Nummer 50. Zondag 24 Juni 1894. 17e Jaargang. DE BROODDRUGSTER. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. UITGEVER: ANTOON TIELEN, Zij die zich voor HyvW het -"olgend kwartaal op dit blad abonneerenontvan gen de nog deze maand verschij nende nummers GRATIS. Staatkundig overzicht. FEUILLETON. V V BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Spanje. De Echo van het Zuiden, Huhijksrfcf cd Langstrantsclic Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden tun den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Koning Alexander van Servie wordt Woens dag a. s. te Constantinopel verwachtpapa Milan, die hem vergezelt tot Zibetsche zal hem daar ook weer opwachten en om Eero pa nu eens heel klaar en duidelijk te toonen, dat het jonge mensch een doodgewoon plei- zierreisje maaktzooals eiken knaap van dien leeftijd bij goed gedrag, ijver en vlijt wel eens toekomt, neemt hij alleen zijn „mi litaire huis" mee, terwijl de ministers tijdens zijn afwezigheid het bewind voeren. Toch zal de sultan 't hem zoo aangenaam mogelijk maken: zoodra de koning en zijn gevolg den Turkschen bodem hebben betreden, moeten zij beschouwd worden als de gasten van den sultan en terwijl de gezant ie Belgrado, Tefik-bey, Alexander op de geheele reis vergezelt, wordt het gezelschap op den over tocht van Saloniki naar Constantinopel ont vangen door den grootvizier en den minister van buitenlandsche zaken. Dat alles is uiterlijk vertoon, zonder eenige bijzondere beteekenis; 't meest beduidende van de geheele reis is eigenlijk het feit, dat Milan niet in de gele genheid komt voor een dag of wat weder eens voor koning te spelen en hij beperkt blijft tot den doodgewone rol van den be zorgden, liefhebbenden vader, die zijn oog appel zoover mogelijk vergezelt en hem ook weer te gemoet trekt bij zijn terugkeer. Ei genaardig is alweer de opmerking te maken, dat 't niet altijd hetzelfde is als twee menschen 't zelfde doen: indien prins Ferdinand van Coburg deze reis ging ondernemen zou er heel wat over te doen zijn en Rusland's czaar zou er gewis een paar nachten niet Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsclue Courant 93 Een nauwkeurig onderzoek leverde 't bewijs, dat de moordenaar in het boschje was verborgen geweest en daar op zijn slachtoffer had gewacht. De andere helft van het mes werd niet gevonden. Men hernam den weg naar Bois-Colombes. De dokter zat aan het bed van de zieke, die eindelijk tot bezinning gekomen was. Toen Lucia voor 't eerst de oogen opende, wierp zij zeer ongerust een blik om zich heen. Diepe rimpels waren in haar voorhoofd ge groefd, en haar geest scheen zich met sombere zaken bezig te houden. Eensklaps bemerkte zij mama Lison. Het meisje wilde een vreugekreet uiten, doch de smart deed de woorden op hare lippen sterven. Jeanne neeg over het bed. „Herkent gij mij, liefste?" vroeg zij. «Ja, ja," antwoordde Lucia op zwakken toon. „Maar ik weet niet waar ik mij bevind. Ik ken dit vertrek niet. Waar ben ik?" «Gij zijt bij den kommissaris van politie van Bois-Colombes.* Deze woorden waren voldoende om Lucia alles in het geheugen terug te roepen. De kommissaris naderde het jonge meisje op zijne beurt. „Gij waart gekwetst, mejuffrouw," zeide hij, «en het is mij een dure plicht u mijn huis tot toe vluchtsoord aan te bieden." «Ja, ja, dat herinner ik mij," sprak Lucia. „Ik had een balkostuum weggebracht, eu volgde den weg langs de spoorbaan om naar Bois-Colombes terug te keereu en daar den trein te nemen naar Parijs. Eensklaps sprong er een man voor mij op en stak mij met zijn mes. Van af dat oogen blik herinner ik mij niets meer." „Hebt gij het