Nummer 14.
Donderdag 15 Februari 1894.
17*
aar gang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
UË RliDIIIIIIKUIiSTOi.
UITGEVER;
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
V
BUITENLAND.
Frankrijk.
IViiiilwijlisclie en Langslraalsflie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per '6 maanden f 1,00.
franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
Advcrtentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naarplaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De verschillende parlementen zijn op 't
punt hun aanspraken op de belangstelling
weder te doen gelden: eenige weinige dagen
nog en allerwegen worden de kampen door
't woord hervat, de parlementaire tournooien
zullen dan eenige weken achtereen voortduren.
Duitschlands rijksdag zal zijn deel bieden
in de interessante schouwspelen en de de
batten over het zoo pas gepubliceerde han
delsverdrag met Rusland zal daaronder de
voornaamste plaats innemen. De tekst van
het tractaat is gepubliceerd door den Reichs-
anzeiger. 't Zal in werking treden den 20sten
Maart reeds of zoo mogelijk nog vroeger en
't zal vvorden gesloten tot 31 December
1903, dus voor tien jaar ongeveer. Het be
staat uit 21 artikelen en waarborgt een gelijke
behandeling aan de onderdanen der beide
rijken en dezelfde rechten voor het bewind
en de justitie ten aanzien van alle op den
handel betrekking hebbende quaestiesde
uitoefening van elk beroep en den particu
lieren eigendom, voor zoover er geen beper
kingen bestaan geldende voor alle vreem
delingen. De overeenkomsten tusschen beide
landen kunnen gewijzigd worden door een
verbod van uitvoeralleen van artikelen
waarvan een staatsmonopolie bestaat of om
gezondheidsredenenkan een uitzondering
worden gemaakt. De Duitsche en Russische
schepen zullen, evenals hun ladingen, onder
voorbehoud van zekere bepalingen, behandeld
worden als schepen des rijks. Eventueele
opzegging van het traktaat moet geschieden
twaalf maanden voor het verval.
Zelfs als men den uitersten termijn (20
Maart) neemt, lijkt de tijd van voorbereiding
en beraadslaging (16 Maart begint de Paasch-
vacantie voor Duitschlands rijksdag) zeer
nauw toegemeten. In die vijf weken tijd
moet tevens de begrooting worden behandeld
in tweede en derde lezing en 't is dan ook
zeer wel mogelijk dat in den ministerraad,
welke plaats vindt onder presidium van den
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant
58
„Dat weet ik. Maar hebt gij aangetoond hoe
rok en tunique zullen gegarneerd worden
„Zeker, mejuffrouw, gelief maar eens te zien."
Lucia maakte haar koffertje open en spreidde
dc robe op eene canapé ten toon.
„Wat is dat schoon!" riep Mary uit, „en de
wijze, waarop het garneersel is aangebracht, is
allerliefst, origineel I
„Dat is eene vinding van mij," antwoordde de
werkster met eene naïeve eigenliefde.
„Welnu, ik maak u mijn korapliment. Juffer
gij hebt een zeer fijnen smaak."
Paul Harmant's dochter was zeer opgewekt ge-
fj worden. De doorzichtige bleekheid was van haar
iï gelaat verdwenen. Maar dikwijls toch bracht een
15 droge hoest hare borst in bewëging, zonder dat
zij daarvan iets scheen te bemerken.
I „Arm meisje!" dacht Lucia, terwijl zij luisterde.
„De jor.ge dame is zeer ziek."
En het arme kind beklaagde van ganscher harte
de rijke bezitster.
Mary hernam
„Zullen wij nu de. robe passen
„Ik ben gereed, mejuffrouw."
„Wil ik mijne kamenierster roepen?"
„OnnoodigIk zal haar vervangen."
„Goed, daar houd ik ook meer van."
Lucia begon haar werk, waarvan onze leze
ressen althans, zeer goed de groote belangrijkheid
kennen.
Mary, die dank zij het lachend gelaat en het
symphatiek uiterlijk der werkster, bijzonder
spraakzaam werd, vroeg aan Lucia
„Werkt gij reeds lang voor madame Augustine
„Ongeveer vijftien maanden, mejuffrouw."
„Zij schijnt bijzonder veel van u te houden.'
„Ja, werkelijk; zij toont mij eene groote gc
negenheid."
keizerbesloten wordt aan de wetgevende
vergadering een open krediet aan te vragen
voor twee maanden; de begrooting zou dan
Paschen verder worden afgehandeld.
