Nummer 60.
Zondag 29 Juli 1894.
17e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
DK llltllODIIIUMIÏïll.
UITGEVER:
ANTOON TIELEN,
Bij dit nummer behoort
een BIJVOEGSEL.
Staatkundig overzicht.
FE U1LLET01S,
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksolie en LangstraaMie Courant»
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Waalwijk.
WAAL WIJK, 24 Juli 1S94.
Be centrale commissie voor de statistiek in
Nederland heeft een dringend verzoek tot de
kamer van koophandel alhier gerichtom enkele
exemplaren van het verslag der kamer over
de jaargangen 1882—1892. Baar uit het
archief der kamer geen exemplaren meer te
missen zijnricht de kamer het beleefd verzoek
tot hendie nog in 't bezit zijn van alle of
van slechts enkele jaargangen, daarvan afstand
te doen. Elk exemplaar, dat disponibel gesteld
wordt, zal dankbaar in ontvangst genomen
worden door
De kamer van koophandel en fabrieken
te Waalwijk.
De zes artikelen van de wet tegen de
anarchisten zijn eindelijk door de Fransche
kamer aangenomen, zonder dat een der amen
dementen die legio waren en tegen welke
de regeeiing zich vooraf verklaard had, wet d
goedgekeurd.
De kamer heelt vervolgens de wet tegen
de anarchisten in haar geheel aangenomen
met 268 tegen 163 stemmen.
De senaat heeft de wetsvoordracht tegen
de anarchisten urgent verklaard.
De commissie uit den senaat is eenparig
ten gunste van het ontwerp gezind.
Bij de behandeling der anarchistenwet heeft
de kamer Donderdag beraadslaagd over een
amendement; strekkende om den duur der wet
te beperken. De minister van justitie verzocht
de kamer alle amendementen te verwerpen.
Verscheidene redenaars spraken ten gunste
van het amendement. De president van den
ministerraad sprak de hoop uit dat men
aan de wet een permanent karakter zou geven,
Naar het Fransch door W. v. R.
(Overgenomen uit de MeierijscJie Courant
102
„Gij spreekt zeker van den heer Duchemin P«
„«a, mijnheer.»
„Dan wensch ik u te doen opmerken, madame,
dat gij u vergist. De heer Duchemin heeït geene
valschheid in geschrifte bedreven. Dit lasterlijk
bericht werd door een boosaardig schuldeischer
uitgestrooiddie overigens op dit oogenblik ge
heel betaald is. Doch ik kwam hier, niet om
den heer Duchemin, maar om Amanda Régamy.
Gij hebt haar aan een uitstel van een jaar ver
leend J
Ja, mijnheer. Ik kon 't aan haar zeurig gesmeek
niet langer weigeren.*
,Zij heeft u eene schriftelijke schuldbekentenis
gegeven?"
.Ja, mijnheer; anders had ik haar onmiddellijk
doen arresteeren. Met dit stuk heb ik haar echter
in handenMaar welk belang stelt gij in dit
alles, mijnheer?»
.Veel, zeer veel, madame. Die schuldbekentenis
kom ik u vragen."
Madame Delion deed een stap achteruit, en
staarde den vreemdeling angstig aan.
«Heb ik thans met een waanzinnige te doen
dacht zij.
Ovidius las hare gedachten in hare oogen en
haastte zich er bij te voegen
„Wees gerust, madame. Zoo ik hier gekomen
ben om dit stuk te halen, dan heb ik er ook het
recht toe."
„Wat?'
„Ik kom u betalen.»
„Gij brengt mij de duizend frank, die Amanda
mij schuldig is
„Juist."
//Met den intrest van een jaar
,Ik .zal den intrest bij het kapitaal voegen,
zoo gij dit ei9cht, madame."
Advertentiën 1 7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
om de werking der maatregelen tegen de
anarchisten te verzekeren. Hij legde er nadruk
op dat de wet het oog heett op de anarchie,
geenszins op eenige politieke partij, en ver
klaarde dat, indien de duur der wet door de
kamer beperkt weid, het een ander kabinet
zou moeten ziju dat haar toepast.
Met 280 legen 230 stemmen werd het
voorstel om den duur te beperken verworpen.
