I Nummer 78. Zondag 30 September 1894. 17e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, UITGEVER: ANTOON TIELEN, Bij dit nummer behoort een BIJVOEGSEL. Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. De Echo van het Zuiden, Waiilwijksclic ra Lanplraalscbe Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden./1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Waalwijk. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel- groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Bij de ontwaking en bij de insluimering der natuur, in de lente en in den hertst, heeft telkenjare zoo ongeveer 't zelfde plaats: er ontstaan ministerieele, soms zelfs complete kabinetscrisissen en als ze niet ontstaan, dan zijn er altijd nog wel welwillende mannetjes, bereid om precies te doen als hadden inder daad eenige kabinetsleden in ons werelddeel plan om zich uit het ministerieele leven terug te trekken. Het voorjaar van 189-1 is heel wat rijker geweest aan ministerieele crisissen en geruchten daarvan dan tot dusver het najaar. Wel hebben we zoo iets gehad van kabinetswijzigingen in Servie en nu weer van aftredingsplannen der radicale ministers van het Bulgaarsche kabinet—Stoïloff, doch der gelijke wijzigingen zijn op zichzelf voor de algemeene politiek van weinig of geen be- teekenis. In Spanje is 't al niet veel anders gesteld: daar wil Sagasla 't nog zoolang mogelijk met zijn liberale combinatie zien te rooien, doch reeds staat Canovas, de con servatieve ex-premier en partijleider, gereed om Sagasta's erfenis te aanvaarden en om dezen voor te bereiden op 't geen komen zal, misschien wel om hem een eervolle retraite van het bewind mogelijk te maken, vertelt Canovas aan elk, die 't hooren wil en aan de koningin-regentes in de eerste plaats, dat Sagasta veel te optimistisch is ten opzichte der financiën. Ook kondigt Canovas een compleet oppositie-plannetje aan: de conser vatieven zullen in de aanstaande zitting der Cortes de handelsverdragen bestrijden, ze zullen eischen bescherming van den landbouw, ze zullen critiek uitoefenen op de politiek gevolgd in de Marokkaansche aangelegenheid en op de Antillen en ernstig zal door hen worden gegispt de zwakke houding der re- Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de 114 Meierijsche Courant «Is Lucia ook niet te beklagen, meer nog dan juffrouw Harraant? Heeft deze haar hart niet wreed gepijnigd en hare ziel met jaloerschlieid argwaan en angst vervuld O, zoo gij haar ge zien hadt, toen ik haar ontmoette, bittere tranen, stortend en geheel verward van hoofd, dan zoudt gij begrepen hebben, dat zij zwaar, zeer zwaar lijdt 1 „lk beklaag haar uit den grond mijner ziel mama Lison „01 En niets anders?Vindt gij de handel wijze van die dochter des millionairs niet aller- onwaardigst? Die juffrouw denkt, dat het hart verkocht en de liefde gekocht kan worden Mijnheer Lucien, uwe koelheid boezemt mij angst in 1 Ik ben vol vrees u in enkele oogenblikken te hooren zeggen, dat gij Lucia niet meer bemint, dat die lieden ginds u van eene echtverbintenis, van de fortuin gesproken hebben, dat hunne mil- liuenen u dronken maken en u het ongelukkige kind doen vergeten, dat slechts voor u leeft I* „En zoo dat eens waar was vroeg Lucien op bevenden toon. De brooddraagster zag er uit als een lijk. „En zoo ik Lucia nimmer kan wederzien ging de jonkman voort. „O, gij spreekt niet ernstig!Haar nimmer wederzien I I)at zou afschuwelijk zijn 1 Denk er aan, dat Lucia u aanbidtl Zij zou er van sterven! Neen, duizendmaal neenGij zult haar niet ver laten „En zoo de eer mij gebiedt dit te doen „De eer bestaat daarin, dat men zijn woord ge stand doet! Gij hebt gezworen Lucia te huwen I* „En indien er op dit oogenblik tusschen ons beiden een onoverkombare hinderpaal bestaat „Dat kan niet zijn! Wat gisteren mogelijk