DE BliOODDRUffiH Nummer 57. Donderdag 20 Juli 1893. 16e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Een Goudmijn ontdekt! UITGEVER; ANTOON TIELEN, Vee—Krachtvoedermiddelen FEUILLETON. Staatkundig overzicht. De Echo van bet Zuiden, WaalwyUc cd Langslraalsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per posi door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Stbiker, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De goudmijn, die wij onder de aandacht onzer lezers wenschen te brengen, is geen mijn, die voor korten tijd het edele goudme taal levertmaar eene onuitputtelijke mijn, die sedert 4 jaren reeds bestaat in de fantasie van den heer B. H. Bertels van de Biezen bij Barneveld, die het bestaan daarvan thans door feiten aantoont. De heer Bertels drijft werkelijk den spot met tot dusverre verkondigde theorieën op landbouwgebied en bewijst feiten, doorhem onderzocht en in praktijk gebracht, die lijn recht tegenover deze theorieën staan. Nu 2 jaar geleden verkondigde hij reeds, dat de landbouweis uit onkunde jaarlijks millioenen laten verloren gaan en als hij dan overal aan de stations de reclamen 'as: VeekoekGedroogde S'poeling, Lijn-, Raap koek enz. enz. zeide hij reeds „wacht maar landbouwers, binnen korten tijd lever ik U al deze waarvoor gij thans jaarlijks millioenen uit geeft voor niets en nog hel hooi bovendien De natuur bespieden, afluisteren en prak tische proeven nemen op landbouwgebied om den landbouw te verheffen is voor hem het grootste genot, hierin vindt hij de ware le venspoëzie en hoopt hierdoor iets te kunnen bijdragen tot oplossing van het groote sociale vraagstuk. Voor 2 jaren toonde hij reeds aan, dat alle gewassen het vermogen bezitten de stik stof uit de lucht optenemen en niet alléén de vlinderbloemigezooals de heeren landbouw- professoren verkondigen. Het eenige verschil bestaat hierin, dat de vlinderbloemige gewassenals KlaverScrra- della {Zandklaver), Wikken Lupinen enz. enz. zich bijna uitsluitend met de Luchtstikslof kunnen voeden, terwijl de andere gewassen als: Gras, Rogge, Haver, Boekweit enz. enz. zich èn met meststikstof èn met luchtstikstoj voeden; hij toont dit door feiten aan. Naar het Fransch door W. v. R. {Overgenomen uit de Meierijsche Courant) Jacques Garaud, wij hebben het reeds gezegd, had zich naar het bijzonder kabinet van den lieer Labroue begeven, dat in een klein paviljoen ge lijkvloers was gelegen in de onmiddellijke nabij heid der bureaux, waar de kassier zijn kantoor hield, en der vertrekken, waar de modellen behandeld en bewaard werden. Daarachter lagen de uitgestrekte werkplaatsen, die het gansche jaar door zestig a zeventig arbeiders werk ver schaften. Bijzonder zware machines ontwikkelden daar eene ontzettende kracht. Er waren verschillende zalen en elke zaal had hare bijzondere bestemming. Hier waren de monteerders aan 't werk, daar de smeden, ginds de polijsters en de bekwaamsten onder allen, die aan de werktuigen eene mathematische juistheid wisten te verschaffen. De patroon was bijzonder streng en eischte op de eerste plaats orae en tucht in zijne fabriek. Hij zelf had een streng reglement vaslgesteld en daaraan hield hij met kracht de hand. Er werd niet gepraat in de ateliers en er lieerschte eene onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Er stond geen middelweg open; 't gold hier: doen wat er ge boden werd of vertrekken. Jacques Garaud, de eerste meesterknecht dei- fabriek, kende beter dan iemand de idéés van Jules Labroue over regeltucht en orde; hij was dan ook een streng handhaver van het reglement en eischte van allen, die onder hem stonden, de sti'ptste gehoorzaamheid. l)e patroon verliet maar zeer zelden zijne industrieele inrichting en bewoonde de eerste verdieping van het paviljoen. Jacques stond aan de deur des kabinets, die slechts door een gang van het