BUITENLAND.
Frankrijk.
Engeland.
Oostenrijk.
Amerika.
BINNENLAND.
land en met de home-rule aangelegenheid
in Groot-Brittanniö, dan wendt men zijne
blikken naar 't Oosten en naar 't Westen en
't moet al heel raar loopen als men dan, al
uitkijkende en rondglurendeniet een of
ander incident of conflict ontdekt, of ten
minste voldoende gegevens opdoet om van
de mogelijkheid op zoo iets te kunnen ge
wagen. Zoo is door des khedive's verblijf
aan den Bosporus bij zijn leenheer, de Egyp
tische quaestie weer eens voor 't voetlicht
van het politieke schouwtooneel geruktzoo
redeneert men in de Fransche en Engelsche
pers op 't oogenblik over „een Fransch-Sia-
meesch conflict en als ware dat nog niet
voldoende voor de fantasie, heeft men ook
nog een opstand in Brazilië, in Rio Grande
do Sul, die alleen het nadeel heeft, dat hij
zoo wonder veel gelijkt op al de opstandjes
en burgeroorlogjes in de staten van Centraal
en Midden-Amerika.
Een half jaar ongeveer is de rijksdag van
1890 er aan bezig geweest en twaalf dagen
slechts de nieuwe rijksdag en toen nam hij
het met 16 stemmen meerderheid aan de
meerdeiheid van Donderdag voor de tweede
lezing was toegenomen met drie stemmen
en de minderheid was gedaald met twee
stemmen. Dal „het" was het militaire voorstel,
welks verheffing tot wet een supplementair
krediet voor 18931894 noodig maakt ten
bedrage van 71.282.547 mark, verdeeld in
23.211.848 mark voor gewone, telkens weer
keerende uitgaven en 48.060.699 voor een
maal. Voor Pruisen's rekening' komt, wat de
telkens terugkeerende uitgaven betreft, een
som van 17.302.201 mark, voor Saksen
1.701.314, voor Wurtemberg 702.946 mark.
Terwijl Donderdag zeven afgevaardigden wa
ren thuisgebleven en vijf mandaten niet ver
vuld werden, bedroegen die getallen Zater
dag respectievelijk 5 en 6 en het aantal aan
de stemming deelnemenden dus 386 afgevaar
digden. De drie stemmen meer ten gunste
van het regeeringsvoorstel kwamen van Ahl-
wardt, Leusz en Liebermann von Sonnenberg.
De redevoeringen, in de laatste zitting van
den rijksdag gehouden, waren vrij wel onbe
duidend; nog eens kwam Bebel, de socialis
tische leider, op tegen het wetsvoorstel er. de
onmiddellijke uitvloeisels ervan en wat de
overige .heeren betoogden was noch nieuw
noch interessant, alleen slaagde de vrijzinnige
Rickert er in den rijkskanselier te doen ver
klaren, dat de tweejarige diensttijd onder
zeker voorbehoud, op den duur zal worden
gehandhaafd er. dat tot dekking van dc
nieuwe uitgaven voor de legeruitbreiding noch
de brandewijn, noch het bier of levensmid
delen zullen worden belast.
De voorlezing van de keizerlijke boodschap
tot sluiting der zitting geschiedde met het
gewone vertoon door den kanselier en aan die
formule voegde hij nog enkele woorden van
dank namens den keizer en de bondsvorsteu
toe, voor de welwillendheid en de offervaar
digheid van den rijksdag woorden hem
in den mond gelegd door keizer Wilhelm
zeiven, die gedurende de zitting van het paleis
naar den rijksdag was gekomen om met zijn
kanselier en den afgevaardigde Stumm een
particulier onderhoud te hebben, dat drie
kwart uurs duurde en niet weinig opzien
baarde. De regeeringsvriend Von Stumrn en
de Pool Von Koscielski hebben hun loon voor
den ijver, in zake de legerwet aan den dag
gelegd, reeds beet; eerstgenoemde kreeg van
den keizer de Hohenzollernorde en de laatste
onder een vriendelijk compliment aan 't
adres der vaderlandslievende Polen" de
kroonorde.
