Nummer 81. Zondag 8 October 1893.
16eJaargang,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
DE BRORDDRUGSTER.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
V
BUITENLAND.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Haal wij hsche en Langsiraafsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag: en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 1 7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
't Komt naar aanleiding van conflicten
tusschen een of andere Europeesche mogend
heid en de vorsten van Aziatische en Afri-
kaansche rijken, niet zoo licht tot een inter
nationaal conflict, doch wel maakt zoo'n mo
gendheid soms een lawaai als liepen haar
belangen 't grootste gevaar men kan dan
den „barbaar" met meer kans op welslagen
geducht plukken Zoo hebben nu een aantal
onderdanen van sultan Mulei Hassan van
Marokko, een aanval gedaau op de Spaan-
sche bezetting van het fort Melilla aan de
Middellandsche zee, waarbij, volgens de eer
ste geruchten, acht Spanjaarden zijn gedood
en drieëndertig gewond. Om de Spanjaarden
voldoening te geven, zal de sultan eeu af-
deeling soldaten zenden, ter bestraffing van
de vermetelen (Mooren, die zich eigenlijk
heel niet druk maken over Mulei Hassan).
Nu er zelfs dooden zijn gevallen aan de zijde
der Spanjaarden en het aantal gewonden
betrekkelijk zoo groot is, zal de Spaansche
regeering den sultan de duimschroeven wel
krachtig aandraaien en deze zal wel geducht
moeten bloeden.
Uren achtereen is de ministerraad van Span
je saam geweest ter vaststelling vah de te
genover Marokko te volgen gedragslijn. Er
zal met gtof geschut tegen Marokko worden
opgetreden, wat nu niet wil zeggen, dat er
bloed zal vloeien, maar Spanje zal door zijn
gezant bij Mulei Hassan hooge eischen doen
stellen. Een schadeloosstelling is lang niet
voldoende, meenen de ministers, ook de der
vlag aangedane hoon moet worden goedge
maakt en tot nadere toelichting der eischen
is een aanzienlijke troepenmacht met oorlogs-
materieel uit Malaga gezonden.
Over de geleden verliezen schijnt men nog
niet recht in 't reine te zijn men spreekt
nu van 100 man, welke aan de Spaansche
zijde buiten gevecht zijn gesteld en van 82
dooden. Nieuwe vijandelijkheden zijn niet
Naar het Fransch door W. v. R.
[Overgenomen uit de Meierjsche Courant)
„Dan zou de ongelukkige, die mijn broeder bij
mij wilde plaatsen om aan moeder en zoon een
onbezorgd en gelukkig leven te verschaffen, op
snoode wijze haren weldoener vermoord hebben
riep mevrouw Bertin ten toppunt van ontsteltenis
uit, „maar is dat wel mogelijk?Vergist gij u
niet, mijnheer Ricoux? Zijt gij de speelbal niet
eener groote dwaling? De gerechtigheid dwaalt
ook wel ooit....Eene vrouw overigens zou de
noodige kracht niet gehad hebben om het boos
aardig werk te verrichten dat hier ten uitvoer
is gebracht. Zeker is er een mannenhand in het
spel I*
//De meest bezwarende bewijzen worden tegen
madame Fortier aangevoerd,* antwoordde de
kassier met een air van gewicht. „Er bestaat in
het geheel geen twijfel. De instructierechter, die
met de zaak belast is, zal u hetzelfde zeggen.*
Mevrouw Bertin wist niets daartegen in te
brengen, doch zij was niet overtuigd.
Ricoux hernam
„De rechter van instructie verzoekt u bij hem
aan te komen. Hij heeft mij gelast u dit te zeg
gen. Ik zal u zijn naam opschrijven."
„Goed.*
„Laat ons nu nog even over de zaken spreken
van mijn dierbaren en hoogst betreurden patroon.
Hij had alle vertrouwen in mij en ik mag zeggen,
dat ik het verdiende. Mijne boeken waren keurig
in orde.*
„En zijn deze nu vernield
„Tot net laatste blad, mevrouw; doch ik acht
mij zeer goed in staat dit verlies te herstellen. Ik
heb een sterk geheugen, zoo sterk, dat ik mij
zeer goed alle rekeningen kan herinneren.*
„Had mijn broeder op het oogenblik der ramp
geld in kas?*
//Een zware som
voorgekomen, hoewel duizenden Mooren rond
Melilla zijn gelegerd en- over de door hen
geleden verliezen (er waren 100 dooden aan
hun zijde) weinig gesticht zijn. Spanje's re
geering zal den bouw der versterkingen met
kracht voortzetten en spoedig zullen een 3000
manschappen den Mooren 't hoofd kunnen
bieden. Te Malaga zoowel als te Sevilla
hoopt men op geduchte bestraffing der Moo
ren en men eischt die zelfs.