gelaat van den persoon gezien, die u gewond heeft vroeg de kommissaris. van slapeD. Misschien slaagt Alexander er bij den goedhartigen beheerscher der geloo- vigen nog wel in hem over te halen tot concessien ten aanzien van Macedonië, door Bulgarije zoo gemakkelijk verworven. En ander jong reiziger van beteekenis niet door zijn eigen persoonlijkheiddoch door de eigenaardige toestanden, waarin hij is geplaatst, is de khedive van Egypte, Abbas- pacha. Zaterdag op 't zelfde uur zoo ongeveer, dat Alexander Belgrado verlaat, vertrekt hij van Cairo en omdat de sultan hem niet vóór 3 Juli wachten kan gaat hij eerst nog wat rondvaren. Tegenover hem is de sultan niet zoo goedhartig en toegevend kunnen zijn als tegenover Alexander: Abdul-Hamid heelt hem doen wetendat hij (de sultan dus) 't voegzaam vindtdat de onderkoning zijn voorgenomen bezoek aan Londen, Parijs en Weenen uitstelt en dat wel in 't bijzonder met het oog op de nog maar altijd niet ten genoege van Turkije geregelde Congo-quaestie. Met een uitstapje naar Zwitserland (neutraal ge bied!) zal Abbas-pacha 't dus voor lief moe ten nemen. Een jonkman geroepen eenmaal een heel hooge en lang niet benijdenswaardige positie te vervullen, de grootvorst troonopvolger van Rusland is nu op Engelschen bodem, waar hij zijn aanstaande gemalin Alix van Hessen zal ontmoeten en natuurlijk ook visites zal maken bij de koningin, den prins van Wales en de verdere talrijke leden van het konink lijk huis, hem allen na verwant alles zonder veel kans te bieden op politieke evenementen van overweldigenden aard. Uit de onlangs door de Engelsche regee ring met die van den Congo-staat gesloten overeenkomst heeft eerstgenoemde thans vrijwillig de bepalingen doen vervallen, waar tegen door Duitschland is opgekomen, zoodat van dien kantzoo ooit, thans zeker geen gevaar voor een conflict meer dreigt. „Neen, mijnheer, het was te donker." „Gij droegt een horloge, niet waar „Ja, mijnheer, een goud horloge met ketting." „En een portemonnaie „Ja.« „Wat was er in „Zoo wat dertig francs en een retourkaartje van het spoor." „Wellicht heeft men u willen dooden om u des te gemakkelijker te kunnen bestelen Alle horloges dragen een nummer. Kent gij het nummer niet van het uwe „Neen, mijnheer," „Waar hebt gij het gekocht?" „Ik heb het ten geschenke ontvangen, maar ik weet toch weldat het voortkomt uit een hor logewinkel in de St. Antoniusstraat, op den hoek van het Guéménéestraatje." De kommissaris schreef het adres op. „Mag ik zoo vrij zijn u den naam te vragen van den persoonwien het horloge verkocht werd „Zeker, zeker! Die persoon, mijn aanstaand echtgenoot, is de heer Lucien Labroue." Ook dezen naam schreef de kommissaris op. „De ellendeling zal zeker trachten het gestolen horloge van de hand te doen. Met het nummer zullen wij hem misschien op het spoor komen." „Ik moet zwaar gekwetst zijnzegde Lucia „want ik lijd zeer veel." „Ja, mijn kind," antwoordde de dokter „gij moet zwaar lijden, 't Is eene diepe wondedoch ik kan u de verzekering gevendat uwe dagen niet in gevaar zijn. Gij kunt zelfs op een zeer spoedig herstel rekenen't Is gelukkig dat deze goede vrouw den weg volgde, waar de moordenaar u heeft aangevallen. Ware zij niet daar geweest, zoudt gij reeds lang dood zijn, gestorven aan bloedverlies." „O goede mama Lison, ik ben u het leven ver schuldigd," zeide Lucia, de handen naar de brooddraagster uitstrekkend. Jeanne drukte liefdevol het meisje aan 't hart. Dan ging Lucia weer voort „Hoe lang ben ik alhier?" „Sinds den afgeloopen nacht." „Kan ik niet naar Parijs terugkeeren De kommissaris wendde zich tot den dokter. „Kan de juffrouw nu reeds