BUITENLAND.
Frankrijk.
Spanje.
Duitschland.
Italië.
Rusland.
Amerika.
BINNENLAND.
Toen werd de zitting een half uur geschorst
en de president gai bevel de zaal geheel te
ontruimen. De socialisten bleveu op hun plaats
en Thivrier, door den commandant van het
paleis bijgestaan door de quaestoren ge
vraagd zijnde heen te gaan, weigerde hij.
Toen zeide de commandant, dat hij geweld
'zou moeten gebruiken, de soldaten plaatsen
zich rond Thivrier en na een korte toespraak
tot de mannen, die hun plicht deden, verliet
de blagueur onder het geroep „Leve de com
mune de zaal. Na de hervatting der zitting
verklaarden Vaillant en zijn partijgenooten
zich solidair met Thivrier, waarop van ver
schillende zijden dreigkreten werden gehoord
Nadat de orde was hersteld, werd een motie
van Clovis Hugues, waarbij de aantasting
der persoonlijke vrijheid werd gelaakt, ver
worpen met 414 tegen 67 stemmen en werd
met 382 tegen 58 stemmen de houding der
regeering goedgekeurd.
Thivrier is voor vijftien zittingen buitenge
sloten en moet gedurende twee maanden de
helft van zijn maandelijksche toelage als af
gevaardigde missen.
Uit een telegram van generaal Dodds blijkt,
dat er te Goho eene vergadering van prinsen
en aanzienlijken is gehouden, om eeu nieuwen
koning in Dahomey te kiezen en dat Gout-
tuli, zoon van Géglé, als zoodanig met een
parige stemmen gekomen is. Nader blijkt
dat hij uit naam der Fransche republiek aan
de bevolking uit de omstreken van Abomey
is voorgesteld en erkend. Voordat die plech
tigheid plaats had, werd de Fransche vlag
van het paleis geheschen en door de troepen
der artillerie begroet.
Gouttuli, een broeder van Behanzin, heeft,
naar het gebruik in Dahomey, bij de troon
bestijging een anderen naam aangenomen
dien van Agoliagbo, hetgeen zooveel zeggen
wil als dat de Franschen meester zijn van
Dahomey.
Generaal Dodds heeft verder getelegrafeerd,
dat de nieuwe koning, die met geestdrift door
de bevolking is begroet, aan de Franschen
zijne medewerking verleent om, zoo mogelijk,
den afgezetten koning Behanzin gevangen te
nemen.
Een telegram van den gouverneur van
Soudan meldtdat alle vijandige kolonnes
rondom Toumbouctou verstrooid zijn.
Een publieke wasscherij te Boulogne
sur Seine is geheel vernield door het onlplcffen
van den stoomketel (20 paardenkrachten).
Drie vrouwen, die er bezig waren met was-
schen van haar goed, vond men dood onder
het puin. De eigenares en haar zoon werden
zwaar gewond te voorschijn gebracht.
Het ongeluk geschiedde juist onder etens
tijd; anders waren er meer slachtoffers ge
weest.
De ontploffing was te wijten aan gebrekkig
toezicht op de machine, waarmee de stoker,
terwijl hij ging eten, een jongen had belast.
Over den aanslag te Barcelona kunnen we
nog het volgende meedeelen: De moordenaar
en een makker, die hem vergezelde, nader
den den prefect; een hunner duwde den lakei
ter zijde, die vlak bij zijn meester stond, en
schoot toen een pistool af, waardoor de pre
fect aan de linker bovenkaak gekwetst werd.
Reeds lang had Jeanne de gedragslijn opge
maakt, die zij velgen zou.
Na een kwartier uurs zeer snel geloopen te
hebbenvertraagde zij den stap en staarde om
zich heen.
Eene vrouw met eene groote melkkruik in de
hand kwam haar tegemoet.
„Het station, madame, als ik u verzoeken mag?*
vroeg de vluchtelinge op het oogenblik, dat zij
da vrouw voorbijging.
