Nummer 40. Donderdag 18 Mei 1893. 16e Jaargang.
Glück auf
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
De Echo van het Zuiden,
Mwijksche en Lusstrutsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden j 1,00.
Franco per posi door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regels j 0,60 daarboven 8 cent per regeJ
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Dienstdoende SCHUTTERIJ
VAN WAALWIJK.
Herinnering schutterij wet
Art. 6. Elk jaar, vóór den eersten Juni
zullen de ingezetenen welke op den lsten
Januari van het jaar hun 25ste jaar van ou
derdom zullen zijn ingetreden zonder onder
scheid of zij vermeenen mochten al of ?iiet tot
de vrijgestelden of uitgestotenen te behooren
verplicht zijn zich bij het bestuur der gemeente,
in welke zij wonenvoor de schutterij te
doen inschrijven.
Art. 7. Zij, die in meer dan eene gemeen
te hun gewoon verblijf houden, of den zetel
van hun vermogen hebben gevestigd, zullen
tot de inschrijving verplicht zijn binnen die
gemeente, alwaar eeue dienstdoende schutterij
aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende gemeenten
alleen dienstdoende of alleen rustende schut
terijen bestaan, zullen zij zich doen inschrijven
in de gemeente, alwaar zij voer de personeele
belasting zijn aangeslagen; en de ambtenaren
in die gemeente, alwaar zij ambtshalve ver
plicht zijn hun verblijf te houden.
Terwijl de kansen op een ministerieele
crisis in Spanje er niet grooter op schijnen
te zijn geworden, doch de agitatie ingevolge
het woelen der republikeinen welkomt uit
Athene het bericht, dat de heer Sotiropoulo
er in geslaagd is een kabinet saam testellen,
waarin hij zelf de portefeuille van financien
zal voeren, terwijl de heeren Rhalli, Condos
stavelos, Corpas, Criesies en Eftaxias respec
tievelijk binnenland, buitenland, oorlog, mari
ne en onderwijs voor hun rekening nemen.
Dit kabinet is er weer een van dezulke
welke minder belangrijk zijn door de personen,
die er deel van uitmaken dan door de po
litici, die buiten de combinatie zijn gebleven,
't zij vrijwillig, 't zij ondanks hen zeiven. Zoo
VAN
E. WERNER.
Vertaling van Hermina.
(Overgedrukt met toestemming van den uitgever
P. Gouda Quint, te Arnhem)
55 ooo—
De beambten waren gedurende de laatste weken
gewoon, dat hun chef onverschrokken en zonder
zich door persoonlijke beweegredenen te laten
weerhouden, zich te midden van het gevaar be
gaf; maar thans verhieven zich toch van alle
kanten smeekende stemmen en waarschuwingen,
om hem hiervan terug te houden: zelfs de hoofd
ingenieur verzette zien ditmaal, terwijl Scheffer,
terecht begrijpende van welke zijde de tegen
spraak het meest baten zou, zich tot Eugenie
wenddedie nog altijd naast haar echtgenoot
stond.
„Laat het niet toe, mevrouwl Vandaag niet
vandaag is het gevaarlijker dan het ooit geweest
is. Het volk is woedend en Hartman speelt dit
maal va banque tegen ons. Houd mijnheer toch
terug!*
De jonge vrouw werd doodsbleek bij deze
waarschuwingdie hare eigen vrees maar al te
zeer bevestigde. Zij hield zich echter goed; een
deel van Arthur's kalmte scheen ook op haar te
zijn overgegaan.
„Mijn echtgenoot heeft mij uitdrukkelijk ver
klaard dat hij de proef moest wagen/ antwoord
de zij met vaste stem, //en hij zalnietzeggen.dat
ik hem door tranen en klachten heb teruggehou
den van datgene, wat hij als zijn plicht beschouwt.
Laat hem dus gaan!"
Arthur hield hare hand nog altijd in de zijne;
hij dankte haar met een blik.
„Nu, mijne heeren, neemt een voorbeeld aan
den moed mijner vrouw. Haar angst is toch zeker
het best te verklaren. Ik verhaal hetu.de proef
moet genomen worden. Laat de voordeuropenen."
//Dan gaan wij allen mede!* riep de hoofdin
genieur. //Wees gerust, mevrouw, ik wijk geen I
is 't b. v. opvallend dat Delyannis, eerst
genoemd als portefeuillehouder voor buiten
land, buiten de formatie is gehouden. Eigen
aardig is 't dat eerst nu, na talrijke verzekering
van het tegendeel, de positie van het minis
terie Weckerle van Hongarije, geschokt
wordt geheeten, hoewel door het votum van
het Hoogerhuis eerst in de laatste plaats.
