Nummer 84. Donderdag 19 October 1893. 16e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
DE BROOBDIUMER.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
F K UIL L [ITO A
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Wulv(jksrhr tn Laisgstriafsche Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het bezoek der Russische vloot aan Frank
rijk moge op zichzelf van groote politieke
bcteekenis zijn men moge, evenals de gan-
sche Fransche pers dagelijks gansche pagina's
met de resumés der feestelijkheden vullen of
zooals de meeste niet Fransche bladen 't met
eenige kolommen afdoen (wat toch nog heel
vervelend is) nu de politieke kant van de
visite genoegzaam is besproken en bekeken,
kan men de bijzonderheden voor kennisgeving
aannemen 't heeft heusch geen invloed op
de internationale verhoudingen of de feest
malen uit tien dan wel uit twintig schotels
bestaan, of er dertig- dan wel veertigmaal in
de 24 uur wordt gebruld „leve Frankrijk 1"
en „leve Rusland telkens opgeluisterd door
de volksliederen van beide rijkenen van
even weinig staatkundig belang mag 't worden
geacht hoe de Russische en Fransche hoogen
elkaar toedrinken, eikaars regeering en eikaars
volk verheffend enz. enz. Geboekstaafd kan
worden, dat de geestdrift groot, zeer groot
is, dat de hooggespannen verwachtingen niet
worden beschaamd terwijl men eerst aan 't
begin van de pret is
Sommige bladen gewagen van zulke mon-
strueuse dwaasheden en dat in allen ernst
als hoog aangrijpende tooneelen, dat men
soms toch een oogenblik lust krijgt een Fransch
blad meer dan vluchtig door te zien. Zoo
meldt de Temps, de ernstige, alleszins ver
trouwbare Temps, als een bewijs van de
groote geestdrift, dat tal van dames te Toulon
den Russischen officieren verlof vroegen hen
te mogen kussen 't moet aandoenlijk zijn
geweest, want de oudste matrozen weenden
als zuigelingen een feit, dat wat zeggen
wilGelukkig komen de matrozen zeiven er
ook niet ongezegend afde Figaro vertelt
hoe de Russische matroos, geleid door Fran
sche makkers koffiehuis uitkoffiehuis in
looptelkeen dien hij ontmoetde hand
drukkend en danvan tafeltje tot tafeltje
gaand alle vrouwen en grijsaards omhelst.
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uil de Meierijsche Courant
27
Brigitta geleidde de weduwe van Pierre Fortier,
door den kleinen Georges gevolgd, die thans weer
zeer opgewekt zijn kartonnen paardje achter zich
voorttrok.
Met een vluchtigen oogopslag beschouwde de
priester Jeanne's gelaat, terwijl Clarisse met een
onwillekeurig gevoel van afkeer haren stoel te-
rugschoof.
//Zet u hier neder, madame,» zegde de priester
terwijl hij haar een stoel aanbood. //Een tasje
koffie zal u goed doen."
Jeanne naderde zeer ontroerd en met langza-
raen tred.
«Zet u, herhaalde de priester.
De jonge weduwe gehoorzaamde, terwijl de
kleine Georges tot den geestelijke naderde.
//Mijnheer pastoor," vroeg de jongen, „mag ik
in den tuin spelen Ik zal de bloemen niet aan
raken."
//Ja, ja, mijn kind, ga maar spelen."
„Ik dank u, mijnheer pastoor!" riep de kleine,
vroolijk het bekiezelde slingerpad oploopend en
zijn paardje na zich voorttrekend.
Brigitta diende de koffie op.
Met het potlood in de hand verbeterde Stefaan
de reeds gemaakte schets, waarvoor Jeanne zon
der het te weten thans poseerde.
't Gaat nu beter, niet waar madame vroeg de
priester.
,0 jamijnheerveel beter I U dank ik het
herstel mijner krrchten."
„Gevoelt gij u volkomen hersteld
»Ja, bijna geheel."
//Voldoende dan om u toe te laten uwen weg
te vervolgen
Jeanne kleurde en aarzelde alvorens te ant
woorden.
Dit ontging den priester niet.