Een additioneel artikel bepalende dat de
wet ingeval van ontbinding der kamer ver
vallen zou zijn werd verworpen met 318
tegen 148 stemmen.
In het lagerhuis deelde Grey mededat
de regeeringen van Duitschland Russland
Frankrijk en Italië, op uitnoodiging van En
geland, aan hare vertegenwoordigers te Peking
en te Tokio last hebben gegeven, de pogin
gen van de Engelsche diplomatieke vertegen
woordigers om een oorlog te voorkomen te
ondersteunen. De minister had geen enkele
mededeeling ontvangen over vijandelijkheden
tusschen Japan en Chinaotschoon reeds
eenigen tijd het gerucht had geloopen dat
de Japansche troepen met de Koreanen slaags
waren geweest.
Het verloop der Koreaansche quaestie in
het laatste decennium, is als volgtin 1885
sloot Japan met China het tractaat van
Tientsin, de Chineezen hadden toen op de
Japanners geschoten en Japan stelde zich
tevreden met een heel leuke verontschuldi
ging, terwijl het toen recht had op een flinke
genoegdoening. China ging daarop in zake
Korea zijn eigen weg en Japan had het
toekijken, er werd niet aan gedacht de ge
meenschappelijke verhouding van Japan en
China tot Korea te regelen. Zoo bleef het,
tot China meende nu wel eens tot krachtiger
uiting van zijn bedoelen te kunnen overgaan;
2500 man werden naar Korea gezonden en
'toen begreep Japan, dat het doel dier zending
nu juist niet kon zijn versterking van Japans
positie in Korea. Japan achtte het nu tijd,
-Ik eisch het.»
■/Dat is uw recht. Aan 5 pCt. beloopt die in
trest vijftig frankenIk zal u dan duizend
vijftig franken ter hand stellen."
Ovidius haalde een bankbriefje van duizend
uit zijne portefeuille, met twee gouden Louis en
een stuk van 10 francs, en telde madame dit op
de toonbank voor.
"Geef mij nu eene kwitantie en de schuldbe
kentenis van juffrouw Amanda."
„Onmiddellijk, mijnheer."
Madame De'lion schreef eene kwitantie en haalde
dan in het binnenvertrek uit een glazen kast
de verklaring te voorschijn, haar door juffrouw
Amanda gegeven, welke luidde:
//Ik erken van madame weduwe Delion twee
stukken kant ontvreemd te hebben, elk vijf hon-
derd franken waard, om deze elders te verkoopen
en mij het geld toe te eigenen. Ik neem hierbij
de verplichting op mij die som met den intrest
te betalen binnen den tijd van een jaar, loopende
deze tijd van af heden, om niet vervolgd te
worden wegens mijne misdaad, en ik ben madame
Delion zeer dankbaar, dat zij mij niet onmiddel
lijk in handen der justitie heeft overgelerd, zooals
zij het recht had dit te doen."
Daarop volgden datum en handteekening.
Ovidius las dit zonderlinge stuk aandachtig na
en stak het dan in zijne portefeuille op de plaats
waar hij de twee wissels van Duchemin ook al
geborgen had. Dan groette hij madame Delion,
meerde naar het hotel de la Cigogne terug en
bestelde een keurig déjeuner voor tweepersonen.
Om elf uur moest dit worden opgediend.
Dan zag hij de dagbladen in en wachtte op
den jongen klerk der mairie.
Deze had verlof gekregen een gedeelte van
den namiddag uit te blijven.
Op klokslag elf uur trad Duchemin bij Ovidius
binnen in de kleine zaal, waar zij daags te voren
gedineerd hadden.
«-Welnu?» vroeg Ovidius.
„Ik heb wat gij verlangt,"antwoordde Duchemin.
„Uitstekend 1 Hebt gij eenige moeilijkheid on
dervonden
„Niet de geringste. Eenig nazoeken, anders
niets.»
Dan haalde hij het uit den zak en ging
voort
„Ziehier het origineel der door madame Frémy
ook eens te gaan mobiliseeren en deed zoo
de aan Korea's koning toegezonden voor
stellen kracht bijzetten. Japans eischen waren
verdeeld over 25 paragrafen en heel beschei
den waren ze niet, het leek wel of eene
weigering uitgelokt moest worden. China
stelde zijn eischen in beantwoording van
Japan en gaf slechts vijf dagen bedenktijd.