Merkwaardig wel zijn de uitlatingen van de
Hamb. Nachr.die, al mogen zij dan niet
rechtstreeks van vorst Bismarck zeiven komen,
toch geacht kunnen worden weertegeven zijn
meening. Het blad zegt, dat de kloof tus
schen de belangen van de industrie en die
van den landbouw er nog grooter door zal
worden een scheuring, die veel ernstiger
en gevaarlijker wordt geheeten dan de aan
neming of de verwerping van het tractaat.
Plet Bismarck toegedane en door hem geïn
spireerde orgaan loochent (wat door bladen
beweerd is) dat de exkanselier zelf nieuwe
tractaten zou hebben gesloten, als hij aan 't
bewind was gebleven.
Door de kamer vaD Hongarije is nu de
aanvang der beraadslagingengeheel naar
den wensch der regeeringvastgesteld op
Maandag aanstaande. 't Ging er nog al
heftig toe. Nauwelijks had de president der
kamer, Bauffy, als datum van aanvang ge
noemd 19 Februari, of de afgevaardigde
Urgon van de uiterste linkerzijde, hield een
betoog tegen de overhaasting van de discussie
door de regeering en de liberalen en hij
vroeg of de regeering voornemens is gelijktij
dig aan 's konings goedkeuring te onderwerpen
de wet betrekkelijk het verplicht burgerlijk
huwelijk en de herziening der wet van 1868.
De president van den ministerraad antwoordde
bevestigend: de regeering zal van den weg
dien zij zich zelve heeft afgeteekend, niet
afwijken de voorstellen van godsdienstige!)
aard zijn in de commissie ernstig besproken
en voorbereid en in de zitting zal 't ook zoo
gaan mits men alles vermijde wat de be
raadslagingen kan verstoren. De regeering
is niet van plan aftetreden en 't zou aldus
sprak de premier dan ook een lafheid
zijn zoolang de meerderheid getrouw blijft.
„Ik meen uit haren mond verstaan te hebben,
dat zij u graag in haar atelier aan huis zoude
hebben."
„Ja, dat is zoo; maar ik werk liever alleen op
mijn kamertje."
„Gij woont zeker bij uwe ouders?"
„Ik heb geené ouders, mejuffrouw,* antwoordde
Lucia op droevigen toon.
„Zijt gij een weesje
„Ik weet er niets vanToen ik een jaar oud
was, werd ik in het gesticht der gevonden kin
deren gebracht."
„In het gesticht der gevonden kinderen I" her
haalde Mary.
7Ja, mejuffrouw."
„Dan hebben uw vader, uwe moeder u verla
tenMaar dat is afschuwelijk!"
„Ja, het is zeer wreed," zeide Lucia. „Mij dunkt
dat ik mijne moeder zeer teederlijk zou bemind
hebben. Doch 't is nooit in mijn brein opgekomen
die onbekende moeder te laken van at de jaren
des ondersclieids heb ik mij overtuigd gehouden,
dat zij wellicht niet schuldig was, dat de ellende,
de honger haar dwongen te doen wat zij gedaan
lieeft."
„Gij hebt gelijk zoo te denken," sprak Mary,
„en toch, zoo ik een kind had, zou ik liever van
honger sterven dan het te verlaten. Maarzoouwe
moeder nog verschoond kan worden, wat moet
er van uw vader gedacht geworden
„Mijn vader is wellicht dood."
„Ja, dat is mogelijk."
„En danvoegde Lucia er bij„zij zijn zoo
talrijk, de ongelukkige lieden, die arme vrouwen
verleiden en haar dan verlaten
„Dat is ook waar," mompelde Paul Harmant's
dochter, en voegde er dan bij: „Heeft men u in
het gesticht nooit gezegd onder welke omstandig
heden gij gevonden werd, of eenig teeken niet
aanwezig', isdat u zou kunnen helpen om uwe
familie weer te vinden
„Dat heb ik reeds gevraagd, mejuffrouw, zoodra
ik de jaren des onderscheids bereikt had."
„En wat heeft men u geantwoord
„Dat men een zeker iets bij mij gevonden had,
in staat, om misschien wel eens mijne identiteit
te kunnen bevestigen.
„En wat was dat?"
„De reglementen van het huis verboden mij
daarvan in kennis ie stellen."
De regeering van Frankrijk heeft alle agitatie
willen voorkomen en daarom Zaterdag on
middellijk geantwoord op de interpellatie
over 't geen er in Tomboctu is geschied.
