft. Zoolang ik hier voor je sta,
ben ik hier heer en meester van de bergwerken
en denk dit ook te blijven. Houd dit ingedachte!"
Een bliksemstraal, te midden der vergadering
neergevallen, had geen geweldiger indruk kunnen
teweegbrengen, dan deze met gebiedenden trots
uitgesproken woorden. De beambten weken eerst
achteruit en maakten vervolgens aanstalten een
kring rondom hun jongen chef te vormen, als
om hem te beschermen; met een enkele bewe
ging van de hand wees hij hen echter terug. De
beide bergwerkers zagen hem verschrikt aan;
doch niemand 'trof deze onverwachte uitbarsting
zoo vreeselijk als Ulrich. Hij was doodsbleek
gewonden. Daar stond hij met gebogen hoofd,
met trillende lippen en uit hunne kassen puilende
oogen', als kon en wilde hij niet begrijpen, wat
hij nochtans zag en huorde. En daarop scheen
hét hem eensklaps duidelijk te worden, hoezeer
hij zich had bedrogen in dien man, van wien
hij nog slechts weinige dagen geleden met een
verachtelijk schouderophalen had beweerd, dat
hij niets ter wereld te beteekenen had, en nu
vertoonde zich plotseling een woeste uitdrukking
op zijn gelaat. Als een getergde leeuw stond hij
op het punt, voorwaarts te springen. Maar even
stelsel een betere vertegenwoordiging aan
Nederland brenge, door het algemeen kiesrecht
zal dit zeker niet verkregen worden.
Men zal mij wellicht te gemoet voeren
Weigert gij dan mede te werken tot elke uit
breiding van kiesrecht?
Ziedaar een geheele andere vraag.
Geen politieke partij in ons vaderland, die
niet genegen is tot een ruime uitbreiding zelfs
van het kiesrecht mede te werken. Verreweg
het meerendeel der katholieken en anti-revo-
lutionnairen zeker wel bijna alle liberalen
die de tegenwoordige volksvertegenwoordiging
uitmaken, zijn daartoe bereid.
Maar velen wenschen een anderen weg
in te slaaneen weg, die hun waarborgen
geeft, dat niet de onderste lagen der maat
schappij in veel oorden des lands zich van
het openbaar gezag zullen meester maken
niet den weg, die ons plotseling voor een ga
penden afgrond zal voeren.
Daar is de grootvorst-troonopvolger van
Rusland naar Berlijn getogen om het huwe
lijksfeest bij te wonen van prinses Margaretha
van Pruisen, terwijl bij de trouwpartijtjes van
de overige Duitsche prinsessen (een ervan is
nog wel gehuwd met den hertog van Sparta,
Griekenlands troonopvolger, en dus door deze
verbintenis nauw geallieerd aan het Russische
regeeringshuis) de czaar 't even overbodig
heeft geacht zich zelf in 't reispak te 9teken
of zijn eerstgeborene af te vaardigen als bij
het huwelijk van zijn eigen nicht de prinses
van Edinburg met den troonopvolger van
Rumenie, ettelijke dagen geleden. Aan de
voorname positie van den bruidegom kan 't
ook niet worden toegeschreven, terwijl de
verjaardag van keizer Wilhelm tot bijwoning
waarvan de grootvorst zijn verblijf heeft ver
lengd toch waarlijk den czaar aller Russen
niet zóó belangrijk kan schijnen, dat hij er
zijn zoon zulk een groote reis voor laat on
dernemen. Wat is dan de eigenlijke aanlei-
als deze, werd hij ook in bedwang gehouden
door één enkelen blik, die kalm en vast den
zijnen ontmoette. Arthur was onbeweeglijk blijven
staan en hield de oogen onafgewend op hem ge
vestigd, en met die oogen wist hij de opbruisende
wildheid van die ongebreidelde natuur binnen
de perken te houden. Niet langer dan een paar
seconden zager, zij elkander aan; toen was het
pleit tusschen hen beslist. Langzaam opende zich
Ulrich's gebalde vuist; langzaam verdween de
dreigende trek van zijn aangezicht; hij sloeg het
eerst de oogen neer. Hij had in den jongen chef
zijn gelijke, misschien wel zijn meerdere erkend
en boog het hoofd voor hem.
Arthur trad achteruit. Zijne stem was weer
koel en kalm, toen hij er op liet volgen: //En
nn kunt gij je kameraden meedeelen, wat ik hen
wil inwilligen en wat niet. Ge moogt er bijvoe
gen, dat ik geen woord van het gesprokene zal
terugnemen. Hierbij kunnen wij het vooreerst
laten."
„Dat kunnen we!" Ulrich's stem klonk dof van
inwendige drift. „Zoo verklaar ik u dan uit
naam van uwe gezamenlijke bergwerkers, dat zij
van morgen af het werk zullen staken."
't Zij zoo. Ik verwachtte niet anders. Maar nu
waar.-chuw ik je nog eens, Hartman, voor alle
overdreven stappen in deze zaak. Ik hoor dat gij
een onbepaalden invloed op je kameraden uit
oefent. Zorg dan ook, dat rust en orde gehand
haafd worden en vlei je niet met de hoop, mij
door oproerige samenscholingen angst te zullen
aanjagen. Ik en mijne beambten, we zullen ons
best doen, iedere botsing te vermijden; worden
wij echter hiertoe gedwongen, zoo zullen wij
onze maatregelen nemen, en komt de zaak tot
liet uiterste, dan zal ik van mijn huisrecht ge
bruik maken. Bespaar mij dit en jezelf!"