Hoelang zoo'n Rus moet hebben rondgeboe-
meld met zijn „Fransche makkers" om in
zoo'n zoenlustige stemming te komen, meldt
de historie niet
't Gaat te Toulon alles volgens 't lang
vooruit opgestelde programma en zoo zal 't
ook wel gaan te Parijs en te Marseille, tenzij
de mededeeling van een bezoek aan Parijs
door de grootvorsten Wladimir en Sergius
tijdens de feesten mocht bewaarheid worden
wat der pret nieuwen luister zou bijzetten,
't Geschrijf der bladen trekt door niets bij
zonders de aandacht, alleen de Voce della
Verita is 't die de ontmoeting tusscheu Russen
en Franschen heet, „een edele, ridderlijke
verbroedéringwaaraan slechts afgunst en
doodelijke haat aanstoot kunnen nemen."
De dreigende ministerieele crisis in Spanje
is even spoedig opgelost als zij ontstaan was:
de afgetreden minister van binnenlandsche
zaken is vervangen door den oud minister van
financien en justitie Puigcerver Moret blijft
de portefeuilles van buitenlandsche zaken en
openbare werken voeren en eigenlijk is Sagasta
bij den ruil vooruitgegaan. Puigcerver zal
namelijk de democraten minder onhandelbaar
doen worden en ook de republikeinen zullen
hun krachten sparen, wetend dat de gemeen
teraadsverkiezingen volgens de oude lijsten
zullen plaats vinden.
Zoowel in den Hongaarschen rijksdag als in
den Oostenrijkschen rijksraad maakt de
oppositie 't der regeering lastig. Nauwelijks
was in den rijksdag van Hongarije de inter
pellatie over enkele door den keizer koning
gebezigde uitlatingen geëindigd met een zege
der meerderheid, of het hoofd der oppositie,
graaf Apponyi kreeg 't te kwaad met den
premier Weckerle, 't werd al erger en ein -
delijk verliet een deel der oppositie onder
groot lawaai de zittingszaal. Later kregen de
heeren 't in de couloirs nog eens aan den
stok en velen meenen, dat dit de aanvang
is van een oppositie h. outrance, voornamelijk
tegen den premier, die dau ook zijn politieke
//Chevry is toch het doel niet uwer reis, naar
ik veronderstel zegde hij. „Gij zijt toch niet
van plan hier in liet dorp te blijven
»Ja, ik zou volgaarne hier blijven," stamelde
Jeanne bevend; „wat zou ik gaarne het einde
mijner reis bereikt hebben 1"
»Wat meent gij?" hernam de priester.
„Toen ik hier aan de deur schelde, van ver-
moeinis en honger uitgeput, bijna stervend, met
mijn zoon op de armen, was ik gekomen om
knielend uwe hulp in te roepen."
„Gij kwaamt tot mij vroeg de pastoor ver
wonderd.
/,Ja, mijnheer; men had mij uwe woning aan
gewezen."
»En wat hadt gij mij te vragen
/,Uwe hulp, mijnheer pastoor. Ik zou hier in
het dorp zoo graag eene betrekking vinden, hoe
nederig zij ook wezen moge, wanneer zij mij
slechts de middelen verschaft om een gering be
staan voor mijne twee kinderen en. voor mij te
vinden."
//Hebt gij twee kinderen
»Ja, mijnheer pastoor, een meisje van elf maan
den, dat bij eene min is besteld en mijn kleinen
Georges, die nu drieëneenhalf jaar oud is."
En de vader dezer kinderen
»Is doodantwoordde Jeanne op somberen
toon, terwijl zij de tranen afdroogde, die uit
hare oogen stroomden.
„O, gij zijt weduwe
«Ja, mijnheer."
«En waarom komt gij te Chevry werk zoeken?
't Is hier slechts een klein dorpje, waar dienst
baren veel moeilijker geplaatst worden dan in
eene stad of een meer bevolkt centrum. Hadt
gij geene betrekking, alvorens gij hier zijt ge
komen
«Ja, mijheer, ik had eene betrekking
«En die hebt gij verlaten?"
«Tegen wil en dankIk werd weggezon
den, niet wegens mijn slecht gedrag, doch daar
ik de hoedanigheden niet bezat, welke er voor
noodig geacht werden. Binnen enkele dagen moest
ik mijne betrekking verlaten, maar eene droevige
omstandigheid heeft mij nog vroeger op straat
gezet."
«En gij reist te voet, met uw kind Ontbreken
u dan alie middelen
«Ja, mijnheer; ik had drie stuivers. Daarmede
tegenstanders niet heeft gespaard. In den
Oostenrijkschen rijksdag gaat 't wel minder
heftig toe, maar de Jong-Czechen loopen toch
krachtig storm tegen het bewind, met de
uitzonderingsmaatregelen tegen Praag als
stormram.
