Nummer 52. Zondag 1 Juli 1894. 17e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, Waalwijkschi' en Langstraaisehe Courant, Dit. blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. UITGEVER- Advertentie 1-7 regel, y 0,60 d««boven 8 eent perT^eT*" Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00. rr,.—groote letters naai-plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatiing «anco per post door het geheele rijk f 1,15 ANTOON TIETiRN opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franca te zenden V xJ land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van -Vhr-- "an mn!fe|VCr Waalwijk. Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. ££|Te Luik en zijne omstreken heerscht sedert eenige dagen de choleradie er zich den geheelen winter door nu en dan heett ver toond, heviger. Te Jemeppe zijn reeds een twintig personen aan de ziekte bezweken en komen eiken dag nieuwe gevallen voor, niet tegenstaande de genomen maatregelen. Ook in de nabijgelegen plaatsen Tilleur en Seraing en tot in Luik toe zijn reeds gevallen voor gekomen, waarvan een paar zeer hevig waren. Men vreest dat de Maas besmet is, en hei gebruik van Maaswater is verboden; helaas wordt het verbod niet altijd nagekomen. De ziekte is tot nog toe beperkt tot achterbuur ten en krotten waar zij een vruchtbaren bodem vindt. De 'verkiezing van den president der republiek. Het was een werkelijk indrukwekkend oogenblik toen te 1 uur 10 min. de president van den senaat, voorafgegaan door de ka merdienaars, en gevolgd door de leden van het bureau, voor deze gelegenheid allen in rokde vergaderzaal te Versailles binnen kwamen, waar de verkiezing van den presi dent moest plaats hebben. 851 senatoren en afgevaardigden waren daar bijeen. De tribunes waren alle dicht bezet., en in de diplomatieke loge bevonden zich verschillende ambassadeurs en gezanten, onder wie jonkheer De Stuers. Met een kort woord herinnerde de voorzitter aan de ge beurtenis, welke deze vergadering deed bij eenroepen, en daarna werd, ondanks eenige protesten van links en van Baudry d'Asson, overgegaan tot het trekken van de namen der stemopnemers. Een kwartier later stapte Labat (met de letter L. werd begonnen) de tribune op tot het uitbrengen van de eerste stern. Het voorbijgaan op de tribune van de 851 leden gaf tot geeu incidenten aanleiding. De grijze heer Blanc, het oudste lid in jaren van de kamer, werd warm toegejuicht. Het verschijnen van Wilson van den kielman Thivrier en van den senator Bérenger werd met eenig rumoer begroet. Het stemmen van Dupuy ging ongemerkt voorbij; het aflezen van den naam Casimir Perier geschiedde te vergeefs. Hij was niet tegenwoordig. Toen de naam Faberot werd geroepen, schreeuwde deze van zijne bank„ik stem niet, omdat het presidentschap moet worden afgeschaft." De stemming vorderde precies twee uren, en een klein uur later, te 4.14, kwam de voorzitter den uitslag mededeelen. De leden van het centrum verhieven zich van hunne zetels, maar op het geschreeuw en rumoer van de banken der socialisten, gingen de ledendie opgestaan waren allen weder zitten. Een riep er„gaat op de knieën liggen 1" De heer Challemel Lacour had nauwelijks het cijfer genoemd der stemmen (451) welke op Casimir Perier waren uitgebracht, of een helsch lawaai ontstond aan de uiterste lin kerzijde. Het centrum applaudisseerde luid ruchtig daartegen in. De rechterzijde zag kalm glimlachend toe. Hetgeen de president verder vermeldde, was niet te verstaan. „Daar hebben wij de revolutie „Leve de com mune waren de kreten welke boven het lawaai uitklonken. Nog een oogenblik kwam er stilte, toen de woorden werden uitgespro ken >En aldus verklaar ik Casimir Perier gekozen tot president der republiek." Eene herhaling volgde van het geschreeuw van daareven, en achtereenvolgens verschenen nu de