was, is het heden ook nog! Wordt gij door de fortuin geerders tegenover de vijanden der staatsin stellingen, de anarchisten. Als Sagasta dat alles overleeft, als hij zich daar weet door te slaan, dan zal Canovas 't wel langs anderen weg probeeren in elk geval schijnen Sa gasta's dagen als minister-president geteld. Ook in Frankrijk bereiden de verschillende parlementaire groepen zich reeds voor op de aanstaande campagne: Goblet, de vroegere minister-president, zal 14 October een groote program-redevoering houden, waarin hij den volke zal kond doen wat hij en de zijnen willen. Wat zij willen is een rol spelen en daarom zal de regeering geducht worden aangevallen. De belangrijkste mededeelingen, rakende wijzigingen in staatsbesturen, komen uit Ber lijn, doch tegelijk de minst geloofwaardige Caprivi, de rijkskanselier, zou beslist voorne mens zijn af te treden en de redevoeringen, gedurende de laatste dagen uitgesproken door den keizer, zouden hem daartoe hebben doen besluiten. Er is natuurlijk altijd mogelijkheid op een dergelijke gebeurtenis en voor wie behooren tot Caprivi's poliiieke tegenstanders is er in de laatste dagen zelfs wel eenige waarschijnlijkheid ook. Te Thorn heeft Wil helm II, in aandoenlijke overeenstemming met 't geen Bismarck twee Zondagen ach tereen te Friedrichsruhe heeft ten beste gege ven, de Polen geducht te pakken genomen, terwijl Caprivi juist in den laatsten tijd getracht heeft door concessien, door de in williging van verschillende wenschen en ver zoeken te bereiken wat door dwang en onderdrukking nimmer te verkrijgen is! 't Was dan ook te wachten, dat Caprivi's heftigste bestrijders het oogenschijnlijk verschil van zienswijze tusschen den keizer en den eersten ambtenaar des rijks, zouden aangrijpen als een kans op verwezenlijking van hun wen schen, doch 't is nog lang zoo ver niet: al die uitlatingen en kansberekeningen stroken meer met den wensch om Caprivi te doen aftreden dan met de werkelijkheid van den heer Harmant zoozeer op het dwaalspoor gebracht, dat gij er het hoofd bij verliest?* „Mij zijn openbaringen gedaan, die mij mijn plicht hebben aangewezen." vBeleedigt gij thans Lucia door haar te ver denken „Haar verdenken God beware mij „Enfin, wat heeft men u van haar gezegd Door welke hatelijke lastertaal hebben boosaardige lieden den hinderpaal, waarvan gij spreekt,tusschen h en haar geplaatst Wat heeft Paul Harmant en zijne dochter uitgedacht? Durft gij mij hunne schandelijke leugens herhalen „Zij hebben niets uitgedacht, geen leugentaal verzonnenIk verzeker u, dat de hinderpaal onoverkombaar is. Tusschen Lucia en mij vloeit er wreed gestort bloed.* „Bloed!* herhaalde Jeanne Fortier, niet in staat een woord meer te uiten. „Ja, ik bemin Lucia nog even zeer als vroeger, meer nog misschienDoor mijn scheiden on derga ik niemands invloed, aan geen gevoel van hoogmoed geef ik toe, aan geen verlangen naai de fortuin. Ik luister alleen naar de stem der eerEn, helaas! die stem verbiedt mij Lucia te huwen „Maar waarom dan toch, waarom?* „Omdat ik mijn naam niet verleenen kan aan de dochter van de moordenares mijns vaders.* Bij 't hooren dezer woorden stiet Jeanne een angstigen gil uit. In eene plotselinge beweging drukte zij beide handen op het hart, alsof zij vreesde dat het breken zou. De ongelukkige wankelde op hare beenen. Lucien staarde haar verwonderd aan en begreep niets van den verpletterenden indruk, dien zijne laatste woorden op haar hadden gemaakt. Na enkele oogenblikken scheen de brooddraag ster tot bedaren te komen. „Wat hebt gij zooeven gezegd vroeg zij op nauwlijks verstaanbaren toon. „Wellicht heb ik uwe woorden slecht verstaanBeweert gij dat Lucia de dochter is der vrouw, die vroeger ver oordeeld werd, beschuldigd uw vader vermoord te hebben „Jeanne Fortier's dochter, ja.* „De dochter van Jeanne Fortier!