Hoewel Japans eischen niet door China kun
nen worden ingewilligd en hoewel een formeele
aanvang der vijandelijkheden reeds is geineld,
schijnt het toch nog niet tot een oorlogsver
klaring te zijn gekomen. De als een aanval
op de Japansche bezetting van Seoul gemelde
schermutseling is een heel toevallige ont
moeting tusschen de bewakers van het paleis
en de Japansche soldaten, zonder groote be-
teekenis.
Terwijl volgens de laatste mededeelingen
de Japansche troepen oprukten tegen de
Chineesche stelling en een treffen onvermij
delijk wordt geheeten komt uit Washington
het bericht, dat nevens de meening der auto
riteiten betrekkelijk de bescherming der on
derdanen, in toongevende kringen wel neiging
bestaat in eeoigszins anderen zin en met
eenigszins ander doel op te treden.
Zeker zullen bij een eventueelen oorlog
tusschen China en Japan heel wat uiteen-
loopende belangen met elkaar in conflikt
komen
In den Amerikaanschen Senaat duurt het
gehaspel over het ontwerp tariefwet voort in
ten deele openbare, ten deele geheime ver
gadering. De leiders der democratische partij
in den Senaat leggen het er op aan om het
ontwerp aan de uit den Senaat in het Huis
van afgevaardigden gecombineerde commissie
zonder nadere instructien terug te zenden,
maar Sherman wist met nadruk zijne meening
te doen gelden dat bij het gekibbel der
democraten de kansen voor het ontwerp toch
hopeloos staan.
geschreven verklaring, door mijn oom in zijne
kwaliteit van maire geteekend, ter legalisatie der
handteekening, en met het zegel der gemeente
voorzien.»
Ovidius nam haastig dit document aan, deed
het open, en las
„Ik, madame Frémy, voedster te Joigny de
partement der Yonne, na aan den maire van
Joigny, den heer Raonl Duchemin medegedeeld
te hebben, dat een kind van het vrouwelijk ge
slacht, bij mij uitbesteed den 12 April 1861, tot
mijnen last gelaten is door de moeder, Jeanne
Fortier, na dien tijd aangehouden en veroordeeld
wegens verscheidene misdaden, verklaar van den
heer maire de toelating te hebben verkregen ge
noemd meisje in het gesticht der gevonden kinderen
te Parijs te doen opnemen, wat geschied is den
6 April 1862. Hier volgen de aanwijzingen, die
zouden kunnen dienen om de identiteit van het
meisje te herkennen, zoo de moeder of een ander
belanghebbend persoon liet kind later zou komen
opeischen, aanwijzingen, die overgeschreven zijn
in een daartoe besterad register des gestichts.
Bij het kind waren gevoegd
Een hemdje, geteekend J. F.; een borstrokje, id.;
een paar kousjes, id.; een mutsje, id.; een wollen
doekje; een katoenen deken; een wollen deken;
twee luiers, geteekend J. F.; bijzondere teekenen
geene; naam der moeder Jeanne Fortier; voornaam
van het kind Lucia; naam der voedster Mathurine
Frémy.
De handteekening van Mathurine, die van den
maire, ter legalisatie, en het zegel der mairie
verleenden aan dit stuk een onbetwistbaar karakter
van authenticiteit.
Ovidius schijnbaar bedaard, doch wiens schit
terende blikken van eene ongewone vreugde
getuigden, vouwde het papier dicht en stak het
in den zak.
„Ik dank u, mijn jonge vriend,» zegde hij dan.
Zevenenveertigste Hoofdstuk.
Het déjeuner ging voort.
Toen de kelnner, die met den dienst belast was,
koffie opbracht met likeuren en sigaren haalde
Ovidius zijne portefeuille uit den zak legde die
op de tafel neer en opende ze.
„Tweeduizend franken zijt gij schuldig, niet
waar vroeg hij aan Duchemin.
Ja, mijnheer.»
