Nummer 69. Donderdag 30 Augustus 1894. 17" Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I' m TOBy EB, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. Duitschland. Italië. Rusland. De Eeho van het Zuidea Waalwyksche m Laogstroalsehe Courant, Brieven/ingezonden stukken, ge] fd^iP/L*, te «enden I ANTOON TIELENI opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor DuitsclN aan d«n TTitrrovar 7 land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van waalwijk. Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Nog een vol etmaal na de sluiting van Engelands parlement met een boodschap van haar „Gracious Mejesty" is in het reusachtige Hyde-park in Londens hoofdstad een betoo ging gehouden tot afschaffiug van het reacti onaire House of Lords. Zaterdag in den laten namiddag is ten aanhoore van de volks vertegenwoordigers en de pairs, in gemeen schappelijke zitting vereenigd, voorlezing ge daan van een officieel stuk, dat zich weer eens meer kenmerkt door 't geen er in ont breekt dan door 't er in besprokene. De boodschap maakt met geen enkel woord melding van de verdeeldheid tusschen lager en hoogerhuis en evenmin van de verwerping der „evicted tenants bill" door de lords. De phrase over Ierland is hoogst onbeduidend „t is er rustig gebleven, doch op sociaal en administratief gebied zijn er nog enkele moeielijkheden op te lossen, waaraan de regee ring haar geheele zorg wijdt." De koningin maakt melding van de vermindering der lasten voor den arbeidenden stand hoewel er een verhoogiug der lasten heeft moeten plaats vinden voor de zeemacht en wijdt voorts in den breede uit over de buitenlandse he politiek. De quaesties tusschen het vereenigd koninkrijk en de groote republiek over grondgebied in Azië en Afrika zullen naar de boodschap loopt opgelost worden en ten aanzien van den Chineesch-Japanschen oorlog wordt onder een betuiging van leedwezen over de mislukking van 't gemeenschappelijk pogen van Rusland en Engeland in 't belang van den vrede, strikte neutraliteit toegezegd. De reorganisatie of de besliste opheffing van het hoogerhuis ziedaar waarmede de parlementaire vacantie zal worden aangevuld. Zondag is 't al begonnen. De „nationale boud tot opheffing van het hoogerhuis" had in Hydepark een betooging georganiseerd, welke werd bijgewoond door een 60.000 a 70.000 menschen. Manifestanten (meest democraten Naar het Franach door W. v. R. (Overgenomen uit de Meierijsche Courant 109 „Aangenomen mijnheer,* zeide hij eindelijk- Het zal mij hoogst aangenaam zijn mejuffrouw, uwe dochter, mijne eerbiedige hulde te brengen.* „Bravo riep de millionair uit. „Bij voorbaat wist ik, dat het u niet mogelijk was Mary of mij een dioevig leed aan te doen." Dan werd er niet meer over't diner gesproken. De dag liep spoedig woorbij. Lucien bezocht de verschillende ateliers en tegen vier uur verliet hij Courbevoie om zich te gaan kleeden en naar de Murillostraat te gaan. Terwijl hij de lange Neuillylaan opliep en daar na die van het Groote Leger, gevoelde hij zich bijzonder somber en droefgeestig. Thans had hij spijt de uitnoodiging te hebben aengenomen, die hem gedurende geruimen tijd in Mary's tegenwoordigheid zou brengen, wier dol zinnige liefde hij kende en betreurde. Wie weet of deze uitnoodiging niet een valstrik was? Wie weet of Paul Harmant niet iu tegen woordigheid zijner dochter de voorstellen zou herhalen, die zij reeds vroeger gedaan had Welke houding zou hij aannemen zoo dit ge schiedde, en wat zou hij antwoorden zonder eenige brutaliteit te toonen Zijn antwoord tot den millionair te richten zou zoo eenvoudig mogelijk zijn: „Hij was geen meester meer over zijn eigen persoonZijn hart had hij reeds lang weggeschonken." Doch zou hij in Mary's tegenwoordigheid wel den moed hebben deze twee korte zinnen te herhalen Zou hij de kracht hebben te zeggen „Gij weet wel, dat ik Lucia bemin, daar zij zelve het u heeft gezegd.