kantoor des kas siers was gescheiden. De meesterknecht klopte doch ontving geen antwoorddan klopte hij Door deze feiten vervalt de geheele be mestingsleer van Dr. Wolff. Zooals bekend, is de Stikstof het-duurste bestanddeel in de mest en kost b.v. in Chili- s alp eter en Ammoniak 8o els. tot f i.per Kilogram. Doch laat ons naar de Goudmijn terug- keeren, die daardoor ontdekt is. Zooals wij reeds zeiden ontdekte de heer Bertels, dat alle gewassen Stikstof uit de Dampkringslucht opnemen, maar ook dat men deze Stikstof, als Eiwit in de plant aanwezig, wederom in de lucht laat vervliegen. Bij Gras bewerkt men dit door het te hooien en bij Rogge, haver enz. door ze te laten rijpen. Nu komt hij tot de vraag of het wel ra tioneel is Rogge, Haver enz. rijp te laten worden, waar ons de korrel van het Buiten land zoo goedkoop wordt geleverd en hierop is zijn antwoord beslistneen! De Rogge, zegt hij, is de vroege en voed zame grassoort der hooge zandgronden, waar van men in de eerste helft van Mei reeds eenen oogst kan hebben van 30000 tot 60000 Kgr. groenvoeder, per Hectare of Bunder (met zandwikken gemengd gezaaid in Sep tember, is in 't begin van Mei reeds ruim 62000 Kgr. per Bunder geoogst.) Niettegenstaande het droge slechte weder voor Rogge oogstte hij op 8 Mei jl. ïeeds nog ruim 30000 Kgr. per Bunder Groenvoe der; de Ana'yse van het Rijksproefstation te Wageningen van deze Snijrogge is als volgt: dus in 30.000 Kg.. Gehalte aan Eiwitachtige stoffen 2.9% 870 Kg. ii u Vetachtige stoffen 0.8// 240 Zetmeelachtige stoffen 11.7 3510 ruwe Celstof 8.3 minerale bestanddeelen 1.4 a vocht 74.9 wanneer deze Rogge rijp was geworden en men rekent do. hoogstmogelijke opbrengst per Hectare: 1800 Kgr. Korrel en 3000 Kgr. Stroo, dan nog zou Korrel en Stroo hoogstens slechts bevatten Gehalte aan Eiwitachtige stoffen hoogstens 270 Kgr. a Vetachtige stoffen 50 u I, Zetmeelachtige stoffen 2000 nog eens en ditmaal wat harder, doch even vruchteloos. /.De patroon is uitgegaan/ zeide de kassier, die inlusschen aan het raam was verschenen. „Zal hij lang uitblijven, mijnheer Ricoux //Ik weet er niets van. Hij is naar Cróteil ge gaan....Maar kan ik hem niet vervangen?' „Neen, mijnheer Ricoux. Ik heb hem over za ken te spreken, die zekere werkzaamheden in de fabriek aangaan. Doch indien ik u verzoeken mag, waarschuw den patroon, zoodra hij terug keert; dan zal hij mij wel onmiddellijk laten roepen.' „Goed Jacques, ik zal er voor zorgen." De meesterknecht begaf zich dan naar de ate liers, waar hij het werk opnam en verschillende bevelen uitdeelde. In de zaal der monteurs wendde hij zich tot een werkman, die een goede vijftig jaar oud kon zijn en ijverig aan eene bankschroef siond te werken. „Vincent," zeide hij, „ik heb uw zoon ontmoet, „Is de toestand van mijn vrouw verergerd onderbrak hem de monteur, die eensklaps bleek als een lijk was geworden. „Neen, doch hij heeft mij verzocht u te zeggen onmiddellijk na afloop van het werk naar huis terug te keer en." „lieeft hij niets anders gezegd?' „Niets." ,,'t Is mogelijk, mijnheer Jacques," hernam de werkman, die aan al zijne ledematen beefde, „doch de jongen heeft u op straat aangesproken, hij vraagt mij op 't einde van 't werk onmiddellijk terug te keeren, terwijl hij weet dat ik mij nooit onder den weg ophoud; ik veronderstel dan ook, dat zijne moeder in gevaarjijken toestand ver keertMijnheer Jacques, laat mij eventjes naar huis gaan, ik bid er u omDat zal mij gerust stellen." „Gij weet, mijn arme Vincent, dat ik dergelijke verantwoordelijkheid niet op mij durf nemen," hernam de meesterknecht. „Gij kent het reglement. Is men eens de fabriek binnengetreden dan mag men deze niet meer verlaten alvorGns het teeken door de klok is gegeven." „Ja, dat weet ikdoch eens is geen regel. Zoo gij den patroon verzocht „De heer Labroue is afwezig." Zoodat aan