Des jongen khedives uitstapje naar Con-
stantinopel, naar zijn suzerein sultan Abd
ul- Hamid, heeft reeds heel wat pennen in
beweging gebracht, zelfs heeft men weten te
vertellen, dat Turkije's heerscher bij Engeland
op vaststelling van den tijd van ontruiming
van Egypte heeft aangedrongen en dat lord
Cromerde Britsche minister-resident in
Egypte, zou worden teruggeroepen. Dat plot
seling optreden van den sultan is nogal on
waarschijnlijk 't heeft meer weg van een
verzinseltje van Britschen oorsprong, dan van
een aan de werkelijkheid ontleende mede-
deeling, doch het gerucht omtrent de terug
roeping van Cromer is minder onwaarschijnlijk,
daar men hem verantwoordelijk stelt voor des
jongen khedives uitstapje een doorn in 't
oog van JohnBuil. Brittannie zou gaarne
wat krachtiger optreden aan de boorden van
den Nijl en in verband met die gezindheid
klinkt de mededeeling van onlusten te Alex-
andrie nogal verdachtwat de Engelsche
autoriteiten echter niet heelt doen aarzelen
het pantserschip „Inflexible" naar Alexandrie
te doen vertrekken.
Frankrijks zucht om zijn Oostaziatisch ge
bied uit te breiden, 't zij door geweld of door
list, heeft geleid tot een conflict als gevolg
van 't geen de politici heeten een misver
stand", een van die ongelukjes, waaraan opzet
ten grondslag lig'c. Siam heeft reeds sinds
lang den veroveringslust der Franschen op
gewekt en Engeland loerde er ook reeds lang
op. Beide rijken nu, hadden permissie van
koning Chulalongkomden heerscher over
Siam, gekregen om, ter bescherming van hun
onderdanen, elk één oorlogsschip de Menam-
rivier te doen opvaren, doch om meer indruk
te maken, liet Frankrijk in den nacht van
Donderdag op Vrijdag er nog twee de Menam
opvaren. Dc Siameesche forten van Pack
Nom vuurden: een Franschman werd gedocd
en twee gewond; de Franschen vuurden terug
en een 40ta! Siameezen werden gedood of
gewond, zoodat 't een conflict in alle geur en
kleur is.
De bladen verlangen, dat krachtig tegen
Siam zal worden gehandeld.
Uit Saigon wordt van 16 dezer 10 u. 50
m. 's morgens gemeld: De mariniers hebben
de forten Donthang en Taphum aan den
Boven Mekhong genomen. De Franschen
hadden tien dooden en gekwetsten. De ver
liezen der Siameezen zijn aanzienlik.
Een ander telegram meldt: De Siameezen
plunderden de stoomboot Jean Baptiste Say"
en booiden haar in den grond; zij mishan
delden de bemanning, die eerst te Bangkok
werd los gelaten.
Het Siameesche gouvernement stemde
er in toe zijne troepen terug te trekken, mits
van beide zijden de vijandelijkheden werden
gestaakt.
Het Bremer stoomschip Red Sea, waarop
800 landverhuizersmeerendeels Russische
Joden, is te New York als smetvrij toege
laten, maar alle passagiers zijn, als ontbloot
van middelen van bestaan, aangehouden
zullende de overheid na onderzoek beslissen,
hoevele er op kosten der stoomvaartmaat
schappij moeien teruggaan. Middelerwijl moet
zij 100ÓO d. storten tot dekking van boeten
en kosten.
De Standard verneemt uit Konstantino-
pel dat de sultan, bij zijn onderhoud met den
Britschen gezantalle hem toegeschreven
plannen om Engeland te dwarsboomen of
een anti-Engelsch beleid in te voeren, loo
chende. De jongste Londensche berichten
deden hem integendeel hopen, dat eerstdaags
de onderhandelingen tusschen Engeland en
de Porte betreffende eene eindoplossing van
de Egyptische quaestie zullen worden hervat.