* „Neenduizendmaal neen I Ik zal den moed niet hebben haar op dergelijke wijze te kwellen,* dacht Lucien. „doch ik kan haar ook niet in den waan laten, dat ik haat bemin. en werklieden) waren er een 40000 a 50000, benevens een 20000 nieuwsgierigen. Verschil lende werklieden-syndicaten (dat der glasbla zers der draaiersder kleermakersder schoenmakers en der metselaars) waren ver tegenwoordigd met hun vaandels zoodat er in t geheel een 300-tal banieren waren, rond de elf tribunes geschaard. Daar spraken Burt, Tanner, Macdonald en O'Connor, miss Chap man, miss Conybeare en miss Thomson Smith en door die allen werd telkens weer veroor deeld de oppositie der lords tegen home-rule; tegen de wetsbepalingen ten gunste der pachters en tegen de progressieve successie rechten. Aangenomen werd een motie, aldus luidend „De meeting betreurt 't, dat de re geering geen bepaalde belofte heeft afgelegd omtrent de houding tegen het hoogerhuis aan te nemen, verzoekt haar onmiddellijk stappen te doen tot afschaffing der nadeelige en nut- telooze erfelijke kamer en doet een beroep op alle kiezers in het vereenigd koninkrijk om te weigeren eenigen candidaat te steunen, die zich niet verbindt mede te werken lot afschaffing van het hoogerhuis. Zij, die deze betooging georganiseerd heb ben, kunnen tevreden zijn hun tromgeroffel en trompetgeschetter is gehoord door vele duizenden en de aangenomen motie is niet al te zeer een utopieal ligt er tusschen de uitspreking van den eisch en de mogelijke verwezenlijking nog een lange weg, als 't er ooit toe komt In afwachting van 't verder verloop der wisselende krijgskansen heeft de oorlog in 't verre Oosten tusschen China en Japan reeds een gunstigen invloed op de kennis van land en volk in Azie's oostelijk en noordoostelijk deel. Zoo kunnen we bijvoorbeeld als bij zondere karaktertrek der Chineezen releveeren hun optimisme, zich zelfs ongerept hand havend in de moeielijkste levensomstandig heden. Tot dusver zijn de krijgskansen hun nog niet gunstig geweest, doch die min heu gelijke werkelijkheid is van geen nadeeligen Het was half zeven in den avond, toen Lucia's verloofde aankwam, zeer ontroerd en met een benepen hart. Paul Harmant was een half uur thuis. Hij ontving den jongman in zijne kamer. „Mijne dochter wacht ons in de zaal,* zeide hij. „Laat ons tot haar gaan." Mary wachtte werkelijk en God weet welke koortsachtige drift hare slapen deed kloppen. Door het raam had zij Lucien het binnenplein zien optreden. Haar hart bonsde geweldig. Eene eindelooze vreugde, eene onbeschrijfelijke vreugde had zich van haar meester gemaakt. Lucien te Parijs terug! Lucien in het huis haars vadersDat was voor haar het toppunt van ge luk, eene volslagene genezing, het leven Enkele minuten verliepen er; dan werd er eene deur geopend, en Harmant verscheen op den dorpel terwijl hij zijn gast voor zich liet doorgaan. Mary wilde opstaan en hem tegemoet gaan doch de ontroering, waaraan zij ten prooi was, verwekte bij haar een soort van onmacht, zij wankelde en viel weer op haren zetel terug. Op dit oogenblik was zij doodsbleek. Haar vader ging tot haar Toen Lucien dit vermagerd gelaat zag en die veranderde trekken, gevoelde hij zich door een smartelijk medelijden bevangen. Zijne oogen werden vochtig. „Mejuffrouw," stamelde hij. „Lijdt gij, liefste?" vroeg de millionair. „Neen, vader, neen, ik Tijd niet" antwoordde Mary, die door Lucien's stem als het ware ge galvaniseerd was.O neen, ik lijd niet, integendeel. Ik heb daar zooeven eenige bedwelming gevoeld, maar dat is reeds voorbij. Ik ben gelukkig mijn heer Lucien weer te zien. Hij weet hoezeer ik hem bemin, met eene oprechte en groote liefde. Ik gevoel mij zoo gelukkig hem na eene lange afwezigheid de hand te kunnen drukken." En zij stak den jongman de gloeiende hand toe. „Ik ook, mejuffrouw," antwoordde hij met