Nummer 14, Donderdag 16 Februari 1893. 16e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Glück auf
UITGEVER:
ANTOON TÏELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
-*
BUITENLAND.
Frankrijk.
Engeland.
De Echo van het Zuiden,
liiSwpseir en LucslruLsehe Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
W aalwijk.
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Stèiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De verschillende quaesties, die men in
Frankrijk in verband met de Panama-zaak
opwerpt en bespreekt, (de vraag of de door
Reinach met wisseltjes verblijden niet allen
't voorbeeld van enkele weinigen behooren te
volgen en de door hen geïnde geldsommen
teruggeven; en de positie van het kabinet in
het parlement en de vonnissing van Ferdinand
De L^sseps c.s. schenken stof in overvloed
tot ellenlange bespiegelingen) 't vele en velerlei
gepraat over de Italiaansche „Panamino" in
verband ook met de positie van 't kabinet
in 't algemeen en van Grimaldi, den minister
der schatkist in 't bijzonder, 't geschrijf
en gewrijf over Egypte en den stand van het
militaire voorstel in Duitschland dat alles
kan de eigenlijke behoefte aan politiek nieuws
van eenige beteekenis ternauwernood ver
bergen en als 't Maandag niet de groote en lang
verbeide dag was geweest, waarop Gladstone
Èngelands 83jarige premier, zijn home rule-
voorstel zou indienen en inleiden, dan zou
- men bijna kunnen volstaan met de bloote
vermelding van eenige feiten van onderge
schikt belang, van die zaken, waarover ko
lommen druks kunnen worden ten beste
gegeven, doch bij welker verzwijging men
eigenlijk weinig of niets verliest.
Onnoodig wel is 't, er afzonderlijk melding
van te maken met welk een gespannen on
geduld de verklaringen van den minister
president van Groot Brittannie zijn tege-
moetgezien en waarlijk niet op Engelschen
bodem alleen en deze belangstellende nieuws
gierigheid of wel nieuwsgierige belangstelling,
is er niet op verminderd door het heftig
optreden van den jeugdigen minister van
binnenlandsche zakenAsquithtegen het
amnestie voorstel datzooals men zich zal
herinneren, na des ministers krachtig, door
wrocht betoog, werd verworpen met 397 tegen
81 stemmen allen Iersch-nationalen ten spijt,
w-
wier verbittering dan ook geen grenzen kent.
Er was nog wel eenige kans op welslagen,meen
de men eerst, toen Redmond het oogenblik ge
komen heette om alle in gevangenschap
smachtende Iersche „martelaars" te begena
digen en men grondde zijn hoop voor een
deel op John Morley's verklaringen, dagtee-
ketiend van voor eenige maanden eerst, waarbij
hij 't betreurde dat de politieke misdadigers
in Engeland niet zoo at en toe eens profiteeren
van de amnestie. Doch hoe bitter heeft
Asquith al die goede verwachtingen teleur
gesteld: geen enkel woord sprak hij ten gunste
van de politieke vergrijpen, met de gestreng
heid van een Minos wijdde hij uit over al de
politieke misdrijven en hij sloeg alle hoop op
de toekomst den bodem in, door te verklaren,
dat gedurende zijn ministerschap geen der
zoogenaamde politieke misdadigers anders zou
worden behandeld dan de gewone misdadigers.
t Is natuurlijk moeielijk uittemaken in
hoeverre de scherpe toon van minister As-
quith's betoog de goedkeuring van Gladstone
wegdroeg, maar zeker is 't, dat de strijd over
het home-rule voorstel er aanmerkelijk door
zal hebben gewonnen aan scherpte: zelfs anti-
parnellisten, die zich neutraal hielden tegenover
Redmonds voorstelkozen partij tegen de
regeering en de stemming der Ieren is er
alles behalve door verbeterd.
Van minder groot politiek belang is het
debat, dat Zaterdag in 't Lagerhuis is gevoerd
over de immigratie en dat vrij onverwacht
het slot vormde der adresberaadslagingen
welker afloop vóór het einde der vorige week
men wel vurig verlangde, maar toch niet met
volkomen zekerheid tegemoet zag. 't Was
de afgevaardigda Lowiher, die in een amen
dement voorstelde beperking der immigratie
van onbemiddelde vreemdelingen, doch heftig
werd bestreden èn door Gladstone èn door
Charles Dilke, terwijl een werkmansafgevaar
digde en Labouchère ten gunste ervan 't
woord voerden. In hoofdzaak zeide de re-
geeiing représailles der andere landen te
duchten als Engeland allen terugwees, die
geen arbeidscontract of eenig kapitaal in hun
bezit hebben en daarom besloot het gouver
nement tot enquêtes, dat is nuttig en niet
gevaarlijk! Het amendement werd ten slotte
verworpen met 234 tegen 119 stemmen,
waarna het adres van antwoord op de troon-
redq in zijn geheel werd aangenomen, gevolgd
door Gladstone's mededeeling dat, zoo de
discussie over de eerste lezing van zijn home
rule-wet niet Maandag gesloten werd, hij voor
zijn geesteskind de prioriteit zou aanvragen.
