RA. VAN WiJGK, 1 Advertentiën, WASDOEKEN, Lancaster IQSBIJIII£ Ingezonden stukken. TIENDEN. W4M1III, Behangselpapier, Tapijten en W KARPETTEN, vanaf f2.75 en 2 COGOSMATTEN. h vanaf 21 ets. Te gereed er nog werd twijfel aangaande eene mogelijke vergissing van dé zijde des lieeren Krugers bij mij weggenomen, toen ik uit den door den heer I-Ion coop op Woensdag ingezonden geloofsbrief met bijlagen bemerkte, dat twee der bijlagen de dagteekening droegen van 23 Juni 1893. Onmogelijk toch kon de heer Honcoop die bijlagen nog in handen hebben wanneer ze, zoo als hij beweerde, verzonden waren. Wat is mij echter na onderzoek gebleken ten aanzien van een dier bijlagen Dat de verklaring van inge zetenschap der provincie door den wethouder tier gemeente Hensden den heer Van Beest bij vernieuwing is afgegeven op 4 dezer, doch dat de dagteekening van 28 Juni is behouden ge bleven. Had de wethouder van Hensden op net stuk doen blijken, dat dit bij duplicaat was af gegeven, dan ware in de zaak ten voordeelc van den heer Honcoop eenig licht ontstoke-. Laat ik nog opmerken dat toen Dinsdag mor gen de heer Krugers mij den geloofsbrief van den heer van Tienhoven bezorgde en mededeelde dat de geloofsbrief van den heer Honcoop niet was ingekomen, ik niet anders dacht dan dat de heer Honcoop zijne stukken in de vergaderzaal zon overhandigen. Intusschen het gebeurde ligt er. Niemand kan om eene neg al bekende reden, meer spijt ge voelen dan ik. Het verzuim der ambtenaren is voor mij even onaangenaam geweest als voor den heer Honcoop. Echter het leed vergetend dat mij is aangedaan door geuite denkbeelden, die waarlijk niet klakkeloos hadden mogen zijn geuit, heb ik slechts gedacht aan het hoogst on aangename dat den heer Honcoop is overkomen, en niet geaarzeld onmiddellijk als hoofd der griffie, schriftelijk Z.E. mijn leedwezen te betui gen. Ik meende zulks verplicht te zijn ter wille van den eerbied aan uwe vergadering verschul digd. Bij mij is die eerbied te groot, dan dat ik mij op zoo'n oogenblik zou hebben laten beheer- schen door persoonlijke consideration Mijne Heeren, op al de ambtenaren der pro vinciale griffie zonder onderscheid, heeft het gebeurde een diepen indruk gemaakt. Zij hebben er uit geleerd dat eene aanvankelijk kleine ver gissing wordt ze niet ontdekt groote ge volgen kan hebben, en dat daarom de verant woordelijkheid in hunnen werkkring niet gering is. Het is voor mij opbeurend dat allen het onaangename, dat in de zaak ook voor mij gelegen is, ten volle beseffen. Heelt uwe vergadering vol komen recht om in deze een strenge afkeuring uit te spreken, ik hoop, dat zulks zal achterwege, blijven. Ter wille van twee laat ik u verzekeren uit stekende ambtenaren, bepleit ik bij U verzachtende omstandigheden, al ware het slechts op grond van het overoude maar daarom niet minder ware spreekwoord „Errare humanuni est." Met verschuldigde hoogachting heb ik de eer te zijn UWE GRIFFIER, 's Bosch, 7 Juli 1893. De handel tn hoornvee in de Lang straat was bij geringen aanvoer tamelijk vlug, Prijzen als volgtkalfkoeien f 150 a 180, dito vaarzen f 140 a 160, hokkelingen en jarige kalveren f 40 a 60, nuchtere kalveren f 8 a 12; slachtvee le qual. 60 a 65 ct2e qual. 55 a 60 ctvette kalveren 80 a 85 ct vette varkens 56 a 57 ct. per Kg. (schoon); biggen f 7 a 12 berekend naar f 1.50 a 2.