eene zonderlinge verwarring, „ik ook gevoel mij ge lukkig u weder te zien; ja, dat verzeker ik u, zeer gelukkig." „Werkelijk!" vroeg zij. „Werkelijk, mijnheer Lucien Lueien begreep dat eene al te groote koelheid in staat zou zijn het meisje te dooden. Daarom antwoordde hij haastig „O, dat verzeker ik u I dat bezweer ik u invloed op hun fantasie tot in de kleinste bijzonderheden vertellen zij van de geweldige nederlaag der Japanners bij Ping-Yang, 6000 man landden den I8en aan den Tatungrivier, aangebracht door 19 Japansche oorlogsschepen en 13 transportschepen en 1000 man Chi- neesc'ne cavalerie vielen hen aan en dreven hengeholpen door de artillerienaar de schepen terug. De geheele geschiedenis be paalt zich tot een schermutseling er er behoort een geweldige verbeeldingskracht toe van een nauwelijks vermeldingsvvaardig wapenfeit zulk een gebeurtenis te maken De splitsing van 6000 infanteristen over 1000 cavaleristen is een sterk stuk, alken mogelijk als de cavalerie heel superieur is en de leiding subliem twee eischen waaraan de Chineesche ruiterij niet beantwoordthet verlies van 900 man aan Japansche zijdelijkt wel 't sprekendste proefje van Chineeschen humbug. Te Montauban heeft een bomop een venster gelegd een hevige ontploffing ver oorzaakt; alle ruiten in de officieren-societeit werden verbrijzeld. Men schijnt de schuldi gen op het spoor te zijn. De Saksische mijnwerwerkers, die tegen woordig de beste organisatie van geheel Duitschland bezitten schijnen geneigd een nationaal mijnwerkers-congres te houden en dit zelfs de voorkeur te geven boven inter nationale congressen. Daardoor zou een rijkswet misschien lichter verkregen worden, die de tegenwoordige, zeer gebrekkige mijn wetten zou kunnen vervangen. Van het rijk verwachten zij meer dan van de landdagen. Ook wenschen zij, dat de invoering van den werkdag van acht urende verbetering der mijninspectie en vraagstukkeu omtrent orga- Het gelaat van het meisje schitterde van vreugde. „Gij hebt dan," zoo ging zij voort, „de uitnoo diging mijns vaders aangenomen „O, zeer gaarne. Om eene dubbele reden was mij die bijzonder aangenaam. Zij was mij eerstens een teeken van de oprechte vriendschap, die gij mij toedraagt, mejuffrouw, en tevens van de achting welke mij uw vader wel verleenen wil.* „Iets meer dan achting," antwoordde Mary. „Het is genegenheid, die mijn vader voor u ge voelt. Meermalen heeft hij mij dat verzekerd." „Daar ben ik fier op, en mijne erkentelijkheid is grenzeloos." „Waarom kwaamt gij ons niet meer opzoeken?* Lucien geraakte door de wending, die het ge sprek nam, min of meer onthutst en antwoordde aarzelend „Ik achtte mij niet gerechtigd." „Ons als vrienden te behandelen," zeide het meisje, den zin voltooiend. „Mijnheer Lucien wat hadt gij groot ongelijkGij zijt een man van de grootste verdienste, een gentleman van den echten stempel. Wien zouden dan uwe uwe bezoeken niet vereeren? Mijn vader, ik weet het, beschouwt u als zijns gelijke. Hij laat mij de vrijheid om te handelen, zooals ik verkies. Hij keurt goed alles wat ik doe, en ik maak gebruik van deze vrijheid om u in zijn en mijn naam te verklaren, dat hier eiken dag voor u mede zal gedekt wor den, en dat wij beslist op u rekenenNiet waar, vader?" „Ik leg mij bij al uwe verlangens nedergij toch zijt hier de opperste gebiedster," antwoordde haar vader glimlachend. Lucien's verlegenheid werd grooter en grooter; thans begon hij geheel in verwarring te geraken. „Zoovele goedheden maken mij verlegen,* sta melde hij. Mary, die dit antwoord als eene instemming beschouwde, straalde van vreugde en haastte zich er bij te voegen „Aangenomen En ik reken er ook op, dat gij ons dikwijls naar 't theater zult vergezellen. Mijn vader zal zich gelukkig achten, wanneer hij ziet, dat gij mij naar mijne loge geleidt. Niet waar, vader?" „Zeker, liefste, zeker." „Dan stemt gij toe, niet waar, mijnheer Lucien „Ik verkeer in een al te nederigen toestand, mejuffrouw, om eene rol aan te nemen, die door zoo velen zou benijd worden.