Terwijl wij onder eene tropische hitte zuch
ten en de straten wel uitgestorven schijnen,
is het noorden van Tyrol in den nacht van
den 11 en op den 12en dezer door eene
groote ramp geteisterd. Er heeft namelijk
eene wolkbreuk plaats gehad, waardoor de
dorpen Brixlegg, Wörgl en Kundl gedeeltelijk
vernietigd en vele menschenlevens verloren
zijn gegaan. De ramp werd veroorzaakt door
het plotseling zwellen en buiten de oevers
treden der Alpbach tengevolge van een zwaar
onweer. De anders zoo onaanzienlijke beek
was binnen weinige minuten tot een vervaar
lijken stroom geworden die, zijne bedding
verlaten hebbendede biunen zijn bereik
liggende huizen van den grond losscheurde
menschenvee en bruggen in dolle vaart
medesleepte en weilanden en akkers zoodanig
onder rotsblokken en groote steenen bedolf,
dat niet alleen de te veld staande vruchten
vernietigd, maar de gronden tevens voor den
landbouw verloren gegaan zijn. Onder de in
B-ixlegg vernielde gebouwen behoort ook het
theater, waarop evenals in Oberammmergau
het passie-mysterie gespeeld wordt, alsmede
het postkantoor; de postmeester heeft bij de
ramp het leven verloren. In het bij de toe
risten zoo bekende Jenbach, van welk dorp
men naar het Zillerthal en de Achensee reist,
luiden de berichten even treurig. Toeristen
en dorpsbewoners, die des nachts in hunne
bedden door het water verrast werden, moesten
tot aan hunne borst door de woedende golven
waden om hun leven te redden. In Wörgl,
waar de spoorlijnen uit Munchen en Salzburg
bij elkaar komen, kon de sneltrein niet verder
gaan en hebben de reizigers den nacht in de
waggons moeten doorbrengen.
Uit latere berichten ervaart men nog dat
in Brixlegg, waar de meeste schade geleden
is, reeds zes menschen worden vermist. Daar
het verkeer met de dieper binnenwaarts ge
legen dorpen nog door het water gestremd is,
heeft men uit die streken slechts onvolkomen
berichten, maar zooveel weet men reeds, dat
de door het onheil veroorzaakte schade zeer
groot is.
De berichten omtrent Brazilië en den op
stand in Rio Grande do Sul luiden verschil
lend, ja spreken elkander rechtstreeks tegen.
In strijd met het gemelde omtrent eene
bezetting der stad Rio Grande door de op
standelingen werd te Londen bericht ontvan
gen dat de stad ontzet isde blokkade
opgeheven en de revolutie onderdrukt.
Volgens andere berichten evenwel is men
nog lang zoo ver niet en worden door de
regeerings marine nog slechts toebereidselen
gemaakt om Van der Kolk's flotille aan te
tasten.
Via Portugal komen intu schen no<* weer
geheel andere berichten, volgens welke ook
ie Rio Janeiro revolutie en omverwerping van
den president werd verwacht. De toestand
is er, volgens deze berichten, zeer ernstig
en de regeering nam maatregelen als voor
den staat van beleg. Een Engelsch oorlogs
schip was aangekomen en een Portugeesch
werd er verwacht.
In een telegram uit Valparaiso aan de
New York Herald weer wordt Van der Kolk's
toestand te Rio Grande als hoogst gevaarlijk
(voor hemzelven) voorgesteld. De Brazili-
aansche kruiser Republican ligt voor de haven,
zoodat de schepen der opstandelingen heen
noch weer kunnen. De insurgenten aanvoer
ders Salgado en Saraiva werden met 3000
man ieder oogenblik voor Rio Grande ver
wacht.
Een telegram uit Rio de Janeiro aan
de Timesvan 15 dezermeldt dat het
stoomschip Jupiter, onder bevel van Vander-
kolk, den vcrigen avond te Santa Catarina
door het Braziliaansche oorlogschip Republica
genomen is. Vanderkolk en al de andere
opvarenden zijn gevangen genomen. Ook het
stoomschip Italia is opgebracht.