* riep de ont snapte van Clermont uitHare dochter, zij Lucia, hare dochter In Marocco moeten de toestanden voort durend slechter worden. Joden, die naar de markt gingen, werden naakt uitgeschud, op de hoofdwegen werd van reizigers voor den vrijen doortocht vijf pond tolgeld geeischt. De Erhamnastam eischte van den sultan dat Mu- ley Mohammed evenals de andere staatkundige gevangenen,dadelijk in vrijheid gesteld zouden worden. Mocht deze eisch afgeslagen worden, dan zou de stad Marocco aangevallen en geplunderd worden. Niet 80000, maar slechts 30000 man zal het ni uwe Japmsche leger stellen, dat te Hiroshima is uitgerust en waarvan de insche ping reeds Dinsdag, na eene inspectie door den keizer, te midden van veel geestdrift is begonnen, dus op het oogenblik waarschijnlijk reeds geheel voltooid is. Aangevoerd wordt dit leger den door minister van oorlog, veldmaar schalk graaf Pyam, in persoon zijne por tefeuille wordt ad interim waargenomen door graaf Sagio en het zal geheel zelfstandig handelen, niet in combinatie met het leger, dat bij Ping-Yang overwon, hoewel het plan de campagne door den bevelhebber van dat leger, veldmaarschalk Yamagata, wel eens de Japansche Moltke geheeten, moet zijn opgemaakt. De bestemming van het nieuwe leger dat op transportschepen en begeleid door het eskader over de Gele Zee wordt vervoerd, waar het tweede eskader dan de begeleiding zal overnemen, de bestemming van dit leger wordt geheim gehouden. Sedert werd uit Shangai als gerucht ver nomen, dat de Japanners de Chineezen ge lijktijdig hebben aangevallen te Anchow en te Yiehow, maar dat ze op beide plaatsen werden teruggeslagen. Naarmate de Chineezen van de Japanners meer te lijden hebben, wordt vooral in de kuststeden de stemming tegen de vreemde lingen norscher, zoodat hun toestand hier en daar tamelijk gevaarlijk is. Te Peking en te Tientsin worden de Europeanen dagelijks op straat door het gepeupel, ja door soldaten beleedigd. 't Scheen dat Jeanne met waanzin geslagen was Haar geheim stond op 't punt haar te ontsnappen. „Mijne dochter!" wilde zij uitroepen. Doch spoedig genoeg kwam zij weer in zoo ver tot bezinning, dat zij niet het geheim haars levens aan Jules Labroue's zoon openbaarde. „Maar wat is er dan toch, Mama Lison? Wat schort u vroeg Lucien, hoogst verbaasd over deze hevige ontroering, niettegenstaande hij zeer foed de groote vriendschap kende, die er tusschen e goede vrouw en Lucia bestond. „Wat er is?" hernam Jeanne aarzelend, trach tend thans zoo bedaard mogelijk te blijven, om zich niet te verraden. „Er is niets.... Doch het nieuwsdat gij mij zooeven hebt medegedeeld heeft mij zoo verbaasd, dat ik er het hoofd bij meende te verliezen. Nu nog ben ik haast niet in staat te gelooven wat ik gehoord heb.. Lucia, Jeanne Fortier's dochter! Is net mogelijk Hoe weet gij dat Hebt gij er eenig bewijs van „Het onbetwistbaar bewijs." „Thans bij u .Ja." „En toont gij mij dat niet „Ziedaar." Lucien reikte Jeanne het proces-verbaal over, dat wij kennen. Wij weten, dat hij het opzette lijk had medegenomen. Jeanne rukte het hem bijna uit de hand. Negenenvijftigste Hoofdstuk. Op dat oogenblik nam het gelaat der brood draagster eene onbeschrijfelijke uitdrukking aan. „Mijne dochter!Zij is mijne dochter klonk het dan in haar binnenste. „Een innig voorgevoel had mij het reeds lang gezegd. Ziedaar dan waar om ik haar beminde, gereed mijn bloed voor haar te vergieten En ik mag niets zeggen niets doenIk moet zwijgen, en ben niet in staat haar te redden „Welnu, zijt gij thans overtuigd vroeg Lucien. „Is dat niet zoo duidelijk 'mogelijk „Ja, zeer duidelijk," stamelde Jeanne, die tege lijk door vreugdeen droefheid overmeesterd werd. „Lucia is bepaald Jeanne Fortier's dochter, de dochter van de veroordeelde. Maar kan het meisje verantwoordelijk gesteld