Bovendien geeft de inwijding van het ge-
denkteeken voor de gevallenen in de omwen
teling (het zoogenaamde Honved-monument)
Weckerle talrijke moeili'kheden, welke het
bewind nu tracht te omzeilen door als com
pensatie voor de afwezigheid bij de onthulling
van het gedenkteeken een krans te doen
neerleggen. Als eerste slachtoffer is reeds
gevallen Eoetvoes, de leider der oppositie
die de door hem met de regeering gesloten
overeenkomst, in de partij-vergadering ver
worpen zag en tevens ondanks zich zeiven
de oppositie heeft aaugezet tot een heftigen
kamp tegen het kabinet, als punt van uitgang
nemend het rerbod aan alle militairen, om de
onthulling van het monument bij te wonen
in uniform.
Het ministerie-Dupuy had Maandag eene
ernstige proef in de kamer te doorstaan, en
al is het gespaard gebleven, het is er niet
beter op geworden. Het kabinet wenschte
het onder-secretariaat van koloniën te ver
heffen tot een zelfstadig departement en eisch
te voor zich het recht, buiten de kamer om
een besluit tot deze verandering te nemen
aan haar enkel de beslissing latende over
het voor deze verandering aan te vragen
krediet. Tot besluit van de langdurige dis
cussie, waarin enkel de deelneming door De
Mahy en Deprogé, afgevaardigden der kolo
niën en opgewonden sprekers, wat kleur
bracht, had de kamer over drie voorstellen
te stemmen, welke stemmingen alle aanleiding
gaven tot eene tweede nauwkeuriger telling
der biljetten, de zoogenaamde pointage, en
zoo de kamer lang bezig hielden. Eeerst werd
gestemd over de eenvoudige orde van den
dag van de Mahy, welke, daar de regeering
oogenblik van mijnheer's zijde!"
lvalmmaar vastberaden wees Arthur hem
terug. „Ik dank u voor uwe goede gezindheid
maar gij blijft hier en de andere heeren ook
ik ga alleen. In zulke gevallen is slechts één
man tegenover de groote menigte veilig. Onze
gezamenlijke komst kon als een uitdaging worden
beschouwd. Zorgt slechts, indien net tot het
uiterste mocht komen, mij den terugtocht in huis
te verzekeren. Tot straks, Eugenie!*
Hij verliet het vertrek, terwijl de hoofdinge
nieur en een deel der beambten hem tot aan de
trap uitgeleide deden. Niemand wendde thans
meer moeite aan om hem terug te houden; allen
begrepen dat zijn optreden buiten het eenige
raiddel was om een gevaar al te wenden, waar
aan moeilijk zoo niet onmogelijk, nog eenige
uren weerstand kon worden geboden.
Eugenie snelde naar het venster. Zij zag niet,
dat de andere aanwezenden zich in angstige span
ning voor de overige vensteis verdongen, hoorde
niet de halfgesmoorde opmerkingen, door den
directeur en Scheffer gewisseld; zij zag alleen de
woeste menigte, die, man aan man staande, het
huis omstuwde en met wilde kreten de vrijlating
der gevangenen eischte, die menigte, die thans
alleen op haar echtgenoot zou aandringen en een
oogenblik later misschien zijn leven bedreigde.
Het wel is waar meer sierlijke dan stevige ijze
ren hek van het park was reeds voor de bestor
ming bezweken en lag verbrijzeld ter aarde; het
kostbaar, zoo zorgvuldig verpleegd plantsoen
door honderden voeten vertrapt en vertreden
vertoonde thans een chaos van omgewoelde aarde,
gebroken bloempotten en neergerukte struiken.
Reeds waren de voorsten tot aan het terras en
dus tot in de onmiddellijke nabijheid van het
huis doorgedrongen; reeds hadden enkele vuisten
zich met steenen gewapend, zelfs opgeheven, om
ze tegen de ruiten te slingeren. Geschreeuw, be
dreigingen kreten en vloeken klonken woest
dooreenhet getier nam van oogenblik tot oo
genblik toe en verhief zich soms tot een oorver-
doovend gehuil als van wilde dieren.
Plotseling was alles doodstil. Het gejoel ver
stomde, alsof een machtwoord uit de hoogte eens
klaps stilte gebood. De woelende menschenmassa
deinsde achteruit, en ieders oog, ieders gelaat
wendde zich naar een en hetzelfde punt de
voordeur was geopend en de jonge chef op het
verklaard had haar niet te kunnen aannemen,
eene voor haar vijandige beteekenis kreeg.