Awo—naiamm—emmmj
WAALWIJK, 19 Juli 1893.
Bij de gisteren gehouden "verkiezing van
4 leden voor den gemeenteraad waren uit-
uitgebracht 201 stemmen.
Van onwaarde 4 stemmen
Volstrekte meerderheid 99
Gekozen de heeren
J. Timmermans VVz. met 158
C. G. van der Heijden 145
Jac. Gragtmans 141
Al. Verbunt 131
aftredende leden.
Tal van stemmen waren op verschillende
personen uitgebracht.
De Waahvijksche kermis van 1893 is
thans achter den rug; over 't geheel was ze
gekenmerkt door een zekere lusteloosheid en
slapteeen gevolg wellicht van de minder
goede tijden en zeker ook wel van het wei
nige, dat zij in zake van kermisvermakelijk
heden het groote en kleine publiek had aan
ie bieden.
De bals van de Waalwijksche Kolfclub en
van Recht door Zee in de Kolfbaan bij den
heer Bcsier, dat in het hotel Verwiel, en die
van de liedertafel en Oranje doelen op Musis
Sacrum, waren druk bezocht. Het laatste had
dit eigenaardigs, dat de balgevende heeren
op eene heel enkele uitzondering na zonder
dames verschenen en zich bepaalden tot het
onder vroolijke gesprekken drinken van een
goede flesch in eenen hoek der zaal. Gulle
vriendelijkheid zat daarbij voor en allen amu
seerden zich uitstekend.
Ook in het Café Van Kregteri, waarin een
groot orchestrion uitstekende dansmuziek
uitvoerde, werd druk gedanst. In de andere
gelegenheden veel minder dan anders.
De soirées, gegeven bij de erven Van Riel
door de familie Nieuwenhuizen en in het
Café A. J. Gerris door de familie Slips, had
den veel toeloop en verdienden dit ook in
alle opzichten.
Op straat was 't niet zoo ordelijk als de
twee laatste jaren. In 't begin der week reeds
werden op verschillende tijden drie verwon
dingen toegeb-acht, waarvan de daders be
kend zijn.
Zaterdagavond werd een persoon in arrest
gestelddie weigerde inlichtingen aan de
politie te geven omtrent zijne rustverstorende
handelingen; toen zijne kameraden die daarop
verstrekten, werd hij weder losgelaten en kon
hij met hen huiswaarts gaan. Öp een gegeven
oogenblik echter werden steenen geworpen
naar de politie, die dan ook handelend optrad
en zich gedwongen zag, tot tweemaal toe de
menigte waaruit steeds projectielen op de
politie geslingerd werden uiteen te drijven.
Ook Zondagnacht was 't op straat min of
meer rumoerig, maar de orde werd niet ver
stoord.
Bij den aanvang der zitting van de pro
vinciale staten op 11 dezer werden de ge
loofsbrieven van den heer P. L. Honcoop, te
Heusden, onderzocht en in orde bevonden en
adviseerde de commissie tot onderzoek dier
geloofsbrieven tot toelating, betreurende de
voorgevallen vergissing en de hoop uitende
dat zoo iets niet meer gebeuren zal. De
commissie wilde voorts dat de griffier worde
opgedragen in het vervolg binnen 3 dagen
na de ontvangst der geloofsbrieven daarvan
den betrokkene kennis te geven.
De heer Honcoop legde daarop in handen
des voorzitters de gevorderde eeden af en
neemt zitting.
Door den griffier der staten was aan de
leden het volgend schrijven rondgezonden
naar aanleiding der vergissing in zake de
geloofsbrieven van den heer Honcoop, die
tijdig ingezonden, doch op een der bureaux
waren verdwaald geraakt.
Naar aanleiding van het feit, dat na afloop
uwer zitting van gisteren de geloofsbrieven van
den heer Honcoop, benoemd lid der Staten, zijn
gevonden in het bureau van den commies-chef
der afdeeling //Gemeentezaken" en wel op diens
lessenaar onder stukken allen begrepen onder
//Verzamelstukken en Statistiek", zij het mij ge
oorloofd uwe vergadering mededeeling te doen
van den uitslag van het onderzoek, onmiddellijk
deswege door mij ingesteld.