Casimir Périer zeide, dat de regeering niets
heeft te verbergen of te verzwijgen over het
treurig incident; over den aard van Bonnier's
gedrag wilde hij geen oordeel vellen, wel
heeft de regeering een militaire expeditie
zonder voorafgaande raadpleging verboden.
Alle bijzonderheden zijn niet bekend, doch
wel zijn voorzorgsmaatregelen genomen om
nieuwe versterkingen uit Algiers te zenden
van ontruiming van Tomboktu kan geen
sprake zijn. De interpellatie over de hand
having der sluiting van de arbeidsbeurs werd
verder afgedaan. Alle socialistische afge
vaardigden voerden 't woord, alle 't zelfde
of zoo ongeveer 't zelfde betoogend en nadat
Leon Say had afgegeven op de stellingen der
sociaal democraten, heette Raynal, de minister
van binnenlandsche zaken, het optreden der
vorige regeering goed en zeide, dat er nog
geen reden was om tot opening der beurs
overtegaan. Met 372 tegen 166 stemmen
ging de kamer over tot de orde van den dag.
Telegrammen van den maarschalk Martinez
Campos, die medegedeeld zijn in den minis-
raad, melden dat de sultan van Marokko in
beginsel het voldoen eener, schadeloosstelling
heeft aangenomen maar hij verzocht ver
zachting in de toepassing er van.
De ministerraad heeft verder de volmacht
van den maarschalk vernieuwd om het geschil
met Marokko ten einde te brengen. Voorts
heeft de regeering last gegeven om het le
gerkorps in Andaluzie gereed te maken, ten
einde zoo noodig dadelijk te kunnen oprukken.
De Standard vernam uit Madrid, dat er
ofschoon zij verheimelijkt wordt eene
ministerieele crisis bestaat wegens de onder
handelingen met den sultan van Marokko.
De ministers van financien, binnenl. zaken en
koloniën liggen over hoop, en de minister
van oorlog wil zijn ontslag nemen. Sagasta
besloot het kabinet te wijzigen, alvorens de
kamer te heropenen.
„Maar dat is onmogelijkDat zou al te dwaas
zijn
„Dat heb ik ook gezegd, roejuffrouw, doch
steeds zijn al mijne pogingen om te weten te
komen wat mij zoozeer interesseerde, op eene
onbegrijpelijke bescheidenheid afgesprongen. Men
vreestnaar het schijnt, dat verlaten kinderen
die door bedriegelijke of slecht begrepen teekenen
op den dwaalweg geleid worden, in achtbare ge
zinnen, onaangenaame tóoneelen verwekkenEn
overigens het onderzoek naar het vaderschap is
verboden."
„Maar waartoe dient het dan, het kind dat te
'vondeling wordt gelegd, van een herkenningstee-
ken te voorzien
„Zoo wordt aan ouders, wier geweten begint te
knagen of die door bijzondere omstandigheden in
beteren doen komen, de gelegenheid gegeven het
verlaten kind te komen opeischen. De dag en het
uur der tevondelinglegging worden in een daar
toe bestemd register, opgeteekendde kleederen
van den kleinen verlatene worden nauwkeurig
opgenomen, zoowel als de letters waarmede het
linnen geteekend isin één woord alles wat als
een herkenningsteeken kan beschouwd worden.
Het kind ontvangt een nummer; zoo had ik b.v.
nummer 9. Daarbij voegt men een naam, en op
deze wijze wordt den kleinen een burgerlijke
stand verschaft, dien zij in het leven behouden."
„Wat is dat alles zonderlingwaarlijk om er
akelig van te worden 1" sprak de dochter van
den millionair. „Zoo werdt gij dan aan de deur
des gestichte te vondeling gelegd P«
„Ja, mejuffrouw, eenentwintig jaar geleden.
Daar werd ik opgevoedik leerde er werken, en
toen ik zestien jaar oud was, heeft men mij in
de leer gedaan bij eene naaister, eene goede brave
vrouw, die mij hare vermaningen en raadgevin
gen niet spaarde. Toen zij stierf, heb ik bittere
tranen gestort. In dien tijd was ik negentien jaar
oudIk kon toen wel werk gaan vragen in
het gesticht, doch ik hield te veel van de ver
kregen vrijheid. Ik had wat spaarpenningen ver
zameld. Ik kocht eenige meubelties, huurde eene
kamer en ging naar een groote modiste om werk.
Een van naar, die mij geruimen tijd werk had
verschaft, vertrok naar liusland, waar ik haai
niet volgen wilde. Dan kwam ik bij madame
Augustine, waar ik nu reeds vijftien maanden
nan het werk ben."
