Nummer 47. Zondag 11 Juni 1893. 16e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Glück auf antoon tielen UITGEVER: Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. De Echo van het Zuiden, Wailwyitsche en Lungslraatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per posi door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aaiignomen ioor het advertentiebureau van Adole Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Het politieke menu is zoo wat eiken dag hetzelfde en alleen heel handige koks (lees kroniekschrijvers) slagen er in door toevoe ging van veel prikkelends, de goe gemeente beet te nemen. Zoo spreken ze dan den eenen dag over de redevoeringen (die van Constans en Kalnoky worden nog altijd uit gepluisd en om en om bekeken) de Duitsche legerwet en de home-rule-debatten in Enge- lauds lagerhuis, met kleine beschouwingen over den toestand in 't verre Oosten en het zonnige Zuiden als toespijs en den anderen dag keeren zij 't zaakje om: Servie, Bulgarije, Italië of Spanje genieten den voorrang en met verhandelingen over home-rule voor Ierland, voorspellingen betrekkelijk de samen stelling van GermanieV rijksdag of zoo iets wordt het menu verder aangevuld. Zoo heeft het nu al een week of wat geduurd en het kan nog wel een paar dagen zoo voortduren, doch dan komt in Duitschland de groote slag, welks voorbereiding op 't oogenblik bij onze naburen in 't Oosten alles overheerscht en de bladen van alle kleur en richting boven- menschelijke pogingen doet instellen om het door hen beoogde doel te bereiken. Aan bedreigingen aan den eenen en vleie rijen aan den anderen kant is natuurlijk geen gebrek en er wordt in verband daarmee zóó met cijters gegoocheld, dat men er 't waar nemingsvermogen bij verliest en ten slotte eigenlijk heel niet meer verbaasd staat als men d;n voorstander der legeruitbreiding op grond van dezelfde cijfers de wenschelijkheid en noodzakelijkheid van de aanneming der regeeringsvoorstellen ziet betoogen als de ander heeft gebezigd om ten bewijze te strekken dat 't nu genoeg is, dat 't niet ver der kan en niet verder mag komen met de oorlogslasten en dat dus 't eenige heil gele gen is in afwijzing van hetgeen Caprivi en met hem de keizer en de rijksvorsten wen- schen Over de toekomst wordt eigenlijk in Duitschland meer geredeneerd dan over het heden een gevolg wel van het feit, dat VAN E. WERNER. Vertaling van Hermina. (Overgedrukt met toestemming van den uitgever P. Gouda Quint, te Arnhem) SLOT. oo0— Arthur vertrok zijn mond tot een sportenden glimlach. „Daaraan twijfel ik, Koenraadgij schijnt er mij de man niet naar, om nog na je huwelijk romantisch gestemd te blijven en bo venal, bedenk toch niet iedere vrouw js een Eugenie!" De jonge baron lachte luid. „Dacht ik het niet, dat ik weer iets van dien aard hooren zou Precies dezelfde toon, als waarop Eugenie van morgen, toen we over een dergelijk onderwerp spraken, zeide„Ge zult Arthur toch niet op ééne lijn met andere mannen willen stellen?" Waarlijk de wittebroodsweken duren bij u wel wat heel lang „Wij hebben ze in het begin moeten missen en het verzuimde moet men immers altijd dub bel inhalen. Kunt ge dus niet langer hier blijven „Ik heb niet langer verlof dan tot van avond. Ik kwam ook hoofdzakelijk, om je de komst van papa en de broers aan te kondigen. Tot weer ziens, Arthur 1" Hij sprong op zijn paard, dat onderwijl was voorgebracht, wierp zijn zwager nog een groet toe en draafde weg. Arthur stond op het punt van het huis binnen te gaan, toen een oude mijn werker zich op het terras vertoonde en den hoed voor zijn chef afnam. „Hoe gaat het opzichter Hartman zeide Ber- kow vriendelijk. „Wilt ge mij spreken?' De opzichter kwam eerbiedig, maar toch ver trouwelijk naderbij. „Met uw verlof,ja, mijnheer Berkow. Ik kwam juist dezen kant uit en zag, hoe gij den jongen baron uitgeleide deedt. En de toekomst onzeker is en dus.... interessant en natuurlijk staat meti bij zulk een poging