't Schijnt dat men in Rusland de Fran-
schen nog te druk en te geagiteerd vindt
in verband met de aanstaande contra-visite
uit Rusland en dat men al 't mogelijke wil
doen om van Petersburg uit geen aanleiding
tot betoogingen te geven. Zoo is nu den ver
tegenwoordigers van een drieentwintig tal
bladen der /hoofdstad aangezegd, dat er van
hun gemeenschappelijk optreden te Toulon
niets kan komen, dat Rusland zijn vertegen
woordiging in 't buitenland goed heeft gere
geld en dat de regeering dat zaakje ook in
de toekomst in eigen beheer wil uitvoeren
een wenk, die aan duidelijkheid niets te
wenschen overlaat.
De Berlijnsche Kreuz-Zeitung acht het
thans het geschikte oogenblik om den woor
delijken inhoud openbaar te maken eener
keizerlijke kabinetsorder reeds den 21 April
1890 gedagteekend en waarin aan professor
Schweninger, „met het oog op het levendig
belang, dat het Duitsche volk en alle volkeren
der beschaafde wereld stellen in de gezond
heid van Von Bismarck en den oprechten
wensch des keizers met Gods hulp den man
zoo lang mogelijk behouden te zien, die zich
zoo onmetelijke verdiensten tegenover het
vaderland en het huis Hohenzollern heeft
verworven," waarin dan aan professor
Schweninger wordt opgedragen de genees
kundige behandeling van vorst Bismarck
verder te leiden en over diens toestand den
keizer van tijd tot tijd bericht te zenden.
Doel dezer openbaarmaking is ongetwijfeld
„Al te zwaar, helaas 1"
„En is alles verloren
„Alles."
„Dan staan wij tegenover een belangrijk deficit?'
„Van bijna tweehonderdduizend franken."
„Tweehonderdduizend franken!" herhaalde me
vrouw Bertin met ontsteltenis. „Hoe zullen die
betaald worden Onmogelijk I 't Is volkomen
onmogelijk, want ik heb geen fortuin. Zoo zal
de nagedachtenis van mijnen armen broeder nog
beleedigd en beschimpt worden.'
„Dat is niet te vreezen, mevrouw,* antwoordde
de kassier. „Wie zou zich durven vermeten de
nagedachtenis van mijn dierbaren patroon te
minachten
„Zij die schade lijden door zijnen dood.*
„Zoo onrechtvaardig zullen zij niet zijn! Ieder
een weet, dat de heer Labroue de eerlijkste en
achtenswaardigste industrieel was uit de gansche
streek. Eene snoode misdaad heeft een einde ge
maakt aan dat werkzaam leven, zoo vol recht
schapenheid en goedheid. Men beschuldigt uwen
ongelukkigen broeder niet, mevrouw, men be
klaagt hem. En zijn zoontje beklaagt men ook,
een kind dat thans u nog slechts tot steun heeft.
Doch verontrust u niet te zeer, mevrouwde
sommen welke de heer Labroue schuldig was,
zullen in haar geheel betaald worden.*
„Door wien
„Door de brandwaarborg-maatschappijen, waar
bij de fabrieken en het materieel verzekerd waren,
't Zijn zeer soliede maatschappijen en deze zullen
sommen uitbetalen, die minstens gelijk staan met
het bedrag van het passief. Ik herhaal het u dus,
alles zal betaald worden en niemand zal iets bij
den dood uws broeders verliezen."
„Zijn de assurantie-mkatschappijen van de ramp
verwittigd
„Ja, ik heb onmidddellijk geschreven en heden
morgen zijn hunne inspecteurs reeds proces ver
baal van de vernieling komen opmaken. Zoo
men, wat ik niet veronderstel, eenige moeilijk
heid zou maken, raad ik u aan als zuster van
den heer Labroue op te treden en als voogdes
van zijn eenigen erfgenaam, 't Staat toch vast,
dat de familieraad u als voogdes over uw neefje
zal aanstellen.*
„Ik zal tusschenbeide komen, zoo 't noodig is
ik zelve, of wel door een lasthebber."
„Ik heb van morgen den zaakwaarnemer uws
de schuld van des keizers niet-ingelicht zijn
omtrent Von Bismarck's jongste ongesteldheid
op diens lijfarts te wentelen.