— per week. Boter i 1.02 a 1,17 per kg. Eieren f 4 per 100 stuks. Hooi. De handel was stil; prijr le qual. f 28, 2e qual. f 20 per 500 Kg. De handel in aardappelen in de Boven Langstraat was zeer levendig. Bij de kleine maat werden'zij tegen 20 a 25 ct. per 5 L. verkocht, terwijl zij per Hl. f 3.a 3.50 afdoen. Te Vlijmen, Waspik, Meeuwen, Dongen en Terheiden is op de druk bezochte tiend verpachtingen geen bod gedaan. Te Geer- truidenberg en in den omtrek dier plaats hebben de boeren besloten, eveneens te handelen. Zij kwamen overeen om f 100 personeele boete te betalen bij woordbreuk in deze, en voorts dat ieder, die een schuur of andere bergplaats afstond tot berging van de tiend, een boete van f 10 zal verbeuren. Te Baardwijk zijn Zondagnacht weder een paar ruiten ingegooid. Over den toestand te Drunen zie men hier onder. Te Waalwijk is gisteren avond eene ver gadering van landbouwers gehouden; besloten is geen tiend af te geven en de kosten van eventueele processen voor gezamelijke reke ning te nemen. Te Sprang moet het van nacht erg gespannen hebben, tengevolge van de aan wezigheid van een der tiendheffers. Bijzon derheden zijn ons nog niet bekend. Aan de Nationale Postduivenvlucht van. Tessel op 16 Juli 1893, uitgeschreven door de vereeniging „De Postduif," te Alkmaar, namen de volgende vereenigingen deelï De Postduif van Waalwijk, de Mervvede- vlucht v. Dortrecht, de Reisduif v. Kralingen, de Ooievaar v. 's Gravenhage de Hoop v. Weesp, de Luchtpost v. Amsterdam, de Snel- vlieger v. Plaarlem, Kennemerland v. Bloe- mendaal, de Luchtpost v. Purmerend, en de Postduif v. Alkmaar. De Postduif van Waalwijk behaalde de drie eerste en den negenden prijs. le prijs P. Schoemans, f 25,— en verguld - zilveren med. 2e prijs J. van Steensel f 15, en zilveren med. 3e prijs J. van Steensel, 10.— en bronzen med., welke medailles alle zijn uitgeloofd door Z. E. de minister van oorlog, 9e prijs H. Snaphaan, f 5,—. Als men nagaat dat de afstand Tessel— Waalwijk is 152.4 Kilometer, dat de wind Zuidwest was met veel regen, dan kan men zeggen dat de duiven zich kranig 'gehouden hebben. Belasting vermindering De Staten van Noordbrabant hebben be sloten tot vermindering der opcenten op de grond- en personeele belastingen, te beginnen met het dienstjaar 1894. De vermindering bedraagt voor de grondbelasting 2 opcenten op de gebouwde en 9 op de ongebouwde eigendommen en voor de personeele belas- ting 2, zoodat de opcenten voortaan zullen bedragen 20, 22 en 17. De (Ojarige J. v. L te Gemert, is op treurige wijze verongelukt. Hij sprong uit de nog in gang zijnde tram, met hel gevolg dat hij viel en onder de wagens terecht kwam. De beide beenen werden verbrijzeld en eenige uren later is hij overleden. re Nijmegen is Zaterdagavond in kor ten tijd het magazijn van den heer J. A. Levy, groothandelaar in lompen en glaswerk, met diens woning gelegen aan het „Glashuis" geheel uitgebrand, en evenzoo het koetshuis van den heer J. W. Janssen, aldaar. Van daar sloegen de vlammen over naar de be huizing van den landbouwer De Zwart, in de Papengas, welke ook geheel uitbrandde, ter wijl diens pas geborgen oogst van hooi en rogge mede daarbij verloren ging. Het hotel „De Gouden Leeuw" van den heer Janssen, dat ook groot gevaar liep, bleef door het Krachtig optreden der brandweer, met behulp der waterleiding, gelukkig gespaard. De oor zaak van den brand is onbekend. Alles was verzekerd, behalve de oogst van den land bouwer De Zwart. Moordaanslag Zaterdagmiddag tegen half vier heeft in een