De stukken zijn gevonden door den op het
bureau van „Gemeentezaken" werkzamen adjunct-
commies le klasse, den heer Sterk, dadelijk nadat
de heer Jansen op diens lessenaar had in concept
ebracht den brief aan den heer Honcoop, hou-
ende mededeeling van het besluit uwer verga
dering en wel onder eene verzameling stukken
op den lessenaar liggende van den heer Jansen,
welke verzameling door den heer Sterk werd
onderzocht, om te zien of daaronder aanwezig
was eene gevraagde statistieke opgaaf aangaande
onderwijs.
Het begeleidend schrijven van den heer Honcoop
draagt de dagteekening van 28 Juni 1893. Met
het oog op de postgelegenheid tusschen Heusden
en 's Bosch (drie malen daags) kan worden aan
genomen, dat de brief met de avondpost van dien
dag ter provinciale griffie is ingekomen en den
daarop volgenden dag met de overige ingekomen
stukken door den commies-chef der afdeeling
„Expeditie" der» heer G. Krugers geopend.
Bij de opening en sorteering van brieven en
stukken wordt de heer Krugers geregeld bijge
staan door den ambtenaar Steures, doch vermits
29 Juni een II. K. feestdag was en op feestdagen
geen der ambtenaren buiten hooge noodzakelijk
heid tot dienstverrichting verplicht wordt de
opening van brieven op 't expeditiebureau uit
gezonderd heeft de ambtenaar Steures dien
dag geen bijstand verleend.
Van de veronderstelling uitgaande dat dien
dag met de brieven en stukken is gehandeld
zooals gewoonlijk geschiedt, dan zijn die, waar
van de onmiddellijke bezorging op het kabinet
van den heer commissaris der koningin moet plaats
hebben, na stempeling te dier plaatse bezorgd,
en de stukken betrekking hebbende op statistiek
en zaken van zeer eenvoudigen aard, zooals: ver
zoeken aangaande jacht en visscherij, nat. militie,
mededeelingen van plaats gehad hebbende ge-
meenteraads- en waterschaps-verkiezingen, door
een der boden gebracht op de bureaux, waartoe
ze behooren. Stempeling van die stukken heeft
niet plaats.
Op welke wijze nu kan de brief van den heer
Honcoop gekomen zijn onder de stukken, bestemd
om rechtstreeks gebracht te worden op het bureau
van den heer Jansen, waartoe die brief niet be
hoorde? Geen andere verklaring is mogelijk dan
dat de brief en bijlagen door den heer Krugers
zijn beschouwd als stukken, vallende onder de
zoo even bedoelde die van eenvoudigen aard.
Te meer nog is die verklaring de eenig mogelijke
omdat de brief niet gestempeld is en gevonden
onder eene verzameling, wier inhoud bevatte
opgaven betreffende onderwijs enz. en toezending
van een procesverbaal van gemeen teraads-ver-
kiezing te Waspik.
De opmerking kan niet ontgaan worden, dat
geene vergissing mogelijk is wanneer de heer
Krugers van den inhoud der brieven en stukken
zich voldoende overtuigt.
Het zij mij vergund er op' te wijzen, dat wie
belast wordt met sorteering van stukken, spoe
dig moet krijgen eene zekere -mate van bedreven
heid, om met een enkelen oogopslag de stukken
van statistiek en soortgelijken te onderscheiden
van die van anderen aard. Eene kennisneming
van den inhoud is bij het sorteeren niet strikt
noodig; lezing van het in den regel in margine
vermelde onderwerp is voldoende; niet zelden is
het zien der bijlaag genoeg om te klasseeren.
B. v. om een brief ten geleide van een proces
verbaal van verkiezing, gewoonlijk uit slechts 2
a 3 regels bestaande, zonder lezing te onder
scheiden van andere brieven, let men eenvoudig
op het in margine van den brief vermelde onder
werp, of op de bijlaag, waarvan het hoofd begint
met het gewoonlijk in grooter letter gedrukte
woord „procesverbaal."