socialisten De Jeante, Avez, Michelin en de anti-semiet d'Hugues op de tribune, wier onbeteekenende opmerkingen zich verloren in het rumoer. Zoo ging de nationale ver gadering in groole opgewondenheid uiteen Nadat de uitslag der presidentsverkiezing afgekondigd en de zitting der nationale ver gadering gesloten was, hebben de president van het Congres en de ministers zich naar het kabinet van Challemel Lacour begeven waar Perier zich bij hen voegde. Challemel Lacour richtte eene velsprekende eu roerende toespraak tot Perier, die onder het luisteren de tranen niet kon bedwingen en het vol gende antwoordde: „De nationale vergadering heeft mij de grootste eer te beurt doen vallen, welke een burger kan ontvangen. Zij legt de zwaarste zedelijke verantwoordelijkheid op mijne schouders. Pk zal* mijn land alles geven wat ik bezit aan geestkracht en vaderlands liefde. Al de warmte mijner overtuigingen zal der republiek ten deel zijn, en aan de democratie zal ik al mijne toewijding en ge heel mijn hart schenken, gelijk hij het deed, dien wij beweenen." Perier ontving vervolgens de gelukwenschen van de leden van senaat en kamer en van de vertegenwoordigers der pers. Perier heeft te 6 uren Versailles verlaten, in gezelschap van den president van den ministerraad. Alle ministers en vele sena toren en kamerleden in het paleis bijeen riepen, toen Perier hun voorbijging: »leve de republiek!" Terwijl een compagnie artillerie de nieuwsgierigen op een afstand hield, werd een escorte gevormd door een escadron paardenvolk. De nieuwe president werd op straat begroet met warme toejuichingen en met het geroep van „leve Perier!" Wegens de omstandigheden ging Perier niet naar het Elysée, maar werd in het ministerie van buitenlandsche zaken geinstalleerd. Het ministerie heeft zijn ontslag aaugeboden. -- Over de laatste oogenblikken van Carnot kunnen we nog het volgende mededeelen Toen hij zijn bewustzijn herkregen had, waren zijn eerste woorden „Maak de mijnen niet ongerust," kort daarna: »0, ik voel wel, dat het afloopt!" Toen men hem er opmerkzaam op maakte, dat zijn vrienden in de aangren zende zaal waren, zeide hij „Ik ben blij zooveel vrienden te hebben Na zijn eerste bezwijming had hij nog pen en papier ge vraagd, doch hij kon er zich niet meer van bedienen. Een oogenblik voor zijn dood verzocht Carnot den overste Chamoin nader bij hem te komen, doch de zwakte nam zoo snel toe, dat hij niet meer spreken kon. De doodstrijd duurde slechts zeven minuten. Drie geweldige schokken reten de wonden weer open en bedekten de kleeren met bloed. Te Dijon vernam mevrouw Carnot uit den mond van haar dochter de vreeselijke tijding van den dood haars gemaal. Nadat het lijk van den president in de kist gelegd was, heett de aartsbisschop van Lyon zich met zijn geestelijkheid naar de prefectuur begeven om de gebeden op te zeggen. Daarna is het lijk op een affuit ge plaatst en naar het station gevoerd onder het donderen van net Kanon, het schetteren der trompetten, het doffe rommelen der met floers bedekte trommen. Het garnizoen der stad stond langs den ganschen weg opgesteld. De van alle kanten toegestroomde menigte ont blootte eerbiedig het hoofd bij het voorbij trekken van den stoetdoch nadat deze voorbij was, werd de menigte voortdurend woeliger en werden de kreten gehoord: „Laat ons Carnot wrekenWeg met den sluip moordenaar De winkelsdie geen uit- hangteekens of geen naam droegen, werden beschouwd als aan vreemdelingen te behooren en verwoest. Benden bedreigden andere winkels, die niet wilden sluiten, met vernie ling. In de rue de laRépublique deed een escadron kurassiers een charge en veegde het terrein schoon. Een agent is ernstig gekwetst, toen hij het verwoesten van een 'kruidenierswinkels wilde beletten. Bij alle stations van de lijn Lyon—Parijs was de bevolking in