„Recht voor u, zuster. In drie minuten zijt gij
daar.'
«Dank u, madame."
„'tls de moeite niet, zuster.'
Nog versnelde Jeanne den stap.
„In 't midden der straatwelke zij volgde
trok een winkel, dien men juist opendehare
aandacht.
't Was een magazijn van linnen goederen en
f;emaakte kleedingstukken. Twee bekken gas ver-
ichtten de uitstalling.
Jeanne trad binnen.
Eene vrouw, die reeds zoo jong niet meer was,
schikte verschillende stoffen op de toonbank.
„Wat wenscht gij, zuster?" vroeg zij.
zou een kompleet kostuum willen hebben,"
antwoordde Pierre Fortier'e weduwe, „niet al te
duur, maar goed warm. 't Is voor eene arme
vrouw, die ik ga bezoeken. Zij zal zoo wat van
mijne grootte zijn."
„Ik zal u iets laten zien, zuster, dat u wel be
vallen zal; daarvan ben ik overtuigd."
En de koopvrouw bracht eene menigte klee
dingstukken te voorschijn, welke zij op de ge
boende eiken toonbank nederlegde.
„Ziehier," zeide zij, „een rok van grijze molton.
Iets warmers is er niet te vinden.*
„De kleur is goed. Deze rok zal ik maar houden."
„Wilt gij een jacquet van dezelfde stof?"
„Goed Doe dit bij den rokEn nu een witte
muts.'
In enkele oogenblikken was Jeanne bediend.
Dan zocht zij nog een wollen fichu, deed alles
goed inwikkelen en betaalde.
„Men ziet, dat gij haast hebt, zuster," zegde de
koopvrouw, kleingeld teruggevend. „Gij vertrekt
wellicht met den trein naar Parijs. Deze verlaat
het station niet voor 7 uur 43 minuten.*'
Dan wierp zij het oog op eene groote pendule
#n voegde er bij
Hij laadde zijn pistool ten tweeden male, doch
de secretaris generaal en de lakei wierpen
zich op hem, ontwapenden en knevelden hem,
met behulp van een politieagent. Bij de
worsteling kreeg de moordenaar verscheidene
wonden, zoodat het bloed hem langs aange
zicht en handen liep. Thomas Mu-ull is
veertig jaar, van gemiddelde lengte, bruin
met een energiek gezicht. Eerst weigerde hij
te antwoorden; later bekende hij werkman te
zijn, sedert lang zonder arbeid en dus zonder
middelen van bestaan. Van een tante te
Barcelona kreeg hij eindelijk vijf peseta's
voor vier er van kocht hij een pistool, kruit
en loodhij kwam daarna gedurende ver
scheidene dagen voor de prefectuur, om de
gewoonteu van Larroca te bespieden. Don
derdag posteerde hij er zich weer met een
vriend, om het ontworpen plan ten uitvoer
te leggen. De menigte wilde den moordenaar
lynchen, doch de politie beschermde hem.
Toen de slachtoffers van het Liceotheater
begraven werden, moet hij gezegd hebben
„Hoe jammer dat de bom niet alle macht
hebbenden gedood heeftic Zijn medeplich
tige, Ramon Felipe, is ook gevangen genomen.
De artsen achten de verwonding van den
prefect Larroca niet ernstig.
Opgeruimd en flink, en zonder eenige na-
deelige gevolgen van zijn Berlijnschen uitstap
te hebben ondervonden, is de oud kanselier
des Duitschen rijks Vrijdagavond laat weer
op Friedrichsruhe teruggekeerd. Eene breede
schare stond hem aan het station op te
wachten en juichte hem vol geestdrift toe bij
het huiswaarts rijden. Ieder kon den held
van den dag goed aanschouwen; want langs
den straatweg en in het park viel allerwege
het witte schijnsel van hetin kwistigen
overvloed ontstoken magnesium licht.
De oud kanselieranders een lijder aan
slapeloosheidhad ditmaal eene voortreffe-
lijken, ongemeen rustigen nacht.