logement, Goudbloemstraat 25, te Am sterdam, een moordaanslag plaats gehad. Zekere Bakker woonde daar reeds sedert langen tijd met eene vrouw samen. Een vak oefende hij niet steeds trachtte hij door bedelen in zijn onderhoud te voorzien. Hij gaf zich voor verlamd uit, en wist zoo het medelijden der mcnschen op te wekken. In tusschen stond hij bij de politie vrij slecht aangeschreven, daar hij in de gevamrenis te Leeuwarden o. a. 15 jaren had doorgebracht Zaterdagmiddag zat hij in de gelagkamer, in gezelschap van de vrouw, die huiselijke bezigheden verrichtte. Plotseling sprong hij op, haalde een mes te voorschijn en bracht haar daarmede een wond onder het hart toe. De logementhouder en zijn vrouw, die in het vertrek aanwezig waren, schoten ijlings toe, en voorkwamen gelukkig een nieuwen aan val. De vrouw zakte ineen, en werd naderhand naar het Binnengasthuis overgebracht. Men hoopt haar in het leven te houden. Bakker was onderwijl naar het politiebureau geloopen, waar hij zijn misdaad aangaf, en natuurlijk in hechtenis werd genomen. De moordaanslag schijnt met voorbedachten rade geschied te zijn. Herhaaldelijk toch heeft hij zich uitgelaten, dat hij van plan was de vrouw te dooden. Vrijdag had hij svat geld weten te bemachtigen, waarvoor het mes gekocht was. Jaloezie wordt als oorzaak van het misdrijf genoemd. Bczooien, Uitslag der verkiezing voor 3 raadsleden Kiezers 114. Uitgebracht 110 stemmen. Onwaarde geen. Gekozen de heer C. G. Verwiel 86 stemmen. Herstemming tusschen de heeren W. A. A. Brokken 55 stemmen. J. F. van der Geld 50 H. L. van Delft 48 L. van der Hammen 42 Voorts kreeg de heer G. C. Rubbens 15 Gapelle. Uitslag der verkiezing voor 2 raadsleden. Uitgebracht 114 stemmen. Herkozen de heeren G. Vermeulen Wz. en W. Quirijns. Baardwijk; 19 Juli. Uitslag der verkiezing voor 3 raadsleden Aantal kiezers 142 Uitgebracht 125 stemmen. Herkozen de heeren J. A. J. van Heijst, 121 stemmen. C. van Helvoirt, 117 A. de Kort, 80 De heer L. van Herpt bekwam 47 stemmen. Druuen 15 Juli 1893 Reeds eenige dagen is men hier begonnen met het maaien dei- rogge, hetgeen ruim 14 dagen vroeger is dan andere jaren. Op de hoogst gelegen landen is het stroo kort en spichtig, en de aren zijn zeer klein, wat natuurlijk een halven oogst oplevert. Integendeel op lageren en beteren grond staat de rogge uitmuntend te velde. Kvenzoo is het met aardappelen en andere vruchten. 18 Juli. Zondag avond was er weder eene vergadering belegd door de tiendplich- iige boeren van Drunen, ten huize van J. H. Jansen, waar honderden menschen waren saamgekomen. Men was 't op de vorige vergaderingen nog niet eensgeworden, evenmin j.l Zondag, doch gisteren morgen ging dit beter; toen besloot men rond te gaan met een inteekenlijst, vóór of tegen aankoop van tiend. De uitslag hiervan wasvóór aankoop. Dinsdag morgen toog men naar den ontvanger de^ registratie om dat zaakje te bewerken gaat het er door, dan moet iedere tiendplichtige per hont of bunder bijdragen en kan ieder zijn eigen koren naar huis halen. Naar men zegt is op deze manier te Nieuwkuik ook alles in het reine gebracht. Er is niets tegen, dat men eene vergadering houdt, maar het is af te keuren dat na afloop van zoo'n vergadering altijd op eenige plaatsen ruiten worden stukgegooid of andere baldadigheden gepleegdzooals Zondag weder op 4 plaatsen geschied is. Buiten verantwoordelijkheid der redactie Bezooien, 18 Juli 1893. Mijnheer de Redacteur