Krijgt men de bedrevenheid om spoedig den
aard der stukken te kennen niet, clan is men
met het oog op het groot aantal stukken, welke
dagelijks ter provinciale griffie inkomen, voor
dat werk niet geschikt.
Het mag niet worden ontkend, dat bij het
sorteeren van stukken en het klasseeren voor de
verschillende afdeelingen, meermalen vergissingen
worden begaan.
Zoodanige vergissingen zijn echter weinig van
beteekenis en kunnen hoogstens een dag lang
blijven bestaan, wanneer de chef der afaeeling
of die hem bij afwezigheid vervangt, niet nalaat
dadelijk ot stellig in den loop van den dag te
doen wat een geregeld en ordelijk beheer op het
bureau vordert, namelijk de ontvangen stukken
na te zien en te overhandigen aan de onder zijne
leiding werkzame ambtenaren tot het verrichten
der werkzaamheden, welke die stukken vorderen.
Zulks schijnt met de verzameling, op 29 Juni
1893 bezorgd op de afdeeling „Gemeentezaken,"
niet te zijn geschied, en dat verzuim moet der-
haJve als de oorzaak worden beschouwd van het
blijven voortduren der op de afdeeling „Expeditie"
begane vergissing.
Was toch de brief van den heer Honcoop, waarin
diens stukken waren vervat en die blijkbaar door
den heer Krugers is beschouwd als een brief,
geleidende een procesverbaal van verkiezing van
gemeenteraadslid of leden, op het bureau van den
heer Jansen door dezen overhandigd aan den
ambtenaar, die met het werk welk die stukken
vorderen is belast, dan had die ambtenaar bij het
verrichten van den arbeid dadelijk de vergissing
van den heer Krugers bemerkt en daarmede de
fout hersteld.
Hoe noodlottig de gevolgen van het op dat
bureau gepleegd verzuim ook zijn geweest, ik
mag misschien wijzen op een mogelijk eenigszins
verzachtend punt.
Het bureau van den heer Jansen is het meest
omvangrijke. Van den uitgebreiden werkkring
daar, zal het college van gedeputeerde staten en
bepaaldelijk uw geacht medelid de heer Mutsaers,
wiens werkkring bij gemeld college bijzonder dat
bureau betreft, wel gelieven te getuigen.
Nu kan ik mij goed voorstellen, dat wanneer
de daar werkzame ambtenaren allen hunnen tijd
op 30 Juni en volgende dagen besteedden aan
een of ander gewichtig, of zeer omvangrijk werk,
zij niet gedacht zullen hebben aan de inzage der
dagelijksche stukken van gewoon administratieven
aard. Hoe noodzakelijk zulks toch is, blijkt hier
wederom.
Het is zeker voor den heer Honcoop hoogst
onaangenaam geweest, dat zijn pertinente ver
klaring van den geloofsbrief met bijlagen te
hebben ingezonden, moest wijken voor die van
den heer Krugers, dat die stukken niet waren
ingekomen. Laatstgenoemde, die met mij over
het ernstige der zaak herhaaldelijk heeft gespro
ken, wierp zoo beslist mogelijk elk denkbeeld
van vergissing verre van zich, een beroep doende
op zijne meer dan'gewone oplettendheid in deze,
vermits hij den heer Honcoop had herinnerd aan
de inzending. Ook het onderhoud, dat de heer
Krugers naar diens bewering met den heer Hon
coop jl. Dinsdag had, en waarin deze eene
weifelende houding aannam, versterkte bij hem
de meening dat zijnerzijds geen vergissing bestond.
Mijnerzijds moest ik de verklaring van den heer
Krugers aannemen, eensdeels omdat hij alleen
is belast met dc opening van stukken, ten an
dere omdat ik dien ambtenaar ken als een trouw
en actief persoon, zeer bezorgd ten aanzien van
stukken van eenig belang, zooals een geloofsbrief
is, wanneer deze door benoemde leden uit de
handen is gegeven.