De handelswerelddie reeds zoo zwaar
beproefd is door den krach van het „Comp-
toir d'Escompte" en de Panama-knoeierijen,
die den handel verlamd hebben, heeft een
nieuwe ramp te verduren. De „Société des
Immeubles"aan welker hoofd baron de
Soubeyran staat, heett Vrijdag haar vervallen
coupon niet kunnen betalen. Deze maat
schappij zal dus genoodzaakt zijn, evenals
de „Banque d'Escompte", waarvan zij een
een loot iszich tailliet te doen verklaren
en hnar balans over te leggen. Deze tijding
heeft in de financieele wereld een diepen
indruk gemaakt.
Beschermende rechten.
Het tegenwoordig recht op de tarwe is 5
fr.; de regeering heeft voorgesteld het te
brengen op 7 fr. en de commissie voor het
tarief op 8 fr. Ziehier nu de officieele prijzen
der tarwe op de voornaamste marktenmet
inbegrip der rechten, in de maand December,
welke prijzen sedert nagenoeg niet veranderd
zijn. Bordeaux fr. 21,20; Lyon 20,60; Nancy
20,33; Parijs 20,18; Berlijn 18; Weenen 16,20;
Londen 15,33; Brussel 14; Amsterdam 13,53;
New-York 13,66; Chicago 12,66. In Frankrijk
wordt dus 10 pet meer voor de tarwe betaald
dan te Berlijn, 20 pet. meer dan te Weenen,
25 pet. meer dan te Londen, 30 pet. meer
dan te Amsterdam.
En nu nog de verhooging die voorgesteld
wordt men rekene die maar op 2 fr.
op een artikel van eerste levensbehoeften
op het brood
De politie heeft de hand gelegd op eene
bende valsche munters te Marseille, onder
welke eenige vreemdelingen. Negen personen
zijn gearresteerd doch men gelooft dat er
„Hoe oud zijt gij, Lucia? Gij veroorlooft mij
u doodeenvoudig Lucia te noemen, niet waar?"
„O ja, mejuffrouw, dat i9 mij zeer aangenaam.
Dit teeken van sympathie vereert mij en ik ben
er u dankbaar voor."
„Dan herhaal ik mijne vraag: Hoe oud zijt gij?*
„Tweeëntwintig jaar mejuffrouw."
„Waarom denkt' gij er niet aan, gij, die zoo
bekwaam zijt, -zelf een atelier te vestigen
„Daartoe 'zouden twee zaken noodig zijn me
juffrouw, welke ik niet bezit."
„En dat is?"
„Eerstens, de onmisbare klanten, en dan het
noodige kapitaal voor de eerste onkosten."
„Mij dunkt, dat gij met uwe bekwaamheden
licht een man zoudt kunnen vinden in het bezit
van eenige middelen. Zoo zoudt gij in de gele
genheid gesteld worden een magazijn te huren
en te meubeleeren, ateliers te vestigen, en, geloof
mij, de klanten zouden niet lang op zich laten
wachten."
Bij het hooren dezer woorden, had Lucia eene
hoogroode kleur aangenomen.
Dit ontging Paul Harmant's dochter niet, die
er dan bijvoegde
„Zoo ik mij niet bedrieg, denkt gij ernstig aan
het huwelijk."
„Ja, ik ben van plan te trouwen.„
„En wat verhindert u dit plan uit te voeren?'
„Hij, dien ik bemin, en die mij zijne weder
liefde schenkt, heeft geen fortuin; hij bezit zelfs
niets, en wil ons huwelijk uitgesteld zien, totdat
hij eene betrekking verkrijgt, die ons kan toelaten
fatsoenlijk te leven. Zoodra ik zijne vrouw ben,
zal ik het modistenvak terzijde leggen, of althans
nog zeer weinig mij daarmede bezighouden want
zijn verlangen is, dat ik mij dan uitsluitend met
het huishouden bezighoude."
„Het zal zeker minder voordeel zijn zoo te
handelen Maar wat zult gij er tegen inbrengen?
Ik heb gehoord van een wetsartikel, dat dc vrouw
gehoorzaamheid oplegt aan den mau. Het zal mij
eene aangename taak zijn, beste Lucia, u op den
dag van uw huwelijk eene kleine huwelijksgift
uit te keeren, doch op voorwaarde, dat uw man
toesta, dat gij voor mij en voor mij alleen blijft
werken."
„Ik zal 't hem vragen, mejuffrouw. Ik zal hem
van uwe goedheid spreken en ik houd mij over
tuigd, dat hij u niets zal weigeren.'