Nummer 32. Donderdag 20 April 1893. 16" Jaargang Glück auf S oegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. buitenland. FEUILLETON. Belgie. De Mo van het ZuidenT Waalwyksche en Langstraatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per posi door liet geheele rijk f 1,15 Jogden' üftgevedren St'lkke"' gel<ie" fr"nC" te zenden De veelheid der nieuwsberichten èn over den toestand in Belgie èn over den staat van zaken in Servie, maakt de wanhoop uit van elkeen, wiens plicht 't is uit dien chaos zijn weetgiengen medestervelingen een resumé te brouwen, pittig, doch van weinig omvang - de beantwoording van het vraagstuk hoe men veel kan zeggen in weinig, zeer weinig woorden Treurig genoeg gaat dat vele niet gepaard met velerleihet resultaat van de doorworsteling van vele bladzijden druks, talrijke bladen schrifts en een gansche reeks min of meer onsamenhangende telegrafische berichten, is nu juist niet zoo heel interessant, t staat ten minste niet in verhouding tot 't geen men op 't eerste gezicht uit de vele kolommen druks en schrifts verwachtte. t Lijkt er waarlijk wel eenigszins op of het gezond verstand in de rijen der Belgische Cn 111 1 biJzonder onder de Brusselsche werklieden, zijn rechten herneemt, gesteund in deze door de krachtige maatregelen tegen geweldpleging, uitgaande van de regeering voor een, en door een zekere vermoeidheid van de manifestanten, voor een ander deel. En de laatste dag der voorgaande èn de met een zekeren angst tegemoetgeziene eerste dag der nieuwe week, zijn voorbijgegaan onder een vrij geruststellende kalmte (men zie hier onder) en tenzij men den geheelen werkmans stand van Belgie s hoofdstad aansprakelijk zou willen maken voor de wandaad van een handvol ellendige straatslijpers, de getrouwe deelnemers aan en onruststokers bij betoogin gen van allen aard, kan men een zekere heilzame reactie constateeren, welke gegronde hoop doet koesteren op een spoedige alge- heele beóndiging van de agitatie door woor den en daden als de regeering ten minste geneigd is zich te herinneren, dat de tijd van aarzelen en overwegen voorbij is en spoedige hulp in deze dubbel noodig is. In de samenkomst der leden van de rech terzijde in de kamer en in den senaat is van E. WERNER. Vertaling van Heiimina. (Overgedrukt met toestemming van den uitgever IGouda Quint, te Arnhem) 48 coO „Ik wil bij mijn man zijn," herhaalde zij met klem en nadruk. Jk wil zelve onderzoeken, of men mij met geweld den weg verspert. Laat ie kameraden dan maar vrij een vrouw beleedigeni n li ZJ J et .leek,rn tot den aanval, als gij die heldendaad op je wilt nemen Ik ga en iLdW'11? inderdaad; ZU snelde liem voorbij en betrad het pad, dat door de weide liep. Hart man bleef staan en zag haar met vlammende blikken na, zonder op de vertoogen en beden van zijn vader te letten; hij wist beter dan deze, wat de liem6 timtdit waagstuk beoogde,waartoe zij hem hiermede had willen dwingen, maar dit maal zou hij met voor dien dwang wijken. Al van hnn" mar l °?d en vel'derf °P den drempel van haar eigen huis, ip het aangezicht van haar echtgenoot - alles liever, dan dat hijzelf haar in de armen van dien gehaten man voerde alles liever daar vertoonde zich plotseling een troep bergwei-kers, die schreeuwend en joelend hun aanvoerder zochten. De voorsten waren niet meer dan een paar honderd schreden van haar verwii derd; reeds viel de eenzame vrouwelijke gedaante ha»r"l l °°g; n0g é£?.°°ge;bIiMn ze moesten haar herkennen, en hijzelt had die lieden nog geen half uur geleden tot blinde woede aange! 