vertrekken vroeg hij. Met Frankrijk zijn de onderhandelingen nog loopende, maar waar men met Duitsch land het is eens geworden, mag dit als een voorbode voor eene minnelijke schikking, ook met Frankrijk, worden beschouwd. Donderdag nam de Hongaarsche kamer van Magnaten andermaal het regeerings- ontwerp in behandelingtot invoering van het verplicht burgerlijk huwelijk. Het huis der Magnaten heeft het wetsontwerp in eerste lezing met 128 tegen 124 stemmen aange nomen. De uitslag der stemming in het huis der Magnaten werd door de linkerzijde met geesldrilt toegejuicht. De voorzitter stelde de beraadslaging over de artikelen op den vol genden dag vast. Buiten stond eene talrijke menigte, die Wekerle toejuichte. De werkstaking breidt zich uit te Feluy en te Arquennes. De werklieden van de groef Collinet en Theys hebben ook het werk ge slaakt tengevolge van de wegzending van twee hunner. Alles is kalm in de streek. Toch patrouilleert de gendarmerie, om even tueele wanordelijkheden te voorkomen. Omtrent de ontploffing in de Rue Royale te Brussel blijtt men nog even wijs. Nog altijd weet men niet waardoor die ontploffing veroorzaakt is, en het onderzoek daaromtrent heeft men moeten opgeven wegens het gevaar voor instorten van het gebouw. Voor het aibreken wordt een op zichzelf staande steiger gebouwd. Enkele omstandigheden schijnen te wijzen op een inoedvvilligen aanslag. Voorts wordt er gesproken van twee mannendie even voor de ontploffing voor het huis gezien werdenvan een man dien men hard heeft zien wegloopen; maar alles blijft even onzeker en er zijn geen gegevens voor nasporingen. „Ja, dat zal zonder gevaar kunnen plaats hebben, zoodra ik een ander verband gelegd heb," ant woordde de dokter, „maar niet voor van avond." „Mama Lison, gij zult mij niet verlaten, niet waar vroeg Lucia aan Jeanne. „Neen, liefsteMaar toch zou ik eens graag naar de Dauphinestraat gaan om mijn patroon alles mede te deelen. Ik zal spoedig terug zijn.» „Ja, mama Lison, gij hebt gelijk. Gij moet den man waarschuwen. Ga, maar kom spoedig terug.» „O, wees gerust.» „Overigens, mijn kind," zeide de kommissaris „wees zonder angst. Gij zult niet alleen gelaten worden. Mijne vrouw zal u gezelschap houden tot dat madame terugkomt.» „Wat zijt gij goed, mijnheerIk dank u „Ga dan, brave vrouw," voegde er de magistraat bij, zich tot Jeanne wendend. „Mejuffrouw zal goed opgepast worden." De brooadraagster omhelsde opnieuw Lucia en haastte zich naar het station. Toen zij in de Dauphinestraat aankwam ont stelde de vrouw allerhevigst. De winkel was gesloten en op een briefje aan lut venster geplakt las zij GESLOTEN WEGENS OVERLIJDEN. Jeanne ging met benepen hart binnen en begaf zich naar het achtervertrek, waar zich madame Lebel bevond met haren schoonzoon en de dienst meid. Alle drie weenden. „Het is gedaan, mama Lison," zeide Lebret op droeven toon, „mijn arme vrouw is dood.» De brooddraagster sprak, met de oogen vol tranen ..Gelief het mij niet ten kwade te duiden mijn heer, dat ik gisteren niet ben teruggekomen.» „Mijne schoonmoeder heeft mij medegedeeld wat er te doen is geweest. Mama Lison, alles is u bij voorbaat vergeven. Mijn arme vrouw heeft nog naar u gevraagd, alvorens te sterven. Zij zou u nog zoo graag gesproken hebben. De goede ziel hield zoo veel van uGij znlt mij niet ver laten, niet waar mama Lison Gij zult draagster blijven bij mij, even als te voren.' Jeanne weende. Zoodra zij een weinig tot be daren was gekomen, sprak zij „Mijnheer Lebret, ik wenschte u verlof te vragen om van daag naar Bois-Colombes bij de arme gekwetste terug te keereu.» Meunier, de bij verstek ter dood veroor deelde