De tentoonstelling te Antwerpen heeft reeds
ruim 200000 gulden meer opgebracht, dan in
denzelfden tijd van 1885. Zaterdag wordt
door de kooplui, ongelukkig niet in de kleedij
der 16e eeuwde beurs in oud-Antwerpen
gehouden.
Gebroken telephoondraden hebben te
Brussel op de Waterloo-chaussce een treurig
ongeluk veroorzaakt. Het was gedurende een
onweder. De bliksem was -in een der tele-
phoonpalen geslagen en de draden versperden
den weg. Een voerman, die er voorbij moest,
en nog iemand wilden ze verwijderen. Maar
nauwelijks hadden zij de draden aangevat,
zij konden hunne handen niet meer los
krijgen. Een brigadier van politiedie er
op aankwam, sneed met zijn sabel de draden
door en bevrijdde hen; maar hunne handen
waren reeds halt verbrand en de arme man
nen werden in een deerniswaardigen toestand
naar het gasthuis gebracht.
Volgens den Rappel heeft de regeering
die bericht had ontvangen dat in het buiten
land uitgeweken anarchisten nieuwe aanslagen
'e "^aT!^s w^den uitvoeren, besloten alle in
Frankrijk vertoevende buitenlandsche anar
chisten het land uit te zetten. Ook zijn
agenten van den algenteenen veiligheidsdienst
naar Londen vertrokken, om het oog te houden
op de uitgeweken anarchisten aldaar.
De anarchist Pouget, die de leiding had
over Père Peinard, zal te Londen een anar
chistisch blad oprichten onder den titel: le
Droit d. 1 aisance. Pouget zal in den com
pagnon Malatesta een ijverig medewerker
vinden.
Burpin is door de commissie voor uit
vindingen gehoord, aan wie hij alle mogelijke
inlichtingen verschafte. De France Militaire
„Welnu, hier hebt gij die som. Thans hebben
wij onze zaken vereffend.»
Terwijl hij deze woorden uitte, reikte hij den
klerk twee briefjes van duizend franken over.
„Mijnheer,» sprak deze laatste met eene ont
boezeming van erkentelijkheid, „leer mij toch
den naam van den edelmoedigen man kennen
die mijn redder geworden is!»
„Ik ben baron Arnold de Reiss," antwoordde
Ovidius glimlachend.
„Ik zal dien naam nooit vergeten."
„Kom, kom! Ik heb u een dienst bewezen. Gij
hebt hetzelfde gedaan. Wij staan op gelijken voet
tegenover elkander."
Eenige seconden verliepen er.
De klerk had de bankbriefjes in de hand. Hij
hield er de oogen op gevestigd, terwijl geheel
zijn uiterlijk toonde, dat hij niet op zijn geraak was.
„Wat hebt gij?" vroeg Ovidius. „Wenscht gii
mij iets te vragen J
„Ja, mijnheer.»
„En wat dan Spreek rechtuit. Gij weet wel
dat ik uw vriend ben.»
„Ik wilde u verzoeken mij de wissels terug te
geven, die Petitjean u ter hand heeft gesteld <j„
„Odie heb ik reeds verbrand antwoordde
öoliveau onverschillig.
„Waarlijk
„Twijfelt gij aan mijn woord
„O, mijnheer!»
„Gij begrijpt toch wel, dat men dergelijke zaken
niet bewaart.»
't Sloeg twee uur op de pendule.
Ovidius stond op.
„'t Is tijd naar uw bureau terug te gaan
zegde hij. „Ik keer naar Parijs weder. Ik zal mét
den trein van twee uur vijftig minuten vertrek
ken. Wij gaan afscheid nemen. Ik heb u uit een
zeer moeilijken toestand gered. Wees in 't ver
volg voorzichtiger; want 't is niet waarschijnlijk,
dat het toeval u een tweeden keer een reddenden
engel mijner soort zal toezendenIk zeg u niet
adieu mijnheer Duchemin. Wij zullen elkander
misschien nog wel ooit ontmoeten.'
„Dat zal mij hoogst aangenaam zijn, mijnheer'
„En mij ook, en ik zeg u dan ook: Tot
weerzien
Na elkander warm de hand gedrukt te hebben
sloeg de neef van den vroegeren maire den wee
naar zijn bnrean in. Wordt vervolgd.