Overtuigd uwen lezers een dienst te-bewij zen, verzoeK ik u vriendelijk onderstaand artikel over te nemen, dat als «ingezonden" prijkt in de Protestantsche Nocrd-Brabanter van Zaterdag 15 Juli: Met groote inspanning, met groote bevreemding en met groot genoegen hebben wij de missive van den Heer Griffier gelezen. lo. Met inspanning, wantde stijl was taai, haast onverteerbaar taai. 2o. Met bevreemdingwant wij zouden gedocht hebben, dat het onderzoek niet had moeten worden opgedragen aan een der ambtenaren, onder ol door wien de vergissing had plaats gehad, ook niet aan den hoofdambtenaar, die voor en na de verkiezing en tijdens het onder zoek eene houding heeft aangenomen, die niet den waarborg geeft, welke noodzakelijk is, na melijk dat het onderzoek door een strikt on partijdig man is geleid. Gij weet, Mijnheer de Redacteur, dat er vroeger een baantje was van Prügeljunge. Als de zonen van adellijke geslachten onderwijs kregen, dan nam steeds een jongen uit het vol'k deel aan de lessen. Was de jongeheer lui koppig of slordig, dan moest er straf gegeven worden. De stokslagen kwamen echter niet neer op den rug van het heertje, maar op dien van den Prügeljunge. De Prügeljungen 'zijn nu geweest de II. II. an Beest Krüger en Jansen. 3o. Met genoegen want de stukken zijn terecht. Versta het goed, Mijnheer de Redacteur! zij zijn terecht. Wij hadden reeds alle hoop laten varen. En wij spreken uit ervaring. Is er niet een heel archief van het Polderbestuur van Elshout verdwenen, een archief, dat de tegenwoordige Secretaris van het Polderbestuur en zijn voor ganger vruchtcioos hebben gezocht. Én hoort men niet mompelen in Heusaen Maar laten wij ons eigen genoegen niet vergallen en geen oude koeien uit de sloot halen. Wij zijn zeer in onzen schik, voornamelijk om den briefschrijver. Het Fatum, dat op hem scheen te rusten wordt vermoeid Z.Ed. langer te drukken. Was er vroeger wat weg, dan bleef het weg. Nu duurt dc verdwijning maar een naar dagen. 1 Het zal nog wel beter komen. Nu zijn de stukken schrikkelijk toevallig ge vonden, gelijk te lezen staat in de tweede alinea van den bovengenoemden brief, eene alinea, die waardig is opgenomen te worden onder de meesterstukken van de heröen onzer schrij vers- Zóó munt ze uit door duidelijkheid en helderheid en beknoptheid. Late. raakt er niets meer weg. Alles gaat ge leidelijk, evenals in de Natuur. Maar Mijnheer de Redacteur wij zijn blij nog om eene andere reden, Als alle wenscnen, die de vorige week in een paar dagen zijn uitgesproken, ook maar voor een tiendepart in vervulling waren ge gaan waarlijk het zou nog genoeg zijn ge weest, om eene geheele bevolking van eene stad als Amsterdam voor eeuwig ter helle te doemen wat had dan één man wel moeten ondervinden. Maar alles is terecht., de heilwenschen zijn teruggenomen en alles is in orde. Wij leven in blijde hope. Als wij maar ge duld hebben, dan komt misschien ons archief ook nog terecht. Wie zal dan de Prügeljunge zijn? 14 Juli '93. ELSHOUT en Cie. Zelfs na het verschijnen van den mooien brief schijnen goed'ingewijden niet tevreden! Zelfs na het slikken van den bitteren pil, waarvan de schrijver verlossing hoopte, denken er die heeren waarachtig nog het hunne van! 