't Zal al mooi zijn als Donderdag of Vrijdag
de inleidende debatten tot een eind komen,
de woordenstroom zal zeer mildelijk vloeien!
De interpellatie van Leydet over de alge-
meene politiek der regeering, zoowel als die
van den radicalen atgevaardigde Hubbard
over de gelukwensching van den Paus door
een speciaal gezantschap, is Zaterdag uitge
steld, de eerste tot Donderdag, de laatste
voor onbspaalden tijd, zoodat de beschouwin
gen over de gedragslijn der regeering onaf
gebroken kunnen worden voortgezet. Aanslui
ting der republikeinen tegenover de coalitie
der rechterzijde heet men het doel, doch 't
is de vraag of dat wel bereikt zal worden en
of de positie van Ribot c s. er niet nog ha
chelijker door zal worden: de radicalen zullen
óf der regeering in zekeren zin de wet stellen
óf zich tegen haar keeren.
VAN
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
31 ooO—
Zij bevond zich hier echter tegenover een man,
van' wien men met bevelen niets gedaan kon
krijgen en dien een bevel uit haar mond vol
slagen woedend maakte. In plaats van te gehoor
zamen, stond hij met een stap naast haar en greep
ten tweeden male, dezen keer met een ijzeren
vuist het paard bij den teugel, zonder zich thans
aan zijn steigeren of aan het gevaar van zijn
■^1 berijdster te storen.
Mevrouw, spreek zoo niet tegen mij zeide
hij met gedempte stem. //Ik kan veel verdragen,
althans van u, zoo al niet van anderen; maar
- dien toon verdraag ik niet. Drijf uw paard niet
'Jij aan,* ging hij voort, als buiten zichzelf van drilt,
toen Eugenie het met de karwats wilde dwingen
om zich los te rukken en weg te galoppeeren.
„Gij zult mij niet onder den voet rijden, maar
ik, bij Godik zal dit dier doen neerstorten,
zooals ik vroeger de beide anderen heb gedaan."
Zijne woorden bevatten een vreeselijke bedrei
ging en nog dreigender stona zijn blik. Eugenie
'i' zag den door ieder gevreesden, wilden aard van
dien man voor de eerstemaal ook tegen haarzelve
_V. gericht en begreep eensklaps al het gevaarlijke
van haar toestand; hare tegenwoordigheid van
geest deed haar echter ook in hetzelfde oogen
blik het eenige redmiddel aan de hand.
//Hartman," zeide zij verwijtend, maar hare
stem was plotseling zacht, bijna teder geworden.
„Zoo even nog boodt ge aan, mij te berschermen,
en nu dreigt ge mij zelfs Nu kan ik begrijpen
wat ik van je kameraden te duchten heb, als zij
- mij ook op die wijs behandelen. Ik zou het bosch
niet zijn ingereden, als ik dit had kunnen ver
moeden."
Dit verwijt, maar nog meer hare stem, scheen
Ulrich tot bezinning te brengen; zijn woeste
toorn week, zoodra hij den toon niet meer hoorde,
die dezen had uitgelokt. Nog hield hij met de
rechterhand den teugel stijf omklemd, doch hij
balde de linker reeds minder krampachtig en
ook de dreigende uitdrukking verdween lang
zamerhand van zijn gelaat.
„Ik ben tot hiertoe nooit bevreesd voor je
geweest," ging Eugenie half fluisterend voort,
„hoeveel bars en ruws er ook van je verteld
werd. Moet ik het dan nu worden Zie, we zijn
hier dicht bij de helling; als ge voortgaat het
paard op die wijs te sarren, of als gij je bedrei
ging volvoert, dan gebeurt er een ongeluk. Wil
dan de man, die zich eens onder de hoeven van
mijn paarden wierp, om mij te redden, nu zeil
mijn leven in gevaar brengen? Laat mij gaan
Hartman
Een lichte trilling voer Ulrich door de leden;
hij wierp een blik naar de helling de afstand
was werkelijk geiing genoeg. Langzaam liet hij
den teugel los en langzaam alsof hij voor een
hoogere macht zwichtte, trad hij op zijde, om
haar te laten voorbijgaan. Onwillekeurig zag
Eugenie nog even 'achterom; daar stond hij zwij
gend, den weérspannigen blik ter aarde geslagen,
zonder haar een antwoord of een afscheidsgroet
te geven, en liet haar ongehinderd vertrekken.