anarchist, is gisteren, aan handen en voeten geboeiduit Engeland naar Parijs overgebebracht. Een nieuwe instructie zal tegen hem geopend worden. Door de prefectuur van politie en den veiligheidsdienst wordt op verzoek van den procureur-generaal te Brussel scherp toezicht gehoudenmet het doel de bewerkers vaa de ontploffing te Brussel te arresteeren, voor het geval zij de wijk mochten willen nemen naar Frankrijk. Men schijnt dus aan een misdaad te gelooven. Bij de Grand-Prix wedrennen te Long- champs (Parijs) zijn bij den totalisator inzetten gedaan voor een gezamelijk bedrag ran 4 millioen francs. De omzet bij de bookmakers wordt geschat op 20 millioen francs. Gedu rende de wedrennen werden 39 valsche spelers, oplichters en zakkenrollers gevat. De zaak van het Liceo-thé&ter zal den 12en Juli voor de rechtbank te Barcelona koman. De acte van beschuldiging consta teert dattegen het einde van het tweede bedrijfde beschuldigde Santiago Salvador Franch van de vijfde galerij twee Orsinibom- men in het parterre wierp, waardoor 20 men schen gedood en 27 lichter of zwaarder ge wond werden. Behalve Franch worden ver antwoordelijk gesteld José Prats Trilla en Antonio Alfaro Inés, die den misdadiger ge herbergd en in zijn vlucht bijgestaan hebben. Het openbaar ministerie eischt de straffe des doods voor Franch, tien jaar dwangarbeid voor Prats en Alfaro. Men had gedacht dat de aanslag meer anarchisten het leven zou kosten maar twee, Macher en Bernich zijn in de gevangenis gestorven; een is ont snapt en nog niet gevangen; drie zullen wegens den aanslag op Martinez Campos voor den krijgsraad terechtstaan en zes zijn er onlangs doodgeschoten. Het proces zal eenige weken duren. „Goed, mama Lison. Gij kunt gaan." „En hoe is het met het meisje vroeg ma dame Lebel. „Zoo goed mogelijk. De wonde is wel diep, doch stelt hare dagen niet in gevaar. Ik keer thans naar haar terug. Van avond breng ik haar reeds mede naar Parijs.» „Ga dan. De bakkerij zal twee dagen gesloten blijven; de meid zal in uwe plaats het brood rondbrengen.» „Morgen vroeg zal ik hier zijn eu op nieuw mijne plaats innemen.» antwoordde Jeanne. „Ik wil mijne ongelukkige meesteres mede naar het kerkhof begeleiden.» Moeder en schoonzoon weenden bitter. De brooddraagster vertrok. In een nabijgele gen restauratie ging zij wat gebruiken, en begaf vich dan haastig naar het 'station om den eersten trein te nemen. Het was ongeveer drie uur, toen zij zich aan het bed van de geliefde zieke nederzette Lucia was in diepen slaap gedompeld en de vrouw van den kommissaris waakte, zooals zij het beloofd had, met de teederste zorg. Terwijl Jeanne te Bois-Colombes aankwam, was men bij madame Augustine zeer verwonderd niets van Lucia te vernemen. De tijd liep voorbij en daar er geen boodschap gebracht werd, zond de modiste een harer werksters naar de Bour bonkade. Na een halfuur kwam deze terug met de bood- schad, dat juffrouw Lucia daags te voren naar Bois-Colombes vertrokken, maar nog niet terug gekeerd was. Deze afwezigheid scheen zoo zonderling en maakte de groote modiste zoo ongerust, dat zij onmiddellijk iemand naar den maire zond. Deze bediende bracht de boodschap mede terug, dat de juffrouw daar geweest en om kwart over elf weder vertrokken was. Zoo veranderde de ongerustheid van madame Augustine in angst. Weldra sprak men in het atelier van deze zon derlinge zaak. De modiste dacht dat er een ongeluk gebeurd was. Zij hield zeer veel van het jonge meisje en schatte bet zeer hoog. De dame begon zich zelfs te verwijten, dat zij haar zoo laat aan eenig ge vaar had blootgesteld. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1