Eiwit ruim 600 Kgr. Vet 190 Zetmeel 1500 per Hectare of Bunder verloren gaat, verte gen wooordigende eene voedingswaarde van pl. m. 2000 Kilogram Lijnkoek ter waarde van pl. m. f 240. De voedingswaarde van deze 30000 Kgr. S it ij rogge is grooter dan van 10000 Kgr. lest hooi, en dus naar de huidege prijzen f70 per 1000 Kgr. ruim f700. Hij gaat verder voort: maar wij zijn er nog nieter gaat nog veel meer verlorenop 8 Mei toch heeft de Rogge den grond nog niet uitgeput en bevat dan nog veelmestsioffen; ook wordt de grond nog verrijkt door meerwaar dige groene stoppels en levende wortelvezels, die ondergeploegd nog twee sneden Groen voeder kunnen leveren, zonder te mesten en waarvan ieder snit minstens de voedingswaarde van het eerste bezit. Met Haver, Boekweit, enz. is hetzelfde het geval. Maar al kunnen wij door deze me thode na te volgen nu ook al bij éénmaal flink mesten op zandgrond zeker 3 sneden groenvoeder verbouwen, waardoor de zand grond den kleigrond nabij zoo niet ter zijde streeft, toch zou dit nog weinig waarde hebben, wanneer wij deze niet kunnen bewaren op eene wijze voor lederen boer geschikt en waarbij geen voeder of voedingswaarde ver loren gaat. Doch ook hierop heeft genoemde heer iets gevonden, dat alle verwachting te boven gaat: zonder eenige kosten kan thans iedere boer alle Groenvoeder conserveeren en wel zoo, dat het voedsel daarbij zelfs wint in smaak en voedingswaardehet riekt als versch Roggebrood. Ledere. Boerop de hoogste zandgronden zelfs, zal voortaan een voeder kunnen ver- bouwen en bewaren, dat meer voedingswaarde bezit en waarvan de koeien méér en betere melk geven, dan van het beste Hooi en Lijn koek. Hij zal niet alleen voor het vee hetgeen hij thans heeftmaar voor het dubbel en vierdubbel aantal genoeg leer en verbouwen. „Afwezig? Waarlijk „Ik verzeker het u. Hij is naar Créteil." „Drommels! Ik ben steeds even ongelukkig 1" riep de werkman ontsteld uit. Jacques zette zijne wandeling in de fabriek voort. Vincent stond weer aan zijn bankschroef, doch werkte niet; hij volgde den meesterknecht met het oug. Zoodra deze verdwenen was, wierp hij zijn schootsvel, van zich weg, greep pet en kiel, die op een bankje in zijn nabijheid logen, en, zich steeds achter de werkbanken verschuilende, ver liet hij het atelier. Niemand had er iets van gemerkt. Haastig liep hij de binnenplaats over en klopte op het raam van de loge der portierster. Dit geschiedde juist op het oogenblik, dat Jeanne in tranen bad.end den kleinen Georges aan den boezem drukte en met warme kussen bedekte. Zij plaatste het kind op den grond en verscheen aan het raam. „Gelief mij de deur te openen, madame For tier," smeekte de monteur. „Hebt gij verlof om uit te gaan, mijnheer Vincent?", vroeg Jeanne. .Neen, madame, maar de meesterknecht is zoo even teruggekeerd en heeft mij medegedeeld, dat rnijn jongen hem aangesproken heeft over de ziekte mijner vrouw. Ik vrees, dat de tcestand zeer verergerd is. Ik kan 't niet langer meer uitstaan en wil even naar huis loopen." „Maar, mijnheer Vincent, gij weet wel, dat ik u zonder toelating niet mag laten uitgaan." „Wat kan mij het reglement schelen?" hernam de werkman, in wiens binnenste het begon te koken. „Ik wil, ik moet mijn vrouw zien." VIJFDE HOOFDSTUK. Jeanne verschrok van den monteur. Na enkele oogenblikken hernam zij: „Vincent, dring niet verder aan, bid ik u Het is voor mij, voor mij zelve, dat ik het u vraag. Iloe zou ik mij tegenover den patroon verant woorden „Hij is afwezig," antwoordde de monteur. „Vraag dan verlof aan den meesterknecht." „Dat heb ik reeds gedaan, doch hij weigert mijne vraag in te willigenEn nu vraag ik niets meer; ik loop naar huis, en zoo alles in orde is, ben ik in enkele oogenblikken weer terug. Kom aan, madame Fortier, toon eens dat Het klinkt als een aangename droom; maar het is nog aangenamer