Ulrich wendde zich naar de deur, en in zijn
afscheidsblik vermengden zich haat en woede
met nog iets anders, nog iets diepers, dat zeker
door niemand vermoed werd,, maar dat de borst
van dien overmoedigen, hartstochtelijken man
als deed ineenkrimpen. Hij had dien «lammeling"
zoolang verecht en getriomfeerd in de gedachte
dat hij ook elders moest worden veracht. In
dien hij zich echter ook daar zoo liet kennen als
hier, dan was het gedaan met die verachting,
dan konden die groote bruine oogen, die hem
bedwongen hadden, ook daar nog wel iets anders
dende oorzaak Aan 't raden maar, de
mededinging staat voor allen open, behalve
voor hen, die aan 't kostelijk verhaal van de
Figaro geloof hechten!
Een oogenblik scheen 't werkelijk alsof de
geheele visite binnen de perken van een
burgerlijke beleefdheid zou worden gehouden,
dat men tot 't einde toe zou zijn blijven
gewagen van dit bezoek als van een mani
festatie, het doorslaand bewijs leverend dat
't tusschen Petersburg en Berlijn toch nog
zoo heel ernstig niet gesteld is doch hoewel
de Fransche bladen zich over 't geheel zeer
kalm hebben gehouden aan Panama heeft
men dan ook wel voldoende is het gewone
geschrijf en gewrijf toch aangevangen en 't
zal wel worden voortgezet ook, want den
27en Januari, dat was dus Vrijdag, is de
keizer met zijn jongen gast een paar uur
alleen geweest, zoodat deze laatste eerst tegen
twaalf uur verscheen op een tegen half tien
in de Russische ambassade aangekondigd
feest.
Dat is verdacht en als eerste vruchten van
het fantaseer-vernuft dat zijn in den regel
de beste nog niet eens vinden we nu reeds
vermeld, dat eerstdaags de toenadering tus
schen Duitschland en Rusland zal bezegeld
worden door de teekening van een handels
verdrag terwijl in den zomer of wellicht nog
vroeger de czaar en keizer Wilhelm een
samenkomst zullen hebben! Van een politiek
of- en defensief verbond tusschen beide rijken
zoo mogelijk met Engeland als „Dritte im
Bunde," hebben we nog niets gelezen maar
dat kan nog komen, want de mensch is vin
dingrijk, hoewel de toon der Russische pers
over de ontvangst van den czarewitch te Ber
lijn, een lang gediscussieer nu juist niet in
de hand werkt: zij is dankbaar en voldaan
maar meer niet, zij constateert met genoegen
de velerlei heildronken, doch hecht wijselijk
aan 't een evenmin als aan 't ander een groote
beteekenis 't zal blijven zooals 't was
Panamino (het Italiaansche Panamatje) heeft
voor een korte spanne tijds de groote Pa
nama zaak een weinig ter zijde geschoven
dan liaat en tegenzin afdwingen. De vale bleek
heid, die het gelaat van den jongen mijnwerker
sedert de hem toegevoegde terechtwijzing bedekte,
was nog toegenomen, toen hij zich afwendde om
heen te gaan.
//We zullen zien, wie 't het langst uithoudt.
Glück auf!"
Hij verliet het vertrek, door zijn kameraden
gevolgd; maar men kon het dien beiden mannen
aanzien, dat het zoo even beschreven tooneel een
geheel anderen indruk op hen had gemaakt, dan
op hun aanvoerder. Het was een half beschroom
de, half eerbiedige afscheidsblik, dien zij den
jongen chef toewierpen, en er lag iets aarzelends
en onzekers in hun voorkomen, terwijl zij zich
verwijderden.
Arthur had hen zwijgend nagezien en wendde
zich thans tot de hem omringende beambten.
//Daar zijn er al twee, die hem niet meer van
ganscher harte volgen; ik hoop, dat het meeren
deel langzamerhand tot bezinning zal komen.
Voor het oogenblik, mijneheeren, moeten wij ons
in de omstandigheden schikken en het werk laten
stilstaan. Ik minacht geenszins het gevaar, waar
mede wij hier in deze afgezonderde streek be
dreigd worden, door twee duizend opgewonden
mannen omringd, met iemand als Hartman aan
het hoold; maar ik heb besloten, die te trotseeren
en geen voetbreed te wijken, totdat alles beslist
is. Het hangt natuurlijk van uw eigen vrijen
wil af, mij hierin al dan niet te volgen. Daar
gij allen, bijna zonder onderscheid, het niet eens
waart met mijn besluit, zal ik u de gevolgen
hiervan natuurlijk niet opdringen en ben bereid
ieder verlof te geven, die een tijdelijke afwezig
heid noodzakelijk of wenschelijk acht."
Met algemeene verontwaardiging werd deze
▼oorslag ontkennend beantwoord. Al de beamb
ten verdrongen zich met hartstochtelijken ijver
rondom hun jongen chef, om hem de verzekering
te geven dat geen hunner van zijne plaats zou
wijken; zelfs de schuchtere Wilberg scheen eens
klaps als met leeuwenmoed bezield, zoo krachtig
stemde hij hiermede in. Arthur haalde diep adem.
„Ik dank u, heeren 1 Heden namiddag zullen
wij verder over deze zaak onderhandelen en de
te nemen maatregelen samen overwegen; voor
het oogenblik moet ik u verlaten. Mijnheer
Scheffer, over een uur wacht ik u in mijn werkka
mer nogmaals zij u allen mijn dank gebracht."