't Is niet netjes Mo.ar als er zelfs heele archieven van doorgaan dan zal liet vak van Prügeljunge een goed betaald postje worden. Niet zoo haastig, Elshout en Cie Hebt jeduld en troost u, want: met voorbijzien vaij. eigen leed zal ik slechts denken aan uwe verloren archieven X. Ik zal ook eens informeeren, M. d.R., wat er te Heusden kwijt is. Die Elshout en' Cie schrijvenik moet welen wat dat betee- kent en als het niet te erg de reukorga nen plaagt, dan kom ik het u vertellen Over dit onderwerp wordt zooveel gesproken, zooveel opgeruid en zooveel onzin verkocht, dat het mij niet ondienstig voorkomter een kalm woord over in het midden te brengen. De meeste courantenberichten vermelden slechts het verzet dat de eigenaren van tiendrechten ondervinden en hoe het bij verkoopingen van tiend vruchten toe gaat; cie zaak zelf wordt echter zelden behandeld. Het tiendrecht dateert niet van vandaan of gis teren; liet wordt reeds aangetroffen bij de oude heidenen in den vorm van een offerande aan God. Later onder het Christendom werden de tienden geheven ten behoeve van den heer van den Lande als eene vergoeding voor het gebruik van den grond. Door hem werden de tiendrechten meer malen verkocht of anderen daarmede begiftigd. In de toenmalige samenstelling der maatschappij pasten de tienden volkomen, zij werden uit de toestanden "geboren. Gedurende de laatste honderd jaren onderging echter de maatschappij eene radicale verandering; de begrippen, de toestanden werden gewijzigd, met het oude weid op vele punten gebroken en wel zoodanig, dat door velen wordt beweerd dat de tienden niet meer in de tegenwoordige maat schappij passen. Dit alles kan echter niets afdoen aan het rechts geldig bestaan van het tiendrecht; wel kan het eene opwekking zijn voor eigenaren van het tiendrecht en voor de tiendplicntigen om de han den in een te slaan en bij overeenkomst het recht de wereld uittehelpen. Zuó begreep het ook de Nederlandsche wetgever, die bij de wet van 1872 den eigenaar ran het tiendrecht de verplichting oplegt om dit te doen alkoopen tegen eenen bij die wet vastgestelden maatstai. Nooit mag echter het verouderd zijn van het tiendrecht eene oorzaak tot verzet worden tegen da', rechtnooit mag daarin aanleiding worden gevonden om geweld te plegen tegen de eigenaren ol hunne lastgevers, dat zijn de koopers der vruchten en hunne werklieden. Het zou ook wat moois worden. Stel eens dat een der grootste schreeuwers over de tienden eene zekere som geld had te vorderen van den eige naar van het tiendrecht uit kracht van eene schuldbekentenis van de vorige eeuw, ondertee- j 0I' n °vergr..otvader van dien eigenaar en dat nu deze om betaling wordt aangesproken en allerlei, gemeene middelen beproeft om zijn schnldeischer die som door den neus te boren. Wat zou die schreeuwer tegen het tiendrecht wel niet doen Zou niet de geheele Langstraat moeten liooren van dien lagen schuldenaar? En wat doet die veronderstelde schuldeischer nu anders? Precies hetzelfde wat hij in zijne tegenpartij zou laken. Geen middel is hem te gemeen, te laa°" om zijn doel het niet betalen van tiend te bereiken. IIij bekommert er zich hoegenaamd niet om dat het tiendrecht een deel van het ver inogen zijner tegenpartij uitmaakt en deze de waarde heeit moeten betalen om het te verkrijgen Hoe zou hij kijken als het volk zijn huis eens kwam afbreken? Moord en brand zou hij schreeu- wen over liet verlies van zijn eigendom, maar als een ander door zijn toedoen liet tiendrecht ook diens eigendom verliest, juicht hij. Dat een Boer geen tiend wil koopen en geen deel van zyn vruchten wil afstaan, wie zal hem dit euvel duiden? In het