daar het werkelijkheid is: ware ik dichter ik zou dit feit der wereld met kernachtige dichterlijke taal verkondigen!! Om deze methode van bebouwing van den grond en bewaring van Groenvoeder (niet in kostbare silo's zooals tot dusverre, en waar door men een onaangenaam zuur voeder verkrijgt) bovengronds om zoetgroenvoeder te behouden, waardoor iedere boer direct en zonder eenige kosten welvarend moet ivorden spoedig onder de aandacht van alle Land bouwers in den lande te brengen, schrijft genoemde heer Bertels een boekje, bevatte lijk voor iederen boer; hij gaat hierin met den boer op het land, ploegt en zaait met hem dat het een lusi is, gaat vervolgens met hem maaien, het voeder conservceren voor den winter en het vee voederen. De heer Bertels heeft zich n.l. eene diepe praktische studie van dit alles gemaakt cn heeft zich zoo zeil tot een meester gevormd op het Landbouwgebied, die zich niet aan theorieën stoort maar praktische feiten verkondigt nadat hij ze zichzelf overtuigend heeft bewezen. Wijl dit praktische en nuttige werkje een algemeen belang geldt en onmiddellijk aan iederen boer moet worden uitgereikt, koestert genoemde heer de hoop, dat het voor reke ning van het rijk kosteloos zal worden uitge geven. In den thans jammerlijken toestand van de Landbouwers en gebrek aan Veevoeder is dit zeker zeer gewenscht Tot zoolang zijn deze Brochure's b:j den heer Bertels van de Biezen bij Barneveld aan te vragen. (Barnev. Ct.) Wanneer in 't oude Europa niets de aan dacht trekt of de gebeurtenissen, welke de belangstelling vragen, reeds tot in 't oneindige zijn besproken en beoordeeld, zooals b. v. het geval is met 't nu tot wet geworden voor stel betrekkelijk de legeruitbreiding in Duitsch- gij een goed hart hebt. Open mij de deur! Het is niet om vroolijk uit te gaan, dat ik het atelier wil verlaten. Ik bid er u om, open, open spoe dig. Toen ik heden morgen mijn vrouw verliet, had ik een droevig voorgevoel. Ik ben bang, de angst doet mijn hart ineenkrimpen „En zoo ik de deur open, wat zal er dan met mij geschieden „Hoe zal men 't weten? Ik zal het natuurlijk niemand zeggen en zoodra ik thuis geweest ben, keer ik onmiddellijk naar mijne bank terug. Dan zal men mijne afwezigheid nog niet hebben op gemerkt. Mijne goede madame Fortier, wees niet zoj wreed mij te noodzaken over den muur heen te klimmen. En ik geef u mijn eerewoord dat dit gebeuren zal, zoo gij onbarmhartig genoeg zijt mij den doortocht te weigeren. Zoo men er iets van hoort zal ik zeggen, dat gij een oogen blik buiten waart, en aat ik daarvan gebruik heb gemaakt, om het slot open te trekken. O, madame, ik sta op lieete kolen Laat mij gaan I Ik bid u, laat mij naar mijne vrouw gaan Vincent stonden tranen in de bogen en smee- kend vouwde hij de handen. Jeanne was ontroerd. „Ik leg mijne betrekking in de weegschaal,' zeide zij, „doch ik heb den moed niet u nog langer te weigeren. Ga tot uwe vrouw en moge uw angstig voorgevoel niet bewaarheid worder.I" Een ruk aan het zware touwen de deur sprong open. „Dank u! Ik dank u van ganscher harte 1" riep de werkman en liep zoo snel de beenen hem dragen konden den weg op, die naar zijne woning geleidde. „Zoo de patroon maar niet verneemt wat er gebeurd is," dacht de jonge vrouw, „ik heb misschien ongelijk gehad; doch het reglement is in sommige gevallen vtel te strengHij had tranen in de oogen, de arme Vincent! Hij houdt zooveel van zijne vrouw Haren dood zou hij niet kunnen overleven." Dan hernam Jeanne hare plaats aan het venster en zette haar werk voort. Na eene wandeling door de fabriek, was Jacques Geraud weer in de afdeeling der monteurs ge komen, waar hij de werkzaamheden wilde gade slaan, die nog te verrichten waren aan een motor met geperste lucht, die een paar dagen later moest afgeleverd wordenl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 1