'eFen a'les wat Berkow heette. Eugenie stapte ™l°fs jit6 ftrfkSnhe' ,g<iVaar 16 gen,oet' Z0"L zeils het gelaat achter haar sluier te verbergen in woeste drift stampte Ulrich met den voet- eensklaps rukte hij zich van zijn vader los en was liet volgend oogenblik aan liare zijde. «Laat uw sluier vallen I" zeide lui 'op gebie denden toon, terwijl hij zijne hand als met een yzeien greep om de hare legde. Eugenie gehoorzaamde en haalde diep adem; geen besluit genomen. Er was eene zeer krachtige strooming ten gunste van eene ver daging van elke discussie over de grondwets herziening, maar dit werd door de regeering bestreden. De vergadering ging uiteen, nadat was overeengekomen, dat de leden der rechterzijde, die zitting hebben in de commissie van XXI, in den boezem dier commissie geheel vrij zullen zijn in de houding, door hen tegenover de verschillende voorstellen aan te nemen. In Engeland houdt het gerucht aan, dat de regeering in zake Home-Rule de concessie doen zal, dat een deel van Ulster blijft onder de controle van het Engelsche parle ment 1 he Standard acht dit evenwel onvol doende, wijl dan immers toch in de andere deelen van Ierland de minderheid aan het parlement te Dublin onderworpen zou wezen. Vrijdag heeft in het lagerhuis de minister van binnenlandsche zaken, de heer Asquith ter verdediging van een eigen beheer voor Ierland een uitvoerige toespraak gehouden. Met name betoogde hij van de aanhangige voordiacht, dat zij de rijkseenheid hand haafde en de rechten der minderheid vol doende waarborgde. Het stond overigens der oppositie vrij door amendementen deze waarborgen nog te versterken. Het behoud der Iersche afgevaardigden in het parlement van Westminster bleef de minister onont beerlijk achten. Met een ernstig woord van afkeuring voor de opruiende redevoeringen, door den heer Balfour in Ulster gehouden, besloot de spreker. De zaak van Ahlwardt wordt al meer en meer eene tragi-komedie. Maandag werd bil het bureel van den rijksdag door Ahhvardfs toedoen het door twee antisemieten en zeven tien socialisten onderteekende voorstel inge diend, dat de rijksdag goedvinde eene com missie van 21 leden te benoemen, welke over den inhoud van de door Ahlwardt aan den "jksdag voor te leggen stukken rapport zon hebben te doen. Toen de voorzitter nu was zij veilig. Zfj wist, dat hij die hand niet weer los zou laten, al stormden de gezamentliike bergwerkers met vereenigde krachten op bhar aan. Met volkomen bewustzijn was zij het gevaar te gemoet gegaan, maar tevens met de volle pver.uiging, dat ook alleen dit haar dreigend gevaar hem de geweigerde bescherming kon af persen Zij had gezegevierd, maar liet was ook meer don tijd geweest. Zij naderden thans de steeds aangroeiende menigte, die terstond aanstalten maakte om zich rondom den aanvoerder te scharen; kortaf maar onvoorwaardelijk gebood deze hen echter, uit den weg en na r de mijnen terug te gaan. Even als vroeger hunne kameraden, gehoorzaamden ook ZIJ onmiddellijk, terwijl Llrieh, zonder zich een oogenblik op te houden, zijne gezellin met zich voorttrok, die nu eerst ten voile begreep, hoe onmogelijk het zou geweest zijn hier alleen door te komen, zelfs met een anderen beschermer aan die zij thans aan hare zijde had. De uitgestrekte, anders zoo eenzame weide werd nu door eene golvende menschenmassa ovei stroorad, hoewel de eigenlijke strijd verderop bij de mijnen had plaats gehad. De bergwerkers trokken in groote troepen rond of vormden samenscholingen overal vertoornde aange zichten, toornige uitroepen, dreigende gebaren overal geschreeuw, gewoel en getier. De woeste hoop scheen in zijne opgewondenheid slechts naar een voorwerp te zoeken, om zijn woede te koelen. Het voetpad slingerde zich gelukkig niet midden door, maar langs den zoom van de weide, waar het betrekkelijk minder druk en woelig was- maar ook hier trok Ulrich, zoodra men hem slechts in het °og kreeg, ieders opmerkzaamheid tot zich. Maar m de woeste kreten, waarmede men hem van alle kanten begroette., mengde zich dit maal een zonderlinge bevreemding. Tal van ver baasde, wantrouwende, achterdochtige blikken vestigden zich op de vrouwelijke gedaante aan zijne zijde. In den donkeren reismantel en achter oen dichten sluier vermoedde niemand, wel is waar, de echtgenoote van den chef der berg werken, en zoo de een of ander ook al haar gang of houding mocht herkend hebben, die onderstelling alleen zou met een spottenden lach beantwoord zijn. Het was immers Ulrich Hart- rna-n, die haar onder zijne bescherming door het gedrang bracht, en deze beschermde stellig niemand Levetzow