Slechts met 253 tegen 242 stemmen werd zij
verworpen. Toen kwam de motie-de Villers-
eene uitnoodiging van de kamer aan de re-
geeiing om de instelling van een departement
van koloniën voor te bereiden, eene poging
dus om de kamer te laten uitspreken wat
de regeering wenschte. Met 263 tegen 237
stemmen werd ook zij verworpen. Ten slotte
kwam het wetsvoorstel der commissie ad hoe
aan de orde, dat als eenig artikel bevatte
voortaan zal een ministerie enkel door middel
van eene wet kunnen ingesteld worden. Er
zal een ministerie van koloniën in het leven
geroepen worden.
In tweeen gescheiden werd de eerste alinea
bij opsteken der handen aangenomen en de
slot-alinea verworpen met 260 tegen 239
.stemmen.
Het ministerie-Dupuy heeft dus niet ge
kregen wat het wenschte: de instelling van
een ministerie van koloniën, al heeft de kamer
haar de aanneming der motie-De Mahy ge
spaard. De discussien en stemmingen hadden
plaats naar aanleiding van de eerste lezing
van het wetsvoorstel van Joseph Reinach,
betreffende de instelling van een ministerie
van koloniën.
Nu de Duitsche bladen de algemeene be
schouwingen over de ontbinding van den
rijksdag, de onmiddellijke aanleiding daartoe
en het onvermijdelijk gevolg ervan, hebben
gesloten en de kalmte zoover is teruggekeerd,
dat men zich gedisponeeid gevoelt tot rustige,
ompartijdige waarneming, is men eens nader
aan 't onderzoeken gegaan in hoeverre de
bladen waarheid spreken, die op grond van
hun officieus karakter, den volke verkondig
den, dat het votum van 6 Mei geen betee-
nis had, als niet kunnende geacht worden
weer te geven de stemming der natie, maar
de persoonlijke gevoelens der afgevaardigden.
Dit nu wordt weerlegd door de publicatie
der cijfers, te samen vormende het votum.
Zoo weet men dan, dat van de afgevaardigden,
terras getreden.
De stilte duurde echter niet langer dan eenige
seconden; op de oogenblikkelijke verrassing volgde
een nieuwe uitbarsting van woede nog vreese-
1 ijker dan de eerste en thans met een beter doel
voor oogen. Al die krijschende stemmen, al die
hartstochtelijk verwrongen aangezichten en drei
gend opgeheven armen, die zoo straks tegen het
Huis en zijne bewoners gericht waren, wendden
zich thans tegen één enkele; maar deze was de
chef, de heer en meester van de bergwerken, en
wat de vader met zijn industrieel genie, met zijne
onverzettelijke volharding en tirannieke willekeur
gedurende het vierde eener eeuw niet had kunnen
verwerven, dat had de zoon binnen weinige we
ken weten at te dwingen: eerbied voor zijn per-
soori ook hier zelfs, waar alle banden van orde
en tucht geslaakt waren. Hij liet den storm uit
razen. Met opgeheven hoofd, den blik kalm en
onbevreesd op de menigte gericht, waarvan ieder
individu hem in lichamelijke kracht en sterkte
overtrof en waartegen hem niets beschutte, dan
slechts die eerbied voor zijn persoon, stond hij
alleen en ongewapend tegenover haar; maar hij
stond er, vast overtuigd, dat hij de golven van
het oproer zou bezweren.
En hij bezwoer ze werkelijk. Het getier ver
stomde langzamerhand; het ging eerst in kreten,
vervolgens in gemor over; eindelijk hield ook dit
op en nu verhief zich Berkow's stem, in het begin
nog onverstaanbaar door d« beweging om hem
heen en herhaalde malen afgebroken door de uit
barstingen van woede, die zich telkens opnieuw
lieten hooren; maar even dikwijls bedaarden zij
ook weer en hielden eindelijk geheel op, zoodat
men nu nog alleen de stem van den jongen chef
vernam, die duidelijk en helder zelfs tot de verst
verwijderden doordrong.
//Goddank!" mompelde Scheffer, zich het zweet
van het voorhoofd wisschende, nu heeft hij ze in
bedwang. Laat ze vrij tandenknarsen en stamp
voeten ze gehoorzamen toch. Ziet ge wel, me
vrouw, hoe het gewoel vermindert, hoe alles ach
teruitwijkt? Ze ontruimen waarachtig het terras,
en zie daar gooien ze de steenen al weg! Al?
Hartman nu in God's naam maar niet komt op
dagen, dan is het gevaar geweken."
Hij wist niet, met welk een doodsangst in de
ziel ook Eugenie dien wensch herhaalde. Tot
dusver had zij nog altijd te vergeefs die ééne
die Pruisen vertegenwoordigen in den rijks
dag, 113 hebben gestemd vóór en 110 tegen
het wetsvoorstel. Na Pruisen komt Saksen
als de provincie, die de regeering heeft wil
len steunen: met 16 tegen 7 stemmen hebben
de afgevaardigden het regeeringsvoorstel ge
steund. De overige kleine staten van Noord-
Duitschland hebben met 22 tegen 11 stemmen
tegen het voorstel gestemd. Veel teekenender
evenwel is de oppositie der zuidelijke staten.