Bij keizer Wilhelm, van wien men zegt
dat hij van plan is eerlang naar Friedrichs
ruhe te komen, zal het wel niet anders ge
weest zijn. Ooggetuigen verzekeren, dat het,
anders tamelijk strakke gelaat van den mo
narch dien dag straalde van genoegen en
innerlijke voldoening Vooral was dat het
geval, toen op den wandelrit, dien de keizer
ondernam, toen zijn gast in zijne vertrekken
een oogenblik rustte, Z. M. „onder de Lin
den" door eene juichende en op hem toe
stormende menigte letterlijk werd omsingeld,
en daarbij geen gewoon hoerageroep werd
aangeheven, maar innig treffend! veel
stemmig geroepen werd;„Dank, Kaiser,Dank!"
De keizer zou de keizer niet geweest moe
ten zijn, wanneer hij deze gelegenheid niet
had aangegrepen om zijn gast ook nog eene
militaire onderscheiding te verleenen. Aan
het middagmaal van tien couverts ten paleize,
waarvoor hij de spijskaart tot in alle onder
deden zelf had vastgesteld, evenals het ge-
heele programma van ontvangst, en aan het
eind waarvan de twee oudste zonen des
keizers zich op papa's bevel in uniform als
jongste officieren van het leger bij den ge-
vier.len gast kwamen „melden,» aan dien
maaltijd gat de keizer met zekere verrukking
aan Von Bismarck kennis, dat hij hem be
noemd had tot chef van het zevende regiment
kurassiers't welk als bijzonder schneidig
bekend staat. Verder de trek is weer zoo
»echt" mogelijk gaf hij aan Von Bismarck
een rol cadeau van de nieuwe grijze stof
die pas bij het leger is ingevoerd voor den
militairen mantel om zich daarvan zulk een
kleedingstuk te laten maken. „Onverslijtelijk!"
heeft Z. M. daarbij gezegd, zijn gast op den
schouder kloppend. We hebben het niet
gelezen of gezien, maar wij voelen, dat het
zoo gegaan is, en we vinden het lang geen
onaardige wijze om Von Bismarck een lang
leven te wenschen.
Keizerin Friedrich heeft Bismarck niet
tehuis getroffen, 't Had hem zeer getroffen,
dat de weduwe van zijn vroegeren meester,
wie hij meer dan eens verdriet heeft moeten
aandoen, toen hij bij zijn intocht haar paleis
voorbijkwam, op het balkon was getreden en
hem had toegewuifd.
Aan het intieme diner ten Hove namen de
beide zoons van Von Bismarck en de koning
van Saksen deel. Het wordt bevestigd, dat
Von Bismarck met niemand anders dan met
graaf Lehndorff een particulier gesprek heeft
gehad.
Aan graaf Herbert gaf de keizer zijn uit-
drukkelijken wensch te kennen, dat althans
hij den volgenden dag zijn verjarings receptie
zou komen bijwonen. Herbert is toen, na
zijnen vader naar Friedrichsruhe te hebben
gebracht, nog dien eigen nacht naar Berlijn
teruggereisd en was bij de receptie behoorlijk
present.
De minister van justitie heeft aan de pro
cureurs-generaal eene circulaire gezonden
waarin hij hen uitnoodigt om de wet op de
drukpers strikt toe te passen en elk dagblad
in beslag te nemen dat artikelen bevatdie
in den tegenwoordigen toestand gevaarlijk
zijn voor de rust.
Te Rome is de overheid dadelijk aan het
werk gegaan. De Voce della Veritade
Capitale en de Osservatore Romano zijn in
beslag genomen. Eerstgenoemd blad had
een manifest van de anarchisten te Londen
openbaar gemaakt; het tweede had een door
den afgevaardigde Agniti te Udine gehouden
rede medegedeeldde reden waarom de
Osservatore in beslag is genomen is niet
bekend.