van dit voorstel kennis nam, ver klaarde hij terstond dat Ahlwardt hoegenaamd geene stukken heeft gedeponeerd, zoodat hij het voorstel niet aanvaarden kon. Ter rede gesteld, weigerde Ahlwardt voorloopig nog verdere acten af te geven en meende dat, om aan den vorm te beantwoorden, het be doelde voorstel even goed kon slaan op die acten, welke hij reeds vóór het Paaschreces den voorzitter ter hand stelde. Hiervan wilde echter de heer Levetzow niets weten; want omtrent de bedoelde acten had reeds destijds de commissie, naar men zich herinneren zal, beslist dat zij voor den rijksdag waardeloos zijn. De socialisten zijn woedend over de poet sen die Ahlwardt hun speelt, want zij ver wachtten natuurlijk dat hij, tegelijk met het bewuste voorstel, ook de nog verder toege zegde acten aan den voorzitter van den rijksdag zou afgeven. Thans wil Ahlwardt een nieuw voorstel formuleeren. Hij schijnt te vreezen dat hij met zijne paperassen niet het beoogde effect bereiken zal, indien de zaak langs den gewonen weg van het regle ment van orde in denjijksdag wordt atgedaan. Hoe rustig t is in Servie en met welk een betrekkelijke kalmte de „coup d'état« alsmede zijn waarschijnlijke gevolgen in 't buitenland (in Berlijn en in Weenen zoowel als in Parijs en Petersburg) worden opgenomen, blijkt wel uit de uitweidingen komisch ot meer ernstig, al naar den aard en gezindheid van den verteller over de uitvoering in ope- retten-stijl van de samenzwering, tegen de regenten en de regeeri.ig, in 't geheim ge smeed en in t openbaar zoo kranig ten uit voer gebracht, door een ter nauwernood den kinderschoenen ontwassen knaap, die in elk geval de hoofdrol heeft gespeeld in 't als een blijspel opgezette tooneelstuk. Hoe Alexander I zijn ministersdoch meer nog de twee regenten, verraste toen hij hun na afloop van het diner plotseling mededeelde, dat hij zelf de teugels van 't bewind zou gaan voeren en dat hij zijn regeering reeds had gekozen hebben we reeds vroeger medegedeeld, zoodat we ons zouden kunnen wijden aan de beantwoording van de vele in verband met dezen „coup d'état" te stellen waartoe's, waar om s en hoe s, als die taak niet zoo schielijk werd gemaakt juist door de „openbaringen» van koning Milan, van den premier Dokitch, van den titularis van buitenlandsche zaken enz t Schijnt evenzeer vast te staan dat Rusland de hand niet heeft gehad in de be weging en dat 't voor de Russische diplomatie zelve een verrassing was, als de koning Milan de ba.nd heeft gehad in den val der regenten die hem uitteraard zeer lastig waren, j er t hoe en wat van de voorbereiding tot de omwenteling hangt een dichte sluier, wel is t bijna zekerdat èn koning Milan èn koningin Nathalie spoedig eens een visite zullen gaan brengen aan hun zoon de eerste ondanks de door hem aangegane ver bintenis om nimmer in Servie weder te keeren, ae laatste omdat haar verbanning geëindigd is op het oogenblik toen koning Alexander zmh zexven meerderjarig verklaarde. Of nu de stellige hoop, dat 't in Servie alles voor den wind zal gaan, zal bewaarheid worden, dan wel de niet gansch en al on gegronde vrees gerechtigd zal blijken, welke den koning niet tegen de moeielijkhnden op gewassen heet zal de toekomst leeren, op t oogenblik is t in Servie alles rustig! le eenige betrekking tot de familie Berkow stond; maar t was in elk geval eene dame, die daar nevens hem ging, nevens den ruwen, bar- schen zoon van den opziener, die zich anders nooit om vrouwen bekommerde, niet eens om Jlartha Evers, voor wie toch ieder jonggezel on de bergwerken niet ongevoelig placht te zijn hii „C, Vb vr,ou,wen «gen kameroden bij zulke gelegenheden als een overtolligen last beschouwde en behandelde, waarvan men zich zoo schielijk mogelijk moest trachten te ontdoen, Ulncli liep nu naast die vreemde vrouw met een uitdrukking op zijn gelaat, alsof bij ieder zou verpletteren, die haar ook maar eene schrede te^nakwam! Wie was zij en wat bcteekende Deze korte tocht door de weide, hoewel liii nauwelijks tien minuten duurde, was zelfs voor den jongen gids een groot waagstuk, maar