worden, voor de mis daden der moeder Moet zij boeten voor iets waaraan zij geen schuld heeft Moet zij met eene De gouverneur van Mantchourije trekt zijne troepen om Mukden samen. Verschansingen worden op den weg tusschen die stad en Witsju opgeworpen. De soldaten zijn flinke mannen uit het Noorden, maar zeer slecht gewapend; slechts ongeveer vierduizend hun ner hebben ge.veren. De Chineesche macht aan de Jalu-rivier wordt op 38000 man ge schat. Ook zij zijn slecht gewapendhet verlies van oorlogsmaterieel en ammunitie door de Chineezen bij Ping Yang geleden drukt hen zeer. De Chineezen maken zich reeds vertrouwd met de mogelijkheid eener bezetting der hoofdstad door de Japanners. Als het zoover dreigt te komen, zal de keizer zich met zijn hofhouding naar Nanking begeven en het corps diplomatique uitnoodigen hein te volgen. De verhouding tusschen Vlaamsche en Waalsche kiezers in Belgie, gelijk die door de nieuwe kieswet is geworden wordt als volgt medegedeeld in een overzicht der In- dépendance Beige Wat het aantal kiezers betreft zijn de Vlamingen in de meerderheid: 611660 tegen 594343 Walen. Onder de Walen zijn echter de meeste kiezers met meer dan éen stem, en zoo zijn, wat het aantal stemmen betreft, de Walen in de meerderheid, n.l. 948206, tegen 926738 Vlaamsche. De politie te Charleroi heeft twee anar chisten in hechtenis genomen, den Fratisch- man Rorique en den Belg Blondel. Beide waren in het bezit van aanzienlijke sommen gelds en verklaarden op weg te zijn naar Duitschland. In een feestzaal te Mechelen, waar ongeveer 200 menschen bijeen waren is Zondagavond plotseling de vloer ingezakt waardoor alle aanwezigen in een stoelenta- niet verdiende schande overladen worden In tegendeel 't zou edel en grootsch zijn haar de hand te reiken,wreed, zeer wreed haar te verlaten „Haar de hand te reiken! riep Jules Labroue's zoon uit. „God is mij getuige, dat ik het zou willen doen, maar ik kan het niet!" „En waarom niet?" vroeg Jeanne koortsachtig. „Hare moeder heeft mijn vader vermoord Begrijpt gij dat dan niet?" „Ja, dat begrijp ikJa, dat is afschuwelijk. indien het waar is. Doch is het wel waar? Gij zelf ik hoorde het u vaak herhalen ge looft niet aan de misdaad der moeder 1" „Ik heb er nooit aan geloofd en thans nog niet.' „Weina P* „Twijfel is geen zekerheid, en mijne meening is geen bewijsZoo ik Jeanne Fortier ontmoette, zou ik haar zeggenDe menschelijke gerechtig heid is niet onfeilbaar en talrijk zijn hare dwa lingenGij werdt veroordeeld, maar kunt toch wel onschuldig zijn Bewiis mij uwe onschuld, wees mijn gias in 't midaen der duisternissen en ik zal uwe zaak ter hand nemen en mijn leven wijden aan het herstel uwer eer 1 Vooral zal ik dat doen voor uwe dochter, die ik bemin 1 In den loop van het proces verzekerde Jeanne dat zij een brief van Jacques Garaud in handen had gehad, door dien meesterknecht geschreven, een schrijven, waaruit duidelijk het bewiis volgde, dat hij Garaud, de schuldige was van de vreese- lijke misdaden van Alfortville. Dien brief zouden wij moeten terugvinden. Jeanne zou mij eenig spoor kunnen aanwijzen, om met succes naar dit schrijven te kunnen zoeken en Jacques Garaud na te sporen, die zeker thans nog leeft, wellicht gelukkig en rijk, onder een valschen naam.... En nad ik het geluk dien man zijn schuld te be wijzen, dan zou onmiddellijk de onschuld van Jeanne daaruit volgen. Doch tot dat oogenblik zal ik steeds aan Jeanne Fortiers onschuld twijfelen, en deze twijfel zal mij blijven tegenhouden mijn naam aan de dochter der veroordeelde te schenken." Gedurende een oogenblik had de ongelukkige moeder, terwijl zijn Lucien hoorde spreken, groo- ten lust gevoeld om uit te roepen „Jeanne Fortier ben ik Nogmaals echter dacht zij een oogenblik na, en zeide niets. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1