De ontwapening der bevolking op Sicilië
heeft zonder eenige moeielijkheid plaats ge
had. Allen, die in het bezit van wapens
waren, hebben zich aan dien maatregel on
derworpen. De generaal Morra heeft ver
scheidene vereenigingen ontbonden.
Vier regimenten troepen zijn reeds door
de regeering teruggeroepen. Het is allerwege
rus:ig op Sicilië.
Niet alleen te Pavia, maar ook te Turijn,
Padua en Napels zijn wegens de opstootjes
der studenten de hoogescholen gesloten.
Te Napels staken de studenten de banken
die zij op de binnenplaats gebracht hadden
in brand, gooiden de glazen in en bedreven
verdere baldadigheden, tot de militaire macht
de levenmakers verjaagde.
De Russische czar lijdt aan een sterken
aanval van influenza met bronchitisf en ge
deeltelijke long-ontsteking. De temperatuur
was Zaterdag 39,6.
Van Maandag werdt geseind, dat de nacht
rustig was.
De tusschen president Peixoto en de Bra-
ziliaanzche opstandelingen aangeknoopte on
derhandelingen hebben tot niets geleid en de
vijandelijkheden zijn al weder hervat.
Het in Amerika door Peixoto aangekocht
eskader is te Bahia aangekomen. Eeu daarbij
behoorend schip met nieuwen krijgsvoorraad
moet vergaan zijn.
Een bokswedstri'd, die heel wat gehar
rewar veroorzaakte, is dezer dagen te Jack
sonville in Florida gehouden. Twee vermaarde
kampioenen, de Engelschman Mitchell en de
Amerikaan Corbett zouden daar elkander
bevechten. Het gemeentebestuur van Jack
sonville gaf zijn toestemming, maar de gou
verneur van Florida verbood den wedstrijd,
op grond van de wetten des lands.
Zoo was er dan ook strijd tusschen de
overheid van stad en land. De gouverneur
zond soldaten uit om den wedstrijd te beletten
en de burgemeester bracht zijn politie in de
weer om de boksters te beschermen. Het
had maar weinig gescheeld, of soldaten en
politie waren handgemeen geworden.
Men wendde zich tot de justitie; maar ook
hier was strijd over den strijd. Het openbaar
ministerie eischte, dat de gouverneur in het
gelijk gesteld zou worden. Maar de rechter
was van een andere meening. Volgens hem
waren de bedoelde wetten niet van toepassing
op dit geval en hij besliste, dat de wedstrijd
gehouden kon worden.
De twee kampioenen gingen dan eindelijk
elkander te lijf, ten aanschouwe van een zeer
talrijk publiek. Er werden groote sommen
verwed en de uitslag was, dat Corbett, de
Amerikaan, overwinnaar bleef.
WAALWIJK, 31 Jau. 1894.
Maandagavond j.l. gaf de harmonie l'Espé-
rance in hare door een uitgelezen publiek
dichtbezette zaal het tweede concert van
dezen winter. De verschillende nummers van
het programma werden door haar op zeer
verdienstelijke wijze ten gehoore gebracht.
„La Czarine, Mazurka russe" van Rouverzolis
en Dans la Bruyère, Ouverture vau Canivez,
beide voor de eerste maal uitgevoerd, bleken
onder leiding van den directeur den heer F.
van Iersel knap en met zorg ingestudeerd. De
„Fantaisie Originale» eene compositie van
Perk voor het 1.1. zomer gehouden concours
te Tilburg, zit er bij l'Espérance nog altijd
goed in en de uitvoering van „Le Moulin de
la Forêt noire, op verzoek weder op het pro
gramma gebracht, viel op nieuw een hartelijk
en welverdiend applaus toe. De clarinetsolo,
voorgedragen door den heer Appels, was het
laatste en tegelijk een van de schoonste num
mers', die de harmonie de aanwezigen te
genieten gaf.