De professor, weet men, verontschuldigt
zijne nalatigheid in deze met de verklaring,
dat de verpleging van zijnen patient hem
geen oogenblik tijd overliet voor schrijven of
zelfs telegrapheeren.
Reater's Office verneemt dat de gezag
voerders der Engelsche,Fransche, Italiaansche,
Portugeesche en Amerikaansrhe (V. S.) oor
logsschepen te Rio de Janeiro van hunne
regeeringen telegrafisch volmacht hebben ge
kregen, om zoo noodig metterdaad op te
treden tot verhindering van eenen aanval op
de stad, waardoor het leven en de eigendom
van vreemdelingen in gevaar konden komen.
De gezagvoerders hebben reeds in dezen
zin gehandeld en De Mello aangezegd, dat
geenerlei aanval op Rio de Janeiro geduld
zoude worden.
Alleen de Dnitsche regeering heett geen
dergelijken last aan haren marine-vertegen
woordiger te Rio gegeven, wijl zij niet wenscht
tusschenbeide te treden in wat zij als eenen
binnenlandschen twist van Brazilië beschouwt»
In Argentinië blijkt de opstand in hoofd
zaak ten einde te wezen. Alleen op het
platteland bieden gewapende kolonisten nog
hier en daar tegenstand, maar dien hoopt men
spoedig te bedwingen. Bij de mobiel-making
der nationale garde in de laatste tien dagen
zijn niet minder dan 65,000 man opgekomen.
De gouverneur van Tucuman nam zijn
ontslag.
Generaal Rocca is uit Rosario teruggekomen.
De overheid aldaar neemt nog voortdurend
wapenen in beslag.
De gearresteerde leden der radicale partij
zullen gerechtelijk vervolgd worden. Dr. Alem
en de anderen zullen te Santa-Fé terechtstaan.
Het spoorweg- en telegraafverkeer is bijna
allerwegen hersteld.
broeders gezien; hij wacht u.*
„Ik zal bij hem aangaan.' En dan vroeg de
weduwe weer na enkele oogenblikken gezwegen
te hebben
„Alles is dan verloren Het kind mijns
broedeis bezit dus niets meer?'
„Niets dan het terrein, waarop de fabrieken
stonden."
Dat is van vrij onbelangrijke waardeDoch
Lucien zal mij niet verlaten. Het weinige dat ik
heb, zal het feijne worden. Zoo is hij toch sieeds
tegen den nood verzekerdHebt gij de toe
lating het lijk van mijnen armen broeder te doen
begraven
„Ja, mevrouw; alles is besteld tegen drie uur
Mevrouw Bertin greep den kassier bij de hand
en drukte deze erkentelijk.
„Ik dank u,« sprak 'zij „ik dank u uit den
grond mijns harten voor al de bewijzen van ge
negenheid en toewijding, welke gij toont tegen
over hem, die ongelukkiglijk niet meer is.'
„Ik was zeer gehecht aan den patroon, antwoord
de de kassier; „hij is steeds zoo goed voor mij
geweest. Hij is t, dien ik heden zoo droevig
betreur, niet zoozeer mijne positie."
Dit gesprek werd onderbroken door de aankomst
var. den zaakwaarnemer, van wien Ricoux zoo-
even nog gesproken had. Deze kwam van Alfort-
ville om eenige inlichtingen op het tooneel der
ramp in te winnen.
Mevrouw Bertin die hem kende, onderhield
zich geruimen tijd met den man en drukte hem
wel op het hart door alle wettelijke middelende
belangen des erfgenaams voor te staan.
„Tracht het zoover te brengen dat het niet
noodig zij den grond te verkoopen, zegde zij ten
slotte. „Die zou thans zeer weinig opbrengen en
missehien zal mijn neef wel eens in staat zijn de
fabrieken weder op te bouwen.'
In den namiddag, toen de tijd der uitvaart be
gon aan te breken, word het zeer druk in de
nabijheid der fabriek. Vriendenf, klanten, leve
ranciers, werklieden, tal van personen uit de plaats
zelve en uit de omstreken kwamen eene laatste
hulde brengen aan den waardigen en braven man,
dien zij gekend, bemind en geacht hadden.
Het lichaam werd onder algemeene deelneming
naar de kerk en van daar ten grave gedragen.