* „Dat is eene nederlaag, mijnheer Lucien, en die I nisatie op de agenda van een eventueel samen te roepen nationaal congres gezet zullen worden. Mevrou.v Ismortde weduwe van den inspecteur van politie te Pagny-sur-Moselle, is te Novéant gearresteerd wegens spionnage; in haar kousen werden papieren gevonden in haar paraplu moet zij een slaghoedje ver borgen hebben. Te Rome schijnt men allesbehalve tevre den met den loop van zaken op Sicilië. De Tribuna verwijt generaal Morra, dat hij niets gedaan heeftom het kwaad in den wortel aan te tasten en de verhouding tusschen de arbeiders en hun grondbezitters of hun pach ters te verbeteren. Er bestaat dan ook nog een groote ontevredenheid onder de arbeiders van verscheidene districten. Te Brescia zijn vijf arbeiders gearres teerd beschuldigd eenige deelen van het nieuwe geweermodel 1891gestolen te hebben. Te Oesena zijn drie mannen gearres teerd die verdacht worden vroeger met den anarchist Lega een complot te hebben ge smeed, om Crispi te vermoorden Men meent, dat Lega hen verraden heett. Over den toestand van den keizer van Rusland werd aan de Nordd. Allg. Zlg. uit Petersburg het volgende geschreven „Men vreesde hier, dat de czaar aan „wandelende nieren" leed en riep daarom professor Sa- charin uit Moskou. Deze stelde vastdat deze vrees ongegrond was; de nieren zijn slechts eenigszins aangedaan. Door een on gestoord en rustig verblijf van zes weken op het land meent men, dat de czaar zijn vroe gere gezondheid terug zal erlangen." Bgg neem ik niet aan Mocht gij weigeren, dan zou mij dit hoogst smartelijk zijn, en ik houd mij overtuigd, dat dit onmogelijk uwe bedoeling wezen kan. Neem dan aan wat ik u voorstel, zonder eenige vrees, en ik verzeker u, dat ik geen te groot misbruik van uwe goedheid maken zal." Mary's gelaat drukte znlken angst uit, de toon waarop zij sprak was zoo smeekend, dat Lucien den moed niet had om hetjonge meisje door een bepaalde weigering tot wanhoop te brengen. „Welaan dan mejnffrouw," antwoordde hij, „ik neem uw voorstel aan, doch de eischen des werks laten mij zeer weinig vrijheid.* „Des Zondags zijt gij toch vrij en ik hoop, dat gij mij dien dag ir. het vervolg zult schenken." Lucien verbleekte zichtbaar. Hij dacht aan Lucia en hij was op het punt om eene onvoorwaar delijke weigering uit te spreken. Vierenvijftigste Hoofdstuk. Mary liet Lucien den tijd niet een enkel woord te spreken. „Wij zullen de Zondagen in gezelschap van mijn vader buiten gaan doorbrengen." ging zij voort. „Dat zal u goed doen en n eenige uitspanning schenken in het zittend leven dat gij de gansche week door leidt. Uw leven zou anders al te een tonig worden. Veranderingen zijn steeds aange naam. Onze uitstapjes zullen allervroolijkts zijn, niet waar, mijnheer Lucien Mary had met eene betooverende bevalligheid deze woorden gesproken. Zij verwachtte een bevestigend antwoord. Doch Lucien had een voorwendsel gevonden om haar voorstel te ontwijken. „Mejuffrouw,* zeide hij, „laat mij u opmerken, dat ik eenige vrienden heb, die mij zeer toege negen zijn en wien ik ook de grootste achting en vriendschap toedraag. Om hen te bezoeken, om met hen een vrienschappelijken omgang te kunnen onderhouden, waarin ik het grootst be lang stel, heb ik slechts den Zondag. Zoo ik dien dag nu voor iets anders ga beschikken, dien eeni gen dag der week, zal ik geen tijd meer hebben om een aangenamen omgang te hebben met mijne goede vrienden, die ik van kindsbeen reeds ken, en zoo zou ik mij hunne verwijtingen op den hals halen, wat ik raag het niet verheelen mij uiterst onaangenaam zou zijn." Mary's hart, door jalousie verteerd, klopte hevig en een traan pinkte zij uit een der oogen weg.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1