De muziek werd ditmaal afgewisseld door
het optreden van den heer en mevr. Herman
Culp-Stoete uit Groningen. Van deze twee
artisten want dat zijn ze in hun genre in
derdaad, kan onder alle opzichten niet anders
dan met den hoogsten lof gesproken worden.
Ze droegen drie van den heer Culp zeiven,
oorspronkelijke operetten voor: „Sichard en
Mathilde ot een Tooneelspeelster", „Meneer
en Mevrouw of wat er van een mensch al
worden kan" en „De verliefde Bakker.»
Als we zeggen, dat het wel ietwat verwende
Waalwijksche publiekdat herhaaldelijk de
beste komische krachten uit Nederland voor
zich heeft zien optreden, geheel oor en be
wondering was voor hun talentvol spel, dat
de aanwezigen telkens en telkens schaterden
en schudden van 't lachen, dat de zaal da
verde onder de toejuichingen bij het einde
van elk stukje, dan is verdere lof wel over
bodig. Zonder ook maar in het geringste
stuitend of kwetsend te zijn hehben mijnheer
en mevrouw Culp de talrijke aanwezigen in
slaap en men slaagde er niet in haar te wekken.
In hare kamer lagen, in de plaats van haar ver
dwenen kostuum, de kleederen van Jeanne.
De cipiersbediende werd ondervraagd en ant
woordde, dat hij de deur voor zuster Philoraena
geopend had.
De vlucht was dra bewezen en de directeur
zorgde er voor, dat daarvan onmiddellijk aan
gifte werd gedaan waar het behoorde.
Een uur later wist geheel Clermont, dat eene
vrouw, tot levenslange gevangenisstraf veroor
deeld, als eene religieuse verkleed, de vlucht had
genomen.
De melkvrouw, die door Jeanne geraadpleegd
werd omtrent den weg naar het station, en de
koopvrouw, waar zij hare kleederen gekocht had,
haastten zich zoo spoedige mogelijk getuigenis te
gaan afleggen van hetgeen zij wisten.
De verkregen inlichtingen leverden het bewijs,
dat Jeanne, na zich verkleed te hebben, den trein
had genoraee.
Sinds dien tijd was er maar een trein vertrok
ken, die van een kwartier voor acht uur.
Dus had Jeanne de wijk genomen naar Parijs.
Men telegrafeerde naar die stad, terwijl de
gendarmen de omstreken doorzochten, en er werd
bevel gegeven daar slechts, na grondig onder
zoek, personen door te laten met een kaartje van
Clermont naar Parijs.
Het was kwart voor negen, toen deze dépeche
de prefectuur van politie bereikte.
De trein van Clermont liep te Parijs om half
tien binnen.
Een inspecteur der openbare veiligheid nam,
bijgestaan door twee agenten, een rijtuig, en de
koetsier, aangemoedigd door de belofte van een
goed drinkgeld, vertrok in snellen draf naar het
Noorder-Station.
Op het oogenblik dat de politieagenten op het
perron traden werd de trein van Clermont ge
signaleerd.
Drie minuten later liep hij het station binnenl
Op bevel van den inspecteur moesten alle per
sonen, die een plaatskaartjen hadden van Cler
mont tot Parijs, zich naar een bijzonder vertrek
begeven.
Er waren elf personen, waaronder drie vrouwen.
Jeanne zou echter aan de agenten ontsnappen.
Wordt vervolgd.
„Gij hebt nog een kwartier tijd."
Jeanne dacht terecht, dat de grootste voorzich
tigheid zeer geraden was.
„Ja, ik ben gehaast," antwoordde zij, „daar ik
anders te laat in de kerk kom. De stad verlaat
ik niet.»
Zij nam het pak onder den arm, borg het
kleingeld in den zak en vertrok.
„Een kwartier," sprak zij tot zichzelve, „en de
dag begint op te komen. Ik zou toch zoo gaarne
van kostuum veranderd hebbenDoch waar
zal ik dat doen
Nog steeds zette zij haren weg voort.
Eensklaps ontwaarde zij eene groote poort, die
openstond, een somberen gang.