strekte tevens ten bewijze, dat hij hier ten minste nog onbeperkte heerschappij voerde en die macht wist te gebruiken. Nu dreef hij hier met eenige gebiedende woorden een troep uiteen, die hemin den weg stond; dan voegde hij een andere op hem aandringende schaar eenige bevelen toe, die deze terstond een andere richting deed nemen- dan weer dreef hij den een en ander, die hem met vragen of mededeelingen ter zijde kwam, met een „Later I* of „Ik kom zoo aanstonds weer!" terug, en onderwijl trok hij de jonge vrouw zoo onophoudelijk en zoo schielijk met zich voort, dat er aan geen ontdekking of vertraging te denken viel. Eindelijk hadden zij het park be reikt, dat aan dien kant slechts door een houten hek was afgesloten. Ulrich stiet het open en voerde naar onder het dicht geboomte. Ziezoo," zeide hij, hare hard loslatend. „Hier in het park is het nog veilig en binnen viif mi nuten hebt ge het huis bereikt." Eugenie beefde over al hare leden van het doorgestane gevaar en hare hand deed haar nog pijn van zijn krachtigen greep; langzaam sloeg zii den sluier op. J //Houd u niet langer op, mevrouw!" ging de jonge mijnwerker met een bitteren spotlach voort //Ik heb nu gedaan wat ik kon, om u bij uw man te brengen. Laat hem nu toch vooral niet laneer wachten!" Eugenie hief de ooger. naar hem op. Ziin gelaat verried welke folteringen zij hem had opgelegd, De onlusten in België. Hoewel de dag van Zaterdag te Brussel zonder hevige tooneelen is voorbijgegaan moet toch geconstateerd worden, dat men nog met staat voor een stille berusting het zich neerleggen bij het feit, dat het algemeen stemrecht in Belgie niet ingevoerd wordt; integendeel ook de meer ontwikkelde werk lieden maken zich gereed, om zich te voegen bij degenen, die het werk reeds gestaakt toen ze hem de keus liet om of haar aan een aanval bloot testellen, óf zelf „aar haar echtgenoot te geleiden. De jonge vrouw had den moed niet gend tie hand toe Maar ülrich stiet die hand als het ware terug «Ge hebt veel van m,j gevergd, mevrouw, zóóvee? dat het geen haarbreed scheelde of alles was' mislukt. Nu hebt ge uw zin; maar beproef liet niet, mij nog eens op die wijs të dwingen, als hij Tod l'Lm want dan dan zoo waar als God leelt! dan geef ik u beiden prijs!" Voor op het terras stonden de beide knechts Frans en Anton, angstige en toch nieuwsgierige blikken naar den kant der bergwerken werpend- maai zij ontstelden niet minder dan straks de opzichter, toen daar mevrouw Berkow, die immers goed en wel in de residentie was, onverwachts voor hen stond, zonder dat zij een rijtuig hadden hooren naderen, of de kamenier of iemand anders haar zagen volgen. Langs de bergwerken kon hun jonge meesteres toch onmogelijk gekom™ zijn en nog minder door het park, want daar achter op de we.de gmg het bijna nog erger toe- en toch was zij thans hier. De beife mannen waren zoo verbaasd, dat zij nauwelijkHp dê den -"F™™!» g Sine Vï"gen k°aden antwoor den, Eugenie vernam echter, dat Berkow od het oogenblik thuis was en snelde schielijk de trap op. Frans, die haar volgde, kreeg nog meer aanleiding om zich over mevrouw te verwonderen want deze het het nauwelijks toe, dat hij haar KeiVin de,?!Jkamer hoed en mantel afnam gebood hem daar te blijven, toen hij zich wilde' Kaasten het bericht van hare aankoist aan miin heer in den anderen vleugel van het huis te gaan melden, en verklaarde, dat zijzelve terstond haar echtgenoot wilde opzoeken. Met den mantel nog in de hand bleef de knecht haar met open mond nakijken. Dat alles ging in zoo'n vliegendeCaart wat zou er in de residentie gebeurd zijn? Eugenie had schielijk de zaal en de beiae voor ste vertrekken doorgeloopen, toen zij eensklaps bleef staan, daar haar stemmen uit Arthur's aan grenzende studeerkamer te gemoet klonken De jonge vrouw had er zoo zeker op gerekend haar echtgenoot alleen te vinden; onverwachts en on aangemeld had zij bij hem willen binnentreden en nu trof zij een ander bij hem aan. Ne»n niet in tegenwoordigheid van vreemden wilde zij'hem

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1