Graaf Taaffe is met zijn kiesrechtuitbreiding
op een vrij ongelukkig oogenblik gekomen
Zaterdag avond te 8 uur heeft aan het
Zuiderstation te Brussel, vóór het vertrek van
den expres-trein naar Galais, eene merkwaar
dige en tevens gevaarlijke jacht plaats gehad
op twee gauwdieven, die ten slotte toch bei
den gepakt zijn.
Vrijdag 11. in den ochtend kwam een deftig
heer, naar de uitspraak van het Fransch te
oordeelen een Engelschman, in den winkel
van den juwelier Hemelrijk te Antwerpen en
kocht voor 520frc. eene broche meijuweelen,
welke hij comptant betaalde, zich voorbe
houdende te kunnen ruilen, indien het zijne
dochter, gelijk hij zeide, niet beviel. Was dit
wel het geval, dan was het zijn plan nog
meer inkoopen te komen doen. Inderdaad
keerde hij Zaterdag middag, in gezelschap
van een ander, terug, maar op een tijdstip
dat de heer Hemelrijk niet thuis was. Diens
echtgenoote stond de heeren te woord, die
zich een groot aanlal zaken van waarde lieten
vertooneu, maar geen keuze konden doen.
Toen zij den winkel verlaten hadden, miste
mevr. Hemelrijk een aantal sieraden ter
gezamenlijke waarde van omstreeks 30,000
frs. De heer Hemelrijk, kort daarop thuisko
mende, deed terstond aangifte bij de politie
en begaf zich daarna naar de afvaart der
Harwich-boot, welke te 5uur 40. van Ant
werpen naar Londen vertrekt. Maar toen hij
onder de passagiers te vergeefs naar de die
ven gezocht had, spoorde de heer Hemel
rijk terstond per sneltrein naar Brussel, ten
heb ik gisteren ecnig voedsel verschaft aan mijn
zoon."
„Maar om eenige betrekking voor u te kunnen
zoeken, moet ik weten wie gij zijt. Hebt gij pa
pieren bij u om uwe identiteit te bevestigen P"
De jonge vrouw beefde over al hare ledematen.
«Papieren stamelde zij.
«Zeker. Gij begrijpt toch wel dat gij, die hier
eene vreemde zijt, referenties zult moeten opge
ven om hier eenige betrekking te kunnen erlangen.
Anders zal niemand u willen aannemen."
Jeanne werd bleek als een lijk.
Zou zij zich bekend maken Dan moest zij
zeggen «Ik ben de gevluchte vrouw uit de ver
nielde fabriek. Ik ben de vrouw door iedereen
aangeklaagd en beschuldigd! O, wat heeft die
ellendeling toch alles goed overlegd! Ik ben niet
in staat mij te rechtvaardigen."
Er scheen geen uitkomst. Hoe de weduwe van den
machinist de zaak ook beschouwde, steeds staarde
zij in een diepen afgrond.
Hare ontsteltenis ontging den priester niet.
«Hoe heet gij vroeg de geestelijke.
«Jeanne," antwoordde de jonge vrouw.
«Dat is een voornaam. Hoe heette uw man za
liger
Zij kon niet langer aarzelen geen leugentaal
kon haar x-edden. De ongelukkige moest zich
overgeven.
Welnu 1 Die naam is?"
»Fortierstottei'de de vluchtelinge.
„Dan heet gij Jeanne Fortier!" sprak de pries
ter. «En gij komt van Alfortville
Jacques Garaud's slachtoffer sprong eensklaps
van haren 6tocl op. „O riep zij uit." Gij weet
alles I"
„Ja, alles, arme verdwaalde!'
De priester nam haar bij de hand. „Alles
herhaalde hij, „en ik weet ook dat gij door de
politie vervolgd en overal nagespoord wordt
„IkIk mijnheer pastoor En waarvan word
ik dan beschuldigd
„De fabriek in brand gestoken en den heer La-
broue vermooi'd te hebben
„Maar dat is valsch Dat is niet waar riep
Jeanne met trillende stem uit, terwijl zij eene
beweging van afgrijzen maakte. Voor Goddie
mij hoort, en het hoofd van mijn zoon, dien ik
boven alles op deze aarde bemin,bezweer ik u mijne
onschuld. Ik zweer, dat ik onschuldig ben
einde hen te zoeken onder de reizigers, die
over CalaisDover naar Engeland vertrokken.