Jeanne trad binnen.
Op den achtergrond was eene trap, waarvan
men in de verte de treden kon ontwaren.
Ook boven heerschte de grootste stilte.
De vluchtelinge nam haar kap af en rolde deze
op, wierp den zwaren mantel van de schouders
en trok alle zusterkleeren uit om dan even haastig
haar wereldlijk kostuum aan te doen.
Na een pakje gemaakt te hebben van de klee-
ren, die zij zooeven had uitgetrokken, stapte zij
met dien last onder den arm, den gang uit en
richtte zich naar het station.
Thans zag zij er uit als eene eenvoudige boerin
of eene werkster op den buiten.
Toen zij het statiou naderde hoorde zij eens
klaps, dat er een sein gegeven werd.
Haar hart beangstte zich.
Was dit het teeken des vertreks
Zij begon te loopen en trad hijgend de waehi-
kamer binnen.
„Naar Parijs?" vroeg de vrouw, terwijl het in
haar hart bonsde, aan den bediende, die haar
naar het bureau van distributie verwees.
„DaarlHaast u!» zeide hij. „De trein is
gereed om te vertrekken."
Jeanne liep naar 't aangewezen bureau.
„Naar Parijs!" herhaalde zij.
„Welke klas?"
„Derde."
„ZiedaarVier fr. en vijfenveertig centiraen."
De vluchtelinge legde een vijffrancstuk op het
plankje,nam haar plaatskaartje en haastte zich naar
de zaal, die toegang tot het perron verschafte.
„Uw kleir. geld!riep de ambtenaar.
vergeet uw kleingeld!"
Jeanne hoorde hem niet meer.
Zij was reeds in den trein geklommen, waarvan
thans de portieren werden dicht geworpen, en
bevond zich in een compartiment, waarin reeds
twee vrouwen voor haar hadden plaats genomen,
eene moeder en hare dochter.
De ongelukkige wierp zich ineen hoekje neder,
een onrustigen blik op haar pak werpende, dat
aan hare zijde lag.
Deze oogslag stelde haar gerust. Alles was goed
ingepakt en niemand kon vermoeden, wat daarin
geborgen was.
De stoomfluit liet zich hooren en de trein werd
in beweging gebracht.
Jeanne dacnt over den toestand na.
Het pak, dat zij bij zich had, kon haar licht in
moeilijkheden, zelfs in gevaar brengen. Zij moest
zich daarvan ontdoen.
Doch hoe?
Een oogenblik had zij er over nagedacht het
in den gang te laten liggen, waar zij zich van
hare zusterkleeren ontdaan had, doch zoo zou zij
al te snel de aandacht er op gevestigd hebben,
dat zij zich daar verkleed had.
Men zou de zusterkleeren gevonden en naar
den commissaris van politie gebracht hebben. En
in alle richtingen zou er dan onmiddellijk zijn
getelegrafeerd.
Aan dat alles had Jeanne reeds gedacht en aan
tal van andere zaken. Zij maakte een nieuw plan
op, er rekening mee houdende, dat in korte
oogenblikken hare vlucht bekend en gesignaleerd
zou worden.
En zij vergiste zich niet.
De ziekenverpleegsters in de gevangenis, hoogst
verwonderd Jeaiine niet tegenwoordig te zien bij
het reinigen der zalen, zooals dit hare gewoonte
was, dachten dat zij zich wellicht kon verslapen
hebben.
Eene van haar ging naar Jeanne's kamer.
Toen men haar daar niet vond, dacht, men eerst
nog, dat zij bij den president of het bestuur kon
zijn, en men wachtte.
De overste was met de overige kloosterzusters
reeds teruggekeerd en zeer verwonderd, dat zus
ter Philomena niet in de kerk verschenen was;
zij gaf bevel naar de reden dezer afwezigheid te
gaan informeeren.
Toen ontdekte men wat er gebeurd was.
Zuster Philoraena sliep nog een zeer diepen