Vijf en dertig Beiersche leden van den rijks
dag hebben tegen Caprivi's wet gestemd en
slechts één er voor. Wurtemberg 12 tegen, 4
voor; Baden 10 tegen, 3 voor; Hessen 5
tegen, 4 voor, terwijl van vijftien afgevaar
digden uit Elzas-Lotharingen, zeven hebben
gestemd, van wie vijf tegen en twee vóór de
regeeringsplannen.
Wijdloopige commentaren kunnen bij deze
cijfers best gemist worden, gebleken is dat
bij stemming alleen door Pruisische afgevaar
digden, het voorstel tot wet zou zijn verhe
venmet een geringe meerderheid echter,
terwijl de coalitie van al de niet Pruisi
sche staten, met uitzondering van Saksen, de
kleine Pruisische meerderheid ten gunste der
militaire wet heett veranderd in een verplet
terende meerderheid er tegen. Dat is in elk
geval belangwekkend en 't geelt te denken
ook, al verwijst men de praatjes der Fransche
bladen die den koning van Saksen, den
prins-regent van Beieren en den koning van
Wurtemburg, allen evenzeer geneigd en be
reid heeten om het juk af te schudden, dat
elk dier staten vernedert tot vazal-staat, tot
leengoed, met Wilhelm II van Hohenzollern
als oppermachtig leenheer tot het rijk der
legende.
Het socialistische orgaan de Vorwaerts
heeft gepubliceerd een vertrouwelijk schrijven
van prins Albert van Pruisen, regent van
Brunswijk, waarin gesproken wordt over de
mogelijkheid op een verzoening tusschen den
keizer en Bismarck een mogelijkheid, aan
welker verwezenlijking de prins niet wan
hoopt en die hij zeer wenschelijk heet in 't
belang van den binnenlandschen toestand.
gevreesde gedaante te midden der menigte ge
zocht en zoolang deze zich niet liet zien! begaf
haar nog niet de moed, achtte zij Arthur nog
niet onherroepelijk verloren; maar thans was het
gedaan met al haar hoop en al haar vertrouwen
Hetzij het ophouden van het getier, dat hijzelf
met opzet tot op die hoogte haa aangehitst, hem
hierheen had gedreven, hetzij een vermoeden van
hetgeen er voorviel hem op dit beslissend oogen
blik voor den dag liet komen als uit den grond
opgerezen, stond ülrich Hartman plotseling achter
het ijzeren hek van het park en zag met één en
kelen blik, hoe de zaken hier stonden.
//Lafaards, die ge ziit!" voerde hij zijn kame
raden met donderende stem te gemoêt, terwijl
hij zich, door Lorentz en den opzichter Wilms
gevolgd, met geweld een weg door de menigte
baande. Dacht ik het niet, dat gij je hier weer
in zijn strikken liet vangen, terwijl wij onder
zochten, waarheen ze de gevangenen hebben ge
bracht. Daar in den rechtervleugel zitten ze in
het onderhuis, vlak achter de groote zaal; daar
moeten we dus op afgaan. Slaat de spiegelruiten
indan behoeven we de deur niet eerst te be
stormen
Nog gehoorzaamde niemand aan de oproeping
maar toch bleef zij niet geheel zonder uitwerking!
Er is niets wankelmoedigers en onzelfstar.digers
dan een groote menigte, gewoon zich door de
vastberadenheid van één man te laten leiden. In
al dat tieren en razen van straks had zich toch
een zekere twijfelmoedigheid geopenbaard, waar
door het niet tot een geregelden aanval was
gekomen. Het oog, de arm van den aanvoerder
had ontbroken; nu was hij er, en hetzelfde oogen
blik, dat hij de teugels weer in handen nam, gaf
hij daaraan ook een bepaalde richting. Men wist
nu, waar men de gevangenen moest zoeken, men
kende nu den weg, om tot hen door te dringen
het nauwelijks te boven gekomen gevaar
dreigde opnieuw.
Ulrich bekommerde er zich voor het oogenblik
echter weinig om, of er al dan niet aan zijn be
vel gevolg werd gegeven. Hij had zich een weg
weten te banen tot aan het terras en stond nu
dicht voor den jongen chef met al den trots en
de vermetelheid zijner hartstochtelijke natuur,
terwijl zijn reusachtige gestalte bijna een hoofd
boven die der hem omringenden uitstak. Hij was
als het ware geschapen, om een volksmassa aan