En jawel aan het Zuiderstation gekomen
zag de heer Hemelrijkdie de aanwezige
politie voorat gewaarschuwd had, aan het
raampje van eenen coupé le klasse den per
soon aan wien hij Vrijdag ochtend in zijnen
winkel de broche verkocht had. Hij wenkte
de politie, sprak den Engelschman aan en
toen hij het portier opende, zag hij juist
dezen met zijnen kameraad door het andere
portier verdwijnen. Toen begon de jacht over
het stationsemplacement, tusschen en onder
de treinen door, terwijl de beide dieven
stuksgewijze de juweelen en andere geroofde
kostbaarheden lieten vallen. Ten slotte
werden beiden gepakt, maar zonder dat zij
van elkaar weten of het den ander niet gelukt
is te ontkomen. De politie en het spoorweg
personeel hielden zich daarop nog geruimen
tijd bezig, met lantaarns naar de verstrooide
kostbaarheden te zoeken, waarvan zij er een
groot aantal ter gezamenlijke waarde van
omstreeks 12000 frs. vonden. De heeren
gauwdieven noemen zich Walter Franklin
geboren op Jamaicaen William Pollaert
geboren te Melbourne; de eerste, die bij zijne
arrestatie 522 frs. op zak had, heeft den
diefstal terstond bekendnaar men
vermoedt om misschien aan confrontaties te
ontkomen waaruit blijken zou dat hij nog
andere soortgelijke diefstallen op zijnen kerf
stok heeft staan; de politie althans meende
in hem een sedert 3 jaren te vergeefs ge-
zochten iuweelen-dief te herkenneu. De
tweede daarentegen, die 1762 frs. in den zak
had, ontkende alle medeplichtigheid aan den
diefstal, ja beweert zelfs den anderen gauw
dief niet te kennen.
Te Toulon worden de Russische schepen
onophoudelijk bezocht door belangstellenden
en corporaties; deze laatste brengen een groot
aantal geschenken. Zaterdag had aldaar een
goed geslaagd gymnastiekfeest plaats; dat het
Getroffen door den toon, waarop de jonge vrouw
deze woorden sprak, niet minder dan door de
uitdrukking die op haar gelaat lag, wisselden
de pastoor, zijne zuster en Stefaan een onder-
vx*agenden blik.
„Maar zoo gij onschuldig zijt, waarom vlucht
gij dan? waarom verbergt gij uP* hernam de priester.
„Waarom ik vlucht? Waarom ik mij verberg?
Ja, gij hebt gelijk; ziedaar iets dat de beschuldi
ging tegen mij uitgebi'acht waarschijnlijk maakt
en mijne veroordeeling zekerIk vlucht omdat
ik mij verloren gevoel,en toch had ik een
bewijs mijner onschuld, een onwederlegbaar be
wijs
„En wat is er dan van dat bewijs geworden P"
„De brand heeft het, even als al het overige,
verslondenAch, ik zal u alles verklaren, mijn
heer pastoor en gij zult mij de kracht weten in
te boezemen om te lijden; want mijn bestaan
zal voortaan slechts eene aaneenschakeling van
ellende en smart zijn. Een droevig lot vervolgt
mij, drukt mij met geweld neder, verplettert me,
en toch ben ik onschuldig
„Hoe kan ik dat gelooven
„O, ik weet wel, dat dit moeilijk isMaar
luister toch naar mij en oordeel dan
Met hijgenden adem, gedurig door luide snik
ken onderbroken, herhaalde zij op koortsachtigen
toon den dood van haren man, die zoo ongeluk
kig in den dienst des heeren Labroue was ora-
gekiomen, hare intrede in de fabriek, den wilden
hartstocht en de aanzoeken van den meesterknecht
Jacques Garaud; de ongelukkige sprak van den
brief dien hij haar geschreven had om haar te
doen besluiten hem te volgen, een brief, waarvan
de zin haar thans op eene verschrikkelijke wijze
duidelijk was geworden. Zij haalde woorden aan
en zinnen, die zich vast in haar geheugen had
den geprent, en eindelijk sprak zij van haren
vreeselijken angst bij ïiet uitbreken van den
brand, van hare ontmoeting met Jacques in
tegenwoordigheid van het ontzielde lichaam des
ingenieurs. Zij herhaalde de woorden en de be
dreigingen van den ellendeling, toen hij haar
met geweld wilde noodzaken met hem de vlucht
te nemen„Op dit oogenblik," zoo ging Jeanne
voort, „begon ik de termen van zijn schrijven te
begrijpen. De fortuin welke hij mij beloofde,
was het eigendom van den heer Labroue, dat hij
stelen zouIk wilde mij naar de fabriek spoedeiv