Maandag heeft de bekende dynamiet-zaak
voor het hof van assisen gediend. Léguay,
Prévot en Arton zijn de beschuldigden in
dit proces.
Naar in de couloirs der kamer werd
gezegd, zal de heer Leydet Donderdag de
regeering interpelleeren over hare algemeene
staatkunde, Ribot zal antwoorden en zich
verklaren vóór een geheel republikeinsche
politiek, met de uitsluitende medewerking der
republikeinen en de uitsluiting der reactio
nairen.
Te Rive-de-Gier hebben een groot aan
tal arbeiders, die genoeg van de werkstaking
hebben, besloten eene vergadering te hou
den om zich te weer te stellen tegen het
werkstakingscomité. Omstreeks 150 hunner
kwamen dientengevolge bijeen. De werksta
kers, 500 a 600 man sterk, hebben daarop
post gcat voor de vergaderzaal, jouwden
daar de werklusligen uit en wilden met ge
weld binnendringen. Men werd spoedig hand
gemeen en de gendarmerie te paard moest
tusschenbeide komen om de toegangen tot
de vergaderzaal vrij te houden en de ge
weldenaars uiteen te jagen.
In de zitting van het Lagerhuis heeft Glad
stone, bij de indiening van het homerule-
ontwerp, verklaard voor te stellen de supre
matie van het keizerlijk parlement over het
Iersch parlement te behou 'en. Het Iersch
parlement, dat men naar zijn voorstel in het
leven zal roepen, heeft zich alleen bezig te
houden met zuiver Iersche zaken. De on
derkoning zal onafhankelijk zijn van alle gods
dienstige qualificatien. Het parlement zal zijn
samengesteld uit twee kamers de eerste is
eene raadkamer, bestaande uit 48 leden, ge
kozen door menschen die kiezer zijn, dewijl
zij eene huurwaarde van 20 pond per jaar
betalen. De andere kamer zal den titel van
vergadering hebben en zijn samengesteld uit
103 afgevaardigden, gekozen volgens het thans
bestaande kiesstelsel; het is geoorloofd dat
hare leden tevens lid zijn van het lager La
gerhuis, maar zij moeten natuurlijk speciaal
voor de Iersche vergadering worden gekozen.
Het Iersche parlement zal zijne zitting den
eersten September openen. Het cijfer der
Iersche afgevaardigden in het keizerlijk par
lement zal teruggebracht worden tot 8ü, zijnde
het cijfer dat naar verhouding is van de be-
De jonge vrouw ademde weer vrij, toen Afra
met zijn gewone vlugheid haar schielijk van de
gevaarlijke plek verwijderde. Hoe moedig ze
ook mocht wezen, ditmaal had ze genoeg angst
uitgestaan. Zij had geen vrouw moeten zijn, om
na dit tooneel niet te weten, wat zij reeds lang
had vermoed, dat er achter dat raadselachtige en
zonderling ongelijke gedrag van dien man te
genover haar nog iets anders, nog iets veel ge-
v aar lij kers dan enkel haat schuilde. Nog boog
hii zich voor hare macht; maar er ontbrak slechts
weinig aan, dat hij die kluisters had verbroken.
Ziizelve had thans de ondervinding opgedaan,
dat hij der „ongebreidelde natuurkracht," waar
mede zij hem eens had vergeleken, aan blindheid
en geweld niets toegaf, zoodra lnj eens, evenals
deze, de gezette perken overschreed.
Zij had het dal bereikt en stond, gedachtig aan
de ontvangen waarschuwing, juist op het punt
den rijweg te verlaten, toen het geluid van een
hoefslag haar oor trof en zij een ruiter gewaar
werd, die in vollen galop kwam aanvliegen en
in weinige oogenblikken haar had ingehaald.
„Eindelijk!" zeide Arthur ademloos, terwijl hij
zijn paard liet wenden. „Hoe onvoorzichtig, juist
van daag alleen te gaan rijden Ge vermoeddet
zeker niet, dat er eenig gevaar bestond."
Eugenie zag haar echtgenoot verwonderd aan,
die zich hijgend en verhit van den snellen rit
naast haar voegde. Hij was niet in rijkleeding
en droeg sporen noch handschoenen het scheen
dat hij zich in zijn gewoon huisgewaad op het
paard had geworpen, <>m haar na te ijlen.