eerste is hij geh el vrij en in liet tweede geval staat het aan den eigenaar van het tiendrecht om hem in rechten tot zijn plicht te brengen. Ontkent de tiendweigeraar dan het rechtmatige der vorderingdan zal de rechler de zaak uit maken en komt hij op deze wijze af van eene verplichting, die niet meer met de hedendaagsche toestanden strookt, wie zal daar iets tegen hebben? Maar een proces durft de weigeraar niet aan, daar hij bij zich zelf' geheel van het recht van den ander overtuigd is. Slechts sluipmoordenaars- middelen gebruikt hii om zijne tegenpartij te bestrijden, ilet open vizier komt hij niet in het veld. Aan het recht van den tiendeigenaar zal dan ook wel weinig te doen zijn; want niet alleen bezit bijna ieder behoorlijke titels, maar bovendien wordt het recht docr verjaring verkregen; eene leer, die reeds sedert eeuwen in Nederland ge golden heeft. Laat ik nu trachten afzonderlijk de belangen te behandelen van de grondeigenaren, de huurboeren en de opgewonden en opgestookte menigte. Gelakt de onderneming waarop echter al heel weinig kans bestaat dat is, geeft de eige naar van het tiendrecht zijn recht op, dan wordt de grondeigenaar gebaat. Zijn land stijgt in waarde. Zoo hij het zelf bebouwt krijgt hij meer opbrengst en zoo hij zijn grond verpacht meer huur. Hij is dan ook veelal de hoofdschuldige van liet verzet en sommigen onder hen weten heel goed waarom zij geld en drank aan de menigte doen verstrekken om hen op te winden tegen de vertienders. En nu de huurboeren. Arme stakkers, die het toch reeds zoo zwaar te verantwoorden hebt in deze voor u slechte tijden, gij zijt onnoozeL genoeg om u te laten opstoken en tiend te wei geren en daardoor u zelf te benadeelen. üm den vertiender vóór te zijn en niet in rechten te worden vervolgd moet gij uw oogst te vroeg, dat is onbekwaam, dikwijls bij nacht, binnenhalen, gij loopt gevaar dat alles bederft en wat kunt gij winnen Wanneer de tiend eens moet ver vallen eenig voordeel gedurende uw loopend huurcontract lang niet opwegende tegen het zoo even vermelde nadeel. En na afloop van uw huurcontract? Wel natuurlijk --snapt gij het niet? de grondeigenaar vraagt meer huur en J Plu,it de vrucht van uw werk en van het £®^aai' "at &U geloopen hebt in een proces ge wikkeld te worden. s Eindelijk de opgeruide menigte, lerwijl de eigenlijk schuldige thuis zit, zonder ander gevaar dan meteen kloppend hart en er aan denkende wat zijne opruiing, zijn geld en zijn drank zullen uitwerken, maakt gij - die echter met drnirf Z- ?ietS te makeu hebt op straat veel diukte, gij schreeuwt en tiert tegen de tiendhef- s, gij verzet u tegen de politie, handhaafster van recht en orde. En wat kunt gij winnen? Hoegenaamd niets. En verliezen? Gij staat bloot aan gevangenisstraf en sabelhouwen en houdt uw geweld aan dan vallen er eenmaal onder het lood der overheid eenige dooden onder u. Dan zal er geschreeuwd worden dat onschuldigen zijn ge vallen, hetgeen allicht werkelijk het geval zal zijn, maar aan wie hebt gij dit te wijten? Aan u zelf en aan niemand anders. Gij hebt u laten opstoken de kastanjes voor anderen uit hef vuur te halen. Een vriend van orde en recht. HUISSCHILDER h blijft zich steeds beleefdelijk aanbe- 'V velen tot het LEVEREN van H g waarvan hij momenteiijk met het oog op den aanstaanden SCHOONMAAK M RUIM is voorzien. Depót van tel en groote VOORRAAD

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1893 | | pagina 3