grooten getale opgekomen, om den rouwtrein te zien passeeren. Slechts te Dijon, waar Carnot's dochter uitstapte en op twee andere plaatsen hiehl men stil. Om drie uur Dinsdagmorgen kwam de extratrein te Parijs aan. Tengevolge van het late uur waren slechts eenige honderden menschen op de beenop het perron bevonden zich Poubelle, prefect der Seine, vergezeld van zijn chef de cabinet Combarieu; Lépine prefect van politie en Laurent, secretaris generaal van de prefectuur van politie; Four- nierdirecteur van den veiligheidsdienst. Verder eenige gemeenteraadsleden en leden van den departementalen raad. Zij gingen mevrouw Carnot te gemoetdie door de treurige gebeurtenis beziggehouden, nog geen tijd gehad had, om zich geheel in den rouw te kleeden, evenmin als haar twee zoons, die een lichte overjas droegen. Mevrouw Carnot kon slechts met een hoofdbuiging antwoorden op de betuiging van deelneming van Poubelle en de eerbiedige groeten van de omstanders; aan den arm van een harer zoons ging zij naar den coupé, die haar op het voorplein wachtte. De beambten naderden dadelijk om de kist, die onder bloemen en kransen bedolven was, in den gereedstaanden lijkwagen te plaatsen. Overal waar de stoet passeerde stonden de menschen stil cn ontblootten eerbiedig het hoofd. Aldus kwam men te kwart over vier op het Elysée aan. Op hel gezicht van de lijkkist viel de eerste koetsier van het Elysée plotseling dood neder. Tot ontvangst van het stoftelijk omhulsel waren de leden van het burgerlijk en militaire huis van den president aanwezig, doch geen der ministers. In het salon, dat in een rouwkapel veranderd was, werd het lijk neergezet. Vier cadets van St. Cyr hebben de officieren van het militaire huis, die onderweg de wacht gehouden hadden, atgelost. Een katafalk is in gereedheid gebracht, om het lichaam ten toon te stellen. Een onnoemelijk aantal personen komt, om te teekenen in de regis ters, die te dien einde op het paleis gede poneerd zijn. De uitvaart zal Zondag in de Notre Dame gevierd worden, terwijl het lijk in het Panthéon naast dat van Lazare Carnot zal geplaatst worden. Een rouw van dertig dagen is voor leger en vloot voorgeschreven. Uit Milaan wordt medegedeeld dat de moordenaar van Carnot, Cesario Santo, sedert Januari l892tot de anarchistische partij hoorde, en met twee andere anarchisten een blad trachtte op te richten, waarin hij die denk beelden zou propageeren; hij kon echter niet genoeg geld bijeenbrengen. De Italiaansche politie heeft hem in het oog gehouden tot 1 het einde van 1893, toen hij naar Zwitserland vertrok. Zondag is hij uit Cette vertrokken, waar hij acht maanden als bakkersknecht gewerkt had; 10 gulden moest hem nog uit betaald worden. Op de vraag, waar hij voor nemens was heen te gaan, zeide hij, dat hij er niets van wist, en dat hij gaan zou, waar de omstandigheden hem zouden leiden. Hij heeft zelf bekend anarchist van de daad te zijn; hij beweert, uit eigen beweging gehan deld te hebben en niet tot een of andere vereeniging te behooren; de rechter is echter van het tegendeel overtuigd. De politie te Lyon zoekt een kappersknecht, Vielly, dien men veronderstelt in betrekking gestaan te hebben tot Santo. Eenige dagen geleden moet hij herhaaldelijk gezegd hebben: „Carnot komt te Lyon; iemand zal op zijn rijtuig klimmen en hem dooden." De maitresse van Vielly, een vrouw Samuel, getrouwd met een Italiaan, ontkende zijn meisje geweest te zijn; eerst toen kleeren van Vielly te haren huizen ontdekt werden, moest zij bekennen. De moord van Carnot moet aanVielly door een zekeren August Roux zijn meegedeeld. Hij speelde een partij biljart, toen de tijding van den moord gebracht werd. „O, ik wist het al acht dagen, dat dat gebeuren zou!" zei hij. Hij werd dadelijk aangegeven en gearresteerd. De rechter van instructie meent, dat de moord in