„Eerst een half uur geleden vernam ik je plan,"
ging" hij voort, moeite doende om zijn kalmte te
herwinnen. „Frans en Anton zoeken je ook al in
verschillende richtingen; ik ben je op het spoor
gekomen. Ik hoorde bij de boerderij, dat men
je daar een poos geleden had zien voorbijrijden."
De jonge vrouw vroeg niet naar de reden dier
bezorgdheid; ze begreep deze best, maar de wijs.
waarop die bezorgdheid zicli openbaarde, ver
raste haar toch min of meer. Hij had ook alleen
de bedienden kunnen uitzenden om haar te zoe
ken. Zeker was de gedachte, dat zijne echtgenoote
beleedigingen *an den kant der mijnwerkers zou
kunnen ondergaan, alleronaangenaamst voor den
chef der bergwerken en het was dan ook natuur
lijk als zoodanig, dat hij haar zelf was nage
sneld.
„Ik ben daar boven geweest," zeide zij, naar
het doel van haar tocht opziende.
„Op de hoogte? Waar wij toen tegen den storm
geschuild hebben Waart ge daar
Eugenie bloosde diepzij zag weer die zon
derlinge flikkering in zijn oogen, die zich nu
eenige weken lang niet vertoond had. En waarom
klonk die vraag zoo onstuimig en uitte hij haar
toch zoo beklemd Had hij dan al niet lang dat
uur vergeten, dat haar nog zoo dikwijls in de
herinnering kwelde?
„Bij toeval kwam ik er," zeide zij haastig en
als op verontschuldigenden toon en deze mededee
ling had dan ook terstond het gewenschte gevolg.
De glans verdween uit zijne oogen en zijn stem
werd eensklaps koel en vast.
„Toevallig! O zool Ik begrijp, dat het beklim
men van zoo'n steilte niet in je plan heeft gele
gen; Afra kan er ook niet tegen. Maar ge hadt
toevallig ook den weg naar M. kunnen inslaan,
en dit was het wat ik eigenlijk vreesde."
„En wat was daar dan te yreezen vroeg
Eugenie nieuwsgierig, terwijl zij samen den bree-
den weg verlieten en een sraalleren insloegen, die
midden door het bosch liep,
Arthur trachtte haar vorschenden blik te ont
wijken. „Eenige onaangenaamheden, die er had
den kunnen voorvallen. Onze mijnwerkers zijn
naar de hooger gelegen ijzerhutten getogen, om
ook hier verzet en opstand uit te lokken. Hart
man heeft hen met zijn oproerige taal het hoofd
op hol gebracht; ik heb bericht ontvangen, dat
gisteren daar ginds allerlei o geregeldheden zijn
voorgevallen, en een troep mannen, die het tooneel
van dergelijke wanordelijkheden in een opge
wonden toestand verlaat, is tot alles in staat. Ze
zullen juist nu op den te ugtocht zijn."
„Ik zou den rijweg toen vermeden hebben,"
zeide de jonge vrouw op kalraen toon. „Ik was
al gewaarschuwd."
„Gewaarschuwd Door wien P"
„Door Hartman zelf, dien ik, nu een kwartier
geleden, boven in het bosch ontmoette."
Ditmaal was het. Arthur's paard, dat achteruit
steigerde, verschrikt door de heftigheid, waarmede
zijn berijder de teugels had aangetrokken.
„Door Hartman Waagde hij het dan, je te
naderen en aan te spreken, na ai hetgeen er dezer
dagen is voorgevallen
„Het was alleen om mij te waarschuwen, en
mij zijn geleide en bescherming aan te bieden.
Maar ik sloeg beide af: ik meende dit aan u en
je positie verschuldigd te zijn."
„Ge meendet dit aan mij verschuldigd te zijn?"
herhaalde Arthur schamper. „Ik ben je zeer ver
plicht voor je attentie, maar 't is inderdaad
gelukkig dat gij die zaak zoo en niet anders
behandeld hebt; als gij je door hem hadt laten
begeleiden hoe ik liet ook vermijd, de eerste
aanleiding tot botsingen te geven, in dat geval
zou ik hem toch hebben doen gevoelen, dat die
belhamel, die raddraaier, die oproerstichter zich
op behoorlijken afstand van mijn echtgenoote
dient te houden I"
Eugenie zweeg; zij kende Arthur reeds vol
doende, om te weten dat hij, ondanks zijn uit
wendige kalmte, thans heftig verstoord was,
kende de beteekenis dier saamgeklemde lippen,
dier bevende hand; juist zoo had hij den eersten
avond van hun verblijf hier buiten tegenover
haar gestaan, maar thans wist zij beter dan toen,
wat hij onder dat kalme uiterlijk verborg.
(Wordt vervolgd.)