Daarna begaf zich mevrouw Bertiu naar Parijs,
Volgens de Figaro is de reis van den pre
sident der republiek naar Toulon bijna be
sloten. Sadi Carnot zou de visite van admi
raal Avellan beantwoorden ter gelegenheid
van de aflooping der pantserboot «Taurégui-
berry»
Minister Peytral heeft een inkomsten
belasting in beweiking, die hij onmiddellijk
na de samenkomst der kamer zal indienen.
Een militair blad deelt mee, dat gene
raal de Cools bij liet einde der manoeuvres
van het vijfde legercorps de volgende woorden
gesproken heeft, die in gansch Frankrijk een
pijnlijken indruk gemaakt en den minister
van oorlog bewogen hebben, den bedoelden
generaal ter verantwoording te roepen „Ik
heb de volkomen onbekwaamheid der reserve
officieren in den loop der manoeuvres waar
genomen
Het zou dan ook wenschelijk zijn aan het
hoofd der afdeelingen, in plaats van die half-
burgers, die zich slechts laten benoemen, om
de mooie uniform te dragen en niets te doen,
uitstekende onderofficieren te plaatsen, die
bij hun indiensttrei ling tot reserve-adjudanten
zouden benoemd worden. Zij, de ware zonen
des volks, rijk aan ondervinding, gewend te
bevelen, zouden hun manschappen goed oe
fenen, terwijl men dan de eerste en tweede
luitenants thuis zou kunnen laten."
In militaire kringen spreekt men er van,
dat binnenkort generaal de Cools, die zich
zoo ongunstig over de reserve-officieren heeft
uitgelaten, zal ontslagen worden.
Van de dingen der omwenteling koos
Engeland de vrijheid, Frankrijk de gelijkheid,
schreef Aurélien Scholl dezer dagen. Een
aardige illustratie er van bij een onlangs
gevierd jaarfeest van den jongen Prins Con-
stantin de Brancovan, op het kasteel te Evian.
In de oranjerie was er danspartij voor de
door den kassier vergezeld, die met haar het ka-
binet van den instructierechter binnentrad
De magistraat ontving hen onmiddellijk.
«Vooreerst, mevrouw,» zegde hij, «heb ik u mede
te deelen dat de vreeselijke misdaad die u in
rouw heeft gedompeld, niet ongestraft zal blijven.
Ik reken er op dat nog voor 't einde van dezeii
dag de ellendige vrouw in arrest zal genomen
worden, wier schuld zoo duidelijk mogelijk blijkt.»
«Helaas!» murmelde mevrouw Bertin «dat zal
mij mijn broeder niet wedergeven."
„Ongelukkiglijk niet, maar zoo zal hii toch ge-
wroken worden.... Ik had den wensch uitgedrukt,
mevrouw, om u te ontmoeten, ten einde van u
het juiste uur te vernemen, dat de heer Labroue
is teruggekeerd. Uw broeder was, naar ik ver
nomen heb, bij u te Saint-Gervais geweest om
zijn ziek kind te bezoeken.'
„Ja, mijnheer hij kwam, geroepen door een
telegram, dat ik hein zond. Mijn neefje Lucien
leed aan diphteritis en ik vreesde in den beginne
het ergste. De tegenwoordigheid des vaders achtte
ik noodzakelijk; doch toen mijn broeder aankwam
was de toestand reeds zeer verbeterd en het kind
reeds buiten gevaar. Mijn broeder was dus spoe
dig gerustgesteld, en daar zeer voorname en drin
gende zaken zijne tegenwoordigheid eischten in
de fabriek, vertrok hij reeds des anderen daags
in stede van een paar dagen bij mij te blijven
zooals oorspronkelijk zijn plan was.'
„En zooals hij ons ook verzekerd hadvoegde
de kassier er bij.
„Welken trein heeft hij genomen.
„Den exprestrein van vier uur vijf en veertig
des namiddags.* 6
„Zoo moet hij om neger, uur te Parijs geweeil
zyn, waar hij niet lang vertoefd heeft, en dan is
hij thuisgekomen op het oogenblik dat de brand
gesticht werd. De boosdoenster werd bij 't plegen
van haar snood werk verrast en doodde den in
genieur...."
„Wat! Zou eene vrouw de schuldige zijn?
Is dat waarschijnlijk Is dat mogelijk
„Er bestaat daaromtrent niet de geringste twijfel
antwoordde de magistraat. „Weet gij wie die
vrouw is?"
„Ja, Jeanne Fortier, de weduwe van een werk
man die in de fabriek den dood vond. Mijn
broeder stelde veel belang in haar.'
Wordt vervolgd.