betrekking staat tot de onlusten te Aigues Mortes. De Tribuna maakt een intervieuw openbaar met den oudsten broer van den moordenaar, een gegoed man, die te Milaan twee wijnzaken bezit. Daariu wordt hij een weekhartig, godsdienstigjongmensch genoemd, die gaarne bij kerkelijke feesten als koorknaap dienst deed. Twee jaar geleden geraakte hij onder den invloed van den anarchistischeu Gori te Milaan, die thans een moordenaar van hem gemaakt heeft. Alle verwanten en vrienden prijzen zijn goed hart. Zij meer.en, dat er geen twijfel bestaat, of Santo is door het lot aangewezen om de misdaad te begaan. Mevrouw Carnot is diep geschokt door het groot verliesdat zij leed. Zij was eene liefhebbende en zeer zorgzame vrouw voor den president, die gelijk men weet, in de laatste jaren zwak van gezondheid was. Zij nam altijd alle mogelijke voorzorgen voor hem waar hij ook was. Toen hij naar Lyon zou gaan, telegrapheerde zij een paar malen of het weder daar wel gunstig was, en zij schreef aan den burgemeester van Lyon, die tevens geneesheer is, een brief, waarin zij hem verzocht te waken voor de gezond heid van haren man en de officieele recepties te bekorten, als de president maar eenigszins vermoeid bleek te zijn. De huiselijke kring op het Elysée was wat meu noemt een recht gelukkig huisgezin gelukkig en eenvoudigin strijd met het verwijt van zucht naar vorstelijke praal, dat men Carnot wel eens gedaan heeft. De president wijdde, ondanks zijn drukke bezigheden, veel tijd aan vrouw en kinderen, en hij haalde dikwijls, door tot laat in den nacht te werken, de verloren uren in. Carnot had een vriendelijken aard, ofschoon hij wat stroef en stijf scheen. Hij was zeer bevreesd voor stug en trotsch gehouden te worden, en zijne bedienden hadden altijd last, zoo inschikkelijk mogelijk te zijn voor het publiek. Waarschijnlijk is het juist aan die inschik kelijkheid te wijten, dat de moordenaar tot zijn rijtuig kon doordringen. Want dus lezen we in een uitvoerig en belangwekkend schrijven van een ooggetuige aan Daily News oorspronkelijk gingen te Lyon, wanneer Carnot uitreed, twee officieren te paard, een aan ieder portier, naast het rijtuig; doch de aandrang der menigte was zóó sterk en de pogingen om een handdruk van den president te bemachtigen waren zóó talrijk, dat de heer Carnot zeide: Laat de beide heeren maar heengaan, als die goede lieden me nu zoo gaarne een hand willen geven!" Toen een oogenblik later de moordenaar op de trede sprong, dacht de president dan ook niet anders of het was weer zoo'n sym- pathie-betuiger, en stak gemoedelijk de hand naar hem uit. Maar die met de linker ter zijde duwend, volvoerde de moordenaar toen met de rechter, waarin de dolk onder een bouquet was verborgen, zijn verraderlijk opzet. De commissiebelast met de regeling der begrafenis van Carnot heeft beslist, dat de stoet Zondag 's morgens om 7 uur aan het Elysée zal gevormd worden: om tien uur zal hij vertrekken, om 12 uur in Notre Dame aankomen. Vervolgens zal hij zich begeven naar het Panthéon. Slechts vier redevoeringen zullen gehouden worden. Het lijk lag gisteren en heden op het praalbed ter bezichtiging voor het publiek. Het kabinet Dupuy zal de loopende zaken behandelen tot een nieuw ministerie benoemd is, waarvan Dupuy verklaard heeft, geen deel te willen uitmaken. Ook moet hij verklaard hebben, dat hij niet dingt naar den zetel van president der volksvertegenwoordi ging. Men noemt Burdeau als hoofd van het nieuwe ministerie en Etienne als president der kamer. Men sprak in den laatsten tijd veel over het pheDomenaal geluk van den Britschen premier, lord Roseberry,die zijn bekend drietal wenschen of aan hem gedane voorspellingen dat hij de rijkste vrouw van zijn tijd zou trouwen, premier van Engeland wordeu en

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1