om het orakel te raadplegen, onmiddellijk voor de vraag: hoe zal het gaan als de rijks dag eens opnieuw het militaire voorstel af wijst en met negeering van de grootere of kleinere mogelijkheid daarop hebben en de Hamb. Nachr. en de Freisinnige Ztg. ver handelingen gehouden, daarop neerkomend, dat de regeering wel het recht zou hebben voor de tweede maal tot rijksdagontbinding over te gaan, doch dat zij daardoor zou handelen in strijd met de grondwet, omdat de ontbinding eigenlijk een beroep op de kiezers, op het volk en de maatregel dus eigmlijk zou gelijkstaan met eer. negeering van het resultaat van dat beroep: den nieuwen rijksdag zeiven, met een verkrachting der stelling „ne bis in idem" (niet tweemaal in hetzelfde.) Daar is de Nordd. Allg. Zeitung (zooals men weet het orgaan, waarin nog al eens gastvrijheid wordt verleend aan graaf Von Caprivi, Duitschlands rijkskanselier en dat 't dus wel weten kan leelijk op haar paardje, zij meent dat een dergelijke booze toeleg om de grondwet uit te leggen in het nadeel van de bevoegdheid der regeering, kort en krachtig moet wederlegd worden. Artikel 124 der grondwet is zoo klaar als de zon meent de Norddeutsche het stelt I het recht tot ontbinding afhankel-jk van een besluit van den bondsraad en de goedkeuring des keizers-, zonder meer, zonder eenige verdere beperking. Zoo gaat het blad door, de uitlegging van „slechts een formeel recht" even scherp bestrijdende als alle anderen ten nadeele van de bevoegdheid des gou- vernements en het onmogelijk heetend, dat het de bedoeling der grondwet zou kunnen zijn geweest aan het votum van den rijksdag het karakter toe te kennen van een uitspraak in hooge instantie. De regeering zal aldus eindigt de Norddeutsche de grondwet in allen deele gestand doen, doch even krachtig optreden tegen elke poging, beoogend de aantasting der rechten en bevoegdheden, bij de wet geregeld. Dat alles is inderdaad helder en klaar en niet voor tweeërlei uitlegging vatbaar, zoo- nu wilde ik u eens even bedanken, dat gij Lorentz tot opzichter hebt benoemd. Dit heeft groote blijdschap in ons gezin teweeggebracht." „Lorentz heeft zich in de laatste jaren als zulk een geschikt werkman leeren kennen, dat hij dien post wel verdient; en een vermeerdering van inkomen is hem zeker niet ongevallig bij de jaarlijksche uitbreiding van de familie." „Nu, hij heeft genoeg voor vrouw en kinderen daarvoor zorg ik ook wel," hernam de opzichter goedaardig. „Het was een goede inval van Mar tha, hem als voorwaarde te stellen bij mij te komen inwonen; nu ben ik op mijn ouden -.dag niet geheel alleen en geniet mede van hare kin deren. Anders heb ik toch ook niets meer op de wereld." Een droevige uitdrukking vertoonde zich bij deze laatste woorden op het' gelaat van den ouden man, terwijl zijne oogen vochtig werden. Arthur z<g hem medelijdend aan. „Kunt gij 't nog maar altijd niet te boven komen, Hartman De opzichter schudde het hoofd. „Neen, mijn heer Berkow, dat gaat niet. Hij was mijn eenige, en al had ik dikwijls meer verdriet dan plezier van hem beleefd, al was hij mij eindelijk met zijn heerschzuchtig karakter geheel de baas ge worden vergeten kan ik Ulrich niet. Goede God, waarom moest ik, oude man, gered worden, om zoo iets te ondervinden Met hem heb ik immers alles, alles verloren „Zeg dat niet, Hartmanhernam Arthur op minzaam verwijtenden toon. „Ge hebt immers nog altijd een krachtigen steun aan Martha en haar man." De oude man zuchtte. „Ja Martha! Die kan er zich evenmin overheen zetten als ik, hoewel ze man en kinderen heeft en een goeden man ook. Ik zie 't nog dikwijls, hoe 't eigenlijk met haar gesteld is. 't Gaat zonderling met sommige men- schen, mijnheer Berkow ze kunnen iemand zorg en smart baren, ze kunnen iemand van kommer en verdriet doen vergrijzen, en toch houdt men meer van hen dan van de braafsten en besten, die ons nooit een droevig uur bezorgd hebbeD; hunne herinnering vervolgt ons altijd en overal. Zoo iemand is mijn Ulrich geweest. Wat hij voor zijn kameraden was, eer die ongelukkige strijd dat de Freisinnige Ztg. waarschijnlijk niet zoo heel veel bezijden de waarheid is als zij in de uitlaèingen van het min of meer ofïï- cieuse blad het bewijs ziet, dat graaf Von Caprivi reeds rekent op en tevens rekening houdt met een ongunstigen uitslag der ver kiezingen. Tegenover de duidelijke woorden de Norddeutsche verliezen de geruchten, welke keizer Wilhelm een a-fkeer van een nieuwe rijksdagontbinding toedichten, alle waarde en schijn van waarheid. Het is geen erg verkwikkelijk schouwspel, dat het Engelsche lagerhuis biedt: de kamp tusschen de minderheid en ds meerderheid, de eene allerlei barricaden opwerpend in den meer gebruikelijken vorm van gansche reeksen amendementen op elk der artikelen van de home-rule-wet en de andere met stoïcynsche kalmte den boel opruimend door het eene amendement r.a het andere te verwerpen. Hoe lang het zoo nog duren kan, weet nie mand, doch 't gaat den radicalen aanhangers der regeering reeds geducht vervelen en zij vergeten dat de minderheid eigenlijk precies hetzelfde doet, wat zij hebben gedaan, toen ze in de minderheid waren. De ongeduldige heeren zouden nu wel gaarne zien, dat Gladstone minder lijdelijk bleef, dat hij elk der amendementen negeerend, met geweld de besprekingen overhaastte, doch de „grand old man" zelf heeft geen ooren naar uitzon derings-maatregelen en hoopt zijn tegen standers te vermoeien. Woensdag had de zitting van 't lagerhuis eenige beteekenis, wijl een amendement van Brodrick, bedoelen !e de ontzegging van het recht aan het Iersche parlement om wetten uit te vaardigen over de immigratie van vreemdelingen en over de rechten dezer laatsten na protest der. Ieren en verdediging door Gladstone, werd aangenomen met 328 tegen 139 stemmen. 't Was voor de eerstcmaal, dat de Iersche nationalisten tegen de regeering stemden en tal van conservatieven voor Met een meerderheid van 46 stemmen uitbrak, dat is een ander vroeger of later nooit voor hen geweest en zoo hij hen als hun leider al niet ten zegen mocht zijn, vergeten heeft nog geen een hunner hem." De oude man wischte zich de tranen uit de ocgen, terwijl hij de hand greep, die Berkow hem zwijgend maar deelnemend toestak, en ver volgde daarop langzaam zijn weg. Eugenie, die reeds gedurende de laatste minuten in de deur had gestaan, zonder het gesprek te willen storen, trad nu op haar echtgenoot toe. „Kan Hartman zich nog altijd niet in zijn ver lies schikken vroeg zij zacht. „Ik had nooit gedacht, dat hij zoo met zijn geheele ziel aan dien zoon had gehangen." Arthur zag de gebogen gestalte na, die zich langzaam verwi. derde. „Ik verklaar dit, zooals ik de blinde aanhankelijkheid zijner kameraden altijd heb trachten te verklaren. Er lag iets krachtigs, iets overheerschends in de natuur, in de geheele persoonlijkheid van dien man. En zoo ik dit heb ondervonden, die op leven en dood met hem moest strijden, hoeveel te meer dan diegenen, voor wie hij streed. Hoe had diezelfde Ulrich zichzelf en de zijnen ten zegen kunnen zijn, als hij zich een ander levensdoel had voor gesteld, dan om met een hart vol haat en verbit tering de bestaande orde van zaken te verstoren 1" Met een half verwijtenden blik zag de jonge vrouw tot haar echtgenoot op. „Ons heeft hij toch getoond, dat hij ook nog iets anders kon doen dan haten. Hij is je vijand geweest, maar toen het er op aankwam het leven van één van je beiden te redden, toen ontrukte hij u aan het gevaar en had zijn eigen leven voor je veil." Arthur fronste de wenkbrauwen de herinne ring aan dien tijd deed hem pijnlijk aan. „Van alle menschen heb ik zeker wel het minst recht om hem te beschuldigen, en ik heb 't ook nooit gedaan, sedert zijne hand mij van den dood redde. Maar, Eugenie, geloof mij, een volkomen verzoe ning met iemand van zijn karakter zou nooit mogelijk zijn geweest. Hij zou de rust op de bergwerken'voortdurend in gevaar gebracht, den vrede met de ar.bieders vex-stoord, mij steeds de heerschappij betwist hebben, en daarbij was het te ver tusschen ons gekomen, om hem straffeloos zijn weg te laten gaan. Als ik hem niet had (288 tegen 242) werd nog verworpen een voorstel van Grand Lawson tot afschaffiing van den eed voor. de leden van het Iersche parlement. De Servische Skoupchtina is nu door de herstemmingen compleet 134 leden telt het wetgevende lichaam, waarvan er 128 tot de radicale partij behcoren, zoodat het onder Dokitsch, den tegenwoordigen premier, te vormen nieuwe kabinet, zal zijn saamgesteld uit uitsluitend radicale elementen. Eerst moet koning Alexander echter den eed op de grondwet afleggen, wat zal geschieden in de volgende week. De daders van den juweelen diefstal in in het paleis van den graai van Vlaanderen te Brussel zijn nu bekend. De Belg Rueller, die te Oelsnitz gevangen genomen werd, heeft een uitvoerige bekentenis afgelegd en de namen zijner medeplichtigen genoemd. Zijn getuigenis is zeer bezwarend voor White, die te Londen gevat werd, en voor verschei dene bedienden van den graaf van Vlaanderen. De politie weet nu ook waar de gestolen kostbaarheden verborgen zijn. Te Armentières (Belgie) hebben nieuwe wanordelijkheden plaats gehad onder de werk- stakende fabriekwerkers, hoewel de gendar merie de voornaamste straten had afgezet om verdere wanordelijkheden te vootkomen. Slechts met geweld konden de samenscho lingen worden uit elkander gedreven. In de Rue des Promenades bonden de werkstakers twee wagens aan elkander; dit vormde eene barrikade, van waar op de gendarmen werd geschoten. Uit eene aangrenzende straat werden meerdere revolverschoten gelost; de dader werd onmiddellijk aangehouden. Ook op andere plaatsen werd het verkeer belem merd door soortgelijke barrikaden. aangeklaagd en gerechtelijk doen vervolgen, dan hadden anderen dit gedaan gelukkig is dit hem en ons bespaard gebleven. Eugenie vlijde haar hoofd tegen den schouder van haar echtgenoot. Het was nog altijd dat zelfde schoone, blonde hoofd met de donkere oogen, maar het zag er frisscher en blozcnder uit dau ooit. De bleekheid en de marmeren kilheid van vroeger waren door een uitdrukking vervan gen, die het geluk slechts vermag te geven. „Ja, het was een erge tijd, Arthur, die op dat ongeval volgde," zeide zij met een lichte sidde ring in haar stem. „Gij hebt een zwaren strijd moeten strijden, zóó zwaar, dat ook mijn moed menigmaal dreigde te bezwijken, als ik je voor hoofd al meer en meer bewolkt, je oog al som berder en somberder zag en ik toch niets anders kon doen dan bij je zijn." Met innige hartelijkheid boog hij zich tot haar over „En deedt ge daarmee niet genoeg Tot dien strijd ben ik gesterkt door twee woorden, die alleen voldoende zijn om iemand moed en opge wektheid tot krachtig handelen te geven en die ik altijd bij mijzelf herhaalde, als de golven mij dreigden te overstelpen mijne vrouw en mijn kindZij hebben mij dan ook eindelijk de over winning doen behalen 1" De zon stond hoog aan den helderen, zoraer- schen hemel en wierp hare stralen op het landhuis met zijn tuinen en terrassen, op de bergwerken in het verschiet, waar al het leven en vertier zich in zóó grootschen omvang en in zoo dui zenderlei vormen openbaarden, dat het waarliik niet gering was te achten, over zulk een wereld te gebieden; en op de bergen met hunne groene kruinen, die tot aan den hemel reikten, en het geheimzinnige leven, dat zich in hun schoot ver borg. Dat duistere rijk, dat de rotsen ten eeuwi gen dage voor ieder menschelijk oog wilden verbergen, het had zich moeten ontsluiten voor den menschelijken geest, die zich een baan had gebroken door rotsklompen en afgronden, om der aarde schatten te ontrukken, die zij daar be neden in een eeuwigen nacht gevangen hield, en die thans tot het daglicht opstegen